Tag

Spuiweg

  • Spuiweg 52-54
    • Datering: 1880
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GV

     

    Algemene beschrijving

    Pand met oorspronkelijk een boven- en benedenwoning, nu een ongedeeld woonhuis.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg is een oude uitvalsweg tussen stad en achterland. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel. De Spuiweg is een van de belangrijkste routes voor langzaam verkeer naar de binnenstad.

    Langs de Spuiweg staan vooral veel commerciële panden. Dit woonhuis vormt hier een uitzondering op.

    Gezien de bouwstijl is het pand, vermoedelijk samen met het linker buurpand, omstreeks 1880 zijn gebouwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel telt twee bouwlagen opgetrokken in donker roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De gevel bezit een met hardstenen platen beklede plint, waar boven een als basement tot de lekdorpels van de vensters op de begane grond gepleisterde borstwering.

    Op de beide niveaus zijn de hardstenen lekdorpels op genomen in een doorlopende dito speklaag. De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel met een gecementeerde architraaf, waar boven een dito fries met casementen tussen consoles die de gelijste houten kroonlijst / bakgoot dragen.

    De vensteropeningen zijn voorzien van een gecementeerd kader, dat aan de bovenzijde is voorzien van een versiering met palmetten.

    Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde de entree. Voor de entree ligt een hardstenen stoep. In de deuropening bevindt zich een kozijn met twee paneeldeuren met een achtruits raam en een bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Rechts hiervan bevinden zich twee vensteropeningen met een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen, identiek aan die op de begane grond.

    Achtergevel

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving gebaseerd op waarnemingen vanaf belendende percelen)

    De topgevel telt drie bouwlagen opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voegen.

    De begane grond is grotendeels afgedekt door aanbouwen. Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde een segmentboogdeuropening.

    Aan de rechter zijde is de gevel uitgebouwd.

    In de top bevindt zich een segmentboogvensteropening met een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een tweeruits bovenraam.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met gesmoorde hollandse pannen.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak, met aan de voorzijde ongedeelde stolpramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Er is geen mogelijkheid tot opname geboden.

    Beschrijving tuin

    Er is geen mogelijkheid tot opname geboden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, als negentiende-eeuwse woning voor de middenklasse.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De eclectische bouwstijl is karakteristiek voor de bouwtijd van het object.

    Gaafheid

    Het object is extern met name aan de voorzijde ongewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden extern goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als beeldbepalend object van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object een zeldzaamheidswaarde.  

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok, Schilderkunst aan de Spuiweg: de eigenarengeschiedenis van de woningen Spuiweg 46, 48, 50 en 52 te Dordrecht, 2008.
    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Spuiweg 63
    • Datering: 1925
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Amsterdamse school
    • Postcode: 3311GT

     

    Algemene beschrijving

    Een in 1925 aan een woning (Spuiweg 65) toegevoegde beuk met daarin de entree.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil in een gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Pand bestaande uit een beuk met een rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met plat dak.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel.

    In 1925 wordt de gang aan de rechter zijde van Spuiweg 65 bebouwd met een uitbreiding van het bestaande woonhuis met winkelruimte. In de nieuwbouw werd de entree tot de (boven)woning gesitueerd met aansluitend het trappenhuis.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is in twee bouwlagen boven een met hardstenen platen beklede plint opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk.

    Op de begane grond bevindt zich voor de entree een hardstenen trede voor de hardstenen dorpel met dito neuten. In de deuropening bevindt zich een houten kozijn met een deur met een dicht onderpaneel en een zesruits bovenpaneel. Aan weerszijden van de deuropening bevindt zich een halfhoge spleetvensteropening met een glas-in-loodvulling.

    Boven de deur- en vensteropeningen bevinden zich drie vensteropeningen, twee smalle en één brede, voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevindt zich op een betonnen uitkragende plaat een driezijdige erker met een gemetselde borstwering, waar boven een driezijdig kozijn met aan elke zijde een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling. De erker bezit een plat dak.

    De gevel is voorzien van een iets uitgemetselde beëindiging in verticaal vermetselde baksteen met een gedrukte spits als bovenrand.

    Achtergevel

    De gevel is in twee bouwlagen opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk.

    Op de begane grond bevindt zich een gecombineerde venster- en deuropening, met in de deuropening een gemoderniseerde deur met een glaspaneel en een ongedeeld bovenraam. In de vensteropening bevinden zich een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam.

    De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord.

    Kap

    Het pand is voorzien van een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Achter de entree bevindt zich een vestibule met aansluitend een gang met de trapopgang naar de verdieping en aan de achterzijde de voormalige keuken.

    De binnenpaneeldeuren zijn origineel. Boven de deur naar de keuken bevindt zich een meerruits bovenraam. In de keuken bevindt zich een betegelde kooknis annex keukenkastjes.

    Van oorsprong kon vanuit de gang de woning aan de linker zijde bereikt worden.

    Eerste verdieping

    De trap sluit met een bovenkwart aan op een overloop, die toegang geeft tot een slaapkamer met erker aan de voorzijde en een slaapkamer aan de achterzijde.

    Vanuit de overloop kan de woning aan de linker zijde bereikt worden.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectuurstijl is kenmerkend voor de bouwtijd.

    Gaafheid

    Het object is extern ongewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden extern goed bewaard zijn gebleven. Het feit dat het functioneel bijbehorende aangrenzende woonhuis aan de voorzijde volledig is verbouwd doet hieraan geen afbreuk. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als beeldbepalend object van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het object een zeldzaamheidswaarde, onder andere door de beperkte breedte.

    Bijlage


  • Spuiweg 77
    • Datering: XIX-B
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Overgangsarchitectuur
    • Architect: van Driel
    • Postcode: 3311GT

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Pand op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden.

    In 1914 wordt vergunning verleend om een pand met achterbouw gedeeltelijk af te breken en als woonhuis wederom op te bouwen. De verbouwing betreft een nieuwe indeling van de begane grond en de verdieping en een nieuwe voor- en achtergevel.

    Daarnaast wordt op een perceel achter het buurpand aan de linker zijde een werkplaats (timmerwinkel) in twee bouwlagen met een lessenaarsdak opgetrokken.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel in twee deels drie bouwlagen is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is iets uitgemetseld opgetrokken in donker roodbruine baksteen in gelijk verband en voegwerk en wordt afgesloten met een hardstenen waterslag. De lekdorpel en latei van de vensteropeningen zijn uitgevoerd in hardsteen. In het metselwerk zijn speklagen in kunststeen opgenomen, die corresponderen met de lateien op de begane grond en de verdieping. Een zelfde speklaag bevindt zich net onder de lekdorpels op de verdieping.

    Op de scheiding van het linker- en rechter geveldeel is in een vierkante uitsparing een hemelwaterafvoer opgenomen.

    De gevel wordt beëindigd met een gelijste houten bakgoot op bewerkte houten klossen.

