Zuilespolder
-
Zuilespolder (sluis #1)
- Datering: 1935
- Oorspronkelijke functie: Sluis
- Bouwstijl: Traditionalisme
Algemene beschrijving
Betonnen, gesloten in- en uitwateringssluis met een houten schuif en een klepdeur.
De bescherming betreft alleen de sluis.
Beschrijving sluizen
Een sluis is een waterbouwkundig kunstwerk ter regulering van de waterstand en voorzien van afsluitmiddelen als wegneembare kering.
Op het Eiland van Dordrecht hebben de meeste sluizen de functie van een in- en uitwateringssluis. De is het oudste sluistype. Een dergelijke sluis zorgt voor de afvoer van overtollig binnenwater - regenwater uit lucht of kwelwater via een dijk - uit een polder of boezem, meestal op een waterweg zoals een benedenrivier, een zeearm of op zee. Het kan ook overtollig buitenwater keren: bij eb staan sluisdeuren open, bij vloed zijn ze gesloten. De meeste sluizen hebben de mogelijkheid met schotbalken dichtgezet te worden voor het geval de sluis drooggelegd moet worden voor onderhouds-werkzaamheden. De schotbalken worden meestal opgeslagen in speciale schuren.
Elke polder of waard heeft minstens één sluis, aangelegd in de omringende polderdijk of waardkade: deze elementen zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. De functie of het type sluis kan om verschillende waterhuishoudkundige redenen wijzigen, soms zelfs geheel verloren gaan. Op het Eiland van Dordrecht, dat gekenmerkt wordt door elkaar opvolgende inpolderingen, hebben bijvoorbeeld vrijwel alle sluizen in de oudste polders - en binnen de zeewerende dijken - hun oorspronkelijke eb- en vloeddeuren verloren: veel sluizen zijn duikers of bruggen geworden. Hierdoor vallen ze in hun omgeving vaak minder op.
In de Biesbosch, het gebied buiten de zeewerende dijken, verbeterde de waterhuishouding - met name de waterafvoer - aanzienlijk met de aanleg van de Nieuwe Merwede tussen 1859 en 1879. Niet alleen werden daarvoor vele killen in het gebied afgedamd, ook werden veel schotbalksluizen gebouwd om het waterpeil in elke polder en waard afzonderlijk te kunnen beheersen. Een schotbalksluis hoeft niet persé in een waterweg te liggen, hij kan ook onderdeel van een dijk zijn. Vooral in de 20e eeuw is dit type sluis veel aangelegd. Afsluiting van de sluis vond plaats door het aanbrengen van meerdere schotbalken, die werden verwijderd als het water moest worden afgevoerd. Dit kan geleidelijk door telkens één balk weg te halen. Het water vloeit dan langzaam weg, zodat bijvoorbeeld bezonken slib kan achterblijven en voor de nodige bemesting zorgt.
Het sluiten van de Haringvlietsluizen in 1970 leidde direct tot veel geringere verschillen tussen hoog en laag water: de getijwerking is daarmee zo goed als verloren gegaan. De meeste schotbalksluizen hebben daarmee hun functie verloren.
Historie gebied
De Sliedrechtse Biesbosch is net als de Dordtse Biesbosch ontstaan na de Sint Elisabethsvloed van 1421. Veel van de grote binnenzee werd in de loop van de tijd drooggelegd en ingepolderd. De eerste aanwassen worden op 17e-eeuwse kaarten aangeduid als Opgecomen landen.
Door het aanleggen van de Nieuwe Merwede (1859-1879) werden de Brabantse en Zuidhollandse Biesbosch van elkaar gescheiden.
Gebieds- en eigendomsgrenzen liepen dwars door de Sliedrechtse Biesbosch: het westelijk deel was Dordts grondgebied, het middendeel behoorde tot de gemeente Sliedrecht en de meest oostelijke punt, de Kop van de Oude Wiel behoorde tot Werkendam. De begrenzing van het gebied vormen de Beneden Merwede, de Nieuwe Merwede, het Wantij en de Sionsloot.
De huidige Sliedrechtse Biesbosch bestaat uit een combinatie van oude polders, moeras- en stiltegebied en recreatiepark de Hollandsche Biesbosch.
De Zuilespolder is in 1829 omkaad en later samengevoegd met de iets oudere Helpolder tot de Hel- en Zuilespolder. De Zuileshoeve is de bij de polder horende (enige) boerderij, gelegen net ten zuiden van én op de zuidelijke polderdijk.
Ligging
De sluis ligt in de zuidelijke polderdijk van de Zuilespolder, direct ten westen van de Zuileshoeve, bij de monding van een op de Helsloot afwaterende oude kil.
Hoofdvorm
Betonnen, gesloten in- en uitwateringssluis in een polderdijk, met een houten schuif en een klepdeur en ijzeren windwerken met heugelstangen in houten portalen.
Bouwgeschiedenis
Op deze locatie is al vóór 1914 een sluis aanwezig. Op historische kaarten staat vóór die tijd op deze locatie nog een duiker aangeven maar op een kaart uit 1914 staat expliciet een sluis vermeld. De uitvoering in beton zou dan erg vroeg en vooruitstrevend te noemen zijn: het is aannemelijker dat deze betonnen sluis later - eind jaren 30 - is gebouwd. Op enig moment is de sluis waarschijnlijk voorzien van een klepdeur aan de buitenfrontzijde.
