Zuidbuitenpoldersekade
-
Haniasluis
- Datering: 1799
- Oorspronkelijke functie: Sluis
- Bouwstijl: Traditionalisme
Algemene beschrijving
Sinds 1758 de in- en uitwateringssluis van de Haniaspolder en sinds 1799 ook voor de Zuidbuitenpolder. De sluis waterde oorspronkelijk uit het Noorderdiep in het Bergsche Veld/de Biesbosch.
De redengevende omschrijving betreft zowel de sluis als de bijbehorende tegenoverliggende keermuur.
Historie sluizen
Een sluis is een waterbouwkundig kunstwerk ter regulering van de waterstand en voorzien van afsluitmiddelen als wegneembare kering.
Op het Eiland van Dordrecht hebben de meeste sluizen de functie van een in- en uitwateringssluis. De is het oudste sluistype. Een dergelijke sluis zorgt voor de afvoer van overtollig binnenwater - regenwater uit lucht of kwelwater via een dijk - uit een polder of boezem, meestal op een waterweg zoals een benedenrivier, een zeearm of op zee. Het kan ook overtollig buitenwater keren: bij eb staan sluisdeuren open, bij vloed zijn ze gesloten. De meeste sluizen hebben de mogelijkheid met schotbalken dichtgezet te worden voor het geval de sluis drooggelegd moet worden voor onderhoudswerkzaamheden. De schotbalken worden meestal opgeslagen in speciale schuren.
Elke polder of waard heeft minstens één sluis, aangelegd in de omringende polderdijk of waardkade: deze elementen zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. De functie of het type sluis kan om verschillende waterhuishoudkundige redenen wijzigen, soms zelfs geheel verloren gaan. Op het Eiland van Dordrecht, dat gekenmerkt wordt door elkaar opvolgende inpolderingen, hebben bijvoorbeeld vrijwel alle sluizen in de oudste polders - en binnen de zeewerende dijken - hun oorspronkelijke eb- en vloeddeuren verloren: veel sluizen zijn duikers of bruggen geworden. Hierdoor vallen ze in hun omgeving vaak minder op.
In de Biesbosch, het gebied buiten de zeewerende dijken, verbeterde de waterhuishouding - met name de waterafvoer - aanzienlijk met de aanleg van de Nieuwe Merwede tussen 1859 en 1897. Niet alleen werden daarvoor vele killen in het gebied afgedamd, ook werden veel schotbalksluizen gebouwd om het waterpeil in elke polder en waard afzonderlijk te kunnen beheersen. Een schotbalksluis hoeft niet persé in een waterweg te liggen, hij kan ook onderdeel van een dijk zijn. Vooral in de 20e eeuw is dit type sluis veel aangelegd. Afsluiting van de sluis vond plaats door het aanbrengen van meerdere schotbalken, die werden verwijderd als het water moest worden afgevoerd. Dit kan geleidelijk door telkens één balk weg te halen. Het water vloeit dan langzaam weg, zodat bijvoorbeeld bezonken slib kan achterblijven en voor de nodige bemesting zorgt.
Het sluiten van de Haringvlietsluizen in 1970 leidde direct tot veel geringere verschillen tussen hoog en laag water: de getijwerking is daarmee zo goed als verloren gegaan. De meeste schotbalksluizen hebben daarmee hun functie verloren.
Historie gebied
De Haniaspolder ligt direct ten zuiden van de Alloyzen- of Bovenpolder en sluit daar op aan. De polder is in 1758 aangelegd en van een kade voorzien. In de kade aan de zuidzijde van de polder is een houten uitwateringssluis met eb- en vloeddeuren gebouwd, uitwaterend op het Noorderdiep (buitenwater).
Met de aanleg van de polder De Biesbosch in 1926, direct ten zuiden van en aansluitend op de Haniaspolder, werd dit uitwateren onmogelijk en veranderde de functie van sluis in duiker. Uitwatering van de Haniaspolder vindt sindsdien plaats via de uitwateringssluizen van de polder De Biesbosch en sinds 1955 door het Johannes Visgemaal.