    Aan de rechter zijde bevindt zich de entree terugliggend binnen een rechthoekige gevelopening, die aan de bovenzijde is voorzien van een getoogde latei in kunststeen, waar boven drie gevelopeningen met tussen de kunststenen deelzuiltjes een glas-in-loodvulling. Voor de entree ligt een stoep van drie hardstenen treden.

    In de terugliggende gevel bevindt zich een pui met centraal een deuropening en aan weerszijden een smalle vensteropening met een ongedeeld raam. In de deuropening bevindt zich een paneeldeur met drie dichte panelen onder en boven een achtruits raam. Bovenin bevindt zich een zesruits bovenlicht met aan weerszijden een tweeruits raam.

    Aan de linker zijde bevinden zich op de begane grond twee identieke vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een achtruits bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping is de gevel aan de linker zijde voorzien van een erker met een segmentboogvormig grondplan. De basis wordt gevormd door per metselgang iets uitgemetselde bakstenen. In de erker bevinden zich drie door een steens muurdam gescheiden vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een achtruits (zijkanten) respectievelijk zestienruits (midden) bovenraam.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een vijftienruits bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Op zolderniveau fungeert de erker als basis voor een balkon begrensd met een smeedijzeren hekwerk. De gevel is ter plaatse van het balkon als vlaamse gevel hoger opgetrokken en beëindigd met een gedrukte geveltop. In de vlaamse gevel bevindt zich een deuropening met een deur met een ongedeeld glaspaneel.

    Aan de rechter zijde is de gevel hoger opgetrokken als torenachtig bouwdeel. In de gevel bevinden zich twee door een steens muurdam gescheiden identieke vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld raam.

    Achtergevel

    De gevel in drie bouwlagen is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voeg. Op de begane grond is het pand over de volle breedte uitgebouwd en op de verdieping aan de linker zijde. Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een kleine uitbouw. Alle uitbouwen zijn voorzien van een plat dak. De gevels zijn beëindigd met een gelijste houten boeiboord.

    De aanbouw aan de linker zijde op de begane grond bezit meerdere deur- en vensteropeningen.

    Rechts van de aanbouw bevindt zich een verhoogd bestraat terras tussen gemetselde keermuren en met een gemetselde deels opengewerkte borstwering afgedekt met hardstenen dekplaten. Een gemetselde stoep met vier hardstenen dekplaten leidt naar het terras.

    In de gevel grenzend aan het terras bevindt zich een pui met centraal dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en twee zesruits bovenlichten met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden bevindt zich op een gemetselde borstwering een venster met een ongedeeld onderraam en een negenruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevindt zich in de uitbouw een vensteropening met een T-schuifvenster met ongedeelde ramen.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een balkon begrensd met een gemetselde deels opengewerkte borstwering afgedekt met hardstenen dekplaten. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een pui met centraal dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een drieruits bovenlicht.

    Aan weerszijden bevindt zich op een gemetselde borstwering een venster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Op zolderniveau bevinden zich drie vensteropeningen met een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Kap

    De kap bestaat uit een asymmetrisch zadeldak evenwijdig aan de straat met aansluitend dwars hierop een mansardekap, waarvan het middengedeelte plat is. Het torenachtig bouwdeel aan de voorzijde bezit een gedrukte spits op vierkant grondplan.

    De schuine dakvlakken zijn voorzien van leien in Maasdekking.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Aan de achterzijde bevindt zich een kleine kelder.

    Begane grond

    Achter de entree bevindt zich een vestibule, die middels een tochtpui is gescheiden van een gang annex trappenhuis. Onder de trap bevindt zich een kast, het toilet en de toegang tot de kelder. Aan de achterzijde ligt deels in de uitbouw een keuken.

    Aan de linker zijde bevinden zich een voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten.

    Aan de achterkamer grenst het terras.

    Het oorspronkelijke interieur is ondanks de gewijzigde functie nog vrijwel geheel intact.

    Eerste verdieping

    De trap vanaf de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop. De trap naar de zolderverdieping ligt boven de andere trap. Naast de trap liggen een toilet en een kast. Aan de voorzijde bevindt zich in het verlengde van de overloop een slaapkamer en aan de achterzijde een badkamer. Aan de linker zijde bevinden zich aan de voor- en achterzijde een slaapkamer met op de scheiding een kastenwand. Aan de achterste slaapkamer grenst een balkon.

    Het oorspronkelijke interieur is nog redelijk intact.

    Zolder

    De trap vanaf de verdieping sluit met een bovenkwart aan op een overloop. Aan de linker zijde bevinden zich aan de voor- en achterzijde een slaapkamer met op de scheiding schuifdeuren.

    Het zolderniveau is volledig verbouwd.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de midden- en hogere klasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectuurstijl is kenmerkend voor de bouwtijd.

    Gaafheid

    Het object is extern vrijwel geheel en intern deels ongewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als beeldbepalend object van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het object een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Angenetha Balm, Pieter van Driel, een gedegen aannemer en architect, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.48 2013.
    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Spuiweg 144
    • Datering: 1928
    • Oorspronkelijke functie: Woon-winkelpand
    • Bouwstijl: Amsterdamse school
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Winkel-/woonhuis.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Pand op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden.

    In 1928 wordt vergunning verleend voor het bouwen van een winkel, een werkplaats en een bovenwoning naar het ontwerp van NV Aannemings Maatschappij Groeneveld.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De topgevel in drie bouwlagen is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk.

    De begane grond is op twee muurdammen na geheel geopend onder een betonnen latei op twee zware consoles. Binnen de gevelopening bevindt zich aan de rechter zijde een inpandig portaal met aan de achterzijde de entree tot een gang naar de bedrijfsruimte aan de achterzijde met in het kozijn een gemoderniseerde paneeldeur en een drieruits bovenraam, met een liggende roedeverdeling, voorzien van glas-in-loodvulling.

    Aan de linker zijde bevindt zich een winkelpui op een lage gecementeerde borstwering. De winkelpui bestaat uit een ongedeeld raam aan de voorzijde en aansluitend een naar binnen gericht deel met een ongedeeld raam en rechts een deuropening met een deur met een tweeruits glaspaneel. Het terugliggende gedeelte is voorzien van drieruits bovenramen, met een liggende roedeverdeling, voorzien van glas-in-loodvulling.

    Boven de latei bevindt zich een vrijwel gevelbrede vensterstrook met driemaal een drieruits raam, met een liggende roedeverdeling, voorzien van glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen met een ongedeeld raam. Boven de doorlopende betonnen latei bevindt zich onder een smalle betonnen latei een vensterstrook met zes gekoppelde ramen met een glas-in-loodvulling.

    In lijn met de uiteinden van de latei op de verdieping is het bovenliggend muurvlak iets teruggelegd. De muurdammen aan de linker zijde is boven de aanzet van het dakoverstek iets opgemetseld. Aan de rechter zijde is de muurdam hoog opgetrokken als schoorsteen.

    Op zolderniveau bevindt zich een vensterstrook van twee tweelichten met ongedeelde schuiframen, in de as van de gevel gekoppeld door een driehoekige middenstijl. De betonnen latei is geklemd tussen houten sierelementen.