Beschrijving exterieur
Beide frontmuren en alle vleugelmuren zijn van beton.
De binnenfrontmuur heeft een houten portaal met daarop een ijzeren windwerk met een ijzeren heugelstang voort het op- en neerhalen van de houten schuif. De schuif staat in een bijna gesloten toestand. De beide vleugelmuren worden door een dikke betonnen balk met elkaar verbonden. De functie van deze balk is onduidelijk en hiervoor zijn (nog) geen parallellen bekend.
De buitenfrontmuur heeft een zelfde houten portaal met ijzeren windwerk en heugelstang. Het windwerk wijkt echter in uitvoering af van die op de binnenfrontmuur en oogt strakker en moderner. De beide vleugelmuren worden ook aan deze zijde door een dikke betonnen balk met elkaar verbonden. In 2012 was daaronder en daaraan nog een ijzeren constructie bevestigd. Aan beide zijde van de vleugelmuren waren ook dubbele verticale ijzeren stangen aangebracht. Boven het wateroppervlak staken twee ijzeren stangen met kettingen uit die met deze constructie in verbinding leken te staan: waarschijnlijk werd hiermee in combinatie met het windwerk een niet zichtbare klepdeur bediend. In 2014 is deze constructie geheel verwijderd en vervangen door een vierkant metalen kroosvanger vóór de waterinlaat in de buitenfrontmuur.
Beschrijving perceel
De sluis is gebouwd in de zuidelijke polderdijk van de Zuilespolder op de plek waar een nog aanwezige kil, die is opgenomen in het waterhuishoudingssysteem van de polder, uitwatert op de Helsloot. De sluis staat circa 20 meter ten westen van de Zuileshoeve.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
De sluis is onlosmakelijk verbonden met de Hel- en Zuilespolder vanwege de waterhuishouding in de polder. Ze heeft een directe relatie met de naastgelegen Zuileshoeve, van waaruit de sluis werd bediend. Toen rond 1829 de Zuileshoeve werd gebouwd lag op deze locatie een duiker voor de afwatering van de oude kil.
Architectonische waarde
Deze betonnen sluis wijkt af van de overige betonnen sluizen omdat deze een afwerkende vorm heeft, zowel een schuif als een klepdeur heeft en geen ijzeren maar houten portalen voor de windwerken.
Ensemblewaarde / Situering
De sluis ligt in de zuidelijke polderdijk en aan weerszijden van de sluis is nog duidelijk zichtbaar water aanwezig: in het zuiden de Helsloot en in het noorden een (naamloze) kil. De oorspronkelijke ontwateringfunctie is hier duidelijk te zien en te ervaren.
Iets ten oosten van de sluis staat de van oorsprong 19e-eeuwse Zuileshoeve. De polderwachter/boer die hier woonde, bediende ook de sluis.
Gaafheid
De sluis is gaaf en compleet. De betonnen sluis is compleet en functionerend.
Unieke waarde
De sluis valt in het landschap en de omgeving op door de hoge houten portalen voor het windwerk die de aandacht trekken en de aanwezigheid van de sluis benadrukken. De directe relatie met de Zuileshoeve springt in het oog.
Bijlage
-
9122995.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Zuilespolder (sluis #2)
- Datering: 1927-1935
- Oorspronkelijke functie: Sluis
- Bouwstijl: Traditionalisme
Algemene beschrijving
Bakstenen, gesloten sluis met schuif en windwerk.
De bescherming betreft de sluis.
Beschrijving sluizen
Een sluis is een waterbouwkundig kunstwerk ter regulering van de waterstand en voorzien van afsluitmiddelen als wegneembare kering.
Op het Eiland van Dordrecht hebben de meeste sluizen de functie van een in- en uitwateringssluis. De is het oudste sluistype. Een dergelijke sluis zorgt voor de afvoer van overtollig binnenwater - regenwater uit lucht of kwelwater via een dijk - uit een polder of boezem, meestal op een waterweg zoals een benedenrivier, een zeearm of op zee. Het kan ook overtollig buitenwater keren: bij eb staan sluisdeuren open, bij vloed zijn ze gesloten. De meeste sluizen hebben de mogelijkheid met schotbalken dichtgezet te worden voor het geval de sluis drooggelegd moet worden voor onderhouds-werkzaamheden. De schotbalken worden meestal opgeslagen in speciale schuren.
Elke polder of waard heeft minstens één sluis, aangelegd in de omringende polderdijk of waardkade: deze elementen zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. De functie of het type sluis kan om verschillende waterhuishoudkundige redenen wijzigen, soms zelfs geheel verloren gaan. Op het Eiland van Dordrecht, dat gekenmerkt wordt door elkaar opvolgende inpolderingen, hebben bijvoorbeeld vrijwel alle sluizen in de oudste polders - en binnen de zeewerende dijken - hun oorspronkelijke eb- en vloeddeuren verloren: veel sluizen zijn duikers of bruggen geworden. Hierdoor vallen ze in hun omgeving vaak minder op.
