Tag

Visstraat

  • Visstraat 3-7
    • Naam: De Crimpert Salm / Inde Steur
    • Datering: 1608
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Renaissance
    • Postcode: 3311KX

     

    Omschrijving

    WOONHUIS "de Crimpert Salm". Vormt fraai geheel met de aangrenzende gevel "Inde Steur". Rijk versierde renaissance trapgevel, gedateerd 1608, gerestaureerd 1898, waarbij het bovendeel van de gevel werd opgevijzeld en de pui in oude stijl vernieuwd. Boven de puibalk fries met metselmozaïek met gevelsteen en twee leeuwenmaskers met ringen. De verdiepingen gescheiden door geprofileerde lijsten. Vensters verdieping binnen rechthoekige omlijstingen op muurstijlen, gedragen door maskers met Jonische kapiteeltjes. Zoldervenster met geprofileerde, halfronde boog, geflankeerd door gevelstenen. Toppilaster op leeuwenmasker, bekroond door leeuw met wapenschild. Speklagen; muurankers.

    HUIS "Inde Steur". Trapgevel met waterlijst, geblokte ontlastingsbogen, waarin gebeeldhouwde puttokopjes, speklagen en muurankers. Boven de puibalk een gevelsteen: "Inde Steur 1643". De gevel zelf is gedateerd in een cartouche boven het zoldervenster: 1660.

    Fraai gebouw van algemeen belang wegens bijzondere oudheidkundige en kunsthistorische waarde.

    Opmerking

    Verbonden met een dubbel pand rechts ervan. Dit pand valt niet onder de bescherming van het rijksmonument.

    Publicaties

    • Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.
    • De Crimpert Salm is niet het Gildehuis van de Viskopers!, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.59 2016.

    Externe links


  • Visstraat 9
    • Datering: 1909
    • Oorspronkelijke functie: Winkel
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Welsing
    • Postcode: 3311KX

     

    Algemene beschrijving

    Winkelpand.

    Ligging

    Gesitueerd in een gesloten gevelwand aan de Visstraat tussen de Voorstraat en de Loverstraat.

    Hoofdvorm

    Pand op rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Winkelarchitectuur

    Geen architectuur is zo tijdgebonden en modebewust als winkelarchitectuur. Ontworpen naar de voorkeur van het ogenblik is het een zeer betrouwbare uiting van de heersende smaak in een bepaalde periode, een vertaling van wat er leeft onder het kooplustige publiek. Maar niets wisselt zo snel als mode en smaak. Om aan de nieuwste eisen en trends tegemoet te komen zijn winkelpuien telkens weer veranderd. De nieuwe puien, die men in elke willekeurige stad in Nederland kan aantreffen, zijn helaas nogal eens in disharmonie met de gevel erboven.

    Maar in historische winkelstraten als de Voorstraat, de Grote Spuistraat en de Vriesestraat, maar ook aan het Bagijnhof en de Visstraat, zijn boven de standaard moderne puien nog verrassend fraaie staaltjes oorspronkelijke gevelarchitectuur aan te treffen. Nog opmerkelijker is het, dat hier en daar ook nog voorbeelden van prachtig ontworpen winkelpuien bewaard zijn gebleven. Blijkbaar oefent hun tijdgebonden karakter zijn eigen speciale aantrekkingskracht uit op het publiek.

    Bouwgeschiedenis

    Vanuit het oudste vestigingsgebied aan weerszijden van de Voorstraatshaven werden als uitbreiding van het bebouwde gebied loodrecht hierop de straten landinwaarts aangelegd.

    De Visstraat liep vanuit de Voorstaat in oostelijke richting naar de stadsmuur aan de Vest. De straat wordt voor het eerst vermeld in 1399 en verwijst naar de vismarkt die op de hoek met de Voorstraat werd gehouden.

    Omstreeks 1874 werd de Visstraat aan de oostzijde verbreed teneinde de nieuwe verbinding tussen het station en de binnenstad te realiseren door de Visstraat, het Bagijnhof en de Johan de Wittstraat, de brug over de Spuihaven en de Stationsstraat.

    Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelde in de nieuwe bebouwing aan die zijde. Dit pand ligt aan de westzijde van de Visstraat, zodat middeleeuwse muren of funderingen aanwezig kunnen zijn.

    Het is mogelijk dat de bouwmuren ouder zijn.

    In 1909 wordt vergunning verleend voor de bouw van een winkelpand voor de firma De Gruyter naar het ontwerp van hun huisarchitect W.G. Welsing (Arnhem). Tegelfabriek Holland uit Utrecht levert de tegeltableaus. Op 30 oktober 1909 wordt het De Gruyterfiliaal geopend.

    In de lijn van het bedrijfsbeleid wordt in 1936 de onderpui gemoderniseerd en wordt intern een deuropening naar de éénlaags aanbouw aan de achterzijde dichtgemetseld. De oorspronkelijke pui, binnen het nog bestaande kader, was symmetrisch van opzet met centraal dubbele deuren met een bossingpaneel, waarboven een ongedeeld glaspaneel. Boven het kalf met een accoladevorm bevond zich een ongedeeld bovenlicht, met bovenin een smalle drieruits verdeling met in- en uitzwenkende roeden. Aan weerszijden hiervan bevond zich op een lage borstwering een ongedeeld winkelraam, met bovenin een smalle zevenruits verdeling met in- en uitzwenkende roeden. Op de puibalk stond met opgelegde losse letters P DE GRUYTER & ZN.

    Bij de verbouwing blijft de symmetrie gehandhaafd. Centraal bevinden zich dubbele deuren met een bossingpaneel, waarboven een ongedeeld glaspaneel. Boven het kalf bevindt zich een tweeruits bovenlicht. Aan weerszijden hiervan bevindt zich op een lage borstwering een ongedeeld winkelraam. Op de puibalk staat met losse neonletters P DE GRUYTER & ZN.

    Intern blijven de tableaulandschappen in tact, maar zonder de flankerende nimfen in Jugendstil en de florale omlijsting.

    In 1950 wordt een vergunning verleend voor het plaatsen van een steiger. Onbekend is welke werkzaamheden zijn uitgevoerd.

    In 1956 wordt de winkel uitgebreid met een magazijn aan de achterzijde en op de eerste verdieping. De oorspronkelijke binnenplaats aan de rechter zijde wordt overdekt en ingedeeld met een toilet. In het magazijn komt een trap naar de verdieping, waar de scheidingsmuur wordt verwijderd om een oningedeelde ruimte te realiseren.

    De pui uit 1936 wordt binnen de oorspronkelijke omkadering gewijzigd. De entree wordt verplaatst naar links van het midden. In de deuropening worden dubbele volglazen deuren geplaatst. Boven het kalf bevindt zich een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden hiervan bevindt zich boven een lage met natuursteen beklede borstwering een pui met een smal ongedeeld raam van de terug liggende deuropening in aansluiting op het ongedeelde raam in de gevellijn.

    Waarschijnlijk worden in dit jaar de nu nog aanwezige tegeltableaus aangebracht.

    In 1970 verlaat kruidenier De Gruyter het pand.

    In 1979 wordt de pui uit 1956 binnen de oorspronkelijke omkadering gewijzigd. Links van de entree wordt een derde deuropening gemaakt met een hardglazen deur en een ongedeeld bovenlicht. De deuropening sluit aan op een portaal met de trapopgang naar de verdieping.

    Eind 2005 is een nieuwe puivulling aangebracht in hout, geïnspireerd op het oorspronkelijke ontwerp van Welsing.

    Levensmiddelenbedrijf P. de Gruyter & Zn.

    "Bekend van de geur van vers gebrande koffie, de warme kleuren van donkerrode winkelschappen en tegeltableaus en niet te vergeten het snoepje van de week".