    Gelijkvormige sierelementen zijn aangebracht onder de horizontale gedeelten van het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek.

    Boven in de topgevel bevindt zich onder een uitkragende latei een kleine spleetvensteropening met een ongedeeld raam.

    Achtergevel

    De topgevel in drie bouwlagen is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk.

    De begane grond is volledig afgedekt voor een uitbouw met plat dak. In de achtergevel bevindt zich een pui met centraal dubbele deuren met een vierruits raam met een horizontale roedeverdeling en aan weerszijden hieraan gekoppeld op een lage gemetselde borstwering een vensteropening met vierruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. In het dak is een daklicht opgenomen.

    Direct boven de aanbouw bevinden zich in de achtergevel vensterstroken met ongedeelde ramen.

    Op de verdieping bevindt zich links een deuropening met dubbele deuren met een achtruits raam en twee tweeruits bovenlichten. Aan de rechter zijde bevindt zich een deuropening met een deur met een achtruits raam en een tweeruits bovenlicht.

    Op de zolderverdieping bevinden zich drie vensteropeningen met een zesruits raam.

    De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord.

    Kap

    Het zadeldak is gedekt met rode verbeterd hollandse pannen.

    In het rechter dakvlak staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    In de winkelruimte staat de trap naar de woning met aan de achterzijde en kleine kantoorruimte. Aan de rechter zijde bevindt zich een gang met een plavuizenvloer, die leidt naar de bedrijfsruimte aan de achterzijde.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit aan op een overloop. De trap naar de zolder ligt boven de andere trap. Aan de voorzijde bevindt zich in het verlengde van de overloop een kleine slaapkamer en aan de achterzijde de keuken. Aan de rechter zijde bevinden zich een voor- en achterkamer, oorspronkelijk van elkaar gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten. De schuifdeuren zijn verwijderd.

    Zolder

    De zolder was oorspronkelijk niet ingedeeld, maar bezit nu een kamer aan de achterzijde.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil naast woningbouw voor de midden- en hogere klasse eveneens panden met gemengde functies als wonen en werken werden gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectuurstijl is karakteristiek voor de bouwtijd.

    Gaafheid

    Het object is extern vrijwel niet en intern deels gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object is als beeldbepalend object van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object een hoge zeldzaamheidswaarde.  

    Bijlage


  • Spuiweg 162
    • Datering: XIX-d
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: van Bilderbeek & Reus
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Linker pand in een blok van twee panden.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand als onderdeel van een blok van twee panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee en een halve bouwlaag met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel.

    Het blok van twee panden is waarschijnlijk in het laatste kwart van de negentiende eeuw gebouwd.

    In 1925 wordt naar een plan van het bekende Dordtse bureau Van Bilderbeek en Reus architecten de open veranda aan de achterzijde gewijzigd in een serre en wordt de wand tussen de achterkamer en de serre verwijderd.

    B. van Bilderbeek (Amsterdam in 1876 / Dordrecht in 1955) werd opgeleid en gevormd tot architect in Amsterdam waar hij met name bij het architectenbureau van de gebroeders Van Gendt de kneepjes van het vak leerde. In Dordrecht kreeg Van Bilderbeek tal van mogelijkheden om zijn liefde voor het vak voor behoud van historisch erfgoed tot uitdrukking te brengen. Naast het realiseren van nieuwe werken nam hij zitting in diverse beroeps- en culturele commissies in Dordrecht waarbij onder meer aandacht werd gevraagd voor de oude stad. Ook was hij betrokken bij de restauraties van diverse monumentale kerken, kerktorens en poortgebouwen in den lande.

    Van Bilderbeek werd geboren in Amsterdam en volgde er zijn opleiding aan de Ambachtsschool en aan de tekenschool. Hij begon zijn carriere rond 1895 als architect bij het architectenbureau Van Gendt waar hij ongeveer 11 tot 12 jaar werkte. Wonend en werkzaam in Amsterdam was hij jarenlang lid van het Genootschap Architectura et Amicia dat in die tijd onder voorzitterschap stond van H.P. Berlage. Hier ontmoette hij tal van architecten uit het Amsterdamse circuit.

    Van Bilderbeek vestigde zich in 1906 in Dordrecht aan de Buiten Walevest. De belangrijkste reden voor zijn verhuizing was het feit dat hij de leiding voerde over de bouw van een bijkantoor voor De Nederlandsche Bank aan de Wijnstraat in Dordrecht naar ontwerp van A.D.N. en J.G. van Gendt. Na voltooiing van dit monumentale pand met diverse historiserende onderdelen bleef Van Bilderbeek in Dordrecht wonen.

    Er volgden tal van nieuwe opdrachten in Dordrecht zoals het in opdracht van zijn oom ontwerpen van huize Cronenburch in 1906 en de in traditionalistische stijl ontworpen villa Berckensteyn aan in 1912. Behalve het ontwerp voor architectonische projecten was Van Bilderbeek ook actief als interieurarchitect en ontwierp hij tal van meubels, hang- en sluitwerkonderdelen en lampen.

    In 1917 associeerde Van Bilderbeek zich met architect H.A. Reus (1872-1935). Reus was opgeleid aan de Rotterdamse Academie voor Bouwkunst en al vanaf 1892 werkzaam in Dordrecht. Het duo werkte niet alleen tientallen jaren samen aan tal van projecten in Dordrecht maar verrichtten ook, met name restauratiewerkzaamheden, buiten de stad.

    Na de oorlog in 1945, toen Reus inmiddels was overleden, werd C.C. Basters de nieuwe compagnon van Van Bilderbeek. Het bureau droeg tot 1956 de naam Van Bilderbeek & Basters. Later werd het bureau Basters en De Vries en tegenwoordig heet het bureau Lugten Malschaert Architecten (Dordrecht).

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bezit vier vensterassen, waarvan de tweede van links een baksteenkop vooruit ligt. De gevel kent een plint van hardstenen platen, waarboven het muurwerk, uitgezonderd het linker gedeelte, is gepleisterd tot het niveau van de lekdorpels van de vensters op de bel-etage. Het muurwerk daarboven is uitgevoerd in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een gesneden voeg. In het metselwerk zijn gepleisterde speklagen opgenomen ter hoogte van de onder- en wisseldorpel van de vensters en op de bel-etage eveneens halverwege de hoogte van de onderramen. De borstwering op de verdieping is gecementeerd.

    De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een gecementeerde architraaf, waar boven een fries met opgelegde panelen tussen de gecementeerde consoles, die de houten gelijste bakgoot/kroonlijst dragen.