In de Biesbosch, het gebied buiten de zeewerende dijken, verbeterde de waterhuishouding - met name de waterafvoer - aanzienlijk met de aanleg van de Nieuwe Merwede tussen 1859 en 1879. Niet alleen werden daarvoor vele killen in het gebied afgedamd, ook werden veel schotbalksluizen gebouwd om het waterpeil in elke polder en waard afzonderlijk te kunnen beheersen. Een schotbalksluis hoeft niet persé in een waterweg te liggen, hij kan ook onderdeel van een dijk zijn. Vooral in de 20e eeuw is dit type sluis veel aangelegd. Afsluiting van de sluis vond plaats door het aanbrengen van meerdere schotbalken, die werden verwijderd als het water moest worden afgevoerd. Dit kan geleidelijk door telkens één balk weg te halen. Het water vloeit dan langzaam weg, zodat bijvoorbeeld bezonken slib kan achterblijven en voor de nodige bemesting zorgt.
Het sluiten van de Haringvlietsluizen in 1970 leidde direct tot veel geringere verschillen tussen hoog en laag water: de getijwerking is daarmee zo goed als verloren gegaan. De meeste schotbalksluizen hebben daarmee hun functie verloren.
Historie gebied
De Sliedrechtse Biesbosch is net als de Dordtse Biesbosch ontstaan na de Sint Elisabethsvloed van 1421. Veel van de grote binnenzee werd in de loop van de tijd drooggelegd en ingepolderd. De eerste aanwassen worden op 17e-eeuwse kaarten aangeduid als Opgecomen landen.
Door het aanleggen van de Nieuwe Merwede (1859-1879) werden de Brabantse en Zuidhollandse Biesbosch van elkaar gescheiden.
Gebieds- en eigendomsgrenzen liepen dwars door de Sliedrechtse Biesbosch: het westelijk deel was Dordts grondgebied, het middendeel behoorde tot de gemeente Sliedrecht en de meest oostelijke punt, de Kop van de Oude Wiel behoorde tot Werkendam. De begrenzing van het gebied vormen de Beneden Merwede, de Nieuwe Merwede, het Wantij en de Sionsloot.
De huidige Sliedrechtse Biesbosch bestaat uit een combinatie van oude polders, moeras- en stiltegebied en recreatiepark de Hollandsche Biesbosch.
De Helpolder werd in 1804 van een kade voorzien. Ze groeide vervolgens samen met de Zuilespolder rond 1829 uit tot de veel grotere Hel- en Zuilespolder. Rond 1935 is een deel van de westelijke kade van de Helpolder al uit het polderlandschap verdwenen.
Ligging
Het sluisje ligt in een knik van de zuidelijke polderdijk van de Hel- en Zuilespolder. Ze watert uit op de Helsloot.
Hoofdvorm
Betonnen, gesloten sluisje met vleugelmuren en windwerk met heugelstang.
Bouwgeschiedenis
Op de locatie van het gesloten sluisje lag zeker sinds 1830 een duiker op de locatie waar een kleine oude kil de Helpolder verliet. Op een kaart uit 1935 staat hier voor het eerst niet een duiker maar een sluis vermeld.
Beschrijving exterieur
Op de betonnen binnenfrontmuur met betonnen vleugelmuren staat een ijzeren windwerk met ijzeren heugelstang. Het sluisje is dicht en staat met de schuif in de gesloten stand.
De noordelijke vleugelmuur van de buitenfrontmuur heeft een ijzeren hekwerk/hekje om het pad over de sluis - vanuit de polder - af te kunnen sluiten.
Binnen- en buitenfrontmuur zijn aan de bovenzijde niet symmetrisch uitgevoerd.
Beschrijving perceel
Het sluisje ligt vlakbij een kruising van een fiets- en voetpad over de dijk van de polder. Nabij het sluisje staat aan het fietspad een zitbank.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
De sluis is een onlosmakelijk onderdeel van de Hel- en Zuilespolder en onderdeel van de waterhuishouding in die polder.
De locatie herinnert nog aan de uitmonding van een oude kil van vóór de inpoldering. Die kil is al lang uit het landschap verdwenen.
Waarschijnlijk werd het sluisje bediend vanuit de Zuileshoeve, maar bediening door personeel van de Helsluis is ook een optie.
Architectonische waarde
Goed voorbeeld van een kleine versie van een volledig betonnen sluis met schuif en windwerk.
Ensemblewaarde / Situering
Het sluisje ligt midden in de polderdijk. Over de dijk loopt een voetpad dat dus ook over de gesloten sluis loopt. Aan beide kanten van het pad en de sluis staat water en het ijzeren windwerk én het afsluithek benadrukken de aanwezigheid van het sluisje.
Gaafheid
Het sluisje is gaaf, compleet en in oorspronkelijke staat.
Unieke waarde
Het betonnen sluisje is gaaf bewaard, verkeert in bruikbare staat en staat op een goed zichtbare en toegankelijke locatie.
Bijlage
-
9122993.pdf (opent in een nieuw venster)