Tag

Van Elzelingenweg

Objecten met monumentenstatus.

  • Van Elzelingenweg 1 (boerderijcomplex "De Biesbosch")
    • Datering: 1934-1937
    • Bouwstijl: Interbellum-architectuur
    • Postcode: 3329KS

     

    Inleiding

    BOERDERIJCOMPLEX "De Biesbosch" bestaande uit een PACHTERSWONING uit 1937 en een reeds in 1934 gebouwde vrijstaande LANDBOUWSCHUUR. De in de Polder de Biesbosch staande boerderij is gebouwd in een vanaf 1926 ingepolderd gedeelte van de Biesbosch. Het inpolderen was een initiatief van de gemeente Dordrecht, die de inpoldering was gestart als één van de vele werlozenprojecten in Nederland in die tijd. De bouw van de boerderijen in de polder was een initiatief van de aan de gemeente geliëerde Vereeniging De Biesbosch. De agrarische bedrijven in deze polder kwamen ook in beheer bij deze vereniging, die ze vervolgens verpachtte.

    De boerderij "Hoeve de Biesbosch" is gebouwd als een bedrijf voor akkerbouw. De samenstellende onderdelen van de boerderij hebben de uiterlijke kenmerken van de Interbellum-architectuur met invloeden van de Delftse School, en zijn gebouwd naar ontwerp van een door de vereniging aangetrokken architect, waarvan de naam niet bekend is.

    Omschrijving

    Het boerderijcomplex bestaat uit een vrijstaande, op een villa gelijkende pachterswoning, die is samengesteld uit onder zadeldaken staande bouwdelen en een grote, vrijstaande landbouwschuur, die eveneens onder een zadeldak staat. Het woonhuis wordt omringd door een tuin, het erf is rondom de schuur verhard.

    Waardering

    Het boerderijcomplex is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en de architectuurhistorische waarde.

    • De boerderij heeft cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een landschappelijke ontwikkeling en vanwege het belang voor een typologische ontwikkeling in de agrarische bouwkunst.
    • De boerderij heeft architectuurhistorische waarde als een goed voorbeeld van moderne vormgeving in de boerderijbouw.
    • De boerderij heeft ensemblewaarde vanwege de bijzondere samenhang tussen de samenstellende onderdelen en vanwege de bijzondere relatie met de ontwikkeling van het gebied.
    • De boerderij is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van de samenstellende onderdelen. 

    Publicaties

    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
    • Conny van Nes, Achter de gevel van Van Elzelingenweg 1: Hoeve De Biesbosch, DiEP Magazine nr.15 2010.

    Externe links


  • Van Elzelingenweg 1 (landbouwschuur)
    • Naam: Hoeve De Biesbosch
    • Datering: 1934
    • Oorspronkelijke functie: Schuur
    • Bouwstijl: Interbellum-architectuur
    • Postcode: 3329KS

     

    Inleiding

    Grote LANDBOUWSCHUUR uit 1934, onderdeel van het boerderijcomplex "De Biesbosch". De schuur staat vrij van de bijbehorende pachterswoning. Beide complexonderdelen hebben de uiterlijke kenmerken van de Interbellum-architectuur met invloeden van de Delftse School.

    Omschrijving

    De landbouwschuur is opgetrokken in schone baksteen vanuit een rechthoekige plattegrond en staat onder een met rode muldenpannen gedekt zadeldak met in beide dakschilden een breed daklicht onder een opgelicht deel van de kap. Alle gevels hebben een trasraam van klinkers. De kopgevels hebben bovendien vlechtingen met schieters en uitgemetselde hoeken bij de dakaanzet.

    De zuidwestelijke kopgevel heeft een asymmetrische indeling met rechts in de gevel aan kruisgehengen bevestigde dubbele rondboog-inrijdeuren. De rechtgesloten deuren in het midden van de gevel zijn eveneens bevestigd aan kruisgehengen. Ze staan onder een betonnen latei en een mogelijk niet oorspronkelijke rondboog met een invulling van staande planken. In de punt van de gevel staat een rond venster met ijzeren raam. Het onder een rollaag staande venster de links in de gevel is oorspronkelijk van een kantoorruimte. De ramen hebben een roedenverdeling en staan onder een driedelig, met glas-in-lood ingevuld bovenlicht. De rondboogdeur hier links van staat boven een gemetseld stoepje.

    De onder de dakgoot eveneens van schieters voorziene noord-westelijke langsgevel bevat rechts brede vensterpartij. Een stel aan kruisgehengen bevestigde dubbele rondboogdeuren staat er links van. Tussen deze en de brede, rechtgesloten inrijdeuren geheel links in de gevel bevinden zich drie kleine en een groter venster met roedenverdeling en een uit een boven- en een onderdeur samengestelde rondboogdeur van de paardenstal. Geheel links in de gevel is een venster dichtgemetseld. In de achtergevel zijn de meeste gevelopeningen dichtgemetseld of op een andere wijze dichtgezet. Alleen een rondboogdeur in het rechter geveldeel en het ronde venster met ijzeren raam in de punt van de gevel zijn bewaard gebleven. Een rechtgesloten deur links in de gevel staat op de plaats waar oorspronkelijk een stel grote rondboogvormige inrijdeuren stonden.