    De geschiedenis van de kruideniersonderneming 'De Gruyter' vindt zijn oorsprong in 1881. Dan koopt Piet de Gruijter (de eigen naam wordt met een ij geschreven), zoon van Henricus, die eigenaar is van een rosgrutmolen, een grutterij in 's-Hertogenbosch. Enige jaren nadien volgt de aankoop van een eerste winkeltje in de buurt, dat hij aanpast voor de verkoop van zijn eigen producten. Hiermee wordt de kiem gelegd voor het basisprincipe van de bedrijfsvoering voor de verdere bestaansperiode van het bedrijf.

    Piet de Gruijter staat in zijn omgeving bekend als een slimme handelaar. Hij komt op het idee om de voorraad van de boeren op te kopen en die op de markt weer te verkopen tegen uiteraard een hogere prijs. Het meerverdiende geld steekt hij in eigen zak. Het bespaart de boeren immers tijd en geld, als zij hun goederen voor verkoop niet meer zelf naar de markt hoeven te vervoeren. De jongste zoon, Louis, wordt in 1862 als firmant opgenomen, wat tevens de firmanaam 'P. de Gruyter & Zn' inluidt.

    In de jaren 1890 worden vervolgens twee zonen van Louis, Lambert en Jacques, firmant. In 1916 wordt het predicaat 'Koninklijke' verleend en wordt de onderneming in een naamloze vennootschap omgezet. Zij heet voortaan 'Industrie- en Handelsmaatschappij P. de Gruyter & Zoon'.

    In 1921, als het bedrijf is uitgegroeid tot Nederlands grootste kruidenier - er zijn dan 99 winkels - wordt aan de bedrijfsleiding de zoon van Lambert, Lodewijk, toegevoegd en in 1928 nemen weer zonen van de zonen die plaats in.In 1960, op het toppunt van bloei en expansie, bestaat het concern uit 550 winkels, 17 fabrieken met samen 7500 werknemers. Maar het is de tijd van de introductie van allerlei nieuwe dingen vanuit Amerika, zoals zelfbedieningswinkels en -(super)markten. Dit zelfbedieningsconcept was reeds in 1948 ingevoerd door de Nijmeegse 'straatkruidenier op de hoek', Chr. van Woerkom.

    Ook Albert Heijn, de snel opgekomen grote concurrent met een jongere en progressievere directie dan die van De Gruyter, gaat spoedig met dit nieuwe concept experimenteren. Het slaat aan. De Gruyter tracht, in concurrentieslag met zijn grote branchegenoot, terug te slaan door een nog grotere inzet op de dienstverlening. Een nog specifieker assortiment wordt samengesteld, toegespitst op het meer kwaliteitsgerichte deel van de bevolking. Het mislukt. Te laat wordt alsnog de omslag gemaakt naar het zelfbedieningsstelsel. En tegen die tijd zijn te veel klanten reeds gewend aan andere merken bij andere winkels, achter andere gevels.

    De architectuur van De Gruyter

    De Gruyter was tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw opdrachtgever van een aantal qua vormgeving en materiaalkeuze zeer moderne en decoratieve winkelpanden in Nederland. Het bedrijf beschikte over een eigen bouwbureau met eigen architecten, waaronder W.G. Welsing en T. Wilschut.

    In Dordrecht zijn de volgende adressen bekend als vroegere De Gruytervestigingen: Visstraat 9/9a; Vrieseweg 1-3, onbekend is of hierin nog sporen van 'De Gruyter' aanwezig zijn; Voorstraat 24 (gesloopt); Krispijnseweg 25; Krommedijk 92; Vogelplein 35; Amalia van Solmstraat 23; Admiraalsplein; P.A. de Kokplein.

    Materiaalgebruik

    Aan de inrichting en de vormgeving van de winkels werd zeer veel aandacht besteed. De architecten van De Gruyter gebruikten luxueuze en kostbare materialen als hardsteen en gepolijst graniet, kleurig geglazuurde bakstenen en tegels, smeedwerk, teakhout of mahoniehout voor de puien, messing lijstwerk, marmer op de vloer, spiegelwanden, glas-in-loodramen en karakteristieke koperen silo's tussen de donkerrode winkelschappen.

    Tegeltableaus

    Aan het begin van de 20e eeuw waren slagerijen, poeliers en vishandelaren vanuit hygiënisch oogpunt verplicht om de interieurs van hun winkels te betegelen. Met de komst van de Jugendstil werd het gangbaar om kleurige tegeltableaus ook in exterieurs als decoratie en als gevelreclame aan te brengen. Dit betekende een behoorlijke impulsvoor de Nederlandse keramische industrie. Al vanaf de eerste decennia van deze eeuw werden de wanden van De Gruyterwinkels verfraaid met tegeldecoraties. In het begin met kleurige tableaus met Jugendstilmotieven maar ook tableaus met onderwerpen als de vier seizoenen met oogsttaferelen en de ambachtelijke productie van meel en graan.

    Na de oorlog plaatste De Gruyter een grote order bij plateelbakkerij Zuid-Holland in Gouda voor de levering van tegeltableaus. De firma richtte voor het produceren van deze tableaus een speciaal schildersatelier in. Veel winkels hadden oorlogsschade opgelopen en verouderde filialen werden in een nieuw jasje gestoken. De tegels werden beschilderd met voorstellingen die betrekking hadden op de producten die in de winkels werden verkocht of met afbeeldingen van de landen waar de producten vandaan kwamen. Bekende tableaus zijn onder andere 'boter' en 'jam', de landbouw en de vier jaargetijden.

    De architect W.G. Welsing (1859-1942)

    De in Arnhem geboren architect was tussen 1906 en 1925 huisarchitect van De Gruyter, die in die jaren bezig was haar keten van levensmiddelenwinkels flink uit te breiden in het gehele land. Welsing ontwierp voor de firma in welhaast elke Nederlandse stad winkels, evenals in Berlijn en Düsseldorf. O.a. in Arnhem bouwde Welsing twee winkels voor P. de Gruyter, maar hij bouwde ook villa's voor de familie.

    Voor de firma Vroom & Dreesman ontwierp hij winkelpanden in Arnhem, Den Bosch en Nijmegen.

    Architect Welsing combineerde in zijn ontwerp vaak elementen uit de Art Deco-stijl met elementen uit de opkomende zakelijkheid.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De onderpui is tot de lekdorpels van de vensteropeningen op de eerste verdieping bekleed met graniet. Aan de linker en rechter zijde is de gevel voorzien van een pilaster, die ter hoogte van de eerste verdieping is voorzien van een sierelement met een kop in reliëf. Hierboven is de vlakke pilaster uitgevoerd in hardsteen en bekroond met een console, die de uitkragende in hardsteen uitgevoerde gelijste bakgoot draagt. Twee identieke consoles dragen de goot in het gevelvlak. Tussen de consoles bevindt zich een fries met bossingpanelen.

    Onder de puibalk is een nieuwe houten pui geplaatst, die is geïnspireerd op de oorspronkelijke pui, maar een andere indeling heeft.

    De borstwering van de eerste verdieping is bekleed met graniet. Boven de borstwering is de gevel uitgevoerd in rode strengperssteen in kruisverband met terugliggend voegwerk. Op de verdieping bevinden zich drie vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een negenruits onderraam en een zesruits bovenraam met een glas-in-loodvulling. De vensters zijn voorzien van een later toegevoegde voorzetbeglazing.

    Boven de goot is de gevel in hardsteen doorgezet als attiek, aan weerszijden begrensd door een kolom bekroond met een vaas. In de as is aan de attiek een dakkapel toegevoegd, voorzien van een rondboogvensteropening met in het kozijn een raam met een zesruits ondergedeelte en half radvenster als bovengedeelte. Aan weerszijden hiervan is het attiek voorzien van een oeil-de-boeuf met een meerruits raam.