    Aan de linker zijde bevindt zich op de begane grond een rechthoekige doorgang, afgesloten met een anderhalfsteens hanekam, waarin een kozijn waarin dubbele deuren en een bovenlicht dichtgezet met plaatwerk. Op de verdieping bevindt zich een segmentboog-vensteropening, waarin een kozijn met een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    In de tweede as van links bevindt zich de entree binnen een met een rondboog gesloten gevelopening. In de doorgang ligt een hardstenen trede. Terugliggend achter de doorgang bevindt zich een kozijn met een rondboogvormige bovendorpel, waarin dubbele paneeldeuren met bovenin een ongedeeld raam achter een smeedijzeren hekwerk. Boven het kalf bevindt zich een drieruits bovenlicht.

    Rechts van de entree bevinden zich op souterrainniveau twee segmentboog-vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen.

    Op de bel-etage bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De bovenrand van de vensteropeningen is geaccentueerd met een stuclijst, die doorloopt tot de speklaag ter hoogte van de wisseldorpel.

    Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde op gecementeerde consoles een balkon begrensd met een ijzeren spijlenhekwerk. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een segmentboog-deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan de rechter zijde bevinden zich twee segmentboog-vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De bovenrand van de vensteropeningen is geaccentueerd met een stuclijst, die doorloopt tot de speklaag ter hoogte van de wisseldorpel.

    Achtergevel

    De topgevel in vier bouwlagen is uitgevoerd in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. Het linker deel van de gevel is over de hoogte van het souterrain en de bel-etage uitgebouwd in geelbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg.

    Aan de rechter zijde was de gevel tot het niveau van de eerste verdieping geopend onder een segmentboog. Bij een verbouwing is de doorgang gesloten met een betonnen latei. Onder de latei is de opening verkleind met een houten pui op het niveau van de bel-etage.

    In het linker geveldeel is op souterrainniveau de gevel deels teruggelegd als loggia. In de achterzijde van de loggia bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel. Rechts van de loggia bevindt zich een vensteropening, gesloten met een hanekam in rode baksteen, waarin een kozijn met tweeruits stolpramen.

    Boven de loggia bevindt zich een houten driezijdige erker, die in 1925 is gerealiseerd ter plaatse van een oorspronkelijke loggia. De erker bezit een borstwering bekleed met gepotdekselde delen, waar boven aan elke zijde een kozijn met een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling. Rechts van de erker bevindt zich een vensteropening, gesloten met een hanekam in rode baksteen, waarin een kozijn met tweeruits stolpramen en een ongedeeld bovenraam.

    Op de verdieping vormt de uitbouw de basis voor een balkon, begrensd met een houten spijlenhekwerk. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich links een segmentboogdeuropening, gesloten met een hanekam, met in het kozijn dubbele deuren met een glaspaneel en een drieruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Rechts hiervan bevinden zich twee vensteropeningen, gesloten met een hanekam, waarin een kozijn met ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam.

    Tussen beide vensteropeningen is in gele baksteen een rookkanaal uitgebouwd.

    Op zolderniveau bevindt zich een vensteropening, gesloten met een hanekam, waarin een kozijn met een schuifraam met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    De gevel wordt beëindigd met het dakoverstek op doorstekende gordingen, dat is afgewerkt met een boeiboord waarvan de onderrand is voorzien van snijwerk.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met gesmoorde betonpannen.

    In het voordakvlak staat een gemoderniseerde brede dakkapel met een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    Het souterrain is bereikbaar vanuit de vestibule met een korte steektrap, die uitkomt op een hal tegen de linker bouwmuur. Achter de hal ligt een klein vertrek. Aan de rechter zijde bevindt zich aan de voorzijde de keuken met er achter een bijkeuken, een kamer en aan de achterzijde een serre.

    Dit niveau is bij meerdere verbouwingen gewijzigd, waarbij de oorspronkelijke indeling grotendeels resteert.

    Geheel links bevindt zich een doorgang van de straat naar de tuin.

    Bel-etage

    Achter de entree ligt een vestibule op niveau van de begane grond. Een korte steektrap leidt naar het souterrain en de naastliggende steektrap leidt via een tochtpui naar de hal annex trappenhuis op het niveau van de bel-etage. Achter de trap ligt een toilet en achter de hal een klein vertrek.

    Aan de rechter zijde liggen de voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden met schuifdeuren in een kastenwand. De achterkamer grensde oorspronkelijk aan een loggia, die is dichtgezet en bij de achterkamer gevoegd.

    Dit niveau is bij meerdere verbouwingen gewijzigd, waarbij de oorspronkelijke indeling grotendeels resteert.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop, waaraan in het verlengde van de trap een toilet is gesitueerd. Aan de voor- en achterzijde bevindt zich een kleine kamer. Aan de rechter zijde liggen de voor- en achterslaapkamer, van elkaar gescheiden door een middenbeuk met de trap naar zolder een halletje en een kleine badkamer. De achterslaapkamer grenst aan een balkon.

    Dit niveau is bij meerdere verbouwingen gewijzigd, waarbij de oorspronkelijke indeling grotendeels resteert.

    Zolder

    De steektrap komt uit op een zolderruimte met aan de voor- en achterzijde een kamer.

    Dit niveau is bij meerdere verbouwingen gewijzigd, waarbij de oorspronkelijke indeling is gewijzigd.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is als onderdeel van een blok van twee panden van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil naast woningbouw voor de midden- en hogere klasse eveneens panden met gemengde functies als wonen en werken werden gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is als onderdeel van een blok van twee panden van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectuurstijl is karakteristiek voor de bouwtijd.

    Gaafheid

    Het object is extern enigszins en intern deels gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden redelijk goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als onderdeel van een blok van twee panden als beeldbepalend ensemble van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object een zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Spuiweg 164
    • Datering: XIX-d
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Rechter pand in een blok van twee panden.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand als onderdeel van een blok van twee panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee en een halve bouwlaag met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel.

    Het blok van twee panden is waarschijnlijk in het laatste kwart van de negentiende eeuw gebouwd.

    In 1919 wordt de bestaande veranda aan de achterzijde uitgebouwd tot een serre.

    In 1930 wordt de voordeur naar de straat verplaatst om de vestibule te vergroten.

    In 1940 wordt het pand op de begane grond tot apotheek ingericht en wordt de woonfunctie beperkt tot de verdieping en de zolder.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bezit drie vensterassen, waarvan de linker een baksteenkop vooruit ligt. De gevel kent een plint van hardstenen platen, waarboven het muurwerk is gepleisterd tot het niveau van de lekdorpels van de vensters op de bel-etage. Het muurwerk daarboven is uitgevoerd in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een gesneden voeg. In het metselwerk zijn gepleisterde speklagen opgenomen ter hoogte van de onder- en wisseldorpel van de vensters en op de bel-etage eveneens halverwege de hoogte van de onderramen. De borstwering op de verdieping is gecementeerd.

    De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een gecementeerde architraaf, waar boven een fries met opgelegde panelen tussen de gecementeerde consoles, die de houten gelijste bakgoot/kroonlijst dragen.

    In de linker as bevindt zich de entree binnen een met een rondboog gesloten gevelopening. In de opening bevindt zich onder een betonnen kalf een pui met centraal een deur met een meerruits glaspaneel en aan weerszijden een smal drieruits raam.