    In het midden van de rechter (zuid-oostelijke) langsgevel stond oorspronkelijk eveneens een stel rondboogdeuren. Ook deze zijn dichtgemetseld. De drie vensters aan weerszijden ervan zijn wel gehandhaafd. De driebeukige schuur was oorspronkelijk verdeeld in een grote oogstruimte (tas), een kantoortje (linksvoor) en een paardenstal voor acht paarden (linksachter).

    Waardering

    De landbouwschuur is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en de architectuurhistorische waarde.

    • De schuur heeft cultuurhistorische waarde als essentieel onderdeel van het boerderijcomplex, dat een bijzondere uitdrukking is van een landschappelijke ontwikkeling en vanwege het belang voor een typologische ontwikkeling in de agrarische bouwkunst.
    • De schuur heeft architectuurhistorische waarde vanwege de kwaliteit van het ontwerp en als een goed voorbeeld van moderne vormgeving en materiaalgebruik in de boerderijbouw.
    • De schuur heeft ensemblewaarde vanwege de bijzondere samenhang met het woonhuis en vanwege de bijzondere relatie met de ontwikkeling van het gebied.
    • De schuur is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de redelijke mate van gaafheid.

    Publicaties

    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
    • Conny van Nes, Achter de gevel van Van Elzelingenweg 1: Hoeve De Biesbosch, DiEP Magazine nr.15 2010.

    Externe links


  • Van Elzelingenweg 1 (pachterswoning)
    • Naam: Hoeve De Biesbosch
    • Datering: 1937
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Interbellum-architectuur
    • Postcode: 3329KS

     

    Inleiding

    Een royale, in 1937 gebouwde PACHTERSWONING met een villa-achtige allure, hoofdonderdeel van het boerderijcomplex De Biesbosch. De woning heeft de uiterlijke kenmerken van de Interbellum-architectuur met invloeden van de Delftse School.

    Omschrijving

    Het deels één en deels twee bouwlagen tellende woonhuis is opgetrokken vanuit een L-vormige plattegrond en is voorzien van een verdiepingloze uitbouw. Het huis is opgetroken in schone baksteen, staat onder met rode muldenpannen gedekte zadeldaken met uitkragende, op klossen rustende dakgoten en bevat rechtgesloten gevelopeningen. De kopgevels zijn voorzien van vlechtingen en smalle lichtspleten in de top.

    De naar de weg gekeerde noord-westelijke gevel, met de in metalen letters vermeldde naam van de boerderij, is symmetrisch en heeft een hoger opgaande middenpartij met een onder een steekkap staande puntgevel. De gevel bevat in het midden op de begane grond twee gevelopeningen met openslaande tuindeuren met roedenverdeling in de deurramen en aan weerszijden een onder een rondboog staand venster met roedenverdeling in de openslaande ramen. De dakgoot wordt onderbroken door twee, onder segmentbogen staande deuren met roedenverdeling in de deurramen. De deuren komen uit op een houten balkon, dat steunt op eveneens houten consoles.

    De gevel links van voornoemde gevel is samengesteld uit een hoger opgaand, symmetrisch rechter deel met puntgevel. Een driezijdige erker op de begane grond heeft overhoekse zijkanten, bevat tussen smalle houten hoekpenanten staande ramen met roedenverdeling en staat onder een met zink gedekt kapje met drie driehoekige dakschilden. De twee onder strekken staande verdiepingsvensters bevatten openslaande ramen met roedenverdeling. Het geveldeel links van voornoemde puntgevel bevat twee smalle vensters, eveneens met roedenverdeling. Uit het dakschild hierboven steekt een houten dakkapelletje met een steil zadeldakje en een openslaand raam met roedenverdeling. Loodrecht op de zijgevel staat een lage uitbouw met in de symmetrische, naar de weg gekeerde gevel een deur en een klein tweeruits venster aan weerszijden. Vóór deze gevel bevindt zich een klein, ommuurd terras. De kopgevel van de uitbouw is blind. De achterste langsgevel ervan bevatte oorspronkelijk drie kleine vensters, waarvan één is dichtgemetseld. Het dwars op het hoofdvolume staande gedeelte met de entree heeft een asymmetrisch ingedeelde puntgevel. De deur staat tussen een gemetseld stoepje en een aan stangen hangende houten luifel. Links van de deur staan twee smalle, met glas-in-lood ingevulde zijlichten. Het venster rechts van de deur bevat een openslaand raam met roedenverdeling en staat onder een rondboog. Op de verdieping staan twee identieke vensters onder strek. Deze topgevel heeft aan de linker hoek een hoge, vanuit de gevels opgemetselde schoorsteen, die aan de bovenkant wordt geaccentueerd door horizontaal uitgemetselde banden. De linker gevel van het dwarsvolume bevat drie kleine lichten. De lage, dwars op voornoemde gevel staande gevel staat onder een lang dakschild dat wordt doorsneden door een hoge, opgemetselde schoorsteen, die vergelijkbaar is met de andere, maar zich naar het dakschild toe verbreedt en is uitgemetseld in de gevel hieronder. Aan weerszijden van deze uitmetseling bevindt zich een smal, drieruits venster.