Ligging
De sluis ligt in de zuidelijke kade van de Haniaspolder, nu de Zuidbuitenpoldersekade genoemd naar de oostelijke aansluitende Zuidbuitenpolder (1777). Ten westen van de sluis is de kade afgegraven, maar deze zal in de toekomst aangeheeld en hersteld worden. Ongeveer 50 meter ten oosten van de sluis ligt de zuid-noord lopende vroegere Schenkelweg. Dit nu opvallend smalle perceel is oorspronkelijk de polderkade die de Haniaspolder van de Zuidbuitenpolder scheidde.
In de toekomst wordt een nieuw fietspad aangelegd dat over de Zuidbuitenpoldersekade en de vroegere Schenkelweg loopt.
Hoofdvorm
In baksteen opgetrokken uitwateringssluis of duikersluis met een rond- of booggewelf, vleugelmuren aan beide uiteinden en een bijbehorende bakstenen keermuur ter afsluiting van het stortebed.
Bouwgeschiedenis
De eerste sluis van de Haniaspolder zal al in het inpolderingjaar 1758 zijn gebouwd. Dit was een houten sluis.
In 1799 werd ter vervanging van de houten sluis op een andere locatie - namelijk '3 roeden beneden de oude sluis' - een stenen in -en uitwateringssluis gebouwd, voor de Haniaspolder én de Zuidbuitenpolder samen. Deze nieuwe boogsluis met vleugelmuren werd in baksteen gebouwd en had een houten sluisvloer, houten eb-en vloeddeuren en een schuif.
In 1839 bleek de sluis water door te laten en deels te zijn verzakt: een grondige renovatie was noodzakelijk. Tussen juli en oktober 1839 werden de volgende werken uitgevoerd:
- nieuwe vloeddeuren en ebdeuren
- nieuwe, grotere en efficiëntere schoft/schuif
- gebarsten hardstenen slagstijlen met ijzer gekramd
- slagbalken en bovenpuntstukken voor de eb en de vloeddeuren opnieuw aangebracht of vernieuwd en sluitend gemaakt
- houten sluisvloer verwijderd en vervangen door een vloer van in twee lagen in tras gemetselde vlakke Waalmoppen
- alle scheuren en defecte voegen in het metselwerk zijn uitgehakt, nieuw gemetseld en opgevoegd
- binnen- en buitenzonnewachter (= frontmuur van sluis) geheel nieuw gemetseld
- wederzijdse vleugelmuren gedeeltelijk opnieuw opgemetseld
- schoftkoker op de sluis en een deel van het gewelf opnieuw gemetseld
- kap van de schoftkoker (= schuifschacht) geheel vernieuwd.
De sluis is in oktober 1839 in 'volmaakten staat' opgeleverd en zal dat blijven 'bij het vereischte onderhoud en vooral eene behoorlijke bediening'.
In 1927 - na de realisatie van de polder De Biesbosch - werd het metselwerk van de sluis hersteld:
- het bovendeel van beide sluisvleugels en van de buitenfrontmuur werden afgebroken, nieuw gemetseld en voorzien van een betonafdekking
- de ebdeuren en de aanslagbalken voor de deuren werden verwijderd (hadden geen functie meer)
- los metselwerk werd uitgebroken en weer volgemetseld
- losse voegen werden uitgehakt en weer volgezet
- diverse kleine werkzaamheden.
Beschrijving exterieur
De sluis is in zijn geheel opgetrokken in gele IJsselsteentjes in kruisverband.
De sluis bestaat uit een binnen- en een buitenfrontmuur, vleugelmuren en een keermuur. De binnen- en buitenfrontmuur hebben een flauw zadeldakvormige top. De top van de binnenfrontmuur is afgedekt in vlechtwerk.
De verdiept liggende schildmuur in de binnenfrontmuur van de sluis bestaat ook uit baksteenmetselwerk in staand verband. Midden in de 1,5 steens rondboog lijkt een gevelsteen met inscriptie of afbeelding aanwezig te zijn. Of het hele booggewelf in baksteen is uitgevoerd, is onbekend.
De vleugelmuren steken aan beide zijden van de sluis bijna haaks uit en worden beëindigd door korte retourmuren. Op de vleugelmuren zijn driehoekige steunberen gebouwd. De vleugelmuren en de steunberen van het binnenfront hebben een circa 95 cm hoge betonafdekking, de binnenfrontmuur zelf heeft deze niet (volgens de offerte uit 1927 heeft de buitenfrontmuur deze wel).
In elke vleugelmuur zijn twee I-vormige muurankers aanwezig. In elke korte kopse kant van de schuine vleugelmuren is één ijzeren Y-vormig muuranker aanwezig.
Aan de andere zijde van de sloot is recht tegenover de sluis een lage bakstenen keer- of weermuur gebouwd, om afkalving van de grond door het binnenstromende water tegen te gaan.
Van de buitenfrontmuur van de sluis is geen opname gemaakt, omdat deze zijde vrijwel onbereikbaar is.
De schildmuur, de binnenfrontmuur en de vleugelmuren vertonen veel afbrokkelende bakstenen en losse voegen.
Beschrijving perceel
De sluis ligt dwars door de Zuidbuitenpolderskade. Deze kade is direct ten westen van de sluis afgegraven. Ten oosten van de sluis is de kade nog aanwezig.
De sluis mondt aan de zuidzijde uit op een oud kilrestant, dat opvalt vanwege het nog altijd bochtige verloop in het landschap.
Ten westen van de sluis staan enkele bomen.
Tegenover de binnenfrontmuur van de sluis - aan de andere kant van de sloot - staat een lage bakstenen keermuur.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
De sluis verwijst direct naar de landschappelijke situatie vóór de aanleg van de polder De Biesbosch in 1926, waarbij vanuit de Haniaspolder en de Zuidbuitenpolder nog direct buitendijks op de Biesbosch water werd uitgelaten. Deze situatie veranderd, maar de sluis is behouden.
De sluis dankt haar huidige - niet officiële - naam aan de ligging in de kade van de Haniaspolder. Hania is een familienaam.
Architectonische waarde
Fraai voorbeeld van een bakstenen, gesloten boogsluis.
Ensemblewaarde / Situering
De sluis is niet los te zien van de bijbehorende Haniaspolder en haar ontwateringsysteem, de Zuidbuitenpoldersekade, de kade-of dijksloot met keermuur aan de polderbinnenzijde en het kilrestant aan de polderbuitenzijde.
De sluis ligt nu onopvallend in het landschap, is nauwelijks bereikbaar via wegen of paden en relatief slecht zichtbaar. Zicht op de sluis vanaf de Wieldrechtse Zeedijk is mogelijk, maar de afstand is groot.
Gaafheid
De sluis is relatief gaaf behouden gebleven. De in IJsselsteentjes op gemetselde frontmuren met vleugels, het booggewelf, het sluiskanaal en de keermuur zijn aanwezig.
De oorspronkelijke eb- en vloeddeuren zijn in 1926 verwijderd omdat de sluis zijn in- en uitlaatfunctie had verloren.
Unieke waarde
De Haniasluis is de enige bakstenen boogsluis op het Eiland van Dordrecht.
Zij heeft inmiddels wel haar oorspronkelijke functie verloren. Zij functioneert nu feitelijk als duiker en na de geplande toekomstige aanheling van de afgegraven Zuidbuitenpolderskade kan het een zeer attractieve brug worden.
Publicaties
- Rob Haan, Kleine waterwerken het behouden waard: Bloemlezing van typisch Dordtse waterwerken, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 2009.
Bijlage
-
9122996.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Zuidbuitenpoldersekade (molen)
- Naam: Bosmanmolen
- Datering: 1950-1959
- Oorspronkelijke functie: Windwatermolen voor onderbemaling
- Bouwstijl: Functionalisme
Algemene beschrijving
De Bosmanmolen is een kleine stalen weidemolen of windwatermolen voor de onderbemaling van laag gelegen weilanden en akkers, waarbij het water maar over een kleine hoogte hoeft te worden opgevoerd. Hiertoe beschikt het molentje over een kleine centrifugaalpomp die door vier stalen windbladen wordt aangedreven.
De molen is ontworpen in 1929 en sinds 1935 een zeer bekende verschijning in de Nederlandse polders. De bescherming betreft alleen de Bosmanmolen.
Historie Bosmanmolen
Het Bosmanmolentje bestaat uit een betonnen onderbouw met daarop een stalen toren van 4 tot 7 meter hoog. De diameter van het wiekenkruis met zijn vier vaste stalen wieken bedraagt 3 tot 3,5 meter. Opmerkelijk is dat de meeste kleine stalen poldermolentjes, als je ervoor staat, met de klok mee draaien in tegenstelling tot de traditionele Nederlandse windmolens. Via een haakse tandwieloverbrenging wordt een kleine centrifugaalpomp aangedreven.
De toepassing van een via een vlotter en een stangenmechanisme beweegbare molenstaart en een dubbele vaan maakt sinds 1937 een volautomatische peilbeheersing mogelijk. Sinds 1947 heeft de Bosmanmolen een geprefabriceerde betonnen onderbouw, daarvoor werd die onderbouw ter plaatse gebouwd. Sinds 1935 zijn voor de molen vier verschillende differentieelmodellen gebruikt. Een differentieel is een stelsel van tandwielen waarmee met één aandrijvende as meerdere rotaties met verschillende snelheden afgetakt kunnen worden. het eerste model tot circa 1960 heeft een A-Ford differentieel, het tweede model tot 1977 een Ford V8 differentieel, het derde model een eigen differentieel onder de naam Type 77 en het vierde model heeft sinds 2006 een differentieel van het type B4.
Na 1970 nam de behoefte aan het stalen weidemolentje aanzienlijk af omdat het door ruilverkavelingen steeds minder noodzakelijk werd om de waterstand in afzonderlijke weilanden bij te sturen. Bovendien konden beheerders, zoals boeren en waterschappen, door de uitbreiding van het elektriciteitsnet ook op afgelegen plekken steeds makkelijker elektrische pompen installeren. De laatste jaren neemt de behoefte weer wat toe door de vraag van natuurorganisaties. Behalve voor het ontwateren van agrarisch land kan het stalen weidemolentje namelijk ook worden ingezet voor de bevloeiing en waterverversing van natuurgebieden.
Machinefabriek Bosman Watermanagement BV in Piershil bouwt nog zo'n 10 tot 15 molentjes per jaar.
In Nederland werden vele duizenden Bosmanmolens geplaatst. In het buitengebied van Dordrecht hebben gebaseerd op historische kaarten oorspronkelijk ook tientallen Bosmanmolentjes gestaan. In 2008 waren in de gemeente nog slechts 12 exemplaren aanwezig, waarvan er toen al drie in zeer slechte staat verkeerden.
Deze Bosmanmolen is getuige historische kaarten hier geplaatst tussen 1950 en 1959.
Historie gebied
De Polder De Biesbosch werd gerealiseerd in 1926, als laatste polder op het Eiland van Dordrecht. De oude killen - van noord naar zuid zijn dit het Noorderdiep, de Noorderels, het Kwalgat, de Middenels en de Zuiderels - zijn in verband met de afwatering van de polder behouden. De perceel - en ontginningsloten in de polder wateren allen af op de killen. In enkele van de sloten zijn Bosmanmolens geplaatst, de meeste waarschijnlijk tussen 1937 en 1970.