    Boven het kalf bevindt zich een negenruits bovenlicht met een glas-in-loodpaneel verwijzend naar de vroegere functie van apotheek.

    Rechts van de entree bevinden zich op souterrainniveau twee segmentboog-vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen achter diefijzers.

    Op de bel-etage bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling. De bovenrand van de vensteropeningen is geaccentueerd met een stuclijst, die doorloopt tot de speklaag ter hoogte van de wisseldorpel.

    Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde op gecementeerde consoles een balkon begrenst met een ijzeren spijlenhekwerk. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een segmentboog-deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan de rechter zijde bevinden zich twee segmentboog-vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De bovenrand van de vensteropeningen is geaccentueerd met een stuclijst, die doorloopt tot de speklaag ter hoogte van de wisseldorpel.

    Achtergevel

    De topgevel in vier bouwlagen is uitgevoerd in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel is over de hoogte van het souterrain en de bel-etage uitgebouwd in geelbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg en later aan de linker zijde verder naar achteren uitgebouwd. Aan de rechter zijde is de gevel op het niveau van het souterrain gepleisterd.

    Aan de linker zijde bevindt zich op souterrainniveau een pui met dubbele deuren met een glaspaneel en aan weerszijden een ongedeeld raam. Rechts bevindt zich een vensteropening waarin een gemoderniseerd venster. Op het niveau van de bel-etage bevindt zich links een gemoderniseerde houten pui met boven de borstwering een kozijn met viermaal een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening, gesloten met een hanekam in rode baksteen, waarin een kozijn met een T-schuifvenster.

    Op de verdieping vormen de uitbouwen de basis voor een balkon, begrensd met een houten spijlenhekwerk. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich links een segmentboogdeuropening, gesloten met een hanekam, met in het kozijn dubbele deuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening, gesloten met een hanekam, waarin een kozijn met ongedeelde stolpramen en een tweeruits bovenraam.

    Op zolderniveau bevindt zich een vensteropening, gesloten met een hanekam, waarin een kozijn met een schuifraam met een ongedeeld onder- en bovenraam. De gevel wordt beëindigd met het dakoverstek op doorstekende gordingen, dat is afgewerkt met een boeiboord waarvan de onderrand is voorzien van snijwerk.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met gesmoorde betonpannen.In het voordakvlak staat een gemoderniseerde brede dakkapel met een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    Het souterrain is bereikbaar vanuit de vestibule met een korte steektrap, die uitkomt op een hal tegen de linker bouwmuur. Achter de hal ligt een klein vertrek. Aan de rechter zijde bevindt zich aan de voorzijde de keuken met er achter een bijkeuken, een kamer en aan de achterzijde een serre.

    Dit niveau is bij meerdere verbouwingen gewijzigd, waarbij de oorspronkelijke indeling deels resteert.

    Bel-etage

    Achter de entree ligt een vestibule op niveau van de begane grond. Een korte steektrap leidt naar het souterrain en de naastliggende steektrap leidt via een tochtpui naar de hal annex trappenhuis op het niveau van de bel-etage. Achter de trap ligt een toilet en achter de hal een klein vertrek.

    Aan de rechter zijde liggen de voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden met schuifdeuren in een kastenwand. De achterkamer grensde oorspronkelijk aan een loggia, die is dichtgezet en bij de achterkamer gevoegd.

    Dit niveau is bij meerdere verbouwingen gewijzigd, waarbij de oorspronkelijke indeling is gewijzigd.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop, waaraan in het verlengde van de trap een toilet is gesitueerd. Aan de voor- en achterzijde bevindt zich een kleine kamer. Aan de rechter zijde liggen de voor- en achterslaapkamer, van elkaar gescheiden door een middenbeuk met de trap naar zolder een halletje en een kleine badkamer. De achterslaapkamer grenst aan een balkon.

    Dit niveau is bij meerdere verbouwingen gewijzigd, waarbij de oorspronkelijke indeling is gewijzigd.

    Zolder

    De steektrap komt uit op een zolderruimte met aan de voor- en achterzijde een kamer.

    Dit niveau is bij meerdere verbouwingen gewijzigd, waarbij de oorspronkelijke indeling is gewijzigd.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is als onderdeel van een blok van twee panden van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil naast woningbouw voor de midden- en hogere klasse eveneens panden met gemengde functies als wonen en werken werden gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is als onderdeel van een blok van twee panden van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

    De architectuurstijl is karakteristiek voor de bouwtijd.

    Gaafheid

    Het object is extern enigszins en intern compleet gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden slechts extern redelijk goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als onderdeel van een blok van twee panden als beeldbepalend ensemble van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het object een zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Spuiweg 168
    • Datering: 1891
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Linker pand in een ensemble van vier panden, Spuiweg 168 t/m 174.

    Ligging

    Het object is gelegen in de negentiende-eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand als onderdeel van een ensemble van vier panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel.

    In 1891 wordt vergunning verleend voor de bouw van vier woonhuizen.

    In 1929 Wordt in het souterrain een kamer uitgebouwd onder het balkon en een deurkozijn in de gevel geplaatst.

    In 1950 wordt op zolder een slaap- en badkamer met een dakkapel in het zijdakvlak gemaakt.

    In 1951 worden op de eerste verdieping de voor- en achterkamer samengevoegd middels een brede getoogd doorgang.

    In 1974 worden op elk niveau intern wijzigingen doorgevoerd. In de achtergevel wordt op de begane grond en de verdieping aan de rechter zijde een nieuwe pui geplaatst.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De lijstgevel telt tweeënhalve bouwlaag. Boven de met hardstenen platen afgewerkte plint is de gevel over de hoogte van het souterrain als basement gepleisterd. Boven het met een lijst beëindigde basement is de gevel opgetrokken in roodbruine baksteen in staand verband met gesneden voeg. Gepleisterde speklagen zijn in het metselwerk opgenomen ter hoogte van de onder- en wisseldorpel van de vensteropeningen en op de bel-etage tevens halverwege de onderramen.

    Ter hoogte van de verdiepingsvloer bevindt zich een zware gelijste gecementeerde cordonband. De gecementeerde lekdorpel van de vensteropeningen is als waterslag over de gevel doorgezet.

    Op souterrainniveau bevinden zich in het basement twee vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen. De vensteropeningen zijn voorzien van een laag smeedijzeren hekwerk.

    Aan de rechter zijde bevindt zich de entree. Een trap met twee hardstenen treden leidt tot het iets terugliggende kozijn met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld raam achter een smeedijzeren hekwerk, waar boven een opgelegd timpaan, waar boven een dicht veld met twee bossingpanelen en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan de linker zijde op niveau van de bel-etage bevinden zich twee vensteropeningen met een schuifvenster met ongedeelde ramen. Onder de lekdorpel ligt de borstwering terug en is gepleisterd.

    Beide vensteropeningen en de deuropening zijn aan de bovenzijde voorzien van een gecementeerde lijst, die doorloopt aan de zijden tot de wisseldorpel.