    De zuid-west gerichte kopgevel van de woonkamer is op de begane grond voorzien van een klein, met glas-in-lood ingevuld drieruits licht rechts in de gevel, alsmede twee grotere, onder rondbogen staande vensters met roedenverdeling in de openslaande ramen. De twee vergelijkbare verdiepingsvensters staan onder strekken.

    Waardering

    De pachterswoning is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en de architectuurhistorische waarde.

    • Het woonhuis heeft cultuurhistorische waarde als hoofdonderdeel van het boerderijcomplex, dat een bijzondere uitdrukking is van een landschappelijke ontwikkeling en vanwege het belang voor een typologische ontwikkeling in de agrarische bouwkunst.
    • Het woonhuis heeft architectuurhistorische waarde vanwege de kwaliteit van het ontwerp en als een goed voorbeeld van moderne vormgeving in de boerderijbouw.
    • Het woonhuis heeft architectuurhistorische waarde als een goed voorbeeld van moderne vormgeving in de boerderijbouw.
    • Het woonhuis heeft ensemblewaarde vanwege de bijzondere samenhang met de schuur en vanwege de bijzondere relatie met de ontwikkeling van het gebied.
    • Het woonhuis is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid.

    Publicaties

    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
    • Conny van Nes, Achter de gevel van Van Elzelingenweg 1: Hoeve De Biesbosch, DiEP Magazine nr.15 2010.

    Externe links


  • Van Elzelingenweg 2
    • Naam: Bij den Peppel
    • Datering: 1934-1935
    • Oorspronkelijke functie: Pachterswoning
    • Bouwstijl: Interbellum-architectuur
    • Architect: Bakker & van Herwijnen
    • Postcode: 3329KS

     

    Algemene beschrijving

    Pachterswoning met gemetselde toegangsbrug, bekend als de hoeve "Bij den Peppel" en onderdeel van een complex van woning en schuren. De loodsen achter de woning vallen niet onder de bescherming. De voormalige aardappelbewaarplaats, het meest oostelijke bijgebouw valt wel onder de bescherming.

    Historie gebied

    Ten zuiden van de Zeedijk bevinden zich enkele oude polders (van west naar oost: de Louisapolder 1788, de Cannemanspolder 1803, de Haniapolder 1758 en de Zuidbuitenpolder 1777) die de noordelijke grens vormen van de in 1926 ingedijkte Polder de Biesbosch.

    Vanaf rond 1900 ontstonden de eerste plannen om een deel van de Biesbosch verder in te polderen. Het zoetwatergetijdengebied, ook bekend als het Bergsche Veld, bestond toen uit kreken, gorzen en grienden met geheel zuidelijk twee kleine buitenpolders: de Tongplaat en het Zuidplaatje. In 1924 werd de Vereeniging de Biesbosch opgericht met als doel de inpoldering uit te voeren met werklozen uit Dordrecht. De werkzaamheden werden gefaseerd uitgevoerd: na de sluiting van de laatste dijk in 1926 werd begonnen met het aanleggen van wegen en het geschikt maken van de gronden voor landbouw.

    De polder waterde eerst op natuurlijke wijze af door een sluis via de hoofdkreken of killen die binnen het ruimtelijk plan gehandhaafd waren. De kavels werden per inschrijving verpacht aan boeren uit de omgeving. De eerste bebouwing in de polder betrof enkele opzichterswoningen, maar al snel ontstond de behoefte aan woningen naast de landbouwgronden. Na de oplevering van deze eerste woningen, waarvan enkele gebouwd rondom een oude griendkeet, werden pachters verzocht een architect uit de regio in te huren. Een aantal opdrachten ging naar het Dordtse bureau Bakker en van Herwijnen. Vanaf 1937 werden, ook met behulp van werklozen, dertien landbouwhangars gebouwd door de firma Kloos.

    De Louisapolderse kade en de Zuidbuitenpolderse kade vormen samen met de Zeedijk de noordelijke grens van de Polder de Biesbosch. De overige grenzen van het gebied worden bepaald door de Zuidwestdijk, de Zuiddijk en de Oostdijk.

    Het relatief jonge polderlandschap heeft een bijzondere ruimtelijke structuur waarin een blokverkaveling en een rechtlijnig wegenstelsel samengaan met oude, grillige Biesboschkreken. In het open landschap zijn de hoeves geconcentreerd gebouwd rond kruispunten van wegen, met uitzondering van de bebouwing op voormalige griendheuvels. In de Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland 2010 wordt het grootste deel van de Polder de Biesbosch aangeduid als een 'kroonjuweel' binnen het topgebied Dordtse Biesbosch.