    Achtergevel

    De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk.

    De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord. Tot het niveau van de eerste verdieping is de gevel afgedekt door een éénlaags aanbouw. Aan de rechter zijde is de gevel afgedekt voor een opbouw, die reikt tot de wisseldorpel.

    In de gevel bevinden zich drie met een anderhalfsteens hanenkam gesloten vensteropening. Aan de linker zijde is de vensteropening afgedicht met plaatmateriaal.

    Aan de rechter zijde is de gevel afgedekt voor een opbouw, die reikt tot de wisseldorpel van beide vensters, waarvan alleen het ongedeelde bovenraam resteert.

    Zijgevel

    De gevels zijn opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord. De gevels zijn grotendeels afgedekt door de buurpanden.

    Kap

    Het steile gedeelte van de mansardekap is gedekt met natuurlei in Maasdekking. Het vlakke gedeelte is met zink bekleed.

    Het achtergedeelte van het pand en de uitbouwen aan de achterzijde zijn voorzien van een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Als gevolg van meerdere verbouwingen resteren in de niet ingedeelde winkelruimte slechts aan de voorzijde aan de bovenrand tegen de zijwanden twee betegelde stroken uit 1956 van de N.V. Plateelbakkerij Zuid-Holland te Gouda. In de crèmewitte tegels zijn aan beide zijden twee voorstellingen opgenomen.

    Aan de ene zijde een voorstelling met een straatgezicht in een Arabische omgeving en ernaast een voorstelling met een rijstplantage. Aan de andere zijde bevindt zich een tafereel uit China met een vrouw die een snaarinstrument bespeeld en op de voorgrond een theepot en ernaast in Nederlands interieur met een theedrinkende dame voor een venster.

    Eerste verdieping / Zolder

    Niet bekeken.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde door zijn typologie als winkelpand uit het begin van de 20e eeuw en vanwege de opdrachtgever, het bekende kruideniersbedrijf De Gruyter.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde vanwege de traditionele rijke vormgeving van de voorgevel en kap, de intern bewaard gebleven tegeltableaus en vanwege de plaats die het inneemt in het rijke oeuvre van de architect W.G. Welsing, lange tijd huisarchitect van De Gruyter.

    De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

    Gaafheid

    Het object is beperkt gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het pand heeft als onderdeel van de gevelwand aan de Visstraat hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Het object heeft in cultuurhistorische, architectonisch en bouwhistorisch opzicht hoge zeldzaamheidswaarde.  

    Bijlage


  • Visstraat 11
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
    • Bouwstijl: Jugendstil
    • Postcode: 3311KX

     

    Algemene beschrijving

    Woon- en bedrijfspand.

    Ligging

    Gesitueerd in een gesloten gevelwand aan de Visstraat tussen de Voorstraat en de Loverstraat.

    Hoofdvorm

    Pand op rechthoekig grondplan in drie bouwlagen.

    Bouwgeschiedenis

    Vanuit het oudste vestigingsgebied aan weerszijden van de Voorstraatshaven werden als uitbreiding van het bebouwde gebied loodrecht hierop de straten landinwaarts aangelegd. De Visstraat liep vanuit de Voorstaat in oostelijke richting naar de stadsmuur aan de Vest. De straat wordt voor het eerst vermeld in 1399 en verwijst naar de vismarkt die tot het begin van de 20e eeuw op de hoek met de Voorstraat werd gehouden.

    Omstreeks 1874 werd de Visstraat aan de oostzijde verbreed teneinde de nieuwe verbinding tussen het station en de binnenstad te realiseren door de Visstraat, het Bagijnhof en de Johan de Wittstraat, de brug over de Spuihaven en de Stationsstraat.

    Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelde in de nieuwe bebouwing aan die zijde. Dit pand ligt aan de westzijde van de Visstraat, zodat middeleeuwse muren of funderingen aanwezig kunnen zijn.

    Het pand dateert van rond 1900, naar wellicht een ontwerp van H.A. Reus.

    In 1913 wordt intern een scheidingsmuur tussen een caféruimte en een kamer verwijderd.

    In 1917 wordt de bestemming van de bedrijfsruimte gewijzigd tot winkel. Tot en met de eerste verdieping wordt de voorgevel gewijzigd. Voor de verbouwing was de begane grond bekleed met natuursteen en voorzien van een brede met een segmentboog gesloten gevelopening. Hierin bevond zich terugliggend een pui met aan de linker zijde een paneeldeur met ongedeeld glaspaneel naar de bovenwoning en aansluitend daarop rechts drie identieke deuren naar de bedrijfsruimte. Op de verdieping bevond zich een grote gevelopening met daarin een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen.

    Bij de verbouwing wordt een houten winkelpui geplaatst, met aan de linker zijde boven een borstwering een ongedeeld winkelraam en rechts in de deuropening een paneeldeur met ongedeeld glaspaneel. Aan de bovenzijde bevinden zich een achtruits respectievelijk drieruits bovenraam.

    Op de verdieping wordt de vensteropening voorzien van een tweelicht met ongedeelde onderramen en meerruits bovenramen.  

    Intern wordt op de begane grond de van oorsprong niet ingedeelde ruimte opgedeeld in een winkelruimte met daar achter een kantoor, naast de naar achter verplaatste trap, en een achterkamer. Op de binnenplaats worden een toilet en een keuken gemaakt.

    Voor de verbouwing was de verdieping verdeeld in een voorkamer en een atelier aan de achterzijde. In het verlengde van de trap van de begane grond lag een gang tot een deur in de achtergevel. Via een balkon en een buitentrap was de binnenplaats bereikbaar.

    Vanuit de voorkamer ging de trap naar de zolder. Bij de verbouwing wordt een trappenhuis met overloop gecreëerd, met daar tegenover een toilet en alkoof. Aan de voor- en achterzijde komen een kamer.

    Op de van oorsprong niet ingedeelde lage zolder wordt verhoogd en aan de voorzijde wordt een kamer afgescheiden.

    In 1933 wordt in de pui de lijst van de puibalk verwijderd en vervangen door een gevelbreed tekstbord. Intern wordt op de begane grond de winkel samengevoegd met het daar achter gelegen kantoor.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    Op de begane grond is de gevel voorzien van een houten winkelpui (1917?), met aan delinker zijde boven een in kunststeen uitgevoerde borstwering een ongedeeld winkelraam en rechts een deuropening. Hierin bevindt zich een gemoderniseerde deur. Aan de bovenzijde bevinden zich een achtruits respectievelijk drieruits bovenraam met een glas-in-loodvulling. Het bovengedeelte van de winkelpui is afgedekt met een vlak paneel.

    Boven de winkelpui is de gevel uitgevoerd in witte strengperssteen in kruisverband met platvol voegwerk.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening, gesloten met een kunststenen latei, voorzien van een tweelicht met ongedeelde onderramen en meerruits bovenramen.

    Boven de latei is de borstwering van de tweede verdieping gepleisterd met een siermotief.

    Boven de borstwering bevindt zich een met een segmentboog gesloten gevelopening, waarin een tweelicht met ongedeelde stolpramen. Aan weerszijden van de vensteropening is een natuurstenen blok in de gevel opgenomen. De blokken vormen de basis voor de natuurstenen aanzetblokken, waar tussen een segmentboog in gele en witte strengperssteen. Hierboven bevindt zich een in natuursteen uitgevoerde attiek tussen hoger opgetrokken muurdammen, die zijn bekroond met een natuurstenen geprofileerd blok.

    Achtergevel

    De gevel is opgetrokken in baksteen in kruisverband met platvol voegwerk.

    Op de begane grond is het perceel vol gebouwd.

    Op de verdieping bevindt zich links een brede gevelopening met een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met een deur met een ongedeeld glaspaneel.

    Kap

    Het pand is voorzien van een plat dak met een dakschild aan de achterzijde.

    In het achterdakschild staat een dakkapel met een plat dak, met aan de voorzijde een ongedeeld raam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    De ruimte is niet ingedeeld. De trap naar de verdieping staat in de ruimte.

    Eerste verdieping

    De indeling van 1917 is nog grotendeels intact. De trap sluit aan op een overloop, met daar tegenover een toilet en een badkamer. Aan de voor- en achterzijde bevinden zich een kamer.

    Tweede verdieping

    De indeling van 1917 is nog intact met aan de voorzijde een kamer en achter een zolder.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde door zijn typologie als woon- bedrijfspand.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde vanwege de in Jugendstil vormgegeven voorgevel en de nog aanwezige interieuronderdelen.

    Gaafheid

    Het object is deels gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk.

    Situering

    Het pand heeft als onderdeel van de gevelwand aan de Visstraat hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwhistorisch opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde, met name voor wat betreft de voorgevel en de nog aanwezige hoofdindeling.

    Bijlage


  • Visstraat 19, 21 en 23
    • Datering: 1898
    • Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311KX

     

    Algemene beschrijving

    Bedrijfsruimte met twee bovenwoningen.

    Ligging

    Gesitueerd in een gesloten gevelwand tussen de Voorstraat en de Loverstraat, op de hoek van de Visstraat met de Lovenstraat.

    Hoofdvorm

    Pand op rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met plat dak en een éénlaags aanbouw aan de achterzijde.

    Bouwgeschiedenis

    Vanuit het oudste vestigingsgebied aan weerszijden van de Voorstraatshaven werden als uitbreiding van het bebouwde gebied loodrecht hierop de straten landinwaarts aangelegd. De Visstraat liep vanuit de Voorstaat in oostelijke richting naar de stadsmuur aan de Vest. De straat wordt voor het eerst vermeld in 1399 en verwijst naar de vismarkt die tot het begin van de 20e eeuw op de hoek met de Voorstraat werd gehouden. De Loverstraat wordt in 1406 voor het eerst genoemd als loefsstraetken. In 1606 wordt het ook wel Kleine Visstraat genoemd.

    Omstreeks 1874 werd de Visstraat aan de oostzijde verbreed teneinde de nieuwe verbinding tussen het station en de binnenstad te realiseren door de Visstraat, het Bagijnhof en de Johan de Wittstraat, de brug over de Spuihaven en de Stationsstraat. Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelde in de nieuwe bebouwing aan die zijde. Dit pand ligt aan de westzijde van de Visstraat, zodat middeleeuwse muren of funderingen aanwezig kunnen zijn.

    In 1898 wordt vergunning verleend voor de realisatie van een bedrijfspand voor een 'Stoomdrukkerij annex Boekhandel' met twee bovenwoningen. Het hoekpand krijgt een symmetrische opzet ten opzichte van de middenas.

    In 1909 wordt op de begane grond het kantoor verwijderd en de winkel naar achteren uitgebreid ten kosten van de drukkerij, die in oppervlak meer dan gehalveerd wordt. In de voormalige drukkerij komen een kleine kantoor en opslagruimte.

    In 1947 wordt achterin de winkelruimte tegen rechter zijmuur een wc-ruimte gerealiseerd.

    In 1968 wordt op basis van een plan van architect J. Everts de winkel vergroot ten koste van de achtergelegen drukkerij.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De winkelpui is ingrijpend vernieuwd. Alleen de indeling is nog op hoofdlijnen hetzelfde met links en rechts smallere deuren en in het midden een wat bredere deur.

    De gevel boven de onderpui is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. Gepleisterde speklagen zijn opgenomen ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpels van de vensters alsmede halverwege het onderraam op de eerste verdieping. De lekdorpels zijn in kunststeen uitgevoerd.

    Op de eerste verdieping bevinden zich zes vensteropeningen, waarvan de dagkanten zijn uitgevoerd in een zwarte strengpers-profielsteen en die zijn gesloten met en rode strengperssteen uitgevoerde hanenkam met een gebogen bovenrand. De hanenkam is geklemd tussen gepleisterde aanzetblokken en voorzien van een gecementeerde sluitsteen. In de vensteropeningen bevindt zich in het kozijn een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam.

    Op de muurdammen tussen de vensteropeningen is vanaf een gecementeerde kraagsteen halverwege de onderramen een driehoekige pilaster in rode strengperssteen uitgemetseld, die wordt bekroond met een gecementeerd kapiteel.

    Tussen gepleisterde aanzetblokken op het kapiteel is in zwarte en rode strengpers-profielsteen een segmentboog aangebracht. Tussen deze segmentboog en de hanenkam boven de vensters is de 'zwik' voorzien van gekleurd tegelwerk.

    De gepleisterde aanzetblokken vormen de basis voor een in rode strengperssteen uitgevoerde pilaster met afgeschuinde hoeken, bekroond met een gecementeerd kapiteel. Tussen gepleisterde aanzetblokken op het kapiteel is in zwarte en rode strengpers-profielsteen een segmentboog als sluiting van de zes vensteropeningen op de tweede verdieping aangebracht. In de vensteropeningen bevindt zich in het kozijn een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam. In de drie rechtse vensteropeningen zijn het kozijn en de ramen gemoderniseerd.

    De gepleisterde aanzetblokken vormen de basis voor een in rode strengperssteen uitgevoerde pilaster met afgeschuinde hoeken, bekroond met een gecementeerd kapiteel annex aanzetblok, als onderdeel van een gevelbrede boogfries in zwarte strengpers-profielsteen. De velden onder de boogfries, die zijn afgesloten met een kunststenen waterslag, zijn afgewerkt met tegeltableaus met voorstellingen met betrekking tot het drukken van boeken en tableaus met de jaartallen 1860 (stichtingsdatum drukkerij?) en 1898 (realisatie pand).

    De gevel wordt beëindigd met een uitkragende gelijste houten bakgoot op geprofileerde consoles.

    Achtergevel

    De gevel is tot aan de eerste verdieping afgedekt door een éénlaags uitbouw en doet dienst als dakterras voor de bovenwoningen. Hierboven is de gevel opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel is over bijna een volle laag geschilderd. De gevel is beëindigd met een gelijste houten boeiboord. De gevelopeningen zijn gesloten met anderhalfsteens segmentbogen.

    De glasopeningen van Visstraat 19 zijn voorzien van dubbele beglazing.

    Op de eerste verdieping bevindt zich links een gecombineerde deur- en vensteropening. In de deuropening bevindt zich in het kozijn een gemoderniseerde deur en een ongedeeld bovenlicht. Aan de rechter zijde bevindt zich een T-schuifvenster.

    Rechts hiervan bevinden zich twee vensteropeningen met een vernieuwd kozijn met onder ongedeelde stolpramen en bovenin een ongedeeld raam.

    Rechts hiervan bevinden zich twee deuropeningen met dubbele deuren met een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenlicht.

    Geheel rechts bevindt zich rechts een gecombineerde deur- en vensteropening. In de deuropening bevindt zich in het kozijn een gemoderniseerde deur. Aan de linker zijde bevindt zich een ongedeeld raam. De bovenramen zijn afgedicht met plaatmateriaal.

    Op de tweede verdieping bevinden zich zes vensteropeningen met onder ongedeelde stolpramen en bovenin een ongedeeld raam.

    Linker zijgevel

    De gevel is geheel gepleisterd in cement.

    Aan de linker zijde op de begane grond bevindt zich een tuinmuur met een rondboogdoorgang, voorzien van een houten deur.

    Links hiervan telt de gevel één bouwlaag beëindigd met een houten boeiboord en een balkonhek. In dit geveldeel bevinden zich vier vensteropeningen met in het kozijn een schuifraam met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.

    Op de overgang naar het drie bouwlagen tellend geveldeel bevindt zich een deuropening met een gemoderniseerde pui.

    In het hoge geveldeel bevinden zich op elk niveau kleine en grotere vensteropeningen.

    Kap

    Het pand heeft een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Niet bekeken.

    Bovenwoningen

    De bovenwoningen Visstraat 19 (rechts) en Visstraat 23 (links) hebben een identieke, zij het gespiegelde plattegrond; er wordt volstaan met de beschrijving van de oorspronkelijke plattegrond van Visstraat 19.

    Begane grond

    De toegang tot de bovenwoning bestaat uit een portaal en aansluitend een hal met daarin de trap naar boven. Tussen beiden bevindt zich een tochtdeur met een geëtst glaspaneel. Naast de trap loopt de hal door naar achteren. Onder de trap bevinden zich kasten.

    De vloer en de onderste trede zijn uitgevoerd in marmer. De kastdeuren bezitten twee bossingpanelen. De kozijnen zijn voorzien van geprofileerde architraven. De trap bezit houten leuningen met een gekruld uiteinde. De vrije leuning rust op gietijzeren spijlen en een gedraaide trappaal.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een korte overloop tussen een kamer aan de voorzijde en de keuken aan de achterzijde. Naast de trap bevindt zich een toilet. De trap naar de tweede verdieping ligt boven de andere. Naast de overloop liggen tegen de woningscheidende wand een voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren (en suite).

    De voor- en achterkamer hebben een stucplafond met een kerklijst met hoekornamenten en een middenornament. In beide kamers bevindt zich een zwartmarmeren schouw. De kleine voorkamer is voorzien van een stucplafond met een perklijst. De schuifdeuren zijn uitgevoerd met een bossingpaneel en erboven twee smalle bossingpanelen en bovenin een bossingpaneel. De wanden van het toilet zijn tot halve hoogte betegeld en voorzien van een randtegel met een doorgaande beschildering. De trap bezit houten leuningen met een gekruld uiteinde. De binnendeuren hebben onder een bossingpaneel en erboven twee smalle bossingpanelen. De kozijnen zijn voorzien van geprofileerde architraven.

    Tweede verdieping

    De trap van de eerste verdieping met een bovenkwart aan op een L-vormige overloop tussen een slaapkamer aan de voorzijde en twee slaapkamers aan de achterzijde. Naast de trap bevindt zich een toilet. Naast de overloop liggen tegen de woningscheidende wand een voorkamer, een zolderruimte en een badkamer.

    De voorkamer is voorzien van een stucplafond met een kerklijst met hoekornamenten en een middenornament. De binnendeuren bezitten een bossingpaneel met erboven twee smalle bossingpanelen. De kozijnen zijn voorzien van geprofileerde architraven.

    Wijzigingen per woning

    Visstraat 19 op de begane grond is de tochtdeur verwijderd. Op de eerste verdieping zijn de keuken en achterkamer samengevoegd. De schouwen zijn verwijderd. De schuifdeuren zijn uitgevoerd met een bossingpaneel en erboven twee smalle glaspanelen en bovenin een ongedeeld glaspaneel.

    Visstraat 23 de indeling is niet gewijzigd.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het hoekpand is van cultuurhistorische waarde door zijn typologie als woon- bedrijfspand van rond de eeuwwisseling en vanwege de opdrachtgever, de bekende Dordtse drukkerij Morks & Geuze.

    Architectonische waarde

    Het hoekpand is van architectonische waarde vanwege de rijk geornamenteerde voorgevel met fraaie details en vanwege de nog aanwezige interieuronderdelen.

    Gaafheid

    Het object is slechts deels gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden, uitgezonderd de onderpui aan de voorzijde, goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk.

    Situering

    Het pand heeft als hoekpand en als onderdeel van de gevelwand aan de Visstraat hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Het object heeft in architectonisch en cultuurhistorisch opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde, met name vanwege de voorgevel en het interieur.  

    Bijlage


  • Visstraat 25
    • Naam: Veilinghuis Mak
    • Datering: 1901
    • Oorspronkelijke functie: Veilinghuis
    • Bouwstijl: Nieuwe Kunst
    • Architect: Reus
    • Postcode: 3311KX

     

    Inleiding

    VEILINGGEBOUW uit 1901 naar ontwerp van de Dordtse architect H.A. Reus (1872-1935). Op het perceel stonden oorspronkelijk drie zestiende-eeuwse panden. Het middelste pand had een voorerf waar de veiling plaatsvond. In 1839 kwam de veiling in handen van A. Mak. Tijdens de verbouwing in 1901 kwam de huidige voorgevel tot stand en werden de drie panden samengevoegd tot een geheel.

    Het pand maakt deel uit van de monumentale gevelwand aan de Visstraat in de historische binnenstad van Dordrecht dat binnen het beschermd stadsgezicht valt.

    Omschrijving

    Het veilinggebouw is opgetrokken in donkerbruine baksteen over twee lagen, verlevendigd met natuurstenen lijsten, sluit- en aanzetstenen en gevelranden.

    Het grootste deel van het pand heeft een lijstgevel afgesloten met een balustrade. Het smalle rechterdeel van het gebouw heeft een hogere tuitgevel. Het pand heeft zadeldaken die zijn bedekt met rode Hollandse pannen.

    Centraal in de lijstgevel een grote getoogde winkelpui met deur in een natuurstenen rondboogomlijsting waarin 'algemeen verkooplokaal' staat gegrift. Hierin dubbele deuren met aan weerszijden ramen met drieledig bovenlicht. De ronde boog is ingevuld met opvallende roedenverdeling van kleine vierkante raampjes en smalle rechthoekige raampjes. Aan weerszijden van de hoofdentree nog twee rondboogdeuren met drieledig bovenlicht. Boven de deuren een rond raam met vier hardstenen aanzetstenen. De ronde raampjes hebben ijzeren stervormige roedenverdeling wat verwijst naar de vereniging van kunst en handel. In de aanzetstenen van de bogen van de deuren staat 'elck soecke sijn gadingh'.

    Op de verdieping drie rondboogramen eveneens met opvallende roedenverdeling in vierkante en rechthoekige vlakken. De ramen hebben hardstenen onderdorpels.

    In het rechter deel bevindt zich de kantoorentree. Deur en etalageraam zijn in een korfboogvormig kozijn gevat. Op de verdieping een rondboogvormig kozijn met hardstenen onderdorpel. Hierin zijn twee boven elkaar geplaatste openslaande ramen met zij- en bovenlichten geplaatst met ertussen een houten beschieting met driehoekige decoraties. Direkt onder dit raam een hardstenen latei met de woorden: 'nieuwe meubelen'. In de gevel meerdere uitgemetselde pilasters die vanaf verschillende hoogtes tot aan de dakrand lopen, beginnende met een uitgehakte, gebolde hardstenen aanzetsteen. De lijstgevel heeft langs de gevelrand een gemetselde balustrade met negen ronde openingen. Er onder een hardstenen band met op de vensterassen hogere balusters. In de geveltop bevinden zich twee kleine raampjes met ertussen een groter raam. Allen zijn geplaatst tussen hardstenen onderdorpels en verspringende hardstenen latei. De tuitgevel is afgezet met een hardstenen geblokte gevelrand met een hardstenen top waarin het monogram A.M. is gegraveerd.

    Het interieur heeft diverse veranderingen ondergaan, waarbij het voorportaal met de lambrisering van houten panelen en de gietijzeren zuilen in de naastgelegen toonzaal goed bewaard zijn gebleven.

    Waardering

    Het veilinggebouw is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische en stedebouwkundige waarde. Het betreft een goed voorbeeld van een veilinggebouw uit het begin van de twintigste eeuw.

    Het pand is cultuurhistorisch van belang vanwege de bijzondere typologie van het gebouw.

    Het veilinggebouw is van architectuurhistorisch belang vanwege het bijzondere ontwerp en de detaillering.

    Het pand is gaaf in hoofdvorm en detaillering van het exterieur.

    Het veilinggebouw is van stedebouwkundig belang als een bijzonder onderdeel van de monumentale gevelreeks langs de Visstraat in de historisch binnenstad van Dordrecht.

    Het pand heeft zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • F. Barends, S.J. Mak van Waay; of het reilen en zeilen van een der oudste veilingbedrijven van Nederland, Kwartaal & Teken van Dordrecht nr.2 1989.
    • Albert van Engelenhoven, Dordtse huizen in bouwhistorisch perspectief aflevering 3: De Dordtse architect Hendrik Adrianus Reus (1872-1935), december 1998.
    • Gerard Gast, Verzamelen en veilen, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2003.
    • Elisabeth van Heiningen, Verhalen van Dordrecht 35: Architectuur in Dordrecht 1830-1950 - in het voetspoor van een zevental Dordtse bouwmeesters, 2018.
    • Werkgroep bedrijfsgeschiedenis, A. Mak Kunst- en Antiekveilingen, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.58 2016.
    • Eerste Dordtse monumentenschildje met QR-code op veilinghuis MAK, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.48 2013.

    Externe links


  • Visstraat 27
    • Datering: 1919
    • Oorspronkelijke functie: Winkel
    • Bouwstijl: Art Deco
    • Architect: Jacot
    • Postcode: 3311KX

     

    Algemene beschrijving

    Winkelpand.

    Ligging

    Gesitueerd op de hoek Visstraat - Lange Breestraat.

    Hoofdvorm

    Hoek pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in vier bouwlagen.

    Bouwgeschiedenis

    Vanuit het oudste vestigingsgebied aan weerszijden van de Voorstraatshaven werden als uitbreiding van het bebouwde gebied loodrecht hierop de straten landinwaarts aangelegd.

    De Visstraat liep vanuit de Voorstaat in oostelijke richting naar de stadsmuur aan de Vest. De straat wordt voor het eerst vermeld in 1399 en verwijst naar de vismarkt die tot het begin van de 20e eeuw op de hoek met de Voorstraat werd gehouden.

    Omstreeks 1874 werd de Visstraat aan de oostzijde verbreed teneinde de nieuwe verbinding tussen het station en de binnenstad te realiseren door de Visstraat, het Bagijnhof en de Johan de Wittstraat, de brug over de Spuihaven en de Stationsstraat.

    Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelde in de nieuwe bebouwing aan die zijde.

    Het pand ligt op de hoek met de Lange Breestraat. Vanuit het 12e eeuwse vestigingsgebied aan weerszijden van de Voorstraatshaven werden in de 14e eeuw als uitbreiding van het bebouwde gebied loodrecht hierop de straten landinwaarts aangelegd zoals de Vriesestraat en de Nieuwstraat. Haaks hierop ontstonden de zogenoemde dwarsgangen zoals de Bree(d)straat en de in elkaars verlengde gelegen Hofstraat, Doelstraat en Wijngaardstraat. Deze dwarsgangen ontwikkelden zich van ontsluitingswegen naar achtererven tot belangrijke verbindingsstraten. Nadat de hoofdstraten waren bebouwd, ontwikkelde zich ook bebouwing aan de dwarsgangen. De Lange Bree(d)straat is de breedste van de dwarsgangen die parallel lopen aan de Voorstraat(shaven) en wordt al in 1404 als Breedstrate genoemd.

    Dit pand ligt aan de westzijde van de Visstraat, zodat middeleeuwse muren of funderingen aanwezig kunnen zijn. Het gehele pand is (nieuw?) onderkelderd.

    Op de locatie van het huidige pand stonden oorspronkelijk twee panden, waarvan enige stukken in het bouwdossier voorhanden zijn.

    In 1887 wordt vergunning verleend voor de bouw van een hoekpand in vier bouwlagen. Op de begane grond bevindt zich een winkel met erachter een woning, die op de verdieping aan de voorzijde een voorkamer met alkoof bezit. Het resterende deel van de eerste verdieping en de daar boven gesitueerde niveaus behoren tot de bovenwoning.

    In 1910 wordt de verdieping van het pand rechts van het hoekpand verbouwd. Uit de tekening blijkt dat dit niveau is ingedeeld met een voor- en achterkamer met er tussen een overloop met de trap naar de bovenliggende verdieping en een gang naar achteren naar een uitgebouwd toilet.

    In juni 1919 wordt vergunning verleend voor een nieuwbouw op drie percelen van een winkelhuis met kantoren, magazijnen en bovenwoning. Het pand is aan de achterzijde onderkelderd en bezit op de begane grond een grote winkelruimte met aansluitend aan de achterzijde een trappenhuis naar de tweede verdieping, een expeditieruimte, een kantoor en sanitaire ruimten.

    Op de eerste verdieping bevindt zich aan de voorzijde een winkelruimte met aansluitend aan de achterzijde een trappenhuis naar de tweede verdieping en opslagruimten.

    Op de tweede verdieping bevindt zich een woning met een voor- en achterkamer (en suite), een slaapkamer, een badkamer en twee magazijnen, die vanuit de magazijnen op de onderliggende verdieping bereikbaar zijn.

    Op de bovenste verdieping bevinden zich een slaapkamer, een dienstbodekamer en een zolderruimte alsmede een magazijn, dat vanuit het magazijn op de onderliggende verdieping bereikbaar is.

    In oktober 1919 wordt het plan gewijzigd door het gehele pand te onderkelderen.

    In 1926 worden vier bronzen vitrines op de vier penanten tussen de winkelramen in de voorgevel aangebracht.

    In 1929 wordt op basis van Jan Kuijt Wzn., architect te Amsterdam, de verkoopruimte op de begane grond uitgebreid door de magazijn- en kantoorruimten daarmee samen te voegen. In de zijgevel aan de Lange Breestraat wordt de toegang tot het magazijn verwijderd en die van de woning naar de linker zijde verplaatst. Het trappenhuis wordt naar achteren verplaatst en een lift wordt toegevoegd vanaf de kelder tot het bovenste niveau. Op de eerste verdieping wordt de verkoopruimte uitgebreid en op de tweede verdieping wordt de woning bij de verkoopruimte getrokken.

    In 1941 wordt intern een opening in de binnenmuur naast trappenhuis gemaakt.

    In 1949 wordt op de tweede verdieping het laatste restant van de woning verwijderd.

    In 1954 wordt op basis van een plan van architect Gerrit Gerritse het handliftje verwijderd en een verlaagd plafond in een kantoor op de eerste verdieping aangebracht. Op de tweede verdieping wordt een gang met kleedkamer weggebroken en op de derde verdieping wordt een toilet in de hal gemaakt. In hetzelfde jaar worden de stenen gevelpenanten vervangen door stalen kolommen en wordt een doorlopende luifel aangebracht. De etalages worden gewijzigd.

    In 1963 wordt op basis van het plan van architectenbureau Joh. J. Koch in de kelder een branddeur geplaatst en binnenmuren verwijderd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel 1919 (zijde Visstraat)

    De gevel telt vier bouwlagen. De hoek tussen beide voorgevels is afgeschuind. Het ondergedeelte van de gevel was oorspronkelijk verdeeld met muurdammen in lijn met die in het bovengedeelte van de gevel. Tussen de muurdammen bevond zich op een lage voetmuur een tweelicht met een ongedeeld winkelraam en een vierruits bovenraam. Bij de verbouwing van 1963 is de onderzone van de gevel volledig geopend en voorzien van een doorlopende pui. De huidige pui dateert zeer waarschijnlijk van later datum.

    Het bovengedeelte van de pui is volledig gepleisterd met een horizontale voegverdeling. Middels vier muurdammen, die naar boven toe zich versmallen, is de gevel verdeeld in drie velden. De buitenste velden hebben een identieke indeling, waar de middelste op de eerste en tweede verdieping van afwijkt.

    De borstwering van de eerste verdieping wordt afgesloten met een doorgaande waterslag, die is gecombineerd met de lekdorpels van de vensteropeningen op dit niveau.

    Op de eerste verdieping bevindt zich, binnen een ondiep casement dat doorloopt over de tweede verdieping, een vensteropening met in het drielicht ongedeelde onder- en bovenramen.

    Op de tweede verdieping bevinden zich twee door een smalle muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf. De borstwering van de tweede verdieping is voorzien van een opgelegd paneel.

    Op de derde verdieping bevinden zich, binnen een ondiep casement dat wordt beëindigd met een bloklijst, drie door een smalle muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    Het middelste veld is op de eerste verdieping voorzien van een driezijdige erker met aan elke zijde een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    Op de tweede verdieping vormt de erker de basis voor een balkon, begrenst met een gemetselde borstwering met aan de voorzijde een smeedijzeren hekwerk. In de gevel bevindt zich een pui met centraal dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden bevinden zich een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    De gevel wordt tussen de hoger opgetrokken muurdammen beëindigd met een zone met gepleisterd siermetselwerk.

    Voorgevel (zijde afgeschuinde hoek)

    De gevel telt vier bouwlagen.

    De opzet van de gevel is tot en met het niveau van de tweede verdieping identiek aan de gevel aan de zijde van de Visstraat.

    Op de eerste en tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    Op de derde verdieping is de gevel gesloten en voorzien van een opgelegde lijst. Hierboven is de gevel hoger opgetrokken met een toren, bekroond met een koepeldak bekleed met lood. De voorzijde van de toren is voorzien van een opgelegd veld in het midden met aan weerszijden een verdiept veld.

    Voorgevel (zijde Lange Breestraat)

    De gevel telt vier bouwlagen. De hoek tussen beide voorgevels is afgeschuind.

    De hoofdopzet van de gevel is identiek aan de gevel aan de zijde van de Visstraat.

    Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een deuropening met in het kozijn dubbele deuren en boven het kalf een tweelicht met tweeruits ramen. Rechts hiervan is de onderzone bij de verbouwing van 1963 volledig geopend en voorzien van een doorlopende pui. De huidige pui dateert zeer waarschijnlijk van later datum.

    Het bovengedeelte van de pui is volledig gecementeerd met een horizontale voegverdeling. Middels vijf muurdammen, die naar boven toe zich versmallen, is de gevel verdeeld in vier velden.

    In het 1e meest linker brede veld bevinden zich op de eerste en tweede verdieping, binnen een ondiep casement dat doorloopt over de tweede verdieping, een vensteropening met drie door een smalle muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf. Op de derde verdieping bevinden zich, binnen een ondiep casement dat wordt beëindigd met een bloklijst, vijf door een smalle muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    In het 2e smalle veld bevindt zich op de eerste en tweede verdieping een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf. Op de derde verdieping bevinden zich, binnen een ondiep casement dat wordt beëindigd met een bloklijst, twee door een smalle muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    Het 3e veld is op de eerste verdieping voorzien van een driezijdige erker met aan elke zijde een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    Op de tweede verdieping vormt de erker de basis voor een balkon, begrenst met een gemetselde borstwering met aan de voorzijde een smeedijzeren hekwerk. In de gevel bevindt zich een pui met centraal dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden bevinden zich een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    Op de derde verdieping bevinden zich, binnen een ondiep casement dat wordt beëindigd met een bloklijst, drie door een smalle muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    In het 4e veld bevindt zich op de eerste verdieping, binnen een ondiep casement dat doorloopt over de tweede verdieping, een vensteropening met in het drielicht ongedeelde onder- en bovenramen.

    Op de tweede verdieping bevinden zich twee door een smalle muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf. De borstwering van de tweede verdieping is voorzien van een opgelegd paneel.

    Op de derde verdieping bevinden zich, binnen een ondiep casement dat wordt beëindigd met een bloklijst, drie door een smalle muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    De gevel wordt tussen de hoger opgetrokken muurdammen beëindigd met een zone met gecementeerd siermetselwerk.

    Achtergevel

    De gevel bestaat uit vooruitgeschoven en terugliggende bouwmassa's in twee, drie en vier bouwlagen. De gevel is opgetrokken in metselwerk en voor zover niet afgedekt door het buurpand, volledig gecementeerd en voorzien van een blokverdeling. De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord.

    In de gevel bevinden zich meerdere vensteropeningen, die merendeels zijn afgesloten met plaatwerk. In beide gevels van het tweelaags trappenhuis bevinden zich twee smalle door een muurdam gescheiden vensteropeningen met een kozijn met een gestapeld meerruits raam.

    Rechter zijgevel

    De gevel is opgetrokken in metselwerk en voor zover niet afgedekt door het buurpand, volledig gepleisterd. De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord.

    Kap

    Het pand heeft een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Als gevolg van meerdere verbouwingen resteert van de oorspronkelijke indeling vrijwel niets meer. Deels aanwezig is het oorspronkelijke trappenhuis.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het hoekpand is van cultuurhistorische waarde vanwege zijn typologie als winkelhuis gebouwd voor het inmiddels verdwenen modehuis Busch.

    Architectonische waarde

    Het hoekpand is van architectonische waarde vanwege de zorgvuldige vormgeving met art deco invloeden en fraaie details.

    Gaafheid

    Het object is deels gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden redelijk goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het hoekpand heeft als onderdeel van de gevelwand aan de Visstraat en aan de Lange Breestraat hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Het object heeft in architectonisch opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde.  

    Publicaties

    • Kees Sigmond, Visstraat 27: een vroeg voorbeeld van art deco, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 2017.
    • De Dordtse Puienprijs 2019, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2019.

    Bijlage


  • Visstraat 50
    • Datering: 1910
    • Oorspronkelijke functie: Schoolgebouw
    • Bouwstijl: Amsterdamse school
    • Postcode: 3311KX

     

    Algemene beschrijving

    Van schoolgebouw tot bioscoop tot winkel.

    Ligging

    Gesitueerd in een gesloten gevelwand tussen de Voorstraat en de Korte Breestraat.

    Hoofdvorm

    Pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    Vanuit het oudste vestigingsgebied aan weerszijden van de Voorstraatshaven werden als uitbreiding van het bebouwde gebied loodrecht hierop de straten landinwaarts aangelegd. De Visstraat liep vanuit de Voorstaat in oostelijke richting naar de stadsmuur aan de Vest. De straat wordt voor het eerst vermeld in 1399 en verwijst naar de vismarkt die tot het begin van de 20e eeuw op de hoek met de Voorstraat werd gehouden.

    Omstreeks 1874 werd de Visstraat aan de oostzijde verbreed teneinde de nieuwe verbinding tussen het station en de binnenstad te realiseren door de Visstraat, het Bagijnhof en de Johan de Wittstraat, de brug over de Spuihaven en de Stationsstraat. Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelde in de nieuwe bebouwing aan die zijde. Dit pand ligt aan de oostzijde van de hier verbrede Visstraat ter hoogte van het 13e-eeuwse Sacramentsgasthuis, zodat middeleeuwse muren of funderingen nog aanwezig kunnen zijn.

    In 1910 wordt een bestaande school verbouwd tot bioscoop met een bovenwoning. De school, die aan beide zijden vrij lag op het perceel, had op de begane grond vier klaslokalen aan een gang tegen de linker bouwmuur. De entree was gesitueerd in de linker zijgevel. Hoe de verdieping was ingedeeld is onbekend. De verdieping was ongeveer de helft zo diep als de begane grond. De voorgevel in neoclassicistische stijl bezat een verdeling met pilasters en was bekroond met een zware lijst.

    Bij de verbouwing wordt het centrale gedeelte van de voorgevel op de begane grond onder een puibalk teruggelegd. In de doorgang bevond zich een meerruits bovenraam. In de terugliggende gevel bevonden zich dubbele deuren. Aan weerszijden kwam op dit niveau een deuropening met dubbele deuren. Achter de linker entree kwam een portaal met de trap naar de eerste verdieping. Achter de rechter kwam de kassa met een loket naar het portaal. Achter het portaal werd de begane grond omgebouwd tot een bioscoopzaal met aan de linker zijde een uitbouw met toiletten.

    Op de gevellijst werd een ijzeren opbouw geplaatst, bestaande uit twee kolommen met ertussen een plaat met het opschrift bioscoop.

    In 1911 wordt de vloer verlaagd, waardoor deze naar achteren toe afloopt.

    In 1913 wordt het bestaande gebouw gesloopt, waarbij de voorgevel en het casco van het voorhuis worden behouden. Naar het ontwerp van bouwkundig bureau NV De Klopper wordt het behouden gedeelte intern gewijzigd en wordt een nieuwe zaal in één bouwlaag met een mansardekap tegen de achterzijde aangebouwd. In het voorhuis werd op de begane grond de diepte van het portiek verminderd. Hierachter kwam een hal met in het midden de kassa en aan weerszijden trappen naar de bel-etage met de toegang tot de zaal. Deze verbrede zich op 1/3 van de diepte en liep in vloerniveau af tot een podium aan de achterzijde. Onder het podium kwamen technische ruimten en aan weerszijden toiletten en een kleedruimte.

    In 1915 wordt naar het ontwerp van bouwkundig bureau NV De Klopper de verdieping van het voorhuis gewijzigd. Voor de verbouwing was dit niveau als woning ingedeeld. De trap vanaf de begane grond sloot met een bovenkwart aan op een gang, die doorliep over de volle breedte van het pand. Aan de voorzijde bevonden zich drie vertrekken, waarvan de grootste in het midden een stookplaats bezat. Aan de achterzijde bevonden zich eveneens drie vertrekken, waarvan de grootste aan de rechter zijde een stookplaats bezat. De steektrap naar de zolder was gesitueerd achter de middelste kamer aan de achterzijde. Bij de verbouwing werd de middelste kamer aan de achterzijde herbestemd als filmcabine. De bestaande filmcabine op de begane grond boven de kassa werd gehandhaafd.

    In 1919 wordt het voorhuis gesloopt en wordt het huidige pand geplaatst voor de zaal uit 1913.

    Op de begane grond kwam aan de rechter zijde een entree met een trappenhuis. Hiernaast kwam een inpandig portaal met aan de achterzijde centraal de kassa en aan weerszijden de entree tot een hal. In de hal bevond zich de trap naar de verdieping en de toegang tot de zaal. Aan de rechter zijde werd de oorspronkelijke gang bij het pand getrokken als inpandige nooduitgang. De gang aan de linker zijde, die eveneens als nooduitgang diende, blijft open. In de bestaande zaal werd een balkon gemaakt dat hoog doorliep tot de 2e bouwlaag in het nieuwe voorhuis. Op de eerste verdieping kwam een garderobe met toiletten en aan de voorzijde een foyer met aansluitend de trappen naar de tweede verdieping. Op dit niveau bevonden zich de filmcabine en twee kantoorruimten aan de voorzijde.

    In 1930 wordt een telefooncel gemaakt.

    In 1945 wordt de kapconstructie boven de zaal uit 1913 naar het ontwerp van architect A.G.A. van der Made versterkt met vijfmaal twee extra spantbenen, om het spatten van de constructie tegen te gaan.

    In 1949 wordt vergunning verleend voor het ontwerp van architect H. vd. Heide (Rotterdam) voor de vernieuwing van de entree. In het dossier bevindt zich een tekening van de geplande wijziging van de onderpui, die voorzien moest worden van een bekleding in natuursteen. Op het niveau van de bovendorpel van de deuropeningen aan weerszijden en de gevelopening naar het portaal was een doorlopende luifel gedacht. Vermoedelijk is het plan niet zo uitgevoerd en is de huidige onderpui gerealiseerd. Intern werden aan weerszijden van de kassa tochtportalen gemaakt en werd de kantoorruimte links van de hal omgevormd tot garderobe.

    In 1958 wordt op basis van een ontwerp van architectenbureau C.C. Basters Architect BNA de kap op de zaal uit 1913 vervangen door een kap, die in lijn met de kap op het voorhuis wordt opgebouwd.

    In 1970 worden installaties vernieuwd.

    In 1979 wordt naar ontwerp van ED maatschap van architecten en ingenieurs de bestaande zaal gesplitst twee zalen. Aan de onderzijde van het balkon werd een vloer gemaakt. Hieronder kwam een zaal op het niveau van de entree.

    In 2008 wordt er een winkel gemaakt op de begane grond.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel (1913)

    De voorgevel telt drie bouwlagen en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. Tussen de hoger opgetrokken smalle zijgedeelte is het middengedeelte een strek teruggelegd.

    Het ondergedeelte van de zijgedeelten is bekleed met platen natuursteen. Boven de rechte gevelopening, die terugliggend is dichtgezet met vlakke deuren, bevindt zich een sculptuur in bas-reliëf. Aan de linker zijde betreft dit drie personen met in de handen maskers van een dierenkop en een droevig en een vrolijk gezichten en aan de rechter zijde drie personen met een trompet, een harp en een tamboerijn. De reliëfs verwijzen naar theater en muziek.

    Het middengedeelte van de gevel is tot de onderdorpels van de vensters op de verdieping bekleed met plaatmateriaalIn de zijgedeelten is de opzet van de gevel op de verdiepingen identiek, met op de eerste verdieping twee smalle kleine vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling. Op de tweede verdieping bevinden zich twee door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen, afgedicht met plaatwerk. De lekdorpels op beide verdiepingen zijn uitgevoerd in natuursteen. Beide geveldelen zijn beëindigd met een gedrukte top gevormd met natuurstenen blokken.

    De gevel van het middengedeelte is met twee muurdammen verdeeld in drie identieke velden, bekroond met een gedrukte top gevormd met natuurstenen blokken. De velden zijn naar de middenas iets uitgemetseld. Op de eerste verdieping bevinden zich in elk veld twee gestapelde vensteropeningen, van elkaar gescheiden door een natuurstenen latei en lekdorpel. In beide vensteropeningen bevindt zich in het kozijn een ongedeeld raam. Op de tweede verdieping bevinden zich in elk veld twee door een muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen, afgedicht met plaatwerk.

    Zij- en achtergevel

    De gevels zijn opgetrokken in metselwerk en worden beëindigd met een op houten klossen uitkragende bakgoot.

    Kap

    Het pand is voorzien van een gedrukt schilddak, afgewerkt met bitumen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Niet bekeken.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis van school tot bioscoop.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde vanwege de voorgevel in Amsterdamse School stijl met fraai symbolisch beeldhouwwerk in de pui, dat duidelijk naar de bioscoopfunctie verwijst.

    Gaafheid

    Het object is extern deels gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden vooral in de voorgevel bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het pand heeft als onderdeel van de gevelwand aan de Visstraat hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in typologisch, architectonisch en bouwhistorisch opzicht hoge zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).