    Op de verdieping bevindt zich in de as een gelijst houten balkon op twee gecementeerde consoles. Het balkon is begrensd met een houten hekwerk. In de gevel bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan weerszijden hiervan bevindt zich een vensteropening met een schuifvenster met ongedeelde ramen. Onder de lekdorpel ligt de borstwering terug en is gepleisterd.

    Beide vensteropeningen en de deuropening zijn omkaderd met een gecementeerde lijst.

    De gevel wordt beëindigd met een gecementeerd fries met 'gebouchardeerde' velden tussen de gecementeerde consoles, die de gelijste houten bakgoot dragen.

    Linker zijgevel

    De gevel telt tweeënhalve bouwlaag opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord van de goot die op het muurwerk ligt. De gevel is blind uitgevoerd.Achtergevel De topgevel telt drie bouwlagen opgetrokken in baksteen in kruisverband met platvolle voeg en is volledig geschilderd. De gevel wordt beëindigd met een houten dakoverstek op de doorlopende gordingen en nok.

    Op het niveau van het souterrain bevindt zich aan de linker zijde een deuropening met een (gemoderniseerde) deur met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel. Aan de rechter zijde is de gevel in 1929 uitgebouwd tot de voorzijde van de veranda op de bel-etage. In dit geveldeel bevindt zich links een vensteropening met achtruits stolpramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een deuropening met (gemoderniseerde) dubbele deuren met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel.

    Op het niveau van de bel-etage bevindt zich een veranda begrenst met een houten hekwerk tussen vijf stijlen, die aan de bovenzijde zijn verbonden met Andreaskruizen. Een smalle houten trap leidt naar de tuin.

    In de gevel bevindt zich links een vensteropening, die is verkleind met een dichte borstwering waar boven een ongedeeld raam. Aan de rechter zijde bevindt zich een brede gevelopening met links dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en rechts een ongedeeld raam boven een dichte borstwering en twee ongedeelde bovenlichten.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een balkon begrenst met een houten hekwerk. In de gevel bevindt zich links een vensteropening met een schuifvenster met ongedeelde ramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een brede gevelopening met links dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en rechts een ongedeeld raam boven een dichte borstwering en twee ongedeelde bovenlichten.

    Op zolderniveau bevindt zich een vensteropening met een drielicht met centraal ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam. Aan weerszijden bevindt zich een ongedeeld onder- en bovenraam. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Kap

    De dakvlakken van het halve schilddak zijn gedekt met gesmoorde Hollandse pannen.

    In het voordakvlak staat een (deels gemoderniseerde) dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    Oorspronkelijk bevond zich aan de linker zijde een voor- en een achterkamer met er tussen twee bergruimten. Aan de rechter zijde ligt een gang met de trap naar de vestibule en de trap van het trappenhuis naar alle niveaus. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de achtergevel een kleine kamer.

    Het niveau is in 1974 geheel gemoderniseerd. De bergruimten, de achterkamer en de zijkamer aan de achterzijde zijn samengevoegd.

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule, van waaruit een korte steektrap leidt naar de bel-etage en aan de rechter zijde een korte steektrap leidt naar het souterrain.

    Bel-etage

    Oorspronkelijk bevond zich aan de linker zijde een voor- en een achterkamer van elkaar gescheiden middels een kastenwand en schuifdeuren. Aan de rechter zijde ligt een gang met het trappenhuis naar alle niveaus. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de achtergevel een kleine kamer.

    Het niveau is in 1974 geheel gemoderniseerd. De voor- en achterkamer en de vergrote zijkamer zijn samengevoegd. Het oorspronkelijke trappenhuis is verwijderd en de nieuwe trap is verschoven richting de vestibule.

    Eerste verdieping

    Oorspronkelijk bevond zich aan de linker zijde een voor- en een achterkamer. Tussen beide kamers lag de alkoof en de steektrap naar de zolder haaks op de gang. Aan de rechter zijde ligt een gang met het trappenhuis naar de bel-etage. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de voor- en achtergevel een slaapkamer.

    Nadat eerder de alkoof en de achterkamer waren samengevoegd werden in 1951 de voor- en achterkamer samengevoegd. De trap naar de zolder wordt verlegd evenwijdig aan de gang.

    Het niveau is in 1974 geheel gemoderniseerd. De voor- en achterkamer zijn samengevoegd met de kleine voorkamer. Het oorspronkelijke trappenhuis is verwijderd en de nieuwe trap naar de begane grond is verschoven richting de vestibule. De trap naar de zolder wordt verlegd naar de locatie van het oorspronkelijke trappenhuis.

    Zolder

    De kapconstructie bestaat uit vier A-spanten met kreupele stijlen.

    Oorspronkelijk kwam de trap boven in de zolder, waar aan de voorzijde een kamer was afgescheiden. Deze kamer is nadien gesplitst in twee kamers.

    In 1951 worden aan de achterzijde een slaap- en een badkamer gemaakt. De trapopgang wordt verlegd.

    In 1974 wordt de trapopgang verlegd naar de locatie van het oorspronkelijke trappenhuis.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

    De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern nauwelijks en intern volledig gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden alleen extern goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als onderdeel van een ensemble van vier panden van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het object als onderdeel van een ensemble van vier panden zeldzaamheidswaarde.  

    Bijlage


  • Spuiweg 170
    • Datering: 1891
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Pand in een ensemble van vier panden, Spuiweg 168 t/m 174, links van het midden.

    Ligging

    Het object is gelegen in de negentiende-eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand als onderdeel van een ensemble van vier panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel.

    In 1891 wordt vergunning verleend voor de bouw van vier woonhuizen.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De lijstgevel telt tweeënhalve bouwlaag. Boven de met hardstenen platen afgewerkte plint is de gevel over de hoogte van het souterrain als basement gepleisterd. Boven het met een lijst beëindigde basement is de gevel opgetrokken in roodbruine baksteen in staand verband met gesneden voeg. Gepleisterde speklagen zijn in het metselwerk opgenomen ter hoogte van de onder- en wisseldorpel van de vensteropeningen en op de bel-etage tevens halverwege de onderramen.

    Ter hoogte van de verdiepingsvloer bevindt zich een zware gelijste gecementeerde cordonband. De gecementeerde lekdorpel van de vensteropeningen is als waterslag over de gevel doorgezet.

    Op souterrainniveau bevinden zich in het basement twee vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen. De vensteropeningen zijn voorzien van een laag smeedijzeren hekwerk.

    Aan de linker zijde bevindt zich de entree. Een hardstenen bordes met trede leidt tot het iets terugliggende kozijn met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld raam achter een smeedijzeren hekwerk, waar boven een opgelegd timpaan, waar boven een dicht veld met twee bossingpanelen en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan de rechter zijde op niveau van de bel-etage bevinden zich twee vensteropeningen met een schuifvenster met ongedeelde ramen, waarvan het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. Onder de lekdorpel ligt de borstwering terug en is gepleisterd.