    Ligging

    De pachterswoning ligt aan de noordelijke kant van de Noorder Elsweg, op een perceel op de noordoostelijke hoek van de Noorder Elsweg en de Van Elzelingenweg. De woning wordt ontsloten door een brug over de sloot langs de Van Elzelingenweg. Het omliggende terrein is bereikbaar via een inrit naast de woning. De aardappelbewaarplaats ligt geheel oostelijk op het perceel met de nok haaks op de Noorder Elsweg.

    Hoofdvorm

    De woning is oorspronkelijk gebouwd in een hoofdmassa van twee bouwlagen en een secundaire bouwmassa in één bouwlaag op een T-vormige plattegrond. Het dak van de hoofdmassa is uitgevoerd als zadeldak met de nok evenwijdig aan de Van Elzelingenweg.

    Het dak van de lagere bouwmassa sluit hier haaks op aan. De woning is tegen de noordoostzijde aan in 1976 uitgebreid met een nieuwe aanbouw die tien jaar geleden gewijzigd en vergroot is. Deze aanbouw valt niet onder de bescherming.

    De aardappelbewaarplaats is een smal en langgerekt gebouw op rechthoekige plattegrond, voorzien van een zadeldak.

    De toegangsbrug naar de woning is een gemetselde boogbrug.

    Bouwgeschiedenis

    De naamgeving van bijna alle hoeves in de polder verwijst naar de geschiedenis van het voormalige griendgebied. Den peppel verwijst naar de voormalige grote populier die nabij de hoeve stond.

    De eerste pachterswoningen in de polder werden op bestaande griendheuvels gebouwd, rondom de oude keten. De bouw werd gesubsidieerd als werkgelegenheidsproject. De geheel nieuw te bouwen woning voor de hoeve 'Bij den Peppel' was de eerste in rij van ontwerpen van het Dordtse bureau Bakker en Van Herwijnen. Op verzoek van de Vereeniging De Biesbosch werden vanaf begin 1935 pachters aangespoord een architectenbureau uit Dordrecht in te schakelen. In het begin had men pachters de vrije hand gegeven in de keuze van de architect, maar dit had tot gevolg, in de woorden van de secretaris Johannes Vis: 'dat eenige boerderijen zijn verrezen, welke uit architectonisch oogpunt bezien, producten van wansmaak worden genoemd.' Bakker en Van Herwijnen werd echter zeer door de vereniging aanbevolen.

    Het bureau ontwierp in de polder onder andere Het Bergsche Veld, Het Kooigat, de smederij en vermoedelijk ook Luctor et Emergo en die Maeshoeve. In architectuur vertonen deze hoeves grote verwantschap die voor die tijd én voor de agrarische bouw vrij modern was. Kenmerkend is dat alle woningen van deze hoeves vrijstaand van de schuur werden gebouwd, in tegenstelling tot de iets eerdere gebouwde hoeves in de polder.

    In 1935 werd een grote schuur ten oosten van de woning gebouwd. Deze is later vervangen door nieuwe loodsen. Geheel oostelijk bevindt zich nog een voormalige aardappelbewaarplaats, gebouwd in 1939. Dit is de laatste bewaarplaats uit de bouwperiode 1930-1940 die nog in de polder aanwezig is. Direct achter de woning werd in 1949 een klein schuurtje gebouwd. De uitbreiding van de woning in 1976 betrof het vergroten van de woonkamer. De latere aanbouw heeft de indeling van het interieur gewijzigd door het verplaatsen van de keuken.

    Beschrijving exterieur woning

    De gevels zijn gemetseld in Vlaams verband. Vensteropeningen worden aan de bovenzijde beëindigd door een strek in twee kleuren baksteen. De kopgevels zijn op de hoeken iets doorgemetseld. Deze schouderstukken zijn aan de boven- en onderzijde voorzien van betonnen afdekplaten. Kozijnen zijn deels geheel vervangen, deels nog aanwezig met gemoderniseerde ramen. De onderdorpels van de originele kozijnen zijn uitgevoerd als integraal onderdeel van het kozijn en steken iets door voorbij de vensteropening. Het dak is vernieuwd en gedekt met rode Hollandse pannen waarbij de kopse gevels beëindigd worden door een gevelpan. In het dakschild aan de achterzijde bevindt zich een dakkapel van bescheiden afmetingen. De daken zijn voorzien van een omtimmerde bakgoot, rustend op houten klossen.

    De voorgevel aan de Van Elzelingenweg bestaat links uit de kopgevel van de lagere bouwmassa met twee vensters boven elkaar. In de zijgevels van deze bouwmassa bevindt zich één venster van gelijke afmetingen. Rechts bevindt zich de naar achter gelegen gevel van de hoofdmassa met hierin een gemoderniseerde voordeur in origineel kozijn. Boven het kozijn bevindt zich een klein venster, voorzien van glas-in-lood. Rechts van de deur is één breed venster met geheel gemoderniseerd kozijn. Hier recht boven is in smeedijzeren letters de naam van de hoeve aangebracht: 'bij den peppel'. De originele achtergevel is niet meer zichtbaar door de aanbouw.