Alle killen waterden samen oorspronkelijk op natuurlijke wijze uit via de grote uitwateringsluis aan het begin van de Noorderelsweg bij de Westhaven. Sinds 1955 draagt het Johan Visgemaal - nabij de sluis - zorg voor de afwatering van de polder.
De Zuidbuitenpolder is gerealiseerd in 1777 en is in het kader van de Nieuwe Dordtse Biesbosch (her)ingericht als Noorderdiepzone.
Ligging
De molen stond oorspronkelijk direct ten oosten van de Van Elzelingenweg in een ontwateringsloot langs die weg.
In 2019 is de Bosmanmolen na restauratie verplaatst naar de Zuidbuitenpolder (oost) in het kader van de inrichting van de Noorderdiepzone binnen de Nieuwe Dordtse Biesbosch.
Beschrijving
De Bosmanmolen verkeert sinds de restauratie 2018 in zeer goede staat en heeft op zijn nieuwe locatie sinds 2019 zijn oorspronkelijke functie teruggekregen.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
In 2008 werd de Bosmanmolen uitverkozen als nummer één op de lijst in Zuid-Holland in de strijd om een plaats in de historische canon der Provinciën. De herinneringswaarde is hoog.
De volautomatische werking van de molens was een belangrijke vooruitgang in de bemalingstechniek. Bosmanmolens zijn een karakteristiek beeld in het Zuid-Hollandse agrarische landschap, in de agrarische polder De Biesbosch en nu in het recreatiegebied de Nieuwe Dordtse Biesbosch.
Ensemblewaarde/Situering
De molen stond oorspronkelijk op een zeer goede en opvallende zichtlocatie in het open polderlandschap: nabij de belangrijkste toegangsweg tot de polder, een brug en een kil. Deze Bosmanmolen vormde samen met de Bosmanmolen verder westelijk aan het Noorderdiep een fraai ensemble: beide waren gelegen aan het Noorderdiep en in één blik te vangen vanaf de Van Elzelingenweg. De beide molens zijn niet helemaal van hetzelfde type/model.
Na verplaatsing van beide molens in 2019 naar de Noorderdiepzone in het recreatiegebied de Nieuwe Dordtse Biesbosch is de ensemblewaarde in stand gebleven.
Gaafheid
De molen is na restauratie in 2018 weer geheel intact, compleet en werkzaam. In het kader van de plannen voor de Nieuwe Dordtse Biesbosch is deze molen in 2019 - samen met de oorspronkelijk westelijker langs het Noorderdiep staande Bosmanmolen – verplaatst naar de natter ingerichte Noorderdiepzone. Zij hebben daarmee beide hun oorspronkelijke locatie verloren, maar hebben ook beide hun oorspronkelijke functie teruggekregen.
Unieke waarde
In het nu nader onderzochte buitengebied van Dordrecht zijn nog maar vijf vrijwel intacte Bosmanmolens aangetroffen: drie in de polder De Biesbosch en twee in de in Louw Simonswaard in de Sliedrechtse Biesbosch. Dit was één van de drie molens in de polder De Biesbosch, waarvan er dus in 2019 twee zijn verplaatst naar de noordelijker gelegen Zuidbuitenpolder in de Noorderdiepzone van de Nieuwe Dordtse Biesbosch.
Publicaties
- Gemalen... het behouden waard, ing. R. Polderman & ir. C. J. M. Tak, 2001
- Het water de baas: geschiedenis van de mechanische bemaling in Nederland, D. van Rijn & R. Polderman, 2010
- C.J.P. Grol & J. Zondervan-van Heck, Draaiende wieken, stappende paarden: Molens op het Eiland van Dordrecht, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2008.
Bijlage
-
9123025.pdf (opent in een nieuw venster)