    Beide vensteropeningen en de deuropening zijn aan de bovenzijde voorzien van een gecementeerde lijst, die doorloopt aan de zijden tot de wisseldorpel.

    Op de verdieping bevindt zich in de as een gelijst houten balkon op twee gecementeerde consoles. Het balkon is begrensd met een smeedijzeren hekwerk. In de gevel bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan weerszijden hiervan bevindt zich een vensteropening met een gemoderniseerd kozijn met ongedeelde ramen onder en boven een kalf. Onder de lekdorpel ligt de borstwering terug en is gepleisterd.

    Beide vensteropeningen en de deuropening zijn omkaderd met een gecementeerde lijst.

    De gevel wordt beëindigd met een gecementeerd fries met 'gebouchardeerde' velden tussen de gecementeerde consoles, die de gelijste houten bakgoot dragen.

    Achtergevel

    De topgevel telt drie bouwlagen opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten dakoverstek op de doorlopende gordingen en nok.

    Op het niveau van het souterrain bevindt zich aan de linker zijde een deuropening met een deur met onder een ongedeeld glaspaneel. Rechts hiervan bevindt zich links een vensteropening met een ongedeeld raam en geheel rechts een hoog geplaatste vensteropening met ongedeelde stolpramen.

    Op het niveau van de bel-etage bevindt zich een veranda begrenst met een houten hekwerk tussen vijf stijlen, die aan de bovenzijde zijn verbonden met Andreaskruizen. Een smalle gietijzeren trap leidt naar de tuin.

    In de gevel bevindt zich links en rechts een vensteropening met een gemoderniseerd kozijn met ongedeelde ramen onder en boven een kalf. In het midden bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een balkon begrenst met een houten hekwerk. In de gevel bevindt zich links en rechts een vensteropening met een gemoderniseerd kozijn met ongedeelde ramen onder en boven een kalf. In het midden bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Op zolderniveau bevindt zich een vensteropening met een T-schuifvenster.

    Kap

    De dakvlakken van het halve schilddak zijn gedekt met gesmoorde Hollandse pannen.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak met een gelijst boeiboord met aan de voorzijde een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    Aan de rechter zijde bevinden zich een voor- en een achterkamer met er tussen twee bergruimten. Aan de linker zijde ligt een gang met de trap naar de vestibule en de trap van het trappenhuis naar alle niveaus. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en een badkamer, aan de achtergevel een kleine kamer.

    De indeling is ongewijzigd. De voorkamer is in gebruik als keuken met een betegelde kooknis en aan weerszijden kasten. De binnendeuren zijn origineel.

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule, van waaruit een korte steektrap leidt naar de bel-etage en aan de linker zijde een korte steektrap leidt naar het souterrain. De vestibule is voorzien van een stucplafond.

    Bel-etage

    Aan de rechter zijde bevinden zich een voor- en een achterkamer van elkaar gescheiden middels een kastenwand en schuifdeuren. Aan de rechter zijde ligt een gang met het trappenhuis naar alle niveaus. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de achtergevel een kleine kamer.

    De indeling is ongewijzigd. De kamers bezitten een stucplafond en een marmeren schouw. In de voorkamer bevinden zich vensterbanken en binnenluiken. De binnendeuren zijn origineel.

    Eerste verdieping

    Oorspronkelijk bevond zich aan de linker zijde een voor- en een achterkamer. Tussen beide kamers lag de alkoof en de steektrap naar de zolder haaks op de gang. Aan de rechter zijde ligt een gang met het trappenhuis naar de bel-etage. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en voor- en achter nog een kleine slaapkamer.

    De indeling is ongewijzigd. De kamers hebben een stucplafond en een marmeren schouw. De binnendeuren zijn origineel.

    Zolder

    De kapconstructie bestaat uit vier A-spanten met kreupele stijlen.

    De trap komt boven in de zolder, waar aan de voorzijde kamers zijn afgescheiden.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

    De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is ex- en intern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden zeer goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als onderdeel van een ensemble van vier panden van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object als onderdeel van een ensemble van vier panden zeldzaamheidswaarde.  

    Bijlage


  • Spuiweg 172
    • Datering: 1891
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Pand in een ensemble van vier panden, Spuiweg 168 t/m 174, rechts van het midden.

    Ligging

    Het object is gelegen in de negentiende-eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand en onderdeel van een ensemble van vier panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel.

    In 1891 wordt vergunning verleend voor de bouw van vier woonhuizen.

    De vestibule is na de bouw van de gang gescheiden middels een tochtpui met een glas-in-loodvulling gesigneerd door Toon Berg en gedateerd 1913.

    Toon Berg Delft 1877 - Dordrecht 1967

    Na zijn studie aan de Academie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage ging Toon Berg in de leer bij het atelier 't Prinsenhof in Delft. Daarna was hij een tijdlang als chef werkzaam bij de Koninklijke Nederlandsche Glasfabriek J.J.B.J. Bouvy in Dordrecht.

    Gedurende de periode 1919-1957 had Berg een eigen atelier in een pakhuis aan de Dolhuisstraat in Dordrecht. In de bloeitijd werkten daar veertien mensen. In het atelier Berg werden behalve gebrandschilderd en geëtst glas ook geslepen glas in lood en glasmozaïeken vervaardigd.

    Toon Berg heeft een zeer omvangrijk glazeniersoeuvre nagelaten. Naast zijn eigen ontwerpen voerde hij werk van derden uit. Hoewel het werk van Berg verspreid is over heel Nederland, is het duidelijk geconcentreerd in het gebied rond Dordrecht en Rotterdam. De werken van voor de Tweede Wereldoorlog zijn kwalitatief de beste. Zijn stijl varieert van traditioneel eclectisch tot abstract. Ook zijn onderwerpen variëren: religieus, profaan en ornamenteel.

    Het Driekoningenraam uit 1924 (in bezit van het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum Breda) is een goed voorbeeld van het werken met geslepen glas in lood, waarin dit atelier was gespecialiseerd. De bijna tot geometrische vormen teruggebrachte figuren zijn opgebouwd uit stukken blank glas, waarvan de zijkanten schuin zijn afgeslepen. In latere werken zet Berg deze techniek voort, zoals in het uit de jaren dertig daterende raam voor het kantoor van de was- en strijkinrichting OZON te Dordrecht, waarin hij naast geslepen blank glas ook geslepen gekleurd en industrieel vervaardigd structuurglas toepaste.

    Berg vervaardigde ook veel gebrandschilderde beglazingen voor kerken en scholen.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De lijstgevel telt tweeënhalve bouwlaag. Boven de met hardstenen platen afgewerkte plint is de gevel over de hoogte van het souterrain als basement gepleisterd. Boven het met een lijst beëindigde basement is de gevel opgetrokken in roodbruine baksteen in staand verband met gesneden voeg. Gepleisterde speklagen zijn in het metselwerk opgenomen ter hoogte van de onder- en wisseldorpel van de vensteropeningen en op de bel-etage tevens halverwege de onderramen.

    Ter hoogte van de verdiepingsvloer bevindt zich een zware gelijste gecementeerde cordonband. De gecementeerde lekdorpel van de vensteropeningen is als waterslag over de gevel doorgezet.

    Op souterrainniveau bevinden zich in het basement twee vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen. De vensteropeningen zijn voorzien van een laag smeedijzeren hekwerk.

    Aan de rechter zijde bevindt zich de entree. Een hardstenen bordes leidt tot een iets terugliggend kozijn met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld raam achter een smeedijzeren hekwerk, waar boven een opgelegd timpaan, waar boven een dicht veld met twee bossingpanelen en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan de linker zijde op niveau van de bel-etage bevinden zich twee vensteropeningen met een schuifvenster met ongedeelde ramen met een glas-in-loodvulling. Onder de lekdorpel ligt de borstwering terug en is gepleisterd.

    Beide vensteropeningen en de deuropening zijn aan de bovenzijde voorzien van een gecementeerde lijst, die doorloopt aan de zijden tot de wisseldorpel.

    Op de verdieping bevindt zich in de as een gelijst houten balkon op twee gecementeerde consoles. Het balkon is begrensd met een smeedijzeren hekwerk. In de gevel bevindt zich een deuropening met in het gemoderniseerde kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met glas-in-lood.

    Aan weerszijden hiervan bevindt zich een vensteropening met links een schuifvenster met ongedeelde ramen, waarvan het bovenraam is voorzien van een glas-inloodvulling en rechts een T-schuifvenster met glas-in-lood. Onder de lekdorpel ligt de borstwering terug en is gepleisterd.

    Beide vensteropeningen en de deuropening zijn omkaderd met een gecementeerde lijst.

    De gevel wordt beëindigd met een gecementeerd fries met 'gebouchardeerde' velden tussen de gecementeerde consoles, die de gelijste houten bakgoot dragen.

    Achtergevel

    De topgevel telt drie bouwlagen opgetrokken in baksteen in kruisverband met gesneden voeg in schoon metselwerk. De gevel wordt beëindigd met een houten dakoverstek op de doorlopende gordingen en nok.

    Op het niveau van het souterrain bevindt zich centraal een deuropening met dubbele deuren met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden bevindt zich een hoog geplaatst venster met een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling.

    Op het niveau van de bel-etage bevindt zich een veranda begrenst met een houten hekwerk tussen vijf stijlen, die aan de bovenzijde zijn verbonden met andreaskruizen. De veranda is aan de rechter zijde deels beglaasd. Een smalle ijzeren trap leidt naar de tuin. In de gevel bevinden zich rechts en links een vensteropening met een T-schuifvenster, rechts met glas-in-lood en links dichtgezet met een beplating. In het midden bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een balkon begrenst met een houten hekwerk. In de gevel bevindt zich links en rechts een vensteropening met een gemoderniseerd kozijn met ongedeelde ramen onder en boven een kalf. In het midden bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Alle bovenramen met glas-in-lood.

    Op zolderniveau bevindt zich een vensteropening met in het kozijn ongedeelde onderramen en een ongedeeld bovenraam.

    Kap

    De dakvlakken van het halve schilddak zijn gedekt met gesmoorde Hollandse pannen.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde een gemoderniseerd tweelicht met ongedeelde onder- en bovenramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    Aan de linker zijde bevinden zich een voor- en een achterkamer. Aan de rechter zijde ligt een gang met de trap naar de vestibule en de trap van het trappenhuis naar alle niveaus. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de achtergevel een kleine kamer. In deze kleine kamer is nog een originele tegelvloer.

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule, van waaruit een korte steektrap leidt naar de bel-etage en aan de linker zijde een korte steektrap leidt naar het souterrain. De vestibule is voorzien van een stucplafond.

    De vestibule is van de gang gescheiden middels een tochtpui met een glas-in-loodvulling.

    Bel-etage

    Aan de linker zijde bevinden zich een voor- en een achterkamer. Aan de rechter zijde ligt een gang met een trap naar de eerste verdieping. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de achtergevel een kleine kamer, ingericht als keuken.

    De kamer heeft een geornamenteerd stucplafond. Aan de voorzijde zijn er originele vensterbanken en binnenluiken. Ook de binnendeuren zijn origineel. De vroegere schuifdeuren zijn verwerkt in een losse wandkast.

    Eerste verdieping

    Aan de linker zijde bevinden zich een voor- en een achterkamer. Tussen beide kamers ligt een alkoof en achter een deur vanuit de gang een trap met draai naar de zolderverdieping. Aan de rechter zijde ligt de gang. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de voorzijde een slaapkamer en aan de achterzijde de badkamer.

    De indeling is ongewijzigd. De kamers hebben een geornamenteerd stucplafond, iets eenvoudiger geornamenteerd dan op de bel-etage. In de voorkamer is een met stucwerk omlijste schoorsteenmantel. De binnendeuren zijn origineel.

    Zolder

    De kapconstructie bestaat uit vier A-spanten met kreupele stijlen.

    De trap komt boven in de zolder. De indeling is gewijzigd.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

    De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is ex- en intern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden zeer goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als onderdeel van een ensemble van vier panden van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object als onderdeel van een ensemble van vier panden zeldzaamheidswaarde. Het glas-in-lood raam heeft zelfs een grote zeldzaamheidswaarde.  

    Bijlage


  • Spuiweg 174
    • Datering: 1891
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Linker pand in een ensemble van vier panden, Spuiweg 168 t/m 174.

    Ligging

    Het object is gelegen in de negentiende-eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand en onderdeel van een ensemble van vier panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel.

    In 1891 wordt vergunning verleend voor de bouw van vier woonhuizen.

    In 1951 wordt het pand over de diepte van de veranda deels naar achteren uitgebreid. Op de bel-etage worden de voor- en achterkamer samengevoegd. Op de eerste verdieping worden de alkoof tussen de slaapkamers en de trap naar de zolder verwijderd en wordt de kastenwand met schuifdeuren van de bel-etage hier herplaatst. De trap naar de zolder wordt gesitueerd boven de trap vanaf de bel-etage.

    In 1970 wordt de functie van woning in kantoor gewijzigd. Hiertoe worden intern enige kleine wijzigingen doorgevoerd. Op de eerste verdieping worden de voor- en achterkamer samengevoegd. De zolder wordt als kantoorruimte in gebruik genomen, waarvoor in de zijdakvlakken dakvensters worden geplaatst. Aan de achterzijde wordt een vluchttrap geplaatst.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De lijstgevel telt tweeënhalve bouwlaag. Boven de met hardstenen platen afgewerkte plint is de gevel over de hoogte van het souterrain als basement gepleisterd. Boven het met een lijst beëindigde basement is de gevel opgetrokken in roodbruine baksteen in staand verband met gesneden voeg. Gepleisterde speklagen zijn in het metselwerk opgenomen ter hoogte van de onder- en wisseldorpel