    De rechterzijgevel, aan de Noorder Elsweg bestaat links uit de originele kopgevel, uitgevoerd met een doorgemetselde schoorsteen in de top, en rechts uit de aanbouw in een andere kleur metselwerk. In de oude gevel bevinden zich op begane grond niveau twee vensters met gemoderniseerd kozijn. In het midden op de verdieping geven openslaande deuren toegang naar een klein balkon.

    De linkerzijgevel bestaat links uit de gevel van de aanbouw, grenzend aan de gevel van de voormalige berging, niet zichtbaar door begroeiing. De kopgevel met doorgemetselde schoorsteen heeft vier vensters van verschillende afmetingen met origineel kozijn. Boven het brede venster op begane grond niveau is in het metselwerk een boog aangebracht. Het hoge en smalle venster is voorzien van een glas-in-loodraam. De gevel gaat rechts over in de zijgevel van de kleinere bouwmassa die haaks op het hoofdvolume is geplaatst.

    Beschrijving voormalige aardappelbewaarplaats

    De bewaarplaats bestaat uit een constructie van houten spanten. De lange zijgevels zijn opgebouwd uit een frame, rustend op een betonnen plint. In het frame zijn platen van gewapend glas geplaatst met-volgens de overlevering-op sommige plaatsen nog kogelgaten uit de Tweede Wereldoorlog. De kopgevels zijn in de top afgewerkt met groen geschilderde, verticale houten latten waarin een houten ventilatierooster is verwerkt. De dakranden worden beëindigd door een houten windveer. In de zomer van 2014 is de asbesthoudende dakbedekking vervangen door rode golfplaten.

    Beschrijving interieur

    Door de verbouwingen is de indeling van de woning gewijzigd en het interieur geheel gemoderniseerd. Het interieur heeft geen monumentale waarde.

    Beschrijving erf

    De woning wordt aan de Van Elzelingenweg ontsloten door een gemetselde boogbrug die ook onder de bescherming valt. De inrichting van het terrein rondom de woning heeft geen monumentale waarde.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    De pachterswoning, de gemetselde toegangsbrug en de aardappelbewaarplaats van de hoeve 'Bij den Peppel' zijn van cultuurhistorisch belang als onderdeel van de bebouwing die tussen 1930 en 1940 gerealiseerd werd in de Polder de Biesbosch. De inpoldering en een groot deel van de overige werken werden gerealiseerd in het kader van de werkverschaffing. Op de architectuur van de pachterswoningen werd vanaf ongeveer 1935 grote invloed uitgeoefend door de Vereeniging de Biesbosch. De aardappelbewaarplaats heeft cultuurhistorische waarde door het gebouwtype dat als enige in de polder bewaard is gebleven.

    Architectonische waarde

    De pachterswoning is van architectuurhistorisch belang door de kwaliteit van het ontwerp. De diversiteit in bouwmassa en de sobere detaillering zijn een goed voorbeeld van een voor die tijd moderne vormgeving in de agrarische bouw. De woning is tevens van belang als onderdeel van het oeuvre van het Dordtse bureau Bakker en Van Herwijnen dat in deze bouwperiode ook enkele andere hoeves realiseerde in de polder.

    Situering

    Het perceel van de hoeve Bij den Peppel beslaat de hoek van de Van Elzelingenweg en Noorder Elsweg. De woning, ontsloten door een gemetselde brug, ligt van de hoek af en is gericht op de Van Elzelingenweg. Het perceel ligt aan het hier nog vrij brede water van de Noorder Els. De woning heeft ensemblewaarde in relatie tot de overige gebouwen rond het kruispunt. Kenmerkend in de polder zijn de groeperingen van de hoeves rond de kruispunten van de hoofdwegen. Tevens hebben de woning, de brug en de aardappel- bewaarplaats ensemblewaarde als onderdeel van de karakteristieke, in de jaren dertig gerealiseerde bebouwing in de polder en vanwege de relatie met het polderlandschap. De aardappelbewaarplaats heeft bovendien een grote herkenbaarheid door zijn lengte en door de ligging naast het open landschap.

    Gaafheid

    De woning is van belang door de redelijke gaafheid van de gevels en de bouwmassa's, uitgezonderd de aanbouw aan de noordoostzijde. De aardappelbewaarplaats is in originele staat, met uitzondering van de onlangs vervangen dakbedekking.

    Unieke waarde

    De aardappelbewaarplaats heeft in cultuurhistorisch opzicht unieke waarde als laatste aardappelbewaarplaats uit de periode 1930-1940 die in de polder bewaard is gebleven.  

    Publicaties

    • R. Haan. De Dordtse Biesbosch ten zuiden van de Zeedijk. Dordrecht 2006.
    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
    • Klaas van der Knijff, De eerste bewoners van polder De Biesbosch: Willem den Hoed, kleinzoon van de eerste bewoner van hoeve Bij den Peppel, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 2016.

    Bijlage


  • Van Elzelingenweg 4 (griendkeet)
    • Naam: Kastanjekeet
    • Datering: 1875
    • Oorspronkelijke functie: Griendkeet

     

    Inleiding

    Een nabij de boerderij Elshoeve, midden in het akkerland van de Polder de Biesbosch staande GRIENDKEET, die omstreeks 1875 is gebouwd. De griendkeet staat in een akker op een met twee kastanjebomen begroeide verhoging in het landschap, die waarschijnlijk het restant is van een oude kade.

    De buitendijks gelegen, met diverse wilgensoorten beplante grienden waren de werkterreinen van de dikwijls uit Werkendam afkomstige griendwerkers die er de voor diverse doeleinden te gebruiken wilgentenen snoeiden. Als bij vloed de wilgenakkers overstroomden, werd de keet op het als vluchtheuvel dienende kaderestant gebruikt om het zakken van het water af te wachten en te overnachten. Toen dit gedeelte van de Biesbosch in 1926 werd ingepolderd betekende dit het einde van de griendcultuur en werden de griendketen overbodig en verlaten.

    Omschrijving

    Op een verhoging staande, vanuit een rechthoekige plattegrond, in schone IJsselsteent opgetrokken, verdiepingloze griendkeet onder een met Hollandse pannen gedekt zadeldak met schoorsteen. Zowel de kop- als de langsgevels zijn voorzien van wit geschilderde schieters. De zuidwestelijke, maar de weg gekeerde kopgevel is voorzien van vlechtingen en bevat een hoog in de top van de gevel staand venstertje met kruisraam. De andere kopgevel is eveneens voorzien van vlechtingen, maar is blind. De schoorsteen op de nok van het huisje is opgemetseld vanuit deze kopgevel en fungeert zodoende als tuit. De zuidoostelijke langsgevel bevat een eenvoudige, onder een rollaag staande lattendeur. De andere langsgevel is voorzien van een eveneens onder rollaag staand venster met kruisraam.

    Het inwendige van het huisje bestaat uit een ongedeelde ruimte met aangesmeerde wanden.

    De noordwestelijke zijde van de kade is nog voor een deel voorzien van een uit basaltblokken bestaande beschoeiing. Van groot belang voor het aanzien van het geheel is de aanwezigheid van twee monumentale kastanjebomen op de verhoging.

    Waardering

    De voormalige griendkeet is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde en typologische waarde als gaaf bewaard gebleven en goed herkenbaar overblijfsel van de inmiddels in Nederland vrijwel verdwenen griendcultuur.

    De griendkeet heeft landschappelijke en ensemblewaarde als een bijzonder element in het polderlandschap, onderstreept door de aanwezigheid van kastanjebomen en de verhoogde ligging in het landschap, en vanwege de functionele en visuele samenhang met de verderop gelegen griendkeet.

    De griendkeet heeft zeldzaamheidswaarde als één van de weinige griendketen die in Nederland bewaard zijn gebleven.


    Externe links


  • Van Elzelingenweg 15
    • Naam: 't Renpaard
    • Datering: 1935
    • Oorspronkelijke functie: Smederij
    • Bouwstijl: Interbellum-architectuur
    • Architect: Bakker & van Herwijnen
    • Postcode: 3329KS

     

    Algemene beschrijving

    Voormalige smederij aan de Van Elzelingenweg. Aanbouw uit de jaren zestig in gebruik als paardenstal. Deze aanbouw valt niet onder de bescherming.

    Historie gebied

    Ten zuiden van de Zeedijk bevinden zich enkele oude polders (van west naar oost: de Louisapolder 1788, de Cannemanspolder 1803, de Haniapolder 1758 en de Zuidbuitenpolder 1777) die de noordelijke grens vormen van de in 1926 ingedijkte Polder de Biesbosch.

    Vanaf rond 1900 ontstonden de eerste plannen om een deel van de Biesbosch verder in te polderen. Het zoetwatergetijdengebied, ook bekend als het Bergsche Veld, bestond toen uit kreken, gorzen en grienden met geheel zuidelijk twee kleine buitenpolders: de Tongplaat en het Zuidplaatje. In 1924 werd de Vereeniging de Biesbosch opgericht met als doel de inpoldering uit te voeren met werklozen uit Dordrecht. De werkzaamheden werden gefaseerd uitgevoerd: na de sluiting van de laatste dijk in 1926 werd begonnen met het aanleggen van wegen en het geschikt maken van de gronden voor landbouw. De polder waterde eerst op natuurlijke wijze af door een sluis via de hoofdkreken of killen die binnen het ruimtelijk plan gehandhaafd waren.

    De kavels werden per inschrijving verpacht aan boeren uit de omgeving. De eerste bebouwing in de polder betrof enkele opzichterswoningen, maar al snel ontstond de behoefte aan woningen naast de landbouwgronden. Na de oplevering van deze eerste woningen, waarvan enkele gebouwd rondom een oude griendkeet, werden pachters verzocht een architect uit de regio in te huren. Een aantal opdrachten ging naar het Dordtse bureau Bakker en van Herwijnen. Vanaf 1937 werden, ook met behulp van werklozen, dertien landbouwhangars gebouwd door de firma Kloos.

    De Louisapolderse kade en de Zuidbuitenpolderse kade vormen samen met de Zeedijk de noordelijke grens van de Polder de Biesbosch. De overige grenzen van het gebied worden bepaald door de Zuidwestdijk, de Zuiddijk en de Oostdijk.

    Het relatief jonge polderlandschap heeft een bijzondere ruimtelijke structuur waarin een blokverkaveling en een rechtlijnig wegenstelsel samengaan met oude, grillige Biesboschkreken. In het open landschap zijn de hoeves geconcentreerd gebouwd rond kruispunten van wegen, met uitzondering van de bebouwing op voormalige griendheuvels. In de Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland 2010 wordt het grootste deel van de Polder de Biesbosch aangeduid als een 'kroonjuweel' binnen het topgebied Dordtse Biesbosch.

    Ligging

    De smederij ligt aan de westelijke zijde van de Van Elzelingenweg, ten noorden van de Hoeve de Biesbosch. De nok van het pand is haaks op de weg gesitueerd.

    Hoofdvorm

    De smederij is gebouwd op een rechthoekige plattegrond in één bouwlaag met een zolder onder zadeldak. Tegen de zuidoostgevel aan bevond zich een kleine, lagere bouwmassa die niet meer zichtbaar is door de grote aanbouw uit de jaren zestig.

    Bouwgeschiedenis

    Na het gereedkomen van de eerste hoeves in de polder ontstond al snel de behoefte aan een smid in het gebied. De vereniging gaf het bureau Bakker en Van Herwijnen de opdracht de smederij te ontwerpen die in de nabijheid van het eigen bedrijf, hoeve de Biesbosch, gebouwd zou worden. Het Dordtse bureau ontwierp in de polder onder andere ook hoeve Bij den Peppel, Het Bergsche Veld, Het Kooigat en vermoedelijk ook Luctor et Emergo en die Maeshoeve. In architectuur vertonen deze gebouwen grote verwantschap die voor die tijd én voor de agrarische bouw vrij modern was.

    In de smederij, werd net als in het kantoor van het eigen bedrijf een gedicht geplaatst, dat niet meer aanwezig is:

    Hier woelde 't water sterk
    Nu is 't een smederij
    De landman geev' mij werk,
    Tot baat van hem en mij.

    In de jaren zestig werd tegen de zuidoostgevel een grote werkplaats gebouwd voor het mechanisatiebedrijf dat in de plaats van de smederij was gekomen. Grote landbouwmachines, tractoren en dergelijke werden hier heengebracht voor onderhoud en reparatie. In de smederij werd een kantoortje gemaakt. Ten noorden van de oude smederij bevond zich een houten woning die inmiddels gesloopt is. Vanaf 2007 wordt de werkplaats gebruikt als paardenstal met de smederij als bijgebouw.

    Beschrijving exterieur

    De gevels zijn gemetseld in een halfsteens verband. Vensteropeningen worden aan de bovenzijde beëindigd door een latei achter schoon metselwerk dat strak doorloopt tot aan de bovenzijde van het kozijn. De onderdorpels zijn uitgevoerd als integraal onderdeel van het kozijn en steken iets door voorbij de vensteropening. Het dak is gedekt met rode Hollandse pannen waarbij de kopse gevels beëindigd worden door een gevelpan.

    De voorgevel aan de Van Elzelingenweg is een puntgevel met in het midden een venster en aangeheeld metselwerk op de plek waar oorspronkelijk twee openslaande deuren aanwezig waren. De getoogde opening is aan de bovenzijde voorzien van een rollaag met een rand van licht uitstekend metselwerk. In de top bevindt zich een houten luik met ijzeren hijsbalk. Onder het luik dragen twee kleine liggers een rooster dat als extra ondersteuning gebruikt kon worden.

    De rechterzijgevel heeft zes vensters van dezelfde afmetingen voorzien van boven- en onderraam. De roedenverdeling van de ramen is verdwenen. De linkerzijgevel is aan het zicht onttrokken door de aanbouw. Opname van de achtergevel was niet mogelijk. Wel zichtbaar is nog de schoorsteen die vanuit de top is doorgemetseld.

    Beschrijving interieur

    Vanuit de werkplaats is er een toegang naar de smederij gemaakt. Rechts van de entree bevindt zich nog de oude wc-deur, uitgevoerd als paneeldeur. De ruimte van de smederij is later verdeeld in een klein kantoor aan de voorzijde en opslag aan de achterzijde. De zoldervloer is uitgevoerd met stalen balken.

    Beschrijving terrein

    Het terrein heeft geen monumentale waarde.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    De smederij heeft cultuurhistorische waarde als onderdeel van de bebouwing die tussen 1930 en 1940 gerealiseerd werd in de Polder de Biesbosch. De inpoldering (vanaf 1926) en een groot deel van de overige werken werden gerealiseerd in het kader van de werkverschaffing. Op de architectuur van de bebouwing werd vanaf ongeveer 1935 grote invloed uitgeoefend door de Vereeniging de Biesbosch. De smederij heeft tevens cultuurhistorische waarde als bijzonder gebouwtype

    Architectonische waarde

    De smederij is van architectuurhistorisch belang door de kwaliteit van het ontwerp. Het vertoont overeenkomsten in detaillering en vormgeving met pachterswoningen in de polder en het is een voorbeeld van een voor die tijd moderne vormgeving. De smederij is tevens van belang als onderdeel van het oeuvre van het Dordtse bureau Bakker en Van Herwijnen dat in deze bouwperiode ook enkele hoeves realiseerde. Van bijzondere waarde zijn het casco dat deels bestaat uit een stalen constructie en het luik met de hijsbalk in de voorgevel.

    Situering

    De smederij ligt op een perceel nabij de hoeve de Biesbosch en heeft ensemblewaarde in relatie tot de overige gebouwen van deze hoeve. De smederij heeft tevens ensemblewaarde als onderdeel van de karakteristieke, in de jaren dertig gerealiseerde bebouwing in de polder en vanwege de relatie met het polderlandschap.

    Gaafheid

    De smederij is deels in originele staat bewaard gebleven. Van belang zijn het casco, de voor- en zijgevel en de houten kozijnen.

    Unieke waarde

    Het pand heeft een unieke waarde in cultuurhistorisch opzicht als voormalige smederij in de polder de Biesbosch.

    Publicaties

    • R. Haan. De Dordtse Biesbosch ten zuiden van de Zeedijk. Dordrecht 2006.
    • Landschapsbeheer Zuid-Holland. Cultuurhistorische objecten IJsselmonde en Dordrecht. Tweede druk. Waddinxveen 2011.
    • Joh. A. Vis. Het ontstaan van den Polder 'De Biesbosch'. Dordrecht 1936.

    Bijlage


  • Van Elzelingenweg (griendkeet)
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Griendkeet
    • Bouwstijl: Functionalisme

     

    Inleiding

    In de Polder de Biesbosch, bij de boerderij Middenhoeve staande Griendkeet, die waarschijnlijk gebouwd is in het begin van de twintigste eeuw. De griendkeet staat in een akker op een verhoging in het landschap, die waarschijnlijk het restant is van een oude kade. De buitendijks gelegen, met diverse wilgensoorten beplante grienden waren de werkterreinen van de dikwijls uit Werkendam afkomstige griendwerkers die er voor diverse doeleinden te gebruiken wilgentenen snoeiden. Als bij vloed de wilgenakkers overstroomden, werd de keet op het als vluchtheuvel dienende kaderrestant gebruikt om het zakken van het water af te wachten en te overnachten. Toen dit gedeelte van de Biesbosch in 1926 werd ingepolderd betekende dit het einde van de griendcultuur en werden de griendketen overbodig en verlaten.

    Omschrijving

    Op een verhoging staande, vanuit een rechthoekige plattegrond, in baksteen opgetrokken, verdiepingloze griendkeet onder een met Hollandse pannen gedekt zadeldak met windveren en een gemetselde schoorsteen in het midden van de nok. De vanaf de weg zichtbare, zuidelijke kopgevel is een eenvoudige kopgevel met slechts een rond venster met ijzeren raam in de top van de gevel. De naar het westen gekeerde langsgevel bevat een venster met kruisram en schieters vlak onder de dakrand. De noordelijke kopgevel is identiek aan de zuidelijke. De oostelijke langsgevel bevat een eenvoudige lattendeur met links ervan een klein venster met tweeruits raam, dat evenals de deur onder een rollaag staat. Met name in deze gevel zijn in het tweede decennium van de twintigste eeuw en later een groot aantal namen en jaartallen in de baksteen gekerfd. Het inwendige van de keet bestaat uit een ongedeelde ruimte met gepleisterde muren.

    Waardering

    De voormalige griendkeet is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde en typologische waarde als gaaf bewaard gebleven en goed herkenbaar overblijfsel van de inmiddels in Nederland vrijwel verdwenen griendcultuur.

    De griendkeet heeft landschappelijke en ensemblewaarde als een bijzonder element in het polderlandschap, met een verhoogde ligging in het landschap en vanwege de functionele en visuele samenhang met de verderop gelegen griendkeet.

    De griendkeet heeft zeldzaamheidswaarde als één van de weinige griendketen die in Nederland bewaard zijn gebleven.


    Externe links



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).