Vrieseweg
-
Park Merwestein
- Datering: 1852
- Oorspronkelijke functie: Park
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
Omschrijving complex
Park Merwestein. Stadspark.
Ligging
Het stadspark ligt in de negentiende-eeuwse schil tussen de Van Hoogstratensingel, de Hallincqlaan, de Groenedijk en de Vrieseweg en heeft een oppervlakte van ca. 5 ha. In de directe omgeving van het park ligt de tuin met zeer oude bomen van Schouwburg Kunstmin, het in landschapsstijl aangelegde wijkje waar vroeger de buitenplaats Noordhove was. Hier rest nog een vijverpartij. En het Oranjepark, dat ook als een soort groene uitloper van het park kan worden beschouwd. De omringende woonbebouwing bestaat vooral uit villa's en twee onder een kapwoningen met rondom tuinen. Het geheel vormt een groene oase in de verstedelijkte negentiende-eeuwse schil.
Geschiedenis
De van oorsprong historische buitenplaats wordt al in 1610 genoemd. In het gebied waar het Park Merwestein nu ligt, liggen tot aan het begin van de negentiende eeuw bleekvelden, boomgaarden en tuinen.
Het oudste bekende eigendomsbewijs is gedateerd 27 november 1610. Het betreft een gedeelte van het huidige park. Door aankoop van aangrenzende percelen wordt dit eigendom aanzienlijk uitgebreid. Begin negentiende eeuw is het eigendom inmiddels uitgegroeid tot een landgoed genaamd Dijk- en Veldzigt. In 1829 heet het landgoed Wei- en Veldzigt en in 1851 Veld- en Dijkzigt. Inmiddels is het dan in eigendom van Otto Boudewijn 't Hooft van Benthuizen.
Op dit terrein laat 't Hooft een chaletachtige villa, een koetshuis, een tuinmanswoning en nog enkele opstallen bouwen. Hij geeft zijn landgoed een nieuwe naam buitenplaats Merwestein.
Omstreeks 1883 bezit Dordrecht geen enkel openbaar wandelpark. Dat wordt als een gemis beschouwd en daarom richt een aantal burgers een comité op dat onderzoekt of er in Dordrecht een geschikte plek te vinden is waar een park kan worden aangelegd. Tussen de Singel, Vrieseweg en Toulonselaan ligt een terrein, de Karremansweide genaamd, waar volgens het comité mogelijkheden voor de aanleg van een park zijn. De gemeente heeft echter andere plannen met de Karremansweide, dat wordt ontwikkeld tot het Oranjepark.
In 1884 dient zich een tweede mogelijkheid aan. De eigenaresse van het landgoed Merwestein wil haar bezit verkopen. Het 'Comité tot Stichting van een park te Dordrecht' gaat direct tot actie over, ook al omdat wordt gevreesd dat het landgoed Merwestein bij veiling in handen kan komen van kopers die het grondgebied in diverse kavels verdelen en bebouwen, waardoor het groene, landelijke karakter geheel verloren zou gaan.
Omdat de gemeente niet bereid is het landgoed aan te kopen, begint het comité met een inzameling onder de burgerij. De eigenaresse is bereid om de verkoopprijs te verlagen tot 80.000 gulden als het landgoed behouden kan blijven. Er start een inzameling, waardoor de aankoopsom in korte tijd bijeen wordt gebracht door de bevolking van Dordrecht.
Het comité, dat niet van plan is zelf een park te exploiteren, onderhandelt vervolgens met de gemeente. Voorgesteld wordt dat de gemeente het landgoed onderhoudt en openstelt voor het publiek als wandelpark. Het landgoed moest tenminste 25 jaar de bestemming krijgen van openbaar wandelpark en eventuele bebouwing langs het park (Singel, Hallincqlaan, Vrieseweg) moet in overeenstemming zijn met het karakter van het landgoed Merwestein. Als de gemeente akkoord gaat deze voorwaarden, is het comité bereid de ingezamelde gelden over te dragen aan de gemeente om het landgoed aan te kopen.
Op 14 februari 1885 wordt de buitenplaats Merwestein aan de gemeente overgedragen. Kort daarna geven burgemeester en wethouders tuinarchitect C. Kwast de opdracht een plan te maken voor de inrichting van het buiten als stadspark. Ondanks protesten wordt de fruitboomgaard aan de noordzijde van het park gerooid. Dit om te voorkomen dat de jeugd de bomen zal vernielen. Het nieuw aangelegde deel van het park bevat grote gazons met bloemvakken, ruime wandelpaden en een brede weg voor rijtuigen. Verder zijn er vele groenblijvende heesters geplant. Er worden banken in het park gezet en de drie bestaande klassieke tuinbeelden blijven staan. Verschillende burgers doen schenkingen, zoals herten, zwanen en een tweede fontein.
Op zondag 10 mei 1885 wordt Park Merwestein voor het publiek opengesteld. Ook wordt op die dag de gemeentelijke plantsoenendienst opgericht.
Het koetshuis, gelegen nabij de ingang aan het Berckepad, wordt verhuurd als melkhuis. Hier zijn melk, room, mineraalwater enz. te koop. De villa Merwestein wordt verhuurd als burgemeesterswoning. Na als woonhuis voor meerdere burgemeesters te hebben gediend krijgt de villa in 1924 de functie van bejaardenhuis.
In 1943 wordt het park inclusief bebouwing in gebruik genomen door de Duitse Wehrmacht. Er worden vijf grote bunkers gebouwd. Paden, bruggen en beplanting ondervinden grote schade door het gebruik als militair kampement. Op 24 oktober 1944 bombarderen de geallieerden het park. De villa wordt vernietigd en de bunkers en barakken raken zwaar beschadigd. Veel bomen zijn omgezaagd om te dienen als brandhout.
Het herstel, onder meer de verwijdering van de barakken en bunkers, die door de bezetter zijn neergezet, vergt twee jaar. De funderingen van de bunkers blijven in de grond achter. Lichte terreinverhogingen laten dit bij de huidige speelplaats nog zien. De bomkraters zijn opgevuld met puin.
In 1947 is de herinrichting van Park Merwestein afgerond en is het park weer toegankelijk voor publiek. Het melkhuis is niet te herstellen en wordt tenslotte in 1948 afgebroken. Alleen de oorspronkelijke tuinmanswoning gelegen bij de ingang aan de Groenedijk, resteert nog.
In 1952 wordt er een monument ter herinnering aan de bezetting en de bevrijding onthuld op de plaats van de bij het bombardement verwoeste villa. Het is gemaakt door de Dordtse beeldhouwer Hans Petri.
In 1985, bij het 100-jarig bestaan van het park, wordt de heidetuin aangelegd.
Complexbeschrijving
Het park ligt tussen de Van Hoogstratensingel, de tuinen van de bebouwing aan de Hallincqlaan, de Groenedijk en tuinen aan de Vrieseweg. Rond het park is water, de begrenzing ligt in het midden van het water.
Het complex omvat vier toegangen, waarvan drie met gemetselde steunberen en ijzeren hekwerken, een tuin met in de aanleg duidelijk invloeden van de landschapsstijl: gazons, opgaand groen en prominente waterpartijen, slingerende paden bedekt met grindzand, een bosdeel, een heidetuin en een vaste plantentuin, een hertenkamp met een natuurlijke kraamkamer en voeder- en schuilgebouwtjes, een speelplek, diverse bruggen, een vroegere tuinmanswoning, een onderhoudsgebouw en diverse kleine elementen zoals een vogelvolière, herdenkingsmonumenten/kunstwerken en een drinkfontein. Het water rond en in het park is onderling verbonden, deels ondergronds.
Onderdeel van het park is het zogenaamde Bos van Staring, vroeger maakte dit onderdeel uit van de tuin van de villa Soekasari aan de Singel. Vanaf de Singel gezien is dit het linker deel van het park, gescheiden van de rest door een waterloop.
Het park is te betreden via de Van Hoogstratensingel, naast nummer 78; het Berckepad; de Vrieseweg, tegenover het Oranjepark en de Groenedijk, bij de vroegere tuinmanswoning.
Complexwaardering
Complex van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de grote cultuurhistorische waarde:
- Als verwijzing naar de hier vroeger gelegen buitenplaats;
- Door de historische ontwikkeling van buitenplaats tot stadspark;
- Typologisch als stadspark;
- Historisch maatschappelijk door de totstandkoming op initiatief van de burgerij;
- Door de esthetische en ensemblewaarde van de vormende onderdelen: toegangspoorten met bruggen, de vroegere tuinmanswoning, het hertenkamp, de fonteinen, de bruggen, de volière, het drinkfonteintje en de herdenkingsmonumenten en kunstwerken van Eduard Cuypers en Hans Petri.
Het park is landschappelijk van belang vanwege de betekenis voor en uitstraling naar het omringende gebied, de aanleg in landschapsstijl met waterbegrenzing, paden, gazons, opgaand, groen, grote solitaire bomen en waterpartijen.
Het park is stedenbouwkundig van belang door de geïntegreerde positie in de inmiddels volledig bebouwde negentiende-eeuwse schil. Enige kleine, rechte waterlopen langs de grenzen van het gebied zijn relicten van vroegere perceelscheidingen.
Het park is van belang vanwege de unieke waarde als enige goed herkenbare verwijzing naar een vroeger landgoed in de negentiende-eeuwse schil van Dordrecht, maar ook als eerste stadspark.
Alhoewel er in de loop der eeuwen veel wijzigingen hebben plaatsgevonden aan het park heeft het park aan cultuurhistorisch belang weinig ingeboet.
N.B. De individuele bomen en struiken vallen niet onder de bescherming. De beschermingswaardige bomen zijn reeds beschermd door plaatsing op de gemeentelijke bomenlijst en een kapvergunningsstelsel.
De niet nader omschreven onderdelen zijn wel beschermd als onderdeel van het park, maar niet als apart onderdeel. Dit betreft Berckepad 9, het hertenkamp, de entree aan de Groenedijk, de niet beschreven bruggen en het kunstwerk van Jan Asjes van Dijk. Overigens vallen kunstwerken onder het Auteursrecht kunstwerken. Dit houdt in dat de kunstenaar, via het CBK, dient te worden ingeschakeld bij voorgenomen verwijdering en/of ingrijpende wijzigingen van het kunstwerk of de plek waar het werk zich bevindt.
Onderdeel parkaanleg
- Ontwerpjaar: 1885
- Tuinstijl: Landschappelijke aanleg
- Tuinarchitect: C. Kwast
Parktuin, begrensd door water, dat onderling verbonden is met waterpartijen in het park. Landschappelijke aanleg. Een deel van de aanleg dateert uit de buitenplaatsperiode.
Het park ligt tussen de Van Hoogstratensingel, de tuinen van de bebouwing aan de Hallincqlaan, de Groenedijk en tuinen aan de Vrieseweg. Rond het park is water, de eigendomsgrens ligt aan de zijden met particuliere woningen in het midden van het water.
De tuin is toegankelijk via ingangen aan het Berckepad, de Samuel van Hoogstratensingel, de Groenedijk en de Vrieseweg.
De tuininrichting toont duidelijke invloeden van de landschapsstijl: slingerende paden bedekt met grindzand, geflankeerd door gazons, opgaand groen, grote oude bomen en prominente waterpartijen.
Van groot belang voor het beeld van het park zijn de merendeels solitaire grote bomen, waarvan er een Kaukasische Vleugelnoot (Pterocarya fraxinifolia), die voorkomt op de lijst monumentale bomen van de Bomenstichting. De Vleugelnoot, die ongeveer in het midden van het park is gesitueerd moet tussen 1800-1810 zijn geplant, heeft een omtrek van 510 cm en een hoogte van ongeveer 23 meter. De oudste boom (ongeveer 300 jaar) betreft een schijnacacia (Robinia pseudoacacia).
Achter de entree aan het Berckepad ligt rechts een gemetseld gebouw in 1 laag onder een zadeldak.
Dit dient als opslag voor tuinmateriaal, schuilplaats bij regen voor het tuinpersoneel en schaftplek. Links na de entree ligt de heidetuin, gemaakt ter ere van het honderdjarig bestaan van het park. Verder links het pad volgend, ligt achter de heidetuin het hertenkamp. Het hertenkamp is omringd door een ca. 1.50 hoog stalen hekwerk met horizontale stangen. Het hekwerk is niet oorspronkelijk, maar heeft ongeveer dezelfde vormgeving. In het hertenkamp staat een ensemble van drie houten hutjes met rieten dakbedekking (1983), die dienen als voederplaats en schuilplek voor de herten. De roedel bestaat gemiddeld uit 15 damherten. In ongeveer het midden van het hertenkamp staat een bomengroep waartussen de herten zich terugtrekken als ze moeten bevallen: de zogenaamde kraamkamer.
Aan de noordkant van het hertenkamp ligt een eilandje, toegankelijk met een brug.
Na de entree aan de Van Hoogstratensingel, kan links via een bruggetje over het water het zogenaamde Bos van Staring worden betreden. Ooit maakte dit onderdeel uit van de villatuin van de Van Hoogstratensingel 78. Dit gebied ligt tegen de achterkant van de percelen aan de Hallincqlaan. Het bos heeft een natuurlijk karakter. Ook komt hier de grote Grote Brandnetel voor, een van de meest waardevolle waardplanten waarop veel vlinders hun eitjes leggen. In het Bos van Staring staan ook veel imposante bomen zoals de tamme kastanje, schijnacacia en een aantal grote essen en beuken.
Ook is in het Bos nog de restant van een vroegere folly aanwezig: een vuurspuwende vulkaan.
Vanuit de entree aan de Van Hoogstratensingel doorlopend ligt rechts tussen oude boombeplanting een vaste plantentuin met schaduwplanten. Tot de bomengroep behoren onder andere een grote blauwe den en een Sequoia. Links van de vaste plantentuin staat het monument Wichers langs het pad.
Rechts na de entree vanuit de Groenedijk ligt de vroegere tuinmanswoning. Verder rechts ligt achter de tuinmanswoning de kinderspeelplek. Deze ligt vrij hoog omdat deze op oude bunkers uit WOII is gemaakt. De speelplek is al regelmatig heringericht. Vanaf de speelplek is met een tweede brug het Bos van Staring aan deze zijde ontsloten.
Langs het pad vanaf de Groenedijk staat rechts, schuin voor de vroegere tuinmanswoning een niet meer werkend drinkfonteintje.
Het pad naar links volgend wordt de volière bereikt. Hier rechts gaand is de brug naar het hertenkamp, met waarschijnlijk de meest historische brugleuningen.
Achter de entree aan de Vrieseweg ligt links een groot bloemperk met eenjarigen. In de grote vijver rechts hiervan is een fontein aangebracht.
Door het pad rechts te volgen wordt een ronde bak, met een pad er omheen bereikt. De cirkel is gevuld met kleine rozenstruiken en in het midden staat een bronzen bloemengroep van kunstenaar Jan van Asjes van Dijk.
Op deze locatie stond een grote fontein die tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een van de gezichtsbepalende elementen in het park was. De fontein stond midden in een ronde vijver met goudvissen en waterlelies. Door het bombardement in 1944 is de fontein onherstelbaar beschadigd. Bij de renovatie na de oorlog is de vijverbodem hersteld en zijn daarin in de loop der jaren diverse eenvoudige spuiters geplaatst. Ook de 'bloemenfontein' van Asjes van Dijk heeft nog in de fontein bak gestaan, naast de sproeier. Erachter staat op een soort verhoogd gazon het oorlogsmonument van de kunstenaar Hans Petri.
Al het water rond en in het park is onderling verbonden, deels ondergronds. Vanuit het water langs het Bos van Staring is zelfs een ondergrondse verbinding naar de Spuihaven.
Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege cultuurhistorische, landschappelijke en stedenbouwkundige waarden.
Cultuurhistorische waarde als restant van de tuin van de vroegere buitenplaats Merwestein.
Landschappelijk vanwege de tuinstijl met slingerende paden, gazons, waterpartijen en grote oude bomen.
Stedenbouwkundig vanwege de prominente ligging midden in verstedelijkt gebied met toegangen vanuit verschillende belangrijke wegen.
Onderdeel toegangspartijen Berckepad; Samuel van Hoogstratensingel; Vrieseweg
- Bouwjaar: kolommen 1885? hekwerken 1946?
- Architect: Gemeentewerken?
De drie monumentale toegangspartijen met gemetselde kolommen met een afsluitbaar smeedijzeren hekwerk ertussen en bij twee entrees toegangsbruggen.
De entrees bestaan uit gemetselde kolommen bekroond met een gedecoreerde betonnen afdeksteen. Zowel de gemetselde kolommen als de betonnen afdekstenen hebben op de hoeken een rechthoekige uitsparing over de gehele hoogte. Op de linker kolom staat MERWE en op de rechter STEIN in metalen letters. Bij het Berckepad zijn de kolommen bekroond met een betonnen bol, bij de andere entrees met een ijzeren decoratie. In de kolommen zijn smeedijzeren hekken afgehangen. Bij de entrees aan de Singel en de Vrieseweg zijn de hekwerken hetzelfde. De entree bij het Berckepad heeft een eenvoudiger hekwerk.
Bij de Singel heeft de linker kolom aansluitend een gemetselde muur, eerste hoog, daarna laag, afgedekt met een betonnen band, gelijk aan het materiaal van de afdeksteen. Het muurwerk is gedeeltelijk vervangen door een tourniquet. Na sluitingstijd kan men het park niet meer in, maar nog wel uit. Achter de entrees Van Hoogstratensingel en Vrieseweg zijn hekwerken zodat het park niet kan worden in gefietst.
Bij het Berckepad hebben de kolommen aansluitend eenvoudige ijzeren hekwerken.
Bij de Vrieseweg is er een betonnen heulbrug met gemetselde brugleuningen afgedekt met een band, in hetzelfde materialen als de afdekstenen. Aan de buitenzijde van de kolommen zijn decoratieve ijzeren hekwerken.
Objecten van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege hun cultuurhistorische en architectonische waarde. Deze originele entreepartijen zijn nog vrijwel gaaf en vormgegeven in een sobere, maar decoratieve baksteenstijl.
Onderdeel Groenedijk 51, de vroegere tuinmanswoning
- (beschermd als gemeentelijk monument sinds 1990)
- Bouwjaar 1852
- Architect: ?
- Architectuurstijl: Eclecticisme, voornamelijk beïnvloed door het neoclassicisme
Tuinmanswoning gelegen in het park Merwestein, als enig overgebleven bebouwing van de vroegere buitenplaats Merwestein. Gelegen in het park, nabij de ingang aan de Groenedijk. Vrijstaand, in blokverdeling gepleisterd woonhuis, opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond. Een bouwlaag en een kapverdieping onder zadeldak. Ver overstekende geprofileerde dakrand. In het grasperk voor het huis fraai gietijzeren fonteintje.
Hardstenen plint rondom. Voorgevel: houten paneeldeur en drie vensteropeningen, een klein venster en twee rechtgesloten vensters met roedeverdeling. Achtergevel met drie van elkaar verschillende vensters. Zijgevel rechts met in het pleisterwerk sokkel met blokverdeling en kordonlijsten. Omgezette hoekpilasters en middenpilaster met spiegels en kapitelen. Getoogde vensters met Empireramen en gestuukte profiellijst. Ver overstekende geprofileerde en geornamenteerde dakrand.
In linkerzijgevel op de begane grond glasdeur met bovenlicht en houten deur met in raam roedeverdeling. Op de verdieping venster met roedeverdeling. Gevelbeëindiging als bij de zijgevel rechts.
In voorschild dak dakkapel. In achterschild daklicht.
Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de architectonische, stedenbouwkundige en geschiedkundige waarde. Fraai in park gesitueerd huis in eclectische stijl, beïnvloed door het neoclassicisme. Enig overgebleven herinnering aan de karakteristieke bebouwing van buitenplaats Merwestein.
Onderdeel Herdenkingsmonument Wichers
- (beschermd als gemeentelijk monument sinds 1990)
- Bouwjaar: 1921
- Architect: E. Cuypers
Monument opgericht ter nagedachtenis aan de oud-burgemeester van Dordrecht H.J. Wichers. Geplaatst in het park zelf, nabij de ingang aan de Van Hoogstratensingel.
Bijna drie meter hoge, vierkante zuil van Muschelkalksteen, opgebouwd uit een basement, een schacht bestaand uit vier blokken en een vaasachtige bekroning. Aan de voorzijde in het tweede blok van onder in koperen letters de tekst: TER NAGEDACHTENIS HILLEBRAND JACOB WICHERS BURGEMEESTER VAN DORDRECHT 1 JULI 1906 - 15 JAN. 1920 DOOR DE BURGERIJ.
Hierboven een koperen plaat met een door de Dordtenaar Willem Steiner geboetseerd reliëfportret. Op de zijkanten van dit blok schelpvormige bakjes met een koperen pijpje erboven. Aan de achterzijde een reliëf met de afbeelding van een sikkel en drie korenaren, symboliserend de tijdelijkheid van het leven. Hieronder in koperen letters: LOPPERSUM 3 APRIL 1859 - 15 JAN. 1920 DORDRECHT.
In het opschrift ontbreken hier en daar enkele cijfers en tekens. Beëindiging zuil door middel van een rondboogfries, overgaand in voetstuk en achtkantige vaas. Aan vier zijden van de vaas wapenschildjes: twee maal schildje met leeuw, het wapen van Nederland en de provincie Zuid-Holland, een schild met drie bloemen, het wapen van de familie Wichers en een schild met een verticale band, het wapen van de gemeente Dordrecht.
Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de geschiedkundige waarde. Het herdenkingsmonument is één van de bijzondere objecten uit het oeuvre van de architect E. Cuypers.
Onderdeel Oorlogs- en bevrijdingsmonument Tweede Wereldoorlog
- Naam: De levensboom
- Bouwjaar: 1952
- Kunstenaar: Hans Petri
De Dordtse beeldhouwer Hans Petri ontwerpt dit herdenkingsmonument in opdracht van het gemeentebestuur. Het wordt geplaatst op de plek van de in de Tweede Wereldoorlog door een bombardement verwoeste villa, op een vrij gazon. Inmiddels zijn op het gazon twee bomen bijgeplaatst. Op 10 september 1952 wordt het onthuld.
Het omhoog rijzende monument heeft de vorm van een naar boven enigszins uitlopende zuil en heeft de afmetingen 1.80 x 1.80 x 7.00 meter. Het is gemaakt van een Vourion, een Franse kalksteen. In de zuil zijn op gestileerde wijze figuren gebeeldhouwd.
De voorstelling wordt in 1952 op duidelijke wijze beschreven door de bekende Dordtse architect B. Van Bilderbeek, voorzitter van de technische commissie van het comité, die de totstandkoming begeleidde.
"Het is niet de traditionele beeldgroep, los of vrijstaande op een voetstuk, doch het groeit op, direct uit de aarde als een levensboom, daarmee verbonden door een basement van vier figuren, die de ellende van de oorlog en de hunkering en de worsteling naar de bevrijding en het leven verzinnebeelden. Dit is op een realistische wijze weergegeven met als hoofdfiguur de dode, symbool en herinnering aan de duizenden, die vielen. Uit deze aangrijpende verbeelding, die een krachtige en permanente waarschuwing is voor volgende generaties, groeit de levensboom krachtig op: een zware stam, getooid met takken, bladeren en bloemen, waartussen als tegenstelling met de ellende aan de voet van het monument, een vrouwenfiguur, een mannen- en vrouwenkop de overgang vormen naar het blijde, jonge leven, verzinnebeeld door een spelend kind, een harlekijn, een hond, die als het ware in spiraalgang worden gevolgd door een minnekozend paartje, symbool van de eeuwige levensdrang. Een vogel zoekt de vrijheid en als de bekroning is er de engelengroep, die het geluk van de herkregen vrijheid en de triomf van de vrede over de wereld uitbazuint. Petri heeft de harde natuursteen kunstig en knap zelf gehouwen en er bijna een jaar aan gewerkt, slechts voor het grove werk geholpen door een assistent."
Johannes Philip Laurens (Hans) Petri (Weerselo, 1 december 1919 - Dordrecht, 13 februari 1996) is een Nederlands beeldhouwer en omgevingskunstenaar.
Petri volgde een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Hij maakte aanvankelijk figuratieve beelden evenals schilderijen en ontwikkelde zich tot een van de eerste Nederlandse omgevingsontwerpers.
Werken
- 1952 Oorlogs en bevrijdingsmonument in Park Merwestein, Dordrecht
- 1959 Indië-monument Het verre Oosten 1941-1945 , Boulevard 1945 in Enschede
- 1960 Spuisluismonument - herinneringsmonument watersnoodramp 1953, Havendijk in Schiedam
- 1969 Zonder titel, waterpartij met betonnen keien bij de Erasmus Universiteit Rotterdam.
- omgeving met waterspuiters bij het Refaja-ziekenhuis in Dordrecht
Hij kreeg landelijke bekendheid met zijn monument voor Koningin Wilhelmina, dat als het keienlint bekend werd. Tussen 1970-1975 maakte hij het ontwerp in samenwerking met architect Frans van Dillen. Het ontwerp van dit 'lopend monument' werd in 1975 door de regering goedgekeurd, maar werd na inspraakprocedures niet uitgevoerd.
Werk van Hans Petri bevindt zich onder andere in de collectie van het Dordrechts Museum in Dordrecht.
Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de kunstzinnige en geschiedkundige waarde. Het object is fraai vormgegeven en gedetailleerd, van belang in het oeuvre van de kunstenaar en van belang als herdenkingsmonument. Ook de locatiekeuze is van belang, omdat hier de vroegere villa van het landgoed heeft gestaan.
Onderdeel drinkfontein
- Bouwjaar: 1885?
- Vormgever: ?
Het gietijzeren drinkfontein bevindt zich aan het pad voor de vroegere tuinmanswoning. Het kraantje is niet meer in werking. Het bestaat uit een gietijzeren? zuiltje met aan de bovenzijde een soort gedecoreerde samowar met eronder, rondom, een lekbakje.
Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de vormgeving en vanwege de ensemblewaarde als vast onderdeel van parkmeubilair.
Onderdeel vogelkooi
- Bouwjaar: 1960?
- Vormgever: ?
De volière bevindt zich op de kruising van paden aan de Groenedijkzijde, bij de afslag naar het hertenkamp.
De volière bestaat uit een vijfhoekige staalconstructie met glas erin, op een rond in baksteen gemetseld basement, beëindigd door een overstekend vijfhoekig dak met een zeer flauwe helling en bitumen dakbedekking. Van oudsher is de kooi bevolkt met uitheemse vogelsoorten. 's Winters verblijven ze binnen, op een plek buiten het park.
Bij de laatste opknapbeurt is ter bescherming van het glas, ervoor vrij dik en kleinmazig gaas gezet. Hierdoor zijn de vogels niet goed zichtbaar.
Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de ensemblewaarde als vast onderdeel van het parkmeubilair.
Onderdeel brug
- Bouwjaar: 1946?
- Vormgever: ?
De brug is gelegen over het water tussen het hertenkamp in het noorden en de zuidzijde van het park aan de Groenedijk. Het materiaalgebruik en de vormgeving van de brugleuning duiden erop dat dit de oudst overgebleven brugleuningen in het park zijn. De leuningen zijn verfijnd gedecoreerd.
Bijna alle bruggen in het park hebben verschillende brug leuningen. De vormgeving varieert van sober tot nog soberder en het materiaalgebruik varieert van kunststof tot staal.
Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de architectonische en ensemblewaarde. De brugleuningen zijn fraai vormgegeven in vierhoekig welijzer en als onderdeel van de brug van belang als vast onderdeel van het parkmeubilair.
Publicaties
- Pieter Breman, Van Landgoed tot Gemeengoed: de geschiedenis van park Merwestein, 1985.
- Erica van Dooremalen, Bunkers in park Merwesteijn, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.43 2012.
- Jan Koonings, De siervulkaan in het Park Merwesteyn, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 1994.
- Feike Waalboer en Nico Einholz, Park Merwestein, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.77 2021.
- C. Weltevrede, Geschiedenis van het bombardement op Park Merwestein, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2004.
- C. Weltevrede en M.J. Schreuder, Het Hoofdkwartier van de 719de ID in het Park Merwestein, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 2005.
Bijlage
-
9121955.pdf (opent in een nieuw venster)
Externe links
-
Vrieseweg 60
- Datering: 1927
- Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
- Bouwstijl: Amsterdamse school
- Postcode: 3311NX
Algemene beschrijving
Hoekpand met bedrijfsruimte met bovenwoning.
Ligging
Het hoekpand is gelegen in de 19e eeuwse schil en is onderdeel van nagenoeg gesloten straatwanden in de Vrieseweg en het Kasperspad.
Hoofdvorm
Rechthoekig grondplan in twee, deels drie bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Met behoud van oudere structuurelementen als de Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg werd het gebied snel bebouwd. Secundaire structurele elementen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
Op 29 juli 1927 wordt vergunning aangevraagd voor het afbreken van drie panden in het Kasperspad op de hoek met de Vrieseweg. In augustus van hetzelfde jaar wordt een bouwvergunning verleend voor het bouwen van een pakhuis met kantoor en bovenwoning, naar een plan van Aannemingsmaatschappij Groeneveld.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel (zijde Vrieseweg)
De gevel bestaat uit een linker deel in drie bouwlagen met een plat dak, met aansluitend een iets lager bouwdeel beëindigd met een uitkragende bakgoot en rechts een topgevel in vier bouwlagen. De gevel is boven een plint, afgesloten met een rollaag, opgetrokken in gemêleerd geel- en roodbruine baksteen in noors verband met een iets terugliggende voeg.
Op de begane grond is de linker hoek afgerond. Rechts daarvan bevindt zich een smalle vensteropening met schuin uitlopende dagkanten, met boven een lekdorpel van keramische tegels een kozijn op een segmentboogvormig grondplan met een ongedeeld raam. Aansluitend rechts hiervan bevindt zich een smalle strook van zeven vensteropeningen met schuin uitlopende dagkanten, die zijn dichtgezet met plaatmateriaal. Onder de raamstrook bevindt zich een houten luifel, waar onder links een rechte gevelopening met een moderne pui en rechts de entree tot de bovenwoning in een nis met een schuin naar buiten uitlopende dagkant. In het deurkozijn bevindt zich een deur met een opgelegd paneel en verticale lijst en aan de rechter zijde drie gestapelde ongedeelde ruiten. Rechts van de deuropening bevindt zich direct onder de luifel een gekoppeld kozijn met in de dagkant een vierruits raam en in de gevel een tweeruits raam.
Op de verdieping kraagt de gevel aan de linker zijde op een betonnen plaat uit met een halfronde erker in twee bouwlagen. In de erker is op de eerste verdieping een strook van vijf gekoppelde kozijnen met een ongedeeld onder- en bovenramen opgenomen. In het middendeel van de gevel bevindt zich een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een drielicht met een ongedeeld onder en een uitkragend ongedeeld bovenraam.
In de erker is op de tweede verdieping een strook van vijf gekoppelde kozijnen met een ongedeeld raam opgenomen. De erker wordt beëindigd met een halfrond uitgebouwde geveldeel in overgang naar de bakgoot.
In het middendeel van de gevel bevindt zich direct onder het gootoverstek een tweelicht met een ongedeelde ramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.
In de geveltop bevindt zich een spleetvensteropening met een ongedeeld raam. De geveltop is voorzien van een gecementeerde dekplaat. Aan de rechter zijde is de hoek van de gevel als schoorsteen hoger opgetrokken.
Voorgevel (zijde Kasperspad)
De gevel bestaat uit een linker deel in twee - en een rechter deel in drie bouwlagen, beide beëindigd met een uitkragende bakgoot. De gevel is boven een plint, afgesloten met een rollaag, opgetrokken in gemêleerd geel- en roodbruine baksteen in Noors verband met een iets terugliggende voeg.
Op de begane grond bevindt zich onder een betonnen latei met luifel een pui met een breed linker gedeelte, waarin een moderne invulling met een kanteldeur en drie ongedeelde bovenlichten. In het rechter deel bevindt zich een (gemoderniseerde) vlakke deur en een bovenlicht met verdeling met vier liggende regels en een asymmetrisch geplaatste staander, met in elk veld een ongedeelde ruit. Aansluitend rechts hiervan bevindt zich een smalle strook van zeven vensteropeningen met schuin uitlopende dagkanten onder een uitgemetselde rollaag, met op de lekdorpel van keramische tegels een kozijn met een ongedeeld raam. De raamstrook wordt afgesloten met een smalle vensteropening met schuin uitlopende dagkanten, met boven een lekdorpel van keramische tegels een kozijn op een segmentboogvormig grondplan met een ongedeeld raam. De rechter hoek is afgerond.
Op de verdieping bevindt zich aan de rechter zijde een gevelopening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en een tweeruits raam met een horizontale roede bovenin. Boven de deur bevindt zich een ijzeren hijsbalk. Aansluitend rechts hiervan bevindt zich een smalle strook van zeven vensteropeningen met schuin uitlopende dagkanten onder een uitgemetselde rollaag, met op de lekdorpel van keramische tegels een kozijn met een ongedeeld raam.
Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een kozijn met een ongedeeld onder en bovenraam.In het hoge geveldeel bevindt zich direct onder de goot een drielicht met ongedeelde ramen.
De gevel wordt over twee bouwlagen aan de rechter zijde afgesloten door de erker zie bij de voorgevel aan de zijde van de Vrieseweg is beschreven.
Achtergevel
(er is geen mogelijkheid tot opname geboden)
Linker zijgevel
De blind uitgevoerde gevel is opgetrokken in gemêleerd geel- en roodbruine baksteen in noors verband met een iets terugliggende voeg.
Kap
De dakvlakken van het zadeldak op L-vormige plattegrond op het bouwdeel aan de zijde van de Vrieseweg en het asymmetrische halve schilddak op het bouwdeel aan het Kasperspad zijn gedekt met gesmoorde verbeterd Hollandse pannen.
In het dakvlak van het hoge dak staat aan de zijde van het Kasperspad een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
(aangezien er geen mogelijkheid tot opname is geboden, is de beschrijving gebaseerd op archiefgegevens)
Begane grond
Achter de entree aan de Vrieseweg ligt een vestibule met de trap naar de verdieping. Links daarvan lagen oorspronkelijk twee kantoorruimten, maar de begane grond is gewijzigd van indeling.
Op de binnenplaats waren twee toiletten gesitueerd naast een buitentrap naar de verdieping van het pakhuis aan het Kasperspad.
Eerste verdieping
De trap vanuit de vestibule sluit met een bovenkwart aan op een overloop tegen de achtergevel. Vanuit de overloop leidt een trap naar de zolderverdieping. Aan de voorzijde bevinden zich twee kamers (en suite) van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. In het verlengde van de overloop ligt de keuken.
De verdieping van het pakhuis is niet ingedeeld.
Tweede verdieping
De trap vanuit de overloop sluit met een bovenkwart aan op een klein portaal tegen de achtergevel. Aan de voor- en rechter zijde bevinden zich slaapkamers met er tussen een badkamer. Aan de zijde van het Kasperspad ligt een derde slaapkamer.
Zolder
De zolders zijn niet ingedeeld.
Beschrijving tuin
Onbekend.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil naast woningbouw ook bedrijfsgebouwen gecombineerd met één of meerdere woningen werden gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is (extern) nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Door de situering op een hoek heeft het object hoge stedenbouwkundige waarde.
Unieke waarde
Het complex bezit in architectonisch opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde en in functioneel opzicht een zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9122063.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 64-66
- Naam: Kruiskerk
- Datering: 1886
- Oorspronkelijke functie: Kerkgebouw
- Bouwstijl: Rationalisme
- Architect: Schmidt & Gerritse
- Postcode: 3311NX
Algemene beschrijving
Kerkgebouw "Kruiskerk".
Ligging
Het gebouw is gelegen in de negentiende-eeuwse schil en is onderdeel van een nagenoeg gesloten straatwand.
Hoofdvorm
Het kerkgebouw heeft een vrijwel rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap met een aangebouwde woning in twee bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Met behoud van oudere structuurelementen als de Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg werd het gebied snel bebouwd. Secundaire structurele elementen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
De huidige kerk is het resultaat van een grondige verbouwing in 1935 van een vroegere kerk uit 1886 naar het ontwerp van architect A. Schmidt. Deze kerk was gebouwd op de plaats van een oud theehuis, genaamd "Pas Buiten". De kerk is gebouwd in opdracht van de Vrije Evangelische Gemeente Dordrecht.
In 1935-1936 werd het gebouw grondig veranderd en is het interieur gewijzigd naar het ontwerp van architect Gerrit Gerritse.
De Dordtse architect Gerrit Gerritse (1899-1972) genoot zijn opleiding op de Ambachtsschool en de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. Eind twintiger jaren was hij architect bij de dienst Gemeentewerken van de gemeente Dordrecht. Hij startte in 1931 een eigen bureau, dat vooral woningbouw, kerken en gebouwen voor de gezondheidszorg realiseerde in Dordrecht.
In 1958 kwam zijn zoon Gerard (1931) erbij, waarna Gerritse sr. in 1965 met pensioen ging. In 1974 fuseerde het bureau met het Rotterdamse bureau Eijkelenboom en Middelhoek tot Eijkelenboom Gerritse & Middelhoek architecten, dat sedert 1980 EGM Architecten heet.
In 1965 wordt de woning intern veranderd.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De voorgevel telt twee bouwlagen met links van het midden een hoger opgetrokken brede topgevel. Het muurwerk is opgetrokken in licht roodbruine sterk generfde baksteen in Noors verband met diep terugliggend voegwerk. Natuursteen is toegepast in de stoepen, rond de hoofdingang, de gootlijst en de dekplaten van de topgevel en als hoekblokken bij de vensteropeningen.
Op de begane grond zich een met een zesvoudige koppenrollaag gesloten grote gevelopening met rondboog, waar achter een portaal. Een stoep van twee granieten treden leidt tot de terugliggende deuropening met segmentboog, met in het kozijn op granieten neuten en dorpel, dubbele deur bekleed met verticaal verwerkte delen, waarin een smal raam is opgenomen.
Aan weerszijden hiervan bevindt zich een met een dubbele koppenrollaag gesloten gevelopening met rondboog, waar achter een klein portaal. Een stoep van twee granieten treden leidt tot de terugliggende deuropening met in het kozijn op granieten neuten en dorpel, een deur bekleed met verticaal verwerkte delen, waarin een smal raam is opgenomen.
Rechts bevindt zich in het portaal aan de rechterzijde een identieke deur, die toegang geeft tot de woning.
Tussen de gevelopeningen bevindt zich een smalle vensteropening, die terugliggend is dichtgezet. Aan de rechter zijde bevinden zich drie door een steens penant gescheiden vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam.
Aan de linker zijde op de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling.Boven de entree bevindt zich een grote ronde vensteropening met een glas-in-loodvulling.
Aan de rechter zijde bevinden zich twee door een steens penant gescheiden vensteropeningen met in het kozijn een gemoderniseerd ongedeeld raam. Geheel rechts bevinden zich twee door een steens penant gescheiden vensteropeningen met in het kozijn een gemoderniseerd ongedeeld onder- en bovenraam.
Op de gevel een metalen kruis boven de entree en ter weerszijden teksten: God is liefde en Het is volbracht.
Achtergevel
Het muurwerk is opgetrokken in licht roodbruine sterk generfde baksteen in noors verband met platvol voegwerk.
De gevel telt twee gedeelten; links de woning in twee bouwlagen en rechts de kerkzaal twee hogere bouwlagen met in het midden een brede topgevel. De gevel van het woonhuis is op de eerste verdieping geheel geopend en voorzien van een uitbouw met een pui met deuren.
Aan de linker zijde staat tegen de éénlaags uitbouw tegen de gevel van het woonhuis een iets lagere uitbouw in één bouwlaag en tegen de kerkzaal een lage tweelaags uitbouw met kap. In de gevel bevindt zich aan de linker zijde een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met een gemoderniseerde pui met een deur met een glaspaneel en aan weerszijden een vast deel met een smal ongedeeld raam en een drieruits bovenlicht. Rechts hiervan bevinden zich twee vensteropeningen met ongedeelde onder- en bovenramen. Geheel rechts bevindt zich een deuropening met een gemoderniseerde deur met een glaspaneel. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een gemoderniseerd venster met een ongedeeld onder- en bovenraam.
Rechter zijgevel kerkzaal
Het muurwerk is opgetrokken in licht roodbruine sterk generfde baksteen in Noors verband met platvol voegwerk.
De gevel in twee bouwlagen is op de begane grond afgedekt door de éénlaags aanbouw achter het woonhuis. In het linker deel van de gevel, in aansluiting op de achtergevel van het woonhuis, bevinden zich twee vensteropeningen met een drieruits raam met een glas-in-loodvulling. Het rechter deel van de gevel is vooruitgeschoven. In deze gevel bevinden zich drie vensteropeningen met een drieruits raam met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden van de vensteropeningen is de gevel voorzien van een uitgemetselde steunbeer.
Kap
De dakvlakken van het asymmetrische zadeldak evenwijdig aan de straat en het zadeldak loodrecht daarop boven de kerkzaal en het halve schilddak aan de koorzijde zijn gedekt met gesmoorde romaanse pannen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Begane grond
Achter de hoofdentree van de kerk ligt een portaal met aansluitend aan weerszijden achter de zijingangen een gang met een trap naar de verdieping. Het portaal en de gangen zijn voorzien van een tegelvloer van gele plavuizen. In het portaal is in de wand boven de toegang tot de kerkzaal de gevelsteen van de oudere kerk opgenomen.
Achter het portaal en geklemd tussen de gangen ligt de kerkzaal, die zich achter de gangen verbreedt en aan de achterzijde wordt gesloten met een kleine uitstekende koorruimte, waardoor de kerkzaal een kruisvormige plattegrond heeft. In de kerkzaal zijn de zes in hout uitgevoerde spitsboogvormige schenkelspanten boven de begane grond markant in de ruimte. Tussen de spanten is het dak aan de binnenzijde afgewerkt met houten delen.
Op het niveau van de verdieping zijn de balkons afgeschermd met een dichte houten balustrade. In de wand achter het balkon tussen de spanten drieruits ramen opgenomen met een glas-in-loodvulling met een Bijbelse voorstelling. In de kopgevel bevindt zich een groot rond venster eveneens voorzien van een glas-in-loodvulling met een Bijbelse voorstelling.
De ramen zijn ontworpen en vervaardigd door Harry van Lamoen (1900-1949), die aan het Kromhout zijn atelier had, dat hij in 1920 overnam van zijn vader. Van Lamoen is opgeleid aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Hij was actief als glazenier, schilder, tekenaar en graficus. Van Lamoen heeft voor meerdere kerken de glazen vervaardigd. De bekendste daarvan is de Zuiderkerk te Rotterdam.
Het ronde venster is vervaardigd door Van Lamoen, maar ontworpen door Gerrit Gerritse.
De ramen vormen een opeenvolgende serie, te beginnen links van de kansel. Het eerste raam betreft de zondeval met een appelboom met daarin een slang.
Het tweede raam betreft de zondvloed met de ark van Noach op het water en een wolkenlucht erboven.
Het derde raam toont de twee stenen tafelen tegen een achtergrond met donderwolken en bliksemschichten.
Het ronde venster toont Christus als uitnodigende redder, omgeven door aanbiddende gelovigen en engelen. Aan de rechter zijde staat aan de voeten van Christus het Lam Gods en er achter de heuvel Golgotha met de drie kruisen. In het oudste kerkgebouw bevond zich een raam met de titel "de noodigende Heiland". Het eerste raam aan de rechter zijde tonen drie slangen, die Satan symboliseren en dor de kruisdood is overwonnen.
Het tweede raam betreft een profetie uit het Bijbelboek Jesaja, waarin God belooft een nieuwe hemel en aarde te scheppen, waar zonde, dood en lijden geen plaats hebben. Als symbool hiervoor zijn twee elkaar vijandige diersoorten - de vos en het lam - afgebeeld.
Het laatste raam toont het hemelse Jeruzalem.
De kerkzaal is verder sober van opzet met gestuukte wanden.
De achterwand van de kerkzaal is geopend onder een spitsboog. Hier bevindt zich de verhoogde kansel, bekleed met houten plaatwerk. Voor de kansel bevindt zich een verdiept doopvont, dat in 1977 is aangelegd toen de kerk in gebruik werd genomen door de Baptistengemeente.
Achter de kansel staat het orgel opgesteld.
Het oorspronkelijke orgel, dat in 1931 werd gebouwd door de firma Standart uit Schiedam, is door A.W. Behr te Rotterdam in 1981 voorzien van een elektropneumatisch systeem. De speeltafel is toen verplaatst naar beneden in de kerkzaal.
Achter de kerkzaal liggen enige nevenruimten.
Aan de rechter zijde ligt achter de entree van de woning een klein portaal met aansluitend de trap naar de verdieping. Rechts van de trap ligt een zaal met er achter toiletruimten en naar achteren toe rechts van de kerkzaal twee zalen.
Eerste verdieping
De trappen vanuit de gangen op de begane grond sluiten aan op een overloop met aansluitend aan de voorzijde links een vertrek. Vanuit de overloop kunnen in de kerkzaal het balkon tegen de voorgevel en de beide balkons in het verlengde van de overlopen bereikt worden.
In de woning sluit de trap van de begane grond aan op een overloop, met in het verlengde ervan de keuken tegen de achtergevel. De trap naar de zolderverdieping ligt boven de andere trap. Voor de trap ligt tegen de voorgevel het toilet. Aan de linker zijde, in het verlengde van de rechter overloop in de kerk ligt een kleine badkamer en een kamer aan de voorzijde. Aan de rechter zijde bevinden zich een voor- en achterkamer (en suite) van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren.
Zolder
De trap van de eerste verdieping sluit aan op een overloop met in het verlengde een slaapkamer aan de achterzijde. Links bevindt zich een zolder en rechts een slaapkamer aan de achterzijde en een berging aan de voorzijde.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het gebouw is van cultuurhistorische waarde als uiting van de culturele en maatschappelijke ontwikkeling van de negentiende-eeuwse schil als kerkgebouw. Het object is van belang in het oeuvre van de architect.
Architectonische waarde
Het kerkgebouw is van grote architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl. Het object heeft een grote esthetische kwaliteit.
Gaafheid
Het object is intern enigszins en extern nauwelijks gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden vrijwel compleet bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.
Situering
Bijzonder is dat het kerkgebouw onderdeel is van de gesloten straatwand, door zijn bouwmassa neemt het gebouw een markante positie in.
Unieke waarde
De kerk vertegenwoordigt in architectonisch -, bouwkundig -, typologisch - en functioneel opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde.
Publicaties
- Fred van Lieburg, Heilige plaatsen in een Hollandse stad: Duizend jaar religieuze gebouwen op het Eiland van Dordrecht, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2011.
Bijlage
-
9122064.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 78
- Datering: 1900
- Oorspronkelijke functie: Woon-winkelpand
- Bouwstijl: Eclecticisme
- Architect: Reus
- Postcode: 3311NX
Beschrijving
Vrieseweg 78 is een hoekpand, rond 1900 gebouwd, naar ontwerp van de Dordtse architect H.A. Reus. Oorspronkelijk winkel annex woonhuis. Het pand is architectonisch verwant aan het er naast gelegen pand Vrieseweg 80.
Exterieur
Het pand is opgetrokken in rode baksteen in kruisverband en is twee traveeën breed. Het telt drie bouwlagen en een kapverdieping. Aan de linkerkant bevindt zich een hoektoren met een vierde laag.
De hoektoren heeft een gemetselde balustrade met geornamenteerde hoekpinakels van natuursteen. De toren heeft identieke zijden en is voorzien van hoeklisenen vanaf de eerste verdieping, op een natuurstenen aanzet. De lisenen kragen vanaf de derde verdieping verder uit en eindigen in rondbogen. In het terug liggende boogveld van beneden naar boven: getoogd schuifvenster; recht schuifvenster; twee smalle gekoppelde rondboogvensters.
Op het dak van de toren een vlaggenmast en een restant van neonreclame.
Op de begane grond bevindt zich een hoekportaal met portiek en de entree van de winkel. De entreepartij is volledig vernieuwd. Het hoekportaal is voorzien van hoefijzerboogvormige openingen. De boogaanzetten zijn van natuursteen.
De rechtertravee in de voorgevel heeft op de begane grond een getoogd etalageraam met bovenlicht. Op de eerste verdieping bevindt zich een getoogde samengestelde vensterpartij. De tweede verdieping heeft twee schuiframen.De gevel wordt beëindigd door middel van een segmentboogfries met natuurstenen boogaanzetten en een geprofileerd houten boeideel. De rechterhoek wordt beëindigd door een hoekliseen met een natuurstenen aanzet.
In de zijgevel (links) is de entree van de bovenwoning. Rechts hiervan bevindt zich eenzelfde etalageraam als aan de voorzijde. Verder is de gevel ter plaatse van de achtergelegen trap voorzien van diverse in maat verschillende rechte en rondbogige smalle vensters. Links is een uitkragende gemetselde schoorsteen. De gevelbeëindiging is gelijk aan die van de voorgevel.
Aan de achterzijde is op de begane grond een nieuwe aanbouw gerealiseerd met daarop een dakterras. Op de eerste verdieping zijn de vensteropeningen gewijzigd en is een deel van het metselwerk vernieuwd. De gevel is beëindigd met een houten boeideel.
Het dak is gedekt door een schilddak met rode kruispannen. De nok is voorzien van een met lood beklede kam. Op het dak zijn diverse dakkapellen en schoorstenen gebouwd.
Verstoringen exterieur
Naast de verstoringen in de achtergevel zijn de raaminvullingen en kozijnen aan de voorzijde gedeeltelijk gewijzigd. Verder is het metselwerk van het pand gestraald, waardoor het natuurlijke patina verdwenen is.
Interieur
Kelder
De kelder of kruipruimte is volgestort.
Begane grond
Het trappenhuis is redelijk gaaf bewaard, met uitzondering van de eerste aanzet. De traptreden zijn geprofileerd. De stootborden zijn aan de achterzijde voorzien van panelen. Verder is de begane grond volledig uitgebroken. Aan de achterzijde bevindt zich een recente aanbouw.
Eerste verdieping
De wand tussen de achter- en de voorkamer is volledig weggehaald. De muur naar het kabinetje rechtsvoor (in de toren) is doorgebroken. Rechtsachter bevindt zich een ruimte die als keuken dienst doet met de deur naar het dakterras. De plafonds op deze verdieping zijn verlaagd.
Tweede verdieping
Het plafond in de gang heeft een stuclijst. Alle deuren zijn opgedekt. De deuromlijstingen zijn origineel. De kamer rechtsvoor heeft een stucplafond met een middenornament. De kamer rechtsachter heeft een verlaagd plafond. Hier zijn de ramen nog origineel. In het kabinet linksachter bevindt zich een badkamer.
Het stucplafond in het kabinet linksvoor heeft een eierlijst.
Zolderverdieping
Op de zolderverdieping is de beschoten kap met de originele kreupele spanten aanwezig. Er zijn nog enkele originele details te vinden: kraaldelen, traphek, makelaars.
Bouwgeschiedenis
In de loop der jaren hebben diverse verbouwingen plaatsgevonden. Meest ingrijpende wijzigingen zijn van na 1960.
Waardering
Vrieseweg 78 is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, architectuurhistorische en stedenbouwkundige waarde.
- Het herenhuis is cultuurhistorisch van belang als representatieve typologische bouwvorm in de 19de eeuwse stadsuitbreiding.
- Het pand heeft architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van de Dordtse architect H.A. Reus en vanwege de rationalistische bouwstijl met art nouveau invloeden.
- Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als hoekpand en onderdeel van een ensemble met een vrije ligging direct aan de historische verbindingsweg tussen binnenstad en achterland: de Vrieseweg. Vanaf hier verandert de Vrieseweg van karakter. Door de aaneengesloten bebouwing krijgt de Vrieseweg een stedelijker karakter.
Het pand is in de loop van de jaren verschillende malen gewijzigd. Het hoofdvolume blijft echter in het in- en exterieur goed herkenbaar. De hoofdgevels zijn grotendeels ongewijzigd. Van het oorspronkelijke interieur is weinig over.
Bijlage
-
9121588.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 82
- Naam: Singelstaete
- Datering: 1886
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Eclecticisme
- Architect: Reus
- Postcode: 3311NX
Omschrijving
Vrijstaand herenhuis, genaamd Singelstaete, omstreeks 1886 in eclectische stijl gebouwd op de hoek van de Vrieseweg en de Singel. Het pand wordt aan twee zijden omgeven door een tuin, afgesloten met een ijzeren hek op een bakstenen muurtje.
Pand vanuit een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond opgetrokken in baksteen, verlevendigd met gekleurd siermetselwerk en lijstwerk. De hoofdbouwmassa ligt iets terug van de straat en heeft op de hoek Vrieseweg/Singel een vijfzijdige uitspringende bouwmassa over de volle hoogte, inclusief kap. Twee bouwlagen op souterrain onder schilddak met plat. Vijfzijdige bouwmassa met zelfstandig hoger opgaand dak. Daken met natuurleien en diverse dakkapellen. Horizontale geleding door basement (souterrain), banden gekleurd siermetselwerk, lijstwerk en kroonlijst met siermetselwerk fries.
B-venster op de bel-etage rechtgesloten, op de verdieping getoogd. In de vijfzijdige risaliet twee nissen boven elkaar. Entree zijde Vrieseweg met trap en portiek. Trap opgesloten tussen uitzwenkende muurtjes met ijzeren sierhekjes. Gevels aan de tuinzijde zijn hetzelfde behandeld als de gevels aan de straat. Noord- en westgevel met diverse eenvoudige gevelopeningen. Achteringang toegankelijk met rijk geornamenteerd gietijzeren trapje. De vijfzijdige serre is later toegevoegd.
Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege met name de stedenbouwkundige waarde. De architectuur van de villa is eenvoudig en helder van opzet met teruggehouden ornamentiek (met name in het metselwerk). Het pand heeft een beeldbepalende situering. Van bijzonder belang is het feit dat het pand in zijn vorm en architectuur zowel goed aansluit op de stedelijke bebouwing langs de Vrieseweg, als op de villabebouwing langs de Van Hoogstratensingel.
Publicaties
- Angenetha Balm-Kok, De bewoningsgeschiedenis van het herenhuis 'Hoekstein' Vrieseweg 82 te Dordrecht, 2013.
- Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.
Bijlage
-
9121589.pdf (opent in een nieuw venster)
Externe links
-
Vrieseweg 86
- Datering: 1932
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Delftse School
- Architect: Jorissen
- Postcode: 3311NZ
Algemene beschrijving
Linker gedeelte van een twee onder een kap pand samen met nummer 88.
Ligging
Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil en ligt in een deel van de Vrieseweg met vrijstaande villa's en dubbele woonhuizen op royale kavels.
Hoofdvorm
Linker deel van een dubbel woonhuis op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap, aan de achterzijde een rechthoekige uitbouw, onderkelderd en twee bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Met behoud van oudere structuurelementen als de Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg werd het gebied snel bebouwd. Secundaire structurele elementen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
In 1932 wordt vergunning verleend aan de bouwfirma D. Pols en Zn voor het bouwen van dubbel landhuis naar het ontwerp van architect H.C. Jorissen.
H.C. Jorissen was architect en tevens directeur van N.V. "De Klopper" en woonde in 1915 aan de Toulonschelaan 21 te Dordrecht. De Elektrische Fabriek van Houtbewerking "De Klopper" te Dordrecht vervaardigde ondermeer houten huisjes en villa's, priëlen, tuinbanken, bloembakken, kippenhokken en duiventillen, zonnetenten, tuinbanken, zonnewijzers; etc.
In 1935 wordt aan de achterzijde een onderkelderde tweelaags aanbouw opgetrokken naar ontwerp van architect A. van Walraven.
In 1946 worden twee aanvragen gedaan door aannemer W. de Kluiver voor het gedeeltelijk veranderen van het woonhuis, herstel van oorlogsschade en uitbreiding van het pand. De wijzigingen betreffen de begane grond, het maken van een zit-slaapkamer op de zilder, het wegbreken en verder opbouwen van de erker aan de voorzijde, het vernieuwen van de voordeur, het opnieuw pleisteren van het plafond van de benedengang, nieuwe wandtegels in de benedengang, het in de voorkamer begane grond uitbreken van een schoorsteen en het buiten tegen de zijgevel aanbouwen van een nieuw kanaal.In 1968 wordt het bestaande terras aan de achterzijde gewijzigd in een keuken.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel telt twee bouwlagen en wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd.
Aan de linker zijde is de gevel op de begane grond voorzien van een in metselwerk uitgevoerde rechthoekige erkeruitbouw. Aan de voorzijde van de erker bevindt zich een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen. In de zijkanten van de erker bevindt zich een vensteropening met een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam. Rechts van de erker bevindt zich de entree. Iets terugliggend onder een houten luifel bevindt zich de deuropening met in het kozijn een deur met tussen opgelegd lijstwerk twee ruiten, die samen een T-vorm bezitten. Aan weerszijden bevindt zich een smal halfhoog ongedeeld raam. Boven de luifel bevindt zich een drielicht met ongedeelde ramen.
Op de verdieping fungeert de erker als balkon, begrensd door een gemetselde borstwering. In de gevel bevindt zich een pui met in het midden dubbele deuren met een ongedeeld glasraam en een drieruits bovenraam. Aan weerszijden bevindt zich in de pui een ongedeeld halfhoog onderraam en een tweeruits bovenraam met een horizontale roedeverdeling.
Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld onderraam en een vierruits bovenraam.
Linker zijgevel
De gevel bestaat uit de in 1935 tegen de achtergevel opgetrokken aanbouw in anderhalf, deels twee bouwlagen met kap en rechts daarop aansluitende de zijgevel van de oorspronkelijke bouwmassa in twee bouwlagen en wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd.
Aan de linker zijde is voor de gevel een trap naar de kelder aangebracht. Op de begane grond is de gevel links voorzien van een halfronde vensteropening met een ongedeeld raam. Oorspronkelijk was dit een dieper doorlopende gevelopening naar de er achter gelegen loggia, die in 1968 bij de woning is getrokken. Rechts hiervan is de gevel vooruitgeschoven met op beide niveaus een drielicht met ongedeelde ramen. Het drielicht op de begane grond is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Aan de rechter zijde van het vooruitgeschoven gedeelte bevindt zich een deuropening. Voor de deuropening ligt achter een halfhoog gemetselde muur een gemetseld plateau, dat is overdekt met een houten luifel, die steunt op een houten kolom op het gemetselde muurtje. In de deuropening bevindt zich een deur met glaspaneel.
Aan de linker zijde van de oorspronkelijke zijgevel bevindt zich de in 1935 in metselwerk uitgevoerde driezijdige erkeruitbouw met boven de plint een gekoppeld driezijdig kozijn met ongedeelde onderramen en een één- (zijkanten), respectievelijk tweeruits bovenraam. Op de verdieping fungeert de erker als balkon, begrensd door een gemetselde borstwering. In de gevel bevindt zich een pui met in het midden dubbele deuren met een ongedeeld glasraam en een tweeruits bovenraam. Aan weerszijden bevindt zich in de pui een ongedeeld halfhoog onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Rechts van de pui op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met vierruits ramen met een horizontale roedeverdeling.
Op de begane grond aan de rechter zijde bevindt zich een in 1946 uitgebouwd driezijdig rookkanaal.
Achtergevel (hoofdbouwmassa)
De gevel telt twee bouwlagen en wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd. De gevel is grotendeels afgedekt door de aanbouw uit 1935.
Op de begane grond bevindt zich een gecombineerde deur- en vensteropening met in de deuropening in het kozijn een deur met een glaspaneel en een tweeruits bovenlicht met een horizontale roedeverdeling. Links hiervan bevindt zich in de halfhoge vensteropening een ongedeeld onder- en bovenraam.
Op de verdieping bevindt zich een gevelopening met ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam.
Achtergevel (aanbouw)
De asymmetrische topgevel telt drie bouwlagen en wordt beëindigd met de kantpannen van de dakbedekking. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd. Op de begane grond was de gevel oorspronkelijk onder een grote halfronde boog geopend naar de loggia. In 1968 is deze opening afgedekt met een houten rechthoekige erker met links een deur met twee glaspanelen en een ongedeeld bovenlicht en rechts een ongedeeld raam boven een dichte borstwering.
De rechter hoek is uitgebouwd als steunbeer.
Op de verdieping bevindt zich links een brede vensteropening met een drielicht met ongedeelde ramen en rechts een vensteropening met een ongedeeld raam. Onder beide vensteropeningen bevindt zich een doorlopende houten bloembak op klossen.
In de geveltop bevindt zich een smalle vensteropening met een ongedeeld raam.
Rechter zijgevel (aanbouw)
De gevel telt twee bouwlagen en wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd.
Op de begane grond bevindt zich links een deuropening met een deur met een glaspaneel. Rechts hiervan bevindt zich een hoog geplaatste vensteropening met een drielicht met een glas-in-loodvulling en rechts daarvan twee hoog geplaatste ongedeelde ramen.
Op de verdieping bevindt zich hoog geplaatste vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.
Kap
De dakvlakken van het schilddak op de hoofdbouwmassa en het zadeldak op de aanbouw zijn gedekt met gesmoorde Ravensberger pannen.In het voor- en achterdakvlak van de hoofdbouwmassa staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde dubbele ongedeelde stolpramen en rechts daarvan een dicht paneel. De glasopeningen aan de achterzijde zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.
In het zijdakvlak staan twee brede aan elkaar gekoppelde dakkapellen met een plat dak. De dakkapel aan de linker zijde is in 1935 toegevoegd en bezit aan de voorzijde een vijflicht met ongedeelde ramen met een glas-in-loodvulling. De dakkapel aan de rechter zijde bezit aan de voorzijde een vijflicht met aan weerszijden van een dicht paneel ongedeelde stolpramen.
In het rechter dakvlak van de aanbouw staat een hoog opgetrokken gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
De oorspronkelijke kelder ligt onder de hal annex trappenhuis.
De uitbouw van 1935 is geheel onderkelderd.
Begane grond
Achter de entree is een vestibule met aansluitend een hal annex trappenhuis. Onder de trap is een toegang tot de kelder. Aan de linker zijde liggen de voor- en achterkamer, oorspronkelijk "en suite", nu aaneen gekoppeld. In de uitbouw van 1935 is in 1998 een woonkeuken gemaakt.
Eerste verdieping
De trap van de begane grond sluit met een kwart aan op de overloop. De trap naar de zolder ligt boven de deze trap. Aan de voorzijde rechts is een badkamer. Aan de linker zijde bevinden zich twee kamers, van elkaar gescheiden door een kastenwand. In de uitbouw is aan de achterzijde over de gehele breedte een slaapkamer gemaakt met aansluitend (naast het trapgat) een badkamer.
Zolder
De trap van de eerste verdieping sluit met een bovenkwart aan op een overloop. Aan de voorzijde is een zit/slaapkamer met badkamer gemaakt. Aan de achterzijde is een slaapkamer en boven de uitbouw een open zolderruimte.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is als onderdeel van een twee onder een kapwoning van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de midden- en hogere klasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een twee onder een kapwoning van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is gewijzigd maar de cultuurhistorische en architectonische waarden zijn extern goed en intern redelijk bewaard gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
De twee onder een kapwoning kapper heeft als onderdeel van het straatbeeld aan de Vrieseweg beeldbepalende waarde.
Unieke waarde
Het object bezit als onderdeel van een tweekapper in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9122065.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 88
- Datering: 1932
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Delftse School
- Architect: Jorissen
- Postcode: 3311NZ
Algemene beschrijving
Rechter gedeelte van een twee onder een kap woning samen met nummer 86.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil en ligt in een deel van de Vrieseweg met vrijstaande villa's en dubbele woonhuizen op royale kavels.
Hoofdvorm
Rechter deel van een dubbel woonhuis op rechthoekig grondplan deels onderkelderd en in twee bouwlagen met kap, aan de achterzijde een rechthoekige uitbouw in één bouwlaag met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Met behoud van oudere structuurelementen als de Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg werd het gebied snel bebouwd. Secundaire structurele elementen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
In 1932 wordt vergunning verleend aan de bouwfirma D. Pols en Zn voor het bouwen van dubbel landhuis naar het ontwerp van architect H.C. Jorissen.
H.C. Jorissen was architect en tevens directeur van N.V. "De Klopper" en woonde in 1915 aan de Toulonschelaan 21 te Dordrecht. De Elektrische Fabriek van Houtbewerking "De Klopper" te Dordrecht vervaardigde ondermeer houten huisjes en villa's, priëlen, tuinbanken, bloembakken, kippenhokken en duiventillen, zonnetenten, tuinbanken, zonnewijzers; etc.
Opmerkelijk is dat de plannen voor nummer 88 deels afwijken van de huidige situatie. Vermoedelijk is dit het gevolg van een wijziging tijdens de bouw.
In 1951 wordt naar ontwerp van architect A.G.A. v.d. Made een wachtkamer aan de achterzijde toegevoegd.
In 1953 wordt naar ontwerp van dezelfde architect aan de achterzijde een uitbouw gerealiseerd.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bezit aan de linker zijde een iets vooruitgeschoven risaliet in drie bouwlagen, beëindigd met een topgevel en aan de rechter zijde een recht geveldeel in twee bouwlagen, beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd.
Aan de linker zijde bevindt zich de entree. Onder een houten luifel bevindt zich de deuropening met in het kozijn een deur met een ongedeelde ruit achter een smeedijzeren hekwerk. Boven de luifel bevindt zich een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.
Rechts van de entree bevinden zich twee smalle vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam, waarvan het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Aan de rechter zijde is de gevel op de begane grond voorzien van een in metselwerk uitgevoerde rechthoekige erkeruitbouw. Aan de voorzijde van de erker bevindt zich een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen, waarvan de bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. In de zijkanten van de erker bevindt zich een vensteropening met een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam, waarvan het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde stolpramen onder en ongedeelde bovenramen voorzien van een glas-in-loodvulling.
Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam voorzien van een glas-in-loodvulling.
Aan de rechter zijde fungeert de erker als balkon, begrensd door een gemetselde borstwering. In de gevel bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een ongedeeld glasraam en twee ongedeelde bovenramen met een glas-in-loodvulling.
In de topgevel bevindt zich een kleine smalle vensteropening met in het kozijn een tweeruits raam.
Rechter zijgevel
De zijgevel van de hoofdbouwmassa bestaat uit een rechte gevel in twee bouwlagen, beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen, waar tegen links van het midden een vooruitgeschoven risaliet in drie bouwlagen met een topgevel is geplaatst. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd.
Tegen de risaliet is in de as een rookkanaal uitgebouwd, die verjongt op de verdieping en uitloopt in een bovendaks hoog opgetrokken schoorsteen. Op de hoeken van de risaliet is op de begane grond een om de hoek doorgezet kozijn opgenomen met aan de zijkanten een zesruits raam en aan de voorzijde een drieruits raam, beiden voorzien van een glas-in-loodvulling. Op de verdieping bevindt zich aan beide zijden een om de hoek doorgezet kozijn opgenomen met aan de voor- en zijkanten een vierruits raam voorzien van een glas-in-loodvulling.
Rechts naast het risaliet bevindt zich op de begane grond een vensteropening met een iets uit het muurwerk stekend drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen, waarvan de bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.
Voor dit geveldeel bevindt zich terras, begrenst met een gemetselde muur.
Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een drielicht met ongedeelde ramen.
De aanbouw uit 1953 bestaat uit een vooruitgeschoven topgevel in anderhalve bouwlaag en rechts daarvan aansluitend een éénlaags gevel beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen.
In het vooruitgeschoven deel bevindt zich op de begane grond een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde onder- en bovenramen, waarvan de bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. In de top bevindt zich een kleine ronde vensteropening met een drieruits raam.
Aan de linker zijde van het vooruitgeschoven deel bevindt zich een deuropening met een deur met een ongedeeld glaspaneel.
Direct aansluitend aan het vooruitgeschoven deel bevindt zich in de gevel een deuropening. Voor de deuropening ligt achter een halfhoog gemetselde muur een gemetseld plateau, dat is overdekt met een houten luifel, die steunt op een houten kolom op het gemetselde muurtje. In de deuropening bevindt zich een deur met glaspaneel achter een smeedijzeren rooster.
Achtergevel (hoofdbouwmassa)
De gevel bestaat uit een rechte gevel in twee bouwlagen, beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen, die aan de linker zijde terugligt. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd.
Aan de linker zijde is de gevel op de begane grond en deels op de verdieping afgedekt door de uitbouw uit 1953. In de gevel bevindt zich een deuropening met een deur met een ongedeeld glaspaneel. In het rechter geveldeel bevindt zich aan de linker zijde een kleine uitbouw met plat dak met aan de voorzijde een deuropening met een deur met een zesruits glaspaneel, gekoppeld aan een kozijn met ongedeelde ramen, dat doorloopt aan de zijkant van de uitbouw.
Rechts van de uitbouw bevindt zich een vensteropening met een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen, waarvan de bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een gelijkvormig venster.
Achtergevel (aanbouw)
De gevel bestaat uit een topgevel met rechts aansluitend een rechte gevel in twee respectievelijk één bouwlaag, beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd.
Op de begane grond bevindt zich links een tweelicht met ongedeelde onder- en bovenramen, waarvan de bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. Rechts bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld raam.
In de geveltop bevindt zich een smalle vensteropening met een ongedeeld raam.
Linker zijgevel (aanbouw)
De gevel bestaat uit een rechte gevel in één bouwlaag, beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen. Boven de plint in donker bruinrode deels gesinterde baksteen in Noors verband met iets terugliggend voegwerk is het opgaande werk in licht roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk uitgevoerd.
In de gevel bevindt zich links een deuropening met dubbele houten deuren en rechts daarvan een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.
Kap
De dakvlakken van het schilddak op de hoofdbouwmassa en het zadeldak op de aanbouw zijn gedekt met gesmoorde Ravensberger pannen.
In het voor-, zij- en achterdakvlak van de hoofdbouwmassa staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met vierruits ramen.
In het achterdakvlak staat een hoog opgetrokken gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
Aan de achterzijde van de hoofdbouwmassa bevindt zich een kelder, verdeeld in meerdere ruimten.
Begane grond
Achter de voordeur ligt een vestibule en aansluitend een hal annex trappenhuis, met onder de trap een kast en het toilet. Achter de hal ligt de keuken. Aan de voorzijde ligt een zitkamer, die middels een kastenwand met doorgang is gescheiden van een achterkamer.
In de uitbouw bevindt zich achter de voordeur een kleine vestibule met aansluitend een hal. Aan de achterzijde bevinden zich drie vertrekken.
Eerste verdieping
De trap naar de verdieping bestaat uit twee steektrappen met een bordes en sluit aan op een overloop. Aan de voorzijde bevinden zich een kleine en een grote slaapkamer met ertussen een badkamer. Aan de achterzijde en aan de rechter zijde bevindt zich een slaapkamer.
Zolder
De zolder is ingedeeld met twee kamers en een overloop.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is als onderdeel van een twee onder een kapwoning van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de midden- en hogere klasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een twee onder een kapwoning van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is gewijzigd maar de cultuurhistorische en architectonische waarden zijn extern goed en intern redelijk bewaard gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
De twee onder een kapwoning kapper heeft als onderdeel van het straatbeeld aan de Vrieseweg beeldbepalende waarde.
Unieke waarde
Het object bezit als onderdeel van een tweekapper in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.
Publicaties
- Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.
Bijlage
-
9122066.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 90
- Naam: Villa Merwehoeve
- Datering: 1907
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Rationalisme
- Architect: Reus
- Postcode: 3311NZ
Algemene beschrijving
Villa Merwehoeve.
Ligging
Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil en ligt in een deel van de Vrieseweg met vrijstaande villa's en dubbele woonhuizen op royale kavels. Gescheiden van de openbare weg door een waterloop.
Hoofdvorm
Villa op L-vormig grondplan in twee bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Met behoud van oudere structuurelementen als de Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg werd het gebied snel bebouwd. Secundaire structurele elementen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
Op 28 mei 1907 verkrijgt de heer E. Boonen, houthandelaar en directeur van Boonen en Van Hoogstraten te Dordrecht, vergunning voor de bouw van de villa Merwehoeve op een terrein gelegen aan de Vrieseweg naar ontwerp van architect H.A. Reus. Twee maanden later wordt een op details gewijzigd plan vergund.
Architect H.A. Reus (1872-1935) woonde en werkte het grootste deel van zijn leven in Dordrecht waar hij aanvankelijk met zijn vader en later met zijn compagnon Van Bilderbeek tal van projecten realiseerde in Berlagiaanse bouwstijl. Maar ook buiten Dordrecht werkte Reus aan diverse opdrachten zoals de verbouwing van een groot woonhuis in Den Haag (1902) en later samen met Van Bilderbeek aan de restauratie van diverse middeleeuwse kerken en kerktorens onder meer in Nijmegen, Woudrichem, Waalwijk en Strijen.
Reus stamde uit een familie van bouwkundigen en voor H.A. Reus was het bijna vanzelfsprekend om architect te worden. Zijn vader was als architect gevestigd in Dordrecht. Hij volgde de Academie voor Bouwkunst in Rotterdam en studeerde af bij architect H. Evers die er vanaf 1887 doceerde. Evers hechtte grote waarde aan de klassieke grondbeginselen van de bouwkunst en aan de architectuurgeschiedenis en werd bekend als de architect van het eclectische Rotterdamse stadhuis (1910-1920), gebouwd in de periode dat hij als hoogleraar was verbonden aan de TH Delft.
Na zijn afstuderen vestigde Reus zich als architect in Dordrecht waar hij een van zijn eerste bouwprojecten samen met zijn vader J.N. Reus ontwierp. Het betrof een opvallend woningblok met 10 woningen aan de Toulonselaan 89-107 (1896). Het beeldbepalende blok heeft gepleisterde gevels die zijn verlevendigt met rode verblendsteen speklagen en halfronde boogvormen bij de voordeuren. Het blok kent een souterrain, twee bouwlagen en een mezzanino met een veroverstekende dakrand met houten lijsten en consoles.
Aan de Vrieseweg bouwde Reus voorts twee statige herenhuizen (1901) met een winkel en werkplaats. Enkele jaren later werd naar zijn ontwerp de monumentale villa Merwehoeve (1908) gebouwd in opdracht van de vooraanstaande houthandelaar E. Boonen van het toenmalige bedrijf Boonen en Hoogstraten. Een belangrijk werk in het oeuvre van Reus uit deze vroege periode vormt de Remonstrante Kerk aan de Cornelis de Wittstraat die hij in opdracht van de Remonstrante Gemeente bouwde. Ook bouwde hij in zijn vroege jaren de Lipsfabrieken aan de Spuiweg en aan de Burg. De Raadtsingel en was hij betrokken bij de uitbreidingen van de Blikfabriek Bekkers.
In 1917 associeerde Reus zich met Van Bilderbeek. In 1925 kwam C.C. Basters als bouwkundig tekenaar bij Reus en Van Bilderbeek in dienst. Na de oorlog in 1945, toen Reus inmiddels was overleden, werd Basters de nieuwe compagnon van Van Bilderbeek. Het bureau droeg tot 1956 de naam Van Bilderbeek & Basters. Tegenwoordig heet het bureau Lugten Malschaert Architecten en is nog steeds gevestigd in Dordrecht.
In 1939 wordt op het terrein een betonnen schuilbunker gebouwd.
Beschrijving exterieur per gevel
(aangezien geen mogelijkheid is geboden tot een opname, is de beschrijving gebaseerd op archiefgegevens en waarnemingen vanaf de openbare weg)
Voorgevel
De gevel bestaat uit een twee bouwlagen tellend bouwdeel afgesloten met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen, met aansluitend rechts een iets vooruitgeschoven geveldeel met links een topgevel in drie bouwlagen en rechts een recht geveldeel in twee bouwlagen.
De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. In het linker geveldeel is een strook vanaf halverwege de vensteropeningen op de verdieping gepleisterd.
In de as van het linker geveldeel bevindt zich een met een rondboog afgesloten gevelopening, waar achter een inpandig portaal. Twee hardstenen treden geven toegang tot het portaal. De deuropening is uitgevoerd als melkmeisje met centraal het deurkozijn met een paneeldeur met een achtruits raam met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden hieraan gekoppeld bevindt zich een vensteropening met een drieruits raam met een glas-in-loodvulling.
Boven de entree bevindt zich een vlaggenstok in een ijzeren houder en aan de muur verbonden met smeedijzeren trekstangen.
Op de begane grond bevindt zich aan weerszijden van de entree een vensteropening met een drielicht met zesruits ramen.
Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen met een drielicht met zesruits ramen. Onder de middelste vensteropening is in het metselwerk een plaquette opgenomen met de naam MERWEHOEVE en een zicht op de rivier van Dordrecht. Aan weerszijden bevindt zich een steen met respectievelijk het opschrift ANNO en 1908.
In het rechter geveldeel bevindt zich op de begane grond aan de linker zijde een brede vensteropening met een vierlicht met ongedeelde onderramen en negenruits bovenramen. Aan de rechter zijde was de gevel onder een grote rondboog oorspronkelijk geopend naar een overdekt terras. De opening is gesloten met een pui met een dichte onderzone en drie ongedeelde ramen boven. De hoek met de zijgevel is tot 2/3 hoogte van de begane grond uitgevoerd als overhoekse steunbeer.
Op de verdieping bevindt zich links een melkmeisje met centraal een tweelicht met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen en aan weerszijden hiervan een zesruits raam.
Aan de rechter zijde is de gevel voorzien van een rechte gevelopening naar een loggia.
Linker zijgevel
De gevel bestaat links uit een terugliggend twee bouwlagen tellend bouwdeel afgesloten met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen en de zijgevel van een éénlaags aanbouw tegen de achtergevel. De rechter zijde bestaat uit de asymmetrische topgevel in drie bouwlagen en rechts daarop aansluitend een recht geveldeel in twee bouwlagen.
De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. In het meest rechtse geveldeel is een strook vanaf halverwege de vensteropeningen op de verdieping gepleisterd.
In de gevel van het linker geveldeel bevinden zich op de begane grond drie vensteropeningen met een zesruits raam. Op de verdieping bevindt zich een tweelicht met ongedeelde onderramen en meerruits bovenramen.In de gevel van de aanbouw bevindt zich een vensteropening gecombineerd met een deuropening. In de vensteropening bevinden zich zesruits ramen.
De hoek van de topgevel met de achtergevel is tot 2/3 hoogte van de begane grond uitgevoerd als overhoekse steunbeer. Aan de linker zijde is de gevel onder een korfboog geopend naar een inpandig terras. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een drielicht met zesruits ramen.
Op de verdieping is de linker hoek voorzien van een tweelicht met vierruits ramen, die gekoppeld is aan eenzelfde venster in de achtergevel. Aan de rechter zijde bevindt zich een brede vensteropening met een vierlicht met ongedeelde onderramen en meerruits bovenramen.
In het rechter geveldeel bevinden zich op beide niveaus aan de linker zijde een vensteropening met een zesruits raam en rechts een drielicht met zesruits ramen.
Achtergevel
De gevel bestaat links uit de afgetopte topgevel van de tegen de achtergevel opgetrokken vleugel in drie bouwlagen met daar tegen een aanbouw in één bouwlaag en rechts de achtergevel van de voorvleugel in twee bouwlagen, met een iets vooruitgeschoven rechter gedeelte en afgesloten met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen.
De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. In de aanbouw bevinden zich op de begane grond twee vensteropeningen met een drielicht met zesruits ramen.
In de as van de topgevel is een rookkanaal uitgebouwd, dat doorloopt tot bovendaks. Aan weerszijden van dit rookkanaal bevindt zich op de verdieping een tweelicht met zesruits ramen.
Tegen de achtergevel is een entreeportaal onder een aankapping uitgebouwd. In de gevel bevindt zich een deuropening met een paneeldeur met bovenin een meerruits glaspaneel. Rechts van de entree bevindt zich een drielicht-kelderraam.
Hierboven bevinden zich vier hoge vensteropeningen, waarvan de onderzijde trapsgewijs oploopt. De vensteropeningen zijn voorzien van meerruits ramen.
De hoeken van het vooruitgeschoven rechter geveldeel is tot 2/3 hoogte van de begane grond uitgevoerd als overhoekse steunbeer. De begane grond is onder een grote rondboog geopend naar een inpandig terras. In de achtergevel van het terras bevindt zich een pui met centraal dubbele deuren met een glaspaneel en aan weerszijden eenzelfde vaste deur en meerruits bovenramen.
Op de verdieping zijn beide hoeken voorzien van een tweelicht met vierruits ramen, die gekoppeld zijn aan eenzelfde venster in de zijgevel.
Rechter zijgevel
De gevel bestaat links een recht geveldeel in twee bouwlagen en daarop aansluitend rechts een asymmetrische topgevel in drie bouwlagen en geheel rechts uit een terugliggend twee bouwlagen tellend bouwdeel afgesloten met het aan de onderzijde betimmerde dak/gootoverstek op klossen en de zijgevel van een éénlaags aanbouw tegen de achtergevel.
De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. In het linker geveldeel was de gevel oorspronkelijk naar een overdekt terras met een grote en twee kleine gevelopeningen onder een rondboog. De openingen zijn gesloten met een pui met een dichte onderzone en drie ongedeelde ramen boven. De hoek met de voorgevel is tot 2/3 hoogte van de begane grond uitgevoerd als overhoekse steunbeer.
Op de verdieping bevindt zich een rechte gevelopening naar een loggia, voorzien van een kozijn met zeven ongedeelde ramen.
In de topgevel bevindt zich op de begane grond links een vensteropening met een vierlicht met ongedeelde onderramen en meerruits bovenramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een drielicht met ongedeelde onderramen en vierruits bovenramen.
Op de verdieping bevindt zich een melkmeisje met centraal een tweelicht met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen en aan weerszijden hiervan een zesruits raam.
Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een vierruits raam.
In de gevel van het rechter geveldeel bevindt zich op de begane grond een vensteropening met een drielicht met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen.
Op de verdieping bevindt zich links een vensteropening met een vierruits raam en rechts een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde onderramen en drieruits bovenramen.
Kap
De dakvlakken van de schild- en zadeldaken zijn gedekt met rode Tuiles-du-Nordpannen. In de uiteinden van de nokken staat een keramische piron.
In de dakvlakken staan meerdere dakkapellen met een plat dak met aan de voorzijde zesruits ramen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Er is geen gelegenheid geboden tot opname.
Beschrijving tuin
De parkachtige aanleg van de tuin is in samenhang met het pand van ondersteunende monumentale waarde.
Het erf is aan de linker- en voorzijde begrensd door een sloot, waarover aan de voorzijde een gemetselde boogbrug ligt. De gemetselde muren aan weerszijden zijn voorzien van dekplaten in kunststeen. Tussen twee hekpalen zijn houten hekken afgehangen. De brug is in samenhang met de villa ontworpen.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand met tuin en brug is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de midden- en hogere klasse werd gebouwd. Van belang in het oeuvre van de architect.
Architectonische waarde
Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is extern nauwelijks gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden extern goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het pand met tuin en brug heeft door zijn vrije ligging direct aan het park en als onderdeel van dit deel van de Vrieseweg, waar de scheiding van de openbare weg met waterloop karakteristiek is, een hoge stedenbouwkundige waarde.
Unieke waarde
Het pand met tuin en brug bezit in architectonisch, bouwkundig en stedenbouwkundig opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde.
Publicaties
- Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.
- Elisabeth van Heiningen, Verhalen van Dordrecht 35: Architectuur in Dordrecht 1830-1950 - in het voetspoor van een zevental Dordtse bouwmeesters, 2018.
Bijlage
-
9122067.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 92
- Naam: School Mühring
- Datering: 1911
- Oorspronkelijke functie: Schoolgebouw
- Bouwstijl: Rationalisme
- Architect: Reus
- Postcode: 3311NZ
Algemene beschrijving
Schoolgebouw "Muhring".
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil en ligt in een deel van de Vrieseweg met vrijstaande villa's en dubbele woonhuizen op royale kavels. Het gebouw ligt aan de achterzijde van het kavel nabij het Berckepad. Het is gescheiden van de openbare weg door een waterloop.
Hoofdvorm
Schoolgebouw op nagenoeg rechthoekig grondplan in één respectievelijk twee bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Met behoud van oudere structuurelementen als de Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg werd het gebied snel bebouwd. Secundaire structurele elementen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
Op 14 november 1911 wordt vergunning verleend voor de bouw van een school met conciergewoning naar ontwerp van architect H.A. Reus.
Architect H.A. Reus (1872-1935) woonde en werkte het grootste deel van zijn leven in Dordrecht waar hij aanvankelijk met zijn vader en later met zijn compagnon Van Bilderbeek tal van projecten realiseerde in Berlagiaanse bouwstijl. Maar ook buiten Dordrecht werkte Reus aan diverse opdrachten zoals de verbouwing van een groot woonhuis in Den Haag (1902) en later samen met Van Bilderbeek aan de restauratie van diverse middeleeuwse kerken en kerktorens onder meer in Nijmegen, Woudrichem, Waalwijk en Strijen.
Reus stamde uit een familie van bouwkundigen en voor H.A. Reus was het bijna vanzelfsprekend om architect te worden. Zijn vader was als architect gevestigd in Dordrecht. Hij volgde de Academie voor Bouwkunst in Rotterdam en studeerde af bij architect H. Evers die er vanaf 1887 doceerde. Evers hechtte grote waarde aan de klassieke grondbeginselen van de bouwkunst en aan de architectuurgeschiedenis en werd bekend als de architect van het eclectische Rotterdamse stadhuis (1910-1920), gebouwd in de periode dat hij als hoogleraar was verbonden aan de TH Delft.
Na zijn afstuderen vestigde Reus zich als architect in Dordrecht waar hij een van zijn eerste bouwprojecten samen met zijn vader J.N. Reus ontwierp. Het betrof een opvallend woningblok met 10 woningen aan de Toulonselaan 89-107 (1896). Het beeldbepalende blok heeft gepleisterde gevels die zijn verlevendigt met rode verblendsteen speklagen en halfronde boogvormen bij de voordeuren. Het blok kent een souterrain, twee bouwlagen en een mezzanino met een veroverstekende dakrand met houten lijsten en consoles.
Aan de Vrieseweg bouwde Reus voorts twee statige herenhuizen (1901) met een winkel en werkplaats. Enkele jaren later werd naar zijn ontwerp de monumentale villa Merwehoeve (1908) gebouwd in opdracht van de vooraanstaande houthandelaar E. Boonen van het toenmalige bedrijf Boonen en Hoogstraten. Een belangrijk werk in het oeuvre van Reus uit deze vroege periode vormt de Remonstrante Kerk aan de Cornelis de Wittstraat die hij in opdracht van de Remonstrante Gemeente bouwde. Ook bouwde hij in zijn vroege jaren de Lipsfabrieken aan de Spuiweg en aan de Burg. De Raadtsingel en was hij betrokken bij de uitbreidingen van de Blikfabriek Bekkers.
In 1917 associeerde Reus zich met Van Bilderbeek. In 1925 kwam C.C. Basters als bouwkundig tekenaar bij Reus en Van Bilderbeek in dienst. Na de oorlog in 1945, toen Reus inmiddels was overleden, werd Basters de nieuwe compagnon van Van Bilderbeek. Het bureau droeg tot 1956 de naam Van Bilderbeek & Basters. Tegenwoordig heet het bureau Lugten Malschaert Architecten en is nog steeds gevestigd in Dordrecht.
In 1947 wordt tegen de achterzijde van het gebouw rechts een fietsenstalling gebouwd.
Intern worden in 1948 drie leslokalen door een tussendeur met elkaar verbonden.
In 1973 wordt de zolder in gebruik genomen. Hiervoor worden aan de achterzijde vluchttrappen aangebracht.
In 1980 wordt tegen de voorgevel een noodlokaal geplaatst.
In 1988 wordt de conciergewoning aan de achterzijde rechts gesloppt en vervangen door een tweelaags bouwmassa met plat dak. Daarnaast worden intern een gemeenschapsruimte en leslokaal ontwikkeld en de ruimten gemoderniseerd.
In 2003 worden de noodlokalen uit 1980 gesloopt en vervangen door nieuwe noodlokalen.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bestaat uit een centraal twee bouwlagen tellend gedeelte met aan de linker zijde een vleugel, bestaande uit een topgevel en een éénlaags rechte gevel en aan de rechter zijde een terugliggende korte vleugel in één bouwlaag.
De gevel is boven een plint in lichtrode baksteen opgetrokken in licht geelbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. In de linker vleugel bevinden zich op de begane grond vier identieke vensteropeningen met een tweelicht met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen. Onder de vensters bevindt zich een kleine ronde gevelopening, die met metselwerk en pleister is dichtgezet. In de geveltop bevindt zich een kleine vensteropening met een vierruits raam.
De geveltop is afgewerkt met een gecementeerde dekplaat, die doorloopt over de schouders. Het aansluitende rechte geveldeel wordt beëindigd met een uitkragende houten bakgoot op klossen.
Het centrale gedeelte van de gevel is in hoofdvorm spiegelsymmetrisch over de as. In het midden bevinden zich op de begane grond twee rondboogopeningen. Aan weerszijden van de openingen is de gevel voorzien van smalle spleetopeningen.
Achter de opening aan de linker zijde bevond zich oorspronkelijk een loggia, die later is afgesloten met een erker die het segmentboogvormige grondplan van de oorspronkelijke loggia volgt. Boven de gemetselde basis bevindt zich een pui van gekoppelde kozijnen met ongedeelde ramen. Boven het platte dak is de gevelopening voorzien van een kozijn met vier ongedeelde ramen.
De rechter opening geeft toegang tot een inpandig portaal, dat met een segmentboogvormig grondplan tot buiten de gevellijn is uitgebouwd. Een in dezelfde lijn gemetselde trap met drie treden met hardstenen dekplaten leidt tot het portaal, dat is voorzien van een terrazzovloer.
In de achterwand van het portaal bevindt zich een pui met centraal een deuropening met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld raam boven en een achttienruits bovenlicht. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een halfhoog venster met een zesruits onder en bovenraam.
Op de verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met een drielicht met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen. Onder de vensters bevindt zich een kleine ronde gevelopening, die met metselwerk en pleister is dichtgezet.
Het middendeel wordt beëindigd met een uitkragende houten bakgoot op klossen.
De linker en rechter delen van het centrale geveldeel zijn uitgevoerd als topgevel met op de begane grond en de verdieping twee identieke vensteropeningen met een tweelicht met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen. Onder de vensters bevindt zich een kleine ronde gevelopening, die met metselwerk en pleister is dichtgezet. In de geveltop bevindt zich een kleine vensteropening met een vierruits raam. De geveltop is afgewerkt met een gecementeerde dekplaat, die doorloopt over de schouders.
De voorgevel van de rechter vleugel is afgedekt door de in 2003 aangebouwde kleuterschool.
Linker zijgevel
De zijgevel van de linker vleugel is boven een plint in lichtrode baksteen opgetrokken in licht geelbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. De gevel is blind uitgevoerd en wordt beëindigd met een uitkragende houten bakgoot op klossen.
De zijgevel van de aanbouw uit 1988 tegen de oorspronkelijke achtergevel van de linker vleugel is opgetrokken in licht geelbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel is blind uitgevoerd en wordt beëindigd met een uitkragende houten bakgoot op klossen.
Achtergevel
Aan de achtergevel zijn bij de verbouwing van 1988 meerdere bouwvolumina toegevoegd.
Het oorspronkelijke muurwerk is boven een plint in lichtrode baksteen opgetrokken in licht geelbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk en wordt beëindigd met een uitkragende houten bakgoot op klossen.
Aan de linker zijde wordt de gevel gevormd door de éénlaags gevel van de rechter vleugel. Net onder de goot bevinden zich twee vensteropeningen met een drielicht met zesruits ramen.
Rechts hiervan bevindt zich een geveldeel in drie bouwlagen met een topgevel. In lijn met het linker geveldeel bevinden zich op de begane grond twee vensteropeningen met een drielicht met zesruits ramen. Op de verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met een tweelicht met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen. In de geveltop bevindt zich een kleine vensteropening met een vierruits raam. De geveltop is afgewerkt met een gecementeerde dekplaat, die doorloopt over de schouders.
Rechts hiervan bevindt zich een geveldeel dat boven de begane grond terugligt. Op de begane grond bevinden zich net onder het boeiboord drie vensteropeningen met een drieruits raam. Op de verdieping bevinden zich een brede vensteropening met een tweelicht en aan weerszijden een smalle vensteropening, allen voorzien van ongedeelde ramen met een glas-in-loodvulling.
Rechts hiervan is op de begane grond een aanbouw met plat dak opgetrokken. Op de verdieping bevinden zich direct onder de houten uitkragende goot op klossen twee vensteropeningen met een drielicht met een breed middendeel met een drieruits raam en aan de zijkanten een ongedeeld raam.
Het geveldeel rechts hiervan is afgedekt door een in 1988 toegevoegd trappenhuis. In het dak staat een geveltop met een kleine vensteropening met een vierruits raam. De geveltop is afgewerkt met een gecementeerde dekplaat, die doorloopt over de schouders.
Geheel rechts bevindt zich de in 1988 toegevoegde tweelaags aanbouw met in drie assen op beide niveaus een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde onder en bovenramen.
Rechter zijgevel
De gevel van de hoofdbouwmassa is afgedekt door de in 2003 gebouwde kleuterschool.
De zijgevel van de rechter vleugel is boven een plint in lichtrode baksteen opgetrokken in licht geelbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk en wordt beëindigd met een uitkragende houten bakgoot op klossen. Net onder de goot bevinden zich twee vensteropeningen met een drielicht met zesruits ramen.
Kap
De dakvlakken van het schilddak met aankappingen op de topgevels op het centrale gedeelte en het zadeldak op L-vormig grondplan op de linker vleugel en het halve schilddak op de rechter vleugel zijn gedekt met gesmoorde verbeterd Hollandse pannen. De latere aanbouwen aan de achterzijde bezitten een plat dak met geballast dakleer.
In de dakvlakken staan meerdere dakkapellen met een plat dak met aan de voorzijde twee-, drie- en vierlichten met vierruits ramen.
In het dakvlak staat aan de linker zijde van het centrale gedeelte een hoog opgetrokken schoorsteen met een bewerkte kop.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Begane grond
Achter de entree bevindt zich een vestibule, die door een tochtpui is gescheiden van de hal annex trappenhuis. Links van de vestibule en hal ligt een kamer.
Aan de achterzijde van het gebouw ligt een gang in aansluiting op de hal. Aan de voorzijde liggen klaslokalen. Aan de achterzijde in de rechter vleugel lag oorspronkelijk een gymnastieklokaal.
Bij de verbouwing van 1988 zijn aan de achterzijde een klaslokaal, een trappenhuis en nevenruimten toegevoegd.
De vestibule, hal en gangen zijn voorzien van een terrazzovloer. De wanden zijn voorzien van een gestuukte lambrisering afgesloten met een lijst.
Eerste verdieping
De trap vanaf de begane grond, met drie steektrappen en twee bordessen, sluit aan op een gang tegen de achtergevel. Aan de voorzijde liggen meerder klaslokalen.
De trap is uitgevoerd in graniet. Een smeedijzeren hekwerk met een houten leuning begrenst de trap. De gangen zijn voorzien van een terrazzovloer. De wanden zijn voorzien van een gestuukte lambrisering afgesloten met een lijst. De vensters in het trappenhuis zijn in 1950 voorzien van een figuratieve glas-in-loodvulling, vervaardigd door glazenier Toon Berg.
Toon Berg Delft 1877 - Dordrecht 1967 (tekst overgenomen uit "Glas in lood in Nederland 1817-1968", Dr. Carine Hoogveld)
Na zijn studie aan de Academie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage ging Toon Berg in de leer bij het atelier 't Prinsenhof in Delft. Daarna was hij een tijdlang als chef werkzaam bij de Koninklijke Nederlandsche Glasfabriek J.J.B.J. Bouvy in Dordrecht.
Gedurende de periode 1919-1957 had Berg een eigen atelier in een pakhuis aan de Dolhuisstraat in Dordrecht. In de bloeitijd werkten daar veertien mensen. In het atelier Berg werden behalve gebrandschilderd en geëtst glas ook geslepen glas in lood en glasmozaïeken vervaardigd.
Toon Berg heeft een zeer omvangrijk glazeniersoeuvre nagelaten. Naast zijn eigen ontwerpen voerde hij werk van derden. Hoewel het werk van Berg verspreid is over heel Nederland, is het duidelijk geconcentreerd in het gebied rond Dordrecht en Rotterdam. De werken van voor de Tweede Wereldoorlog zijn kwalitatief de beste. Zijn stijl varieert van traditioneel-eclectisch tot abstract. Ook zijn onderwerpen variëren: religieus, profaan en ornamenteel.
Het Driekoningenraam uit 1924 (in bezit van het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum Breda) is een goed voorbeeld van het werken met geslepen glas in lood, waarin dit atelier was gespecialiseerd. De bijna tot geometrische vormen teruggebrachte figuren zijn opgebouwd uit stukken blank glas, waarvan de zijkanten schuin zijn afgeslepen. In latere werken zet Berg deze techniek voort, zoals in het uit de jaren dertig daterende raam voor het kantoor van de was en strijkinrichting OZON te Dordrecht, waarin hij naast geslepen blank glas ook geslepen gekleurd en industrieel vervaardigd structuurglas toepaste.
Berg vervaardigde ook veel gebrandschilderde beglazingen voor kerken en scholen.
Zolder
De kapconstructie bestaat uit A-spanten met kreupele stijlen, waar over de gordingen en nok. De ruimte was oorspronkelijk niet ingedeeld, maar in de huidige situatie verdeeld in meerdere vertrekken.
Beschrijving tuin
Het terrein is niet van monumentale waarde.
Het erf is aan de voorzijde begrensd door een sloot, waarover aan de voorzijde een gemetselde boogbrug ligt. De gemetselde muren aan weerszijden zijn voorzien van dekplaten in kunststeen. Tussen twee gemetselde hekpalen zijn moderne ijzeren hekken afgehangen.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Als schoolgebouw is het object van cultuurhistorische waarde omdat het uitdrukking geeft aan de culturele en maatschappelijke ontwikkeling van de bouwperiode en van Dordrecht. Van belang in het oeuvre van de architect.
Architectonische waarde
Het pand en de toegangsbrug zijn van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het ensemble van schoolgebouw en toegangsbrug is enigszins gewijzigd maar de cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige waarden zijn goed bewaard gebleven. In het exterieur is de aantasting aan de achterzijde van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object heeft hoge stedenbouwkundige waarde door de vrije ligging, gescheiden van de openbare weg door een waterloop. Dit is karakteristiek voor dit deel van de Vrieseweg.
Unieke waarde
Als schoolgebouw heeft het object in architectonisch, typologisch, bouwkundig en stedenbouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9122068.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 107
- Datering: 1954
- Oorspronkelijke functie: Winkel
- Bouwstijl: Delftse School
- Architect: van Bilderbeek & Basters
- Postcode: 3311NV
Algemene beschrijving
Winkelruimte als onderdeel van een complex van vier winkels (Vrieseweg 107, 109, 113 en 115) en vier bovenwoningen (Clara en Mariahof 1, 1A, 21 en 22).
Ligging
De winkel is gelegen in de negentiende-eeuwse schil en vormt onderdeel van een complex in een gesloten gevelwand. Het is een poortcomplex dat toegang geeft tot de Clara en Mariahof.
Hoofdvorm
Bouwblok met een parallellogram als grondplan in drie bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 ontwikkelde het noordoostelijk gedeelte van de negentiende-eeuwse schil zich binnen de oudere stedenbouwkundige structuur van Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg. Secundaire wegen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
In het eerste kwart van de twintigste eeuw worden meerdere bestaande gebouwen vervangen door kwalitatief betere panden. De bouw van panden loopt nog door tot de Tweede Wereldoorlog.
De achter de Vrieseweg gesitueerde Clara en Mariahof werd in 1880 gesticht door gemeenteraadslid en koekenbakker Marinus Kemp. De huisjes waren bestemd voor weduwen en vrouwelijke wezen uit de gegoede stand, die waren verarmd. Het neoclassicistische hofje was oorspronkelijk samengesteld uit 3 rijen met in totaal 19, in gepleisterde baksteen opgetrokken woningen. In de poortdoorgang waren poortwoningen en voor verhuur bestemde winkels. In 1944 werd de toegang naar het hofje zwaar beschadigd door een Engelse bom, bestemd voor de verderop - in het park - gelegen villa Merwestein.
Op 4 januari 1954 wordt aan de Regenten van het Clara en Mariahof vergunning verleend voor het bouwen van vier winkelhuizen met vier bovenwoningen, naar het ontwerp van architectenbureau Van Bilderbeek & Reus.
B. van Bilderbeek (Amsterdam in 1876 / Dordrecht in 1955) werd opgeleid en gevormd tot architect in Amsterdam waar hij met name bij het architectenbureau van de gebroeders Van Gendt de kneepjes van het vak leerde. In Dordrecht kreeg Van Bilderbeek tal van mogelijkheden om zijn liefde voor het vak voor behoud van historisch erfgoed tot uitdrukking te brengen. Naast het realiseren van nieuwe werken nam hij zitting in diverse beroeps- en culturele commissies in Dordrecht waarbij onder meer aandacht werd gevraagd voor de oude stad. Ook was hij betrokken bij de restauraties van diverse monumentale kerken, kerktorens en poortgebouwen in den lande.
Van Bilderbeek werd geboren in Amsterdam en volgde er zijn opleiding aan de Ambachtsschool en aan de tekenschool. Hij begon zijn carriere rond 1895 als architect bij het architectenbureau Van Gendt waar hij ongeveer 11 tot 12 jaar werkte. Wonend en werkzaam in Amsterdam was hij jarenlang lid van het Genootschap Architectura et Amicia dat in die tijd onder voorzitterschap stond van H.P. Berlage. Hier ontmoette hij tal van architecten uit het Amsterdamse circuit.
Van Bilderbeek vestigde zich in 1906 in Dordrecht aan de Buiten Walevest. De belangrijkste reden voor zijn verhuizing was het feit dat hij de leiding voerde over de bouw van een bijkantoor voor De Nederlandsche Bank aan de Wijnstraat in Dordrecht naar ontwerp van A.D.N. en J.G. van Gendt. Na voltooiing van dit monumentale pand met diverse historiserende onderdelen bleef Van Bilderbeek in Dordrecht wonen. Er volgden tal van nieuwe opdrachten in Dordrecht zoals het in opdracht van zijn oom ontwerpen van huize Cronenburch in 1906 en de in traditionalistische stijl ontworpen villa Berckensteyn aan in 1912. Behalve het ontwerp voor architectonische projecten was Van Bilderbeek ook actief als interieurarchitect en ontwierp hij tal van meubels, hang- en sluitwerkonderdelen en lampen.
Er volgden tal van nieuwe opdrachten in Dordrecht zoals het ontwerpen van Villa Cronenburgh in 1906 en in 1912 een vrijstaande villa aan het Oranjepark, Villa Berckensteyn,1912. Behalve het ontwerp voor architectonische projecten was Van Bilderbeek ook actief als interieurarchitect en ontwierp hij tal van meubels, hang- en sluitwerkonderdelen en lampen.In 1917 associeerde Van Bilderbeek zich met architect H.A. Reus (1872-1935). Reus was opgeleid aan de Rotterdamse Academie voor Bouwkunst en al vanaf 1892 werkzaam in Dordrecht. Het duo werkte niet alleen tientallen jaren samen aan tal van projecten in Dordrecht maar verrichtten ook, met name restauratiewerkzaamheden, buiten de stad.
Na de oorlog in 1945, toen Reus inmiddels was overleden, werd C.C. Basters de nieuwe compagnon van Van Bilderbeek. Het bureau droeg tot 1956 de naam Van Bilderbeek & Basters. Later werd het bureau Basters en De Vries en tegenwoordig heet het bureau Lugten Malschaert Architecten (Dordrecht).
Complex
Poortgebouw in drie bouwlagen met zadeldak.
Beschrijving exterieur per gevel
Vrieseweg 107 betreft de winkelruimte aan de uiterst rechter zijde van het complex.
Voorgevel complex
De voorgevel telt drie bouwlagen en is tot 2/3 hoogte van de begane grond opgetrokken in witte baksteen in halfsteens verband met enigszins terugliggend voegwerk. Het opgaande werk is uitgevoerd in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met platvol voegwerk.
De gevel heeft aan weerszijden van een smal middengedeelte twee brede vrijwel identiek uitgevoerde beuken.
In het middengedeelte is op de begane grond een poort gespaard, die is voorzien van een segmentboog. De aansluitende doorgang geeft toegang tot het achtergelegen hofje. De dagkanten zijn op een hardstenen basement/schampblok uitgevoerd in kalksteen als geprofileerde lijst. Op de sluitsteen staat boven bloemranken de naam "CLARA EN MARIAHOF" vermeld.
Op de eerste verdieping boven de doorgang bevindt zich een vensteropening met boven de kunststenen lekdorpel in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.
Op de tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met boven de kunststenen lekdorpel een drielicht met een vierruits (midden) respectievelijk tweeruits (zijkanten) onderraam en een tweeruits respectievelijk ongedeeld bovenraam.
Het middengedeelte wordt bekroond met een Vlaamse gevel, die wordt beëindigd met een kunststenen gelijste dekplaat, die opwaarts is gebogen tussen rechte schouders.
Elke beuk heeft op de begane grond een vrijwel gevelbrede opening met daarin een winkelpui op een gemetselde lage borstwering. De winkelpui bestaat uit een ongedeeld winkelraam en een daarop aansluitend schuin naar binnen gericht smal ongedeeld winkelraam. Dit raam sluit aan op het aan de rechterzijde terugliggende deurkozijn met een deur met een ongedeeld glaspaneel. Het vierruits bovenraam ligt in lijn met de gevel en is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Voor de deur is het portaal achter een hardstenen dorpel voorzien van een tegelvloer.
In de muur naast de deuropening is een smalle vitrine opgenomen.
Onder het grote winkelraam is een kelderlicht opgenomen.
Op de eerste verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met boven de kunststenen lekdorpel in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.
Op de tweede verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met boven de kunststenen lekdorpel een tweelicht met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.
De gevel wordt beëindigd door een houten gelijst gootoverstek op houten klossen.
Achtergevel (complex)
De gevel is drie bouwlagen hoog en opgetrokken in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met iets terugliggend voegwerk.
Op de begane grond bevindt zich aan de linkerzijde een gecombineerde deur- en vensteropening. In de deuropening bevindt zich een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. In de vensteropening bevindt zich een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Dit geveldeel behoort tot de winkelruimte Vrieseweg 107.
Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Dit geveldeel vormt de entree tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1A.
Hiernaast bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen en rechts daarvan een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Dit geveldeel vormt de entree tot de winkelruimte Vrieseweg 109.
In het midden is op de begane grond een poort gespaard, die is voorzien van een segmentboog. De aansluitende doorgang geeft toegang tot de Vrieseweg.
Hiernaast bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur en een tweeruits bovenlicht en rechts daarvan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen. Dit geveldeel vormde oorspronkelijk de entree tot de winkelruimte Vrieseweg 113 en nu tot de winkelruimte en de bovenwoning.
Hiernaast bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Dit geveldeel vormt de entree tot de bovenwoning Clara en Mariahof 21.
Geheel aan de rechter zijde op de begane grond is een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam en rechts hiervan een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een glasdeur met bovenlicht en rechts daarvan een kozijn met bovenlicht met vast glas. Dit geveldeel behoort tot de winkelruimte Vrieseweg 115.
Over de volle breedte van de gevel kraagt op de verdieping een betonnen balkon op consoles uit, begrensd door een ijzeren spijlenhekwerk. Op het balkon staan vier kleine gemetselde bergingen met een plat dak en een houten deur gericht naar het balkon waar de berging bij hoort.
Aan de linkerzijde bevindt zich op de eerste verdieping een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen. Rechts hiervan bevindt zich een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. In de vensteropening bevindt zich een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen en rechts hiervan een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1A.
Rechts hiervan bevindt zich op de eerste verdieping een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. In de vensteropening zit een drieruits onderraam met een ongedeeld bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een pui met centraal een deuropening met dubbele deuren met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een dubbel tweeruits bovenlicht met aan weerszijden een vensteropening met een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Alle vensters zijn voorzien van dichte rolluiken.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1.
Rechts van het midden bevindt zich op de eerste verdieping een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. In de vensteropening bevindt zich een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam met rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 22.
De gevel van de bovenwoning Clara en Mariahof 21 ligt rechts van nummer 22 en is identiek hieraan.
Zijgevels
De zij(top)gevels zijn uitgevoerd in donkerrode baksteen in kruisverband met platvolle voeg. De gevels zijn, voor zover uitstekend boven de buurpanden, blind uitgevoerd.
Doorgang
De muren zijn opgetrokken in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met iets terugliggend voegwerk. Aan de zijde van de Vrieseweg is in een gevelopening een iets naar buiten stekend kozijn met een ongedeeld winkelraam. Aan de zijde van het Clara en Mariahof bevindt zich een deuropening met een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel. De deuropeningen behoren tot de bovenwoningen Clara en Mariahof 1a (rechts) Clara en Mariahof 22 (links).
Kap
De dakvlakken van het doorlopende zadeldak zijn gedekt met rode opnieuw verbeterde Hollandse pannen. In het voordakvlak diverse daklichten.
In de nok en in het achterdakvlak staan twee respectievelijk vijf gemetselde schoorstenen.
Per woning is in het achterdakvlak een dakkapel opgenomen, waarin een deur als toegang tot het terras op zolderniveau.
Beschrijving interieur per bouwlaag
De kelder en de begane grond behoren tot de winkelruimte Vrieseweg 107. Er is geen gelegenheid geboden tot opname.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is onderdeel van een complex dat cultuurhistorische waarde heeft als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke naoorlogse ontwikkeling van Dordrecht. Mede typologisch van belang als poortgebouw en door de menging in één complex van de commerciële - en woonfunctie.
Verder van belang als onderdeel van het oeuvre van de Dordtse architect B. van Bilderbeek.
Architectonische waarde
Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en representatief voorbeeld is van het vroege naoorlogse bouwen. De architectonische opzet en detaillering zijn karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is met name extern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is onderdeel van een complex dat een markant en door de bouwstijl enigszins opvallend onderdeel is van de gesloten straatwand.
Unieke waarde
In architectonisch, stedenbouwkundig en bouwkundig opzicht heeft het object zeldzaamheidswaarde, als poortgebouw opgenomen in een gesloten straatwand, als complex in een gevelwand met van oorsprong vooral individuele panden, typologisch als naoorlogs woon- en winkelblok en in een bouwstijl die in de negentiende-eeuwse schil nauwelijks voorkomt.
Bijlage
-
9122069.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 109
- Datering: 1954
- Oorspronkelijke functie: Winkel
- Bouwstijl: Delftse School
- Architect: van Bilderbeek & Basters
- Postcode: 3311NV
Algemene beschrijving
Winkelruimte als onderdeel van een complex van vier winkels (Vrieseweg 107, 109, 113 en 115) en vier bovenwoningen (Clara en Mariahof 1, 1A, 21 en 22).
Ligging
De winkel is gelegen in de negentiende-eeuwse schil en vormt onderdeel van een gesloten gevelwand. Het is een poortcomplex dat toegang geeft tot de Clara en Mariahof.
Hoofdvorm
Bouwblok met een parallellogram als grondplan in drie bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 ontwikkelde het noordoostelijk gedeelte van de negentiende-eeuwse schil zich binnen de oudere stedenbouwkundige structuur van Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg. Secundaire wegen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
In het eerste kwart van de twintigste eeuw worden meerdere bestaande gebouwen vervangen door kwalitatief betere panden. De bouw van panden loopt nog door tot de Tweede Wereldoorlog.
De achter de Vrieseweg gesitueerde Clara en Mariahof werd in 1880 gesticht door gemeenteraadslid en koekenbakker Marinus Kemp. De huisjes waren bestemd voor weduwen en vrouwelijke wezen uit de gegoede stand, die waren verarmd. Het neoclassicistische hofje was oorspronkelijk samengesteld uit 3 rijen met in totaal 19, in gepleisterde baksteen opgetrokken woningen. In de poortdoorgang waren poortwoningen en voor verhuur bestemde winkels. In 1944 werd de toegang naar het hofje zwaar beschadigd door een Engelse bom, bestemd voor de verderop - in het park - gelegen villa Merwestein.
Op 4 januari 1954 wordt aan de Regenten van het Clara en Mariahof vergunning verleend voor het bouwen van vier winkelhuizen met vier bovenwoningen, naar het ontwerp van architectenbureau Van Bilderbeek & Reus.
B. van Bilderbeek (Amsterdam in 1876 / Dordrecht in 1955) werd opgeleid en gevormd tot architect in Amsterdam waar hij met name bij het architectenbureau van de gebroeders Van Gendt de kneepjes van het vak leerde. In Dordrecht kreeg Van Bilderbeek tal van mogelijkheden om zijn liefde voor het vak voor behoud van historisch erfgoed tot uitdrukking te brengen. Naast het realiseren van nieuwe werken nam hij zitting in diverse beroeps- en culturele commissies in Dordrecht waarbij onder meer aandacht werd gevraagd voor de oude stad. Ook was hij betrokken bij de restauraties van diverse monumentale kerken, kerktorens en poortgebouwen in den lande.
Van Bilderbeek werd geboren in Amsterdam en volgde er zijn opleiding aan de Ambachtsschool en aan de tekenschool. Hij begon zijn carriere rond 1895 als architect bij het architectenbureau Van Gendt waar hij ongeveer 11 tot 12 jaar werkte. Wonend en werkzaam in Amsterdam was hij jarenlang lid van het Genootschap Architectura et Amicia dat in die tijd onder voorzitterschap stond van H.P. Berlage. Hier ontmoette hij tal van architecten uit het Amsterdamse circuit.
Van Bilderbeek vestigde zich in 1906 in Dordrecht aan de Buiten Walevest. De belangrijkste reden voor zijn verhuizing was het feit dat hij de leiding voerde over de bouw van een bijkantoor voor De Nederlandsche Bank aan de Wijnstraat in Dordrecht naar ontwerp van A.D.N. en J.G. van Gendt. Na voltooiing van dit monumentale pand met diverse historiserende onderdelen bleef Van Bilderbeek in Dordrecht wonen. Er volgden tal van nieuwe opdrachten in Dordrecht zoals het ontwerpen van Villa Cronenburgh in 1906 en in 1912 een vrijstaande villa aan het Oranjepark, Villa Berckensteyn,1912. Behalve het ontwerp voor architectonische projecten was Van Bilderbeek ook actief als interieurarchitect en ontwierp hij tal van meubels, hang- en sluitwerkonderdelen en lampen.
In 1917 associeerde Van Bilderbeek zich met architect H.A. Reus (1872-1935). Reus was opgeleid aan de Rotterdamse Academie voor Bouwkunst en al vanaf 1892 werkzaam in Dordrecht. Het duo werkte niet alleen tientallen jaren samen aan tal van projecten in Dordrecht maar verrichtten ook, met name restauratiewerkzaamheden, buiten de stad.
Na de oorlog in 1945, toen Reus inmiddels was overleden, werd C.C. Basters de nieuwe compagnon van Van Bilderbeek. Het bureau droeg tot 1956 de naam Van Bilderbeek & Basters. Later werd het bureau Basters en De Vries en tegenwoordig heet het bureau Lugten Malschaert Architecten (Dordrecht).
Beschrijving exterieur per gevel
Vrieseweg 109 betreft de winkelruimte aan de rechter zijde van de centrale poortdoorgang.
Voorgevel (complex)
De gevel telt drie bouwlagen en is tot 2/3 hoogte van de begane grond opgetrokken in witte baksteen in halfsteens verband met enigszins terugliggend voegwerk. Het opgaande werk is uitgevoerd in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met platvol voegwerk.
De gevel bezit aan weerszijden van een smal middengedeelte twee brede vrijwel identiek uitgevoerde beuken.
In het middengedeelte is op de begane grond een poort gespaard, die is gesloten met een segmentboog. De aansluitende doorgang geeft toegang tot het achtergelegen hofje. De dagkanten zijn op een hardstenen basement/schampblok uitgevoerd in kalksteen als geprofileerde lijst. Op de sluitsteen staat boven bloemranken de naam "CLARA EN MARIAHOF" vermeld.
Op de eerste verdieping boven de doorgang bevindt zich een vensteropening met boven de kunststenen lekdorpel in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.
Op de tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met boven de kunststenen lekdorpel een drielicht met een vierruits (midden) respectievelijk tweeruits (zijkanten) onderraam en een tweeruits respectievelijk ongedeeld bovenraam.
Het middengedeelte wordt bekroond met een Vlaamse gevel, die wordt beëindigd met een kunststenen gelijste dekplaat, die opwaarts is gebogen tussen rechte schouders.
Elke beuk bezit op de begane grond een vrijwel gevelbrede opening met daarin een winkelpui op een gemetselde lage borstwering. De winkelpui bestaat uit een ongedeeld winkelraam en een daarop aansluitend schuin naar binnen gericht smal ongedeeld winkelraam in aansluiting op het aan de rechter zijde terugliggende deurkozijn met een deur met een ongedeeld glaspaneel. Het vierruits bovenraam ligt in lijn met de gevel en is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Voor de deur is het portaal achter een hardstenen dorpel voorzien van een tegelvloer.In de muur naast de deuropening is een smalle vitrine opgenomen.
Onder het grote winkelraam is een kelderlicht opgenomen.
Op de eerste verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met boven de kunststenen lekdorpel in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.
Op de tweede verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met boven de kunststenen lekdorpel een tweelicht met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.
De gevel wordt beëindigd door een houten gelijst gootoverstek op houten klossen.
Achtergevel (complex)
De gevel telt drie bouwlagen en is opgetrokken in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met iets terugliggend voegwerk.
Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Dit geveldeel behoort tot de winkelruimte Vrieseweg 107.
Rechts hiervan een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Dit geveldeel vormt de entree tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1A.
Hiernaast bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen en rechts daarvan een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Dit geveldeel vormt de entree tot de winkelruimte Vrieseweg 109.
In het midden is op de begane grond een poort gespaard, die is gesloten met een segmentboog. De aansluitende doorgang geeft toegang tot de Vrieseweg.
Hiernaast bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur en een tweeruits bovenlicht en rechts daarvan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen. Dit geveldeel vormde oorspronkelijk de entree tot de winkelruimte Vrieseweg 113 en nu tot de winkelruimte en de bovenwoning.
Hiernaast bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Dit geveldeel vormt de entree tot de bovenwoning Clara en Mariahof 21.
Geheel aan de rechter zijde op de begane grond is een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam en rechts hiervan een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een glasdeur met bovenlicht en rechts daarvan een kozijn met bovenlicht met vast glas. Dit geveldeel behoort tot de winkelruimte Vrieseweg 115.
Over de volle breedte van de gevel kraagt op de verdieping een betonnen balkon op consoles uit, begrensd door een ijzeren spijlenhekwerk. Op het balkon staan vier kleine gemetselde bergingen met een plat dak en een houten deur gericht naar het balkon waar de berging bij hoort.
Aan de linkerzijde bevindt zich op de eerste verdieping een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen. Rechts hiervan bevindt zich een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. In de vensteropening bevindt zich een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen en rechts hiervan een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1A.
Rechts hiervan bevindt zich op de eerste verdieping een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een pui met centraal een deuropening met dubbele deuren met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een dubbel tweeruits bovenlicht en aan weerszijden een vensteropening met een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1.
Rechts van het midden bevindt zich op de eerste verdieping een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 22.
De gevel van de bovenwoning Clara en Mariahof 21 ligt rechts van nummer 22 en is identiek hieraan.
Zijgevels
De zij(top)gevels zijn uitgevoerd in donkerrode baksteen in kruisverband met platvolle voeg. De gevels zijn, voor zover uitstekend boven de buurpanden, blind uitgevoerd.
Doorgang
De muren zijn opgetrokken in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met iets terugliggend voegwerk. Aan de zijde van de Vrieseweg is in een gevelopening een iets naar buiten stekend kozijn met een ongedeeld winkelraam. Aan de zijde van het Clara en Mariahof bevindt zich een deuropening met een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel. De deuropeningen behoren tot de bovenwoningen Clara en Mariahof 1a (rechts) Clara en Mariahof 22 (links).
Kap
De dakvlakken van het doorlopende zadeldak zijn gedekt met rode opnieuw verbeterde Hollandse pannen.
In de nok en in het achterdakvlak staan twee respectievelijk vijf gemetselde schoorstenen.
Per woning is in het achterdakvlak een dakkapel opgenomen, waarin een deur als toegang tot het terras op zolderniveau.
Beschrijving interieur
De kelder en de begane grond behoren tot de winkelruimte Vrieseweg 109.
Er is geen gelegenheid geboden tot opname.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is onderdeel van een complex dat cultuurhistorische waarde heeft als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke naoorlogse ontwikkeling van Dordrecht. Mede typologisch van belang als poortgebouw en door de menging in één complex van de commerciële - en woonfunctie.
Verder van belang als onderdeel van het oeuvre van de Dordtse architect B. van Bilderbeek.
Architectonische waarde
Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en representatief voorbeeld is van het vroege naoorlogse bouwen. De architectonische opzet en detaillering zijn karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is met name extern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven.De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is onderdeel van een complex dat een markant en door de bouwstijl enigszins opvallend onderdeel is van de gesloten straatwand.
Unieke waarde
In architectonisch, stedenbouwkundig en bouwkundig opzicht heeft het object zeldzaamheidswaarde, als poortgebouw opgenomen in een gesloten straatwand, als complex in een gevelwand met van oorsprong vooral individuele panden, typologisch als naoorlogs woon- en winkelblok en in een bouwstijl die in de negentiende-eeuwse schil nauwelijks voorkomt.
Bijlage
-
9122070.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 113
- Datering: 1954
- Oorspronkelijke functie: Winkel
- Bouwstijl: Delftse School
- Architect: van Bilderbeek & Basters
- Postcode: 3311NV
Algemene beschrijving
Winkelruimte als onderdeel van een complex van vier winkels (Vrieseweg 107, 109, 113 en 115) en vier bovenwoningen (Clara en Mariahof 1, 1A, 21 en 22).
Ligging
De winkel is gelegen in de negentiende-eeuwse schil en vormt onderdeel van een complex in een gesloten gevelwand. Het is een poortcomplex dat toegang geeft tot de Clara en Mariahof.
Hoofdvorm
Bouwblok met een parallellogram als grondplan in drie bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 ontwikkelde zich het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil zich binnen de oudere stedenbouwkundige structuur van Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en Vrieseweg. Secundaire wegen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
In het eerste kwart van de twintigste eeuw worden meerdere bestaande gebouwen vervangen door kwalitatief betere panden. De bouw van panden loopt nog door tot de Tweede Wereldoorlog.
De achter de Vrieseweg gesitueerde Clara en Mariahof werd in 1880 gesticht door gemeenteraadslid en koekenbakker Marinus Kemp. De huisjes waren bestemd voor weduwen en vrouwelijke wezen uit de gegoede stand, die waren verarmd. Het neoclassicistische hofje was oorspronkelijk samengesteld uit 3 rijen met in totaal 19, in gepleisterde baksteen opgetrokken woningen. In de poortdoorgang waren poortwoningen en voor verhuur bestemde winkels. In 1944 werd de toegang naar het hofje zwaar beschadigd door een Engelse bom, bestemd voor de verderop - in het park - gelegen villa Merwestein.
Op 4 januari 1954 wordt aan de Regenten van het Clara en Mariahof vergunning verleend voor het bouwen van vier winkelhuizen met vier bovenwoningen, naar het ontwerp van architectenbureau Van Bilderbeek & Reus.
B. van Bilderbeek (Amsterdam in 1876 / Dordrecht in 1955) werd opgeleid en gevormd tot architect in Amsterdam waar hij met name bij het architectenbureau van de gebroeders Van Gendt de kneepjes van het vak leerde. In Dordrecht kreeg Van Bilderbeek tal van mogelijkheden om zijn liefde voor het vak voor behoud van historisch erfgoed tot uitdrukking te brengen. Naast het realiseren van nieuwe werken nam hij zitting in diverse beroeps- en culturele commissies in Dordrecht waarbij onder meer aandacht werd gevraagd voor de oude stad. Ook was hij betrokken bij de restauraties van diverse monumentale kerken, kerktorens en poortgebouwen in den lande.
Van Bilderbeek werd geboren in Amsterdam en volgde er zijn opleiding aan de Ambachtsschool en aan de tekenschool. Hij begon zijn carriere rond 1895 als architect bij het architectenbureau Van Gendt waar hij ongeveer 11 tot 12 jaar werkte. Wonend en werkzaam in Amsterdam was hij jarenlang lid van het Genootschap Architectura et Amicia dat in die tijd onder voorzitterschap stond van H.P. Berlage. Hier ontmoette hij tal van architecten uit het Amsterdamse circuit.
Van Bilderbeek vestigde zich in 1906 in Dordrecht aan de Buiten Walevest. De belangrijkste reden voor zijn verhuizing was het feit dat hij de leiding voerde over de bouw van een bijkantoor voor De Nederlandsche Bank aan de Wijnstraat in Dordrecht naar ontwerp van A.D.N. en J.G. van Gendt. Na voltooiing van dit monumentale pand met diverse historiserende onderdelen bleef Van Bilderbeek in Dordrecht wonen. Er volgden tal van nieuwe opdrachten in Dordrecht zoals het in opdracht van zijn oom ontwerpen van huize Cronenburch in 1906 en de in traditionalistische stijl ontworpen villa Berckensteyn aan in 1912. Behalve het ontwerp voor architectonische projecten was Van Bilderbeek ook actief als interieurarchitect en ontwierp hij tal van meubels, hang- en sluitwerkonderdelen en lampen.
In 1917 associeerde Van Bilderbeek zich met architect H.A. Reus (1872-1935). Reus was opgeleid aan de Rotterdamse Academie voor Bouwkunst en al vanaf 1892 werkzaam in Dordrecht. Het duo werkte niet alleen tientallen jaren samen aan tal van projecten in Dordrecht maar verrichtten ook, met name restauratiewerkzaamheden, buiten de stad.
Na de oorlog in 1945, toen Reus inmiddels was overleden, werd C.C. Basters de nieuwe compagnon van Van Bilderbeek. Het bureau droeg tot 1956 de naam Van Bilderbeek & Basters. Later werd het bureau Basters en De Vries en tegenwoordig heet het bureau Lugten Malschaert Architecten (Dordrecht).
Complex
Poortgebouw in drie bouwlagen met zadeldak.
Beschrijving exterieur per gevel
Vrieseweg 113 betreft de winkelruimte links van de doorgang.
Voorgevel (complex)
De gevel telt drie bouwlagen en is tot 2/3 hoogte van de begane grond opgetrokken in witte baksteen in halfsteens verband met enigszins terugliggend voegwerk. Het opgaande werk is uitgevoerd in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met platvol voegwerk.
De gevel heeft aan weerszijden van een smal middengedeelte twee brede vrijwel identiek uitgevoerde beuken.
In het middengedeelte is op de begane grond een poort gespaard, die is gesloten met een segmentboog. De aansluitende doorgang geeft toegang tot het achtergelegen hofje. De dagkanten zijn op een hardstenen basement/schampblok uitgevoerd in kalksteen als geprofileerde lijst. Op de sluitsteen staat boven bloemranken de naam "CLARA EN MARIAHOF" vermeld.
Op de eerste verdieping boven de doorgang bevindt zich een vensteropening met boven de kunststenen lekdorpel in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.
Op de tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met boven de kunststenen lekdorpel een drielicht met een vierruits (midden) respectievelijk tweeruits (zijkanten) onderraam en een tweeruits respectievelijk ongedeeld bovenraam.
Het middengedeelte wordt bekroond met een Vlaamse gevel, die wordt beëindigd met een kunststenen gelijste dekplaat, die opwaarts is gebogen tussen rechte schouders.
Elke beuk bezit op de begane grond een vrijwel gevelbrede opening met daarin een winkelpui op een gemetselde lage borstwering. De winkelpui bestaat uit een ongedeeld winkelraam en een daarop aansluitend schuin naar binnen gericht smal ongedeeld winkelraam in aansluiting op het aan de rechter zijde terugliggende deurkozijn met een deur met een ongedeeld glaspaneel. Het vierruits bovenraam ligt in lijn met de gevel en is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Voor de deur is het portaal achter een hardstenen dorpel voorzien van een tegelvloer.In de muur naast de deuropening is een smalle vitrine opgenomen.
Onder het grote winkelraam is een kelderlicht opgenomen.
Op de eerste verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met boven de kunststenen lekdorpel in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.
Op de tweede verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met boven de kunststenen lekdorpel een tweelicht met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.
De gevel wordt beëindigd door een houten gelijst gootoverstek op houten klossen.
Achtergevel (complex)
De gevel telt drie bouwlagen en is opgetrokken in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met iets terugliggend voegwerk.
Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Dit geveldeel behoort tot de winkelruimte Vrieseweg 107.
Rechts hiervan een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Dit geveldeel vormt de entree tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1A.
Hiernaast bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen en rechts daarvan een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Dit geveldeel vormt de entree tot de winkelruimte Vrieseweg 109.
In het midden is op de begane grond een poort gespaard, die is gesloten met een segmentboog. De aansluitende doorgang geeft toegang tot de Vrieseweg. Hiernaast bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur en een tweeruits bovenlicht en rechts daarvan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen. Dit geveldeel vormde oorspronkelijk de entree tot de winkelruimte Vrieseweg 113 en nu tot de winkelruimte en de bovenwoning.
Hiernaast bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Dit geveldeel vormt de entree tot de bovenwoning Clara en Mariahof 21. Geheel aan de rechter zijde op de begane grond is een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam en rechts hiervan een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een glasdeur met bovenlicht en rechts daarvan een kozijn met bovenlicht met vast glas. Dit geveldeel behoort tot de winkelruimte Vrieseweg 115.
Over de volle breedte van de gevel kraagt op de verdieping een betonnen balkon op consoles uit, begrensd door een ijzeren spijlenhekwerk. Op het balkon staan vier kleine gemetselde bergingen met een plat dak en een houten deur gericht naar het balkon waar de berging bij hoort.
Aan de linkerzijde bevindt zich op de eerste verdieping een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen. Rechts hiervan bevindt zich een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. In de vensteropening bevindt zich een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen en rechts hiervan een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1A.
Rechts hiervan bevindt zich op de eerste verdieping een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een pui met centraal een deuropening met dubbele deuren met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een dubbel tweeruits bovenlicht en aan weerszijden een vensteropening met een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrenst door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1.
Rechts van het midden bevindt zich op de eerste verdieping een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrenst door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 22.
De gevel van de bovenwoning Clara en Mariahof 21 ligt rechts van nummer 22 en is identiek hieraan.
Zijgevels
De zij(top)gevels zijn uitgevoerd in donkerrode baksteen in kruisverband met platvolle voeg. De gevels zijn, voor zover uitstekend boven de buurpanden, blind uitgevoerd.
Doorgang
De muren zijn opgetrokken in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met iets terugliggend voegwerk. Aan de zijde van de Vrieseweg is in een gevelopening een iets naar buiten stekend kozijn met een ongedeeld winkelraam. Aan de zijde van het Clara en Mariahof bevindt zich een deuropening met een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel. De deuropeningen behoren tot de bovenwoningen Clara en Mariahof 1a (rechts) Clara en Mariahof 22 (links).
Kap
De dakvlakken van het doorlopende zadeldak zijn gedekt met rode opnieuw verbeterde Hollandse pannen. In het voordakvlak diverse daklichten.
In de nok en in het achterdakvlak staan twee respectievelijk vijf gemetselde schoorstenen.
Per woning is in het achterdakvlak een dakkapel opgenomen, waarin een deur als toegang tot het terras op zolderniveau.
Beschrijving interieur per bouwlaag
De kelder en de begane grond behoren tot de winkelruimte Vrieseweg 113.
Er is geen gelegenheid geboden tot opname.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is onderdeel van een complex dat cultuurhistorische waarde heeft als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke naoorlogse ontwikkeling van Dordrecht. Mede typologisch van belang als poortgebouw en door de menging in één complex van de commerciële - en woonfunctie.
Verder van belang als onderdeel van het oeuvre van de Dordtse architect B. van Bilderbeek.
Architectonische waarde
Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en representatief voorbeeld is van het vroege naoorlogse bouwen. De architectonische opzet en detaillering zijn karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is met name extern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven.De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is onderdeel van een complex dat een markant en door de bouwstijl enigszins opvallend onderdeel is van de gesloten straatwand.
Unieke waarde
In architectonisch, stedenbouwkundig en bouwkundig opzicht heeft het object zeldzaamheidswaarde, als poortgebouw opgenomen in een gesloten straatwand, als complex in een gevelwand met van oorsprong vooral individuele panden, typologisch als naoorlogs woon- en winkelblok en in een bouwstijl die in de negentiende-eeuwse schil nauwelijks voorkomt.
Bijlage
-
9122071.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 115
- Datering: 1954
- Oorspronkelijke functie: Winkel
- Bouwstijl: Delftse School
- Architect: van Bilderbeek & Basters
- Postcode: 3311NV
Algemene beschrijving
Winkelruimte als onderdeel van een complex van vier winkels (Vrieseweg 107, 109, 113 en 115) en vier bovenwoningen (Clara en Mariahof 1, 1A, 21 en 22).
Ligging
De winkel is gelegen in de negentiende-eeuwse schil en vormt onderdeel van een complex in een gesloten gevelwand. Het is een poortcomplex dat toegang geeft tot de Clara en Mariahof.
Hoofdvorm
Bouwblok met een parallellogram als grondplan in drie bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Vanaf 1860 ontwikkelde het noordoostelijk gedeelte van de negentiende-eeuwse schil zich binnen de oudere stedenbouwkundige structuur van Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg. Secundaire wegen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.
In het eerste kwart van de twintigste eeuw worden meerdere bestaande gebouwen vervangen door kwalitatief betere panden. De bouw van panden loopt nog door tot de Tweede Wereldoorlog.
De achter de Vrieseweg gesitueerde Clara en Mariahof werd in 1880 gesticht door gemeenteraadslid en koekenbakker Marinus Kemp. De huisjes waren bestemd voor weduwen en vrouwelijke wezen uit de gegoede stand, die waren verarmd. Het neoclassicistische hofje was oorspronkelijk samengesteld uit 3 rijen met in totaal 19, in gepleisterde baksteen opgetrokken woningen. In de poortdoorgang waren poortwoningen en voor verhuur bestemde winkels. In 1944 werd de toegang naar het hofje zwaar beschadigd door een Engelse bom, bestemd voor de verderop - in het park - gelegen villa Merwestein.
Op 4 januari 1954 wordt aan de Regenten van de Clara en Mariahof vergunning verleend voor het bouwen van vier winkelhuizen met vier bovenwoningen, naar het ontwerp van architectenbureau Van Bilderbeek & Basters.
B. van Bilderbeek (Amsterdam in 1876 / Dordrecht in 1955) werd opgeleid en gevormd tot architect in Amsterdam waar hij met name bij het architectenbureau van de gebroeders Van Gendt de kneepjes van het vak leerde. In Dordrecht kreeg Van Bilderbeek tal van mogelijkheden om zijn liefde voor het vak voor behoud van historisch erfgoed tot uitdrukking te brengen. Naast het realiseren van nieuwe werken nam hij zitting in diverse beroeps- en culturele commissies in Dordrecht waarbij onder meer aandacht werd gevraagd voor de oude stad. Ook was hij betrokken bij de restauraties van diverse monumentale kerken, kerktorens en poortgebouwen in den lande.
Van Bilderbeek werd geboren in Amsterdam en volgde er zijn opleiding aan de Ambachtsschool en aan de tekenschool. Hij begon zijn carrière rond 1895 als architect bij het architectenbureau Van Gendt waar hij ongeveer 11 tot 12 jaar werkte. Wonend en werkzaam in Amsterdam was hij jarenlang lid van het Genootschap Architectura et Amicitia dat in die tijd onder voorzitterschap stond van H.P. Berlage. Hier ontmoette hij tal van architecten uit het Amsterdamse circuit.
Van Bilderbeek vestigde zich in 1906 in Dordrecht aan de Buiten Walevest. De belangrijkste reden voor zijn verhuizing was het feit dat hij de leiding voerde over de bouw van een bijkantoor voor De Nederlandsche Bank aan de Wijnstraat in Dordrecht naar ontwerp van A.D.N. en J.G. van Gendt. Na voltooiing van dit monumentale pand met diverse historiserende onderdelen bleef Van Bilderbeek in Dordrecht wonen. Er volgden tal van nieuwe opdrachten in Dordrecht zoals het in opdracht van zijn oom ontwerpen van huize Cronenburch in 1906 en de in traditionalistische stijl ontworpen villa Berckensteyn aan in 1912. Behalve het ontwerp voor architectonische projecten was Van Bilderbeek ook actief als interieurarchitect en ontwierp hij tal van meubels, hang- en sluitwerkonderdelen en lampen.
In 1917 associeerde Van Bilderbeek zich met architect H.A. Reus (1872-1935). Reus was opgeleid aan de Rotterdamse Academie voor Bouwkunst en al vanaf 1892 werkzaam in Dordrecht. Het duo werkte niet alleen tientallen jaren samen aan tal van projecten in Dordrecht maar verrichtten ook, met name restauratiewerkzaamheden, buiten de stad.
Na de oorlog in 1945, toen Reus inmiddels was overleden, werd C.C. Basters de nieuwe compagnon van Van Bilderbeek. Het bureau droeg tot 1956 de naam Van Bilderbeek & Basters. Later werd het bureau Basters en De Vries en tegenwoordig heet het bureau Lugten Malschaert Architecten (Dordrecht).
Complex
Poortgebouw in drie bouwlagen met zadeldak.
Beschrijving exterieur complex, per gevel
Vrieseweg 115 betreft de winkelruimte aan de uiterst linker zijde van het complex.
Voorgevel complex
De voorgevel telt drie bouwlagen en is tot 2/3 hoogte van de begane grond opgetrokken in witte baksteen in halfsteens verband met enigszins terugliggend voegwerk.
Het opgaande werk is uitgevoerd in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met platvol voegwerk.
De gevel heeft aan weerszijden van een smal middengedeelte twee brede vrijwel identiek uitgevoerde beuken. In het middengedeelte is op de begane grond een poort gespaard, die is gesloten met een segmentboog. De aansluitende doorgang geeft toegang tot het achtergelegen hofje. De dagkanten zijn op een hardstenen basement/schampblok uitgevoerd in kalksteen als geprofileerde lijst. Op de sluitsteen staat boven bloemranken de naam "CLARA EN MARIAHOF" vermeld.
Op de eerste verdieping boven de doorgang bevindt zich een vensteropening met boven de kunststenen lekdorpel in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.
Op de tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met boven de kunststenen lekdorpel een drielicht met een vierruits (midden) respectievelijk tweeruits (zijkanten) onderraam en een tweeruits respectievelijk ongedeeld bovenraam.
Het middengedeelte wordt bekroond met een Vlaamse gevel, die wordt beëindigd met een kunststenen gelijste dekplaat, die opwaarts is gebogen tussen rechte schouders.
Elke beuk bezit op de begane grond een vrijwel gevelbrede opening met daarin een winkelpui op een gemetselde lage borstwering. De winkelpui bestaat uit een ongedeeld winkelraam en een daarop aansluitend schuin naar binnen gericht smal ongedeeld winkelraam in aansluiting op het aan de rechter zijde terugliggende deurkozijn met een deur met een ongedeeld glaspaneel. Het vierruits bovenraam ligt in lijn met de gevel en is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Voor de deur is het portaal achter een hardstenen dorpel voorzien van een tegelvloer.In de muur naast de deuropening is een smalle vitrine opgenomen.
Onder het grote winkelraam is een kelderlicht opgenomen.
Op de eerste verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met boven de kunststenen lekdorpel in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.
Op de tweede verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met boven de kunststenen lekdorpel een tweelicht met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.
De gevel wordt beëindigd door een houten gelijst gootoverstek op houten klossen.
Achtergevel (complex)
De gevel is drie bouwlagen hoog en is opgetrokken in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met iets terugliggend voegwerk.
Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Dit geveldeel behoort tot de winkelruimte Vrieseweg 107.
Rechts hiervan een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Dit geveldeel vormt de entree tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1A.
Hiernaast bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen en rechts daarvan een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Dit geveldeel vormt de entree tot de winkelruimte Vrieseweg 109.
In het midden is op de begane grond een poort gespaard, die is gesloten met een segmentboog. De aansluitende doorgang geeft toegang tot de Vrieseweg. Hiernaast bevindt zich een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur en een tweeruits bovenlicht en rechts daarvan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen. Dit geveldeel vormde oorspronkelijk de entree tot de winkelruimte Vrieseweg 113 en nu tot de winkelruimte en de bovenwoning.
Hiernaast bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Dit geveldeel vormt de entree tot de bovenwoning Clara en Mariahof 21.
Geheel aan de rechter zijde op de begane grond is een kleine hoog geplaatste vensteropening met een ongedeeld raam en rechts hiervan een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een glasdeur met bovenlicht en rechts daarvan een kozijn met bovenlicht met vast glas. Dit geveldeel behoort tot de winkelruimte Vrieseweg 115.
Over de volle breedte van de gevel kraagt op de verdieping een betonnen balkon op consoles uit, begrensd door een ijzeren spijlenhekwerk. Op het balkon staan vier kleine gemetselde bergingen met een plat dak en een houten deur gericht naar het balkon waar de berging bij hoort.
Aan de linkerzijde bevindt zich op de eerste verdieping een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen. Rechts hiervan bevindt zich een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. In de vensteropening bevindt zich een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen en rechts hiervan een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1A.
Rechts hiervan bevindt zich op de eerste verdieping een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een pui met centraal een deuropening met dubbele deuren met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een dubbel tweeruits bovenlicht en aan weerszijden een vensteropening met een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Alle vensters zijn voorzien van dichte rolluiken.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 1.
Rechts van het midden bevindt zich op de eerste verdieping een gecombineerde deur- en vensteropening, met in de deuropening een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht en in de vensteropening een drieruits onderraam en een ongedeeld bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Hierboven op de tweede verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam en rechts hiervan een vensteropening met een tweelicht met vierruits onderramen en tweeruits bovenramen.
Op zolderniveau is het dak teruggelegd ten behoeve van een balkon, begrensd door het hoger opgetrokken gevelmetselwerk.
Dit geveldeel behoort tot de bovenwoning Clara en Mariahof 22.
De gevel van de bovenwoning Clara en Mariahof 21 ligt rechts van nummer 22 en is identiek hieraan.
Zijgevels
De zij(top)gevels zijn uitgevoerd in donkerrode baksteen in kruisverband met platvolle voeg. De gevels zijn, voor zover uitstekend boven de buurpanden, blind uitgevoerd.
Doorgang
De muren zijn opgetrokken in gemêleerd roodbruine baksteen in wildverband met iets terugliggend voegwerk. Aan de zijde van de Vrieseweg is in een gevelopening een iets naar buiten stekend kozijn met een ongedeeld winkelraam. Aan de zijde van het Clara en Mariahof bevindt zich een deuropening met een deur met een dicht onderpaneel en meerruits glaspaneel. De deuropeningen behoren tot de bovenwoningen Clara en Mariahof 1a (rechts) Clara en Mariahof 22 (links).
Kap
De dakvlakken van het doorlopende zadeldak zijn gedekt met rode opnieuw verbeterde Hollandse pannen. In het voordakvlak diverse daklichten.
In de nok en in het achterdakvlak staan twee respectievelijk vijf gemetselde schoorstenen.
Per woning is in het achterdakvlak een dakkapel opgenomen, waarin een deur als toegang tot het terras op zolderniveau.
Beschrijving interieur per bouwlaag
De kelder en de begane grond behoren tot de winkelruimte Vrieseweg 115.
Kelder
Het gehele pand is onderkelderd. Een rechte steektrap leidt vanuit de winkelruimte naar het kelderniveau.
Begane grond
De winkelruimte loopt van voor tot achter met op circa tweederde rechts de deur naar de kelder. Toegang tot kelder middels rechte steektrap. Rechts achterin toilet.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is onderdeel van een complex dat cultuurhistorische waarde heeft als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke naoorlogse ontwikkeling van Dordrecht. Mede typologisch van belang als poortgebouw en door de menging in één complex van de commerciële - en woonfunctie.
Verder van belang als onderdeel van het oeuvre van de Dordtse architect B. van Bilderbeek.
Architectonische waarde
Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en representatief voorbeeld is van het vroege naoorlogse bouwen. De architectonische opzet en detaillering zijn karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is met name extern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven.De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is onderdeel van een complex dat een markant en door de bouwstijl enigszins opvallend onderdeel is van de gesloten straatwand.
Unieke waarde
In architectonisch, stedenbouwkundig en bouwkundig opzicht heeft het object zeldzaamheidswaarde, als poortgebouw opgenomen in een gesloten straatwand, als complex in een gevelwand met van oorsprong vooral individuele panden, typologisch als naoorlogs woon- en winkelblok en in een bouwstijl die in de negentiende-eeuwse schil nauwelijks voorkomt.
Bijlage
-
9122072.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg 135
- Datering: 1915
- Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
- Bouwstijl: Delftse School
- Architect: van Bilderbeek
- Postcode: 3311NV
Opmerking
Als hoekpand is Vrieseweg 135 een onderdeel van het gemeentelijk monument Singel 109-111.
Bijlage
-
9121977.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Vrieseweg (gedenkbank GEB)
- Datering: 1935
- Oorspronkelijke functie: Gedenkteken
- Bouwstijl: Nieuwe Zakelijkheid
Omschrijving
Gedenkteken in de vorm van een monumentale bank, opgericht ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Gemeentelijk Energie Bedrijf. Geschonken door het personeel aan de gemeente.
Langgerekte lage houten bank ingebouwd tussen eveneens laaggehouden en haaks op elkaar gegroepeerde rechthoekige bakstenen elementen. Het horizontale karakter van de bank wordt evenwichtig gecompenseerd door de ter rechterzijde hoog oprijzende vierkante bakstenen kolom met afdekplaat. De zijvlakken van de kolom vertonen een baan naar voren springend metselwerk die smaller gehouden is dan de kolomschacht en op driekwart hoogte eindigt. De muur die de rugzijde van de bank vormt is tweezijdig om de kolom gevoerd en eindigt vooruitspringend.
Het voorvlak van de kolom bevat een steen met het opschrift "Aan de gemeente van het personeel GEB" en de jaartalaanduiding 1910-1935 in metalen cijfers. Bovenin is een vierkante klok, verdiept achter glas, met een witte wijzerplaat, zwarte wijzers en minutenaanduiding.
Het object is van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de architectonische, stedenbouwkundige en historische waarde. Het is een mooi en uniek voorbeeld van straatmeubilair, origineel vormgegeven in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid.
Bijlage
-
9121587.pdf (opent in een nieuw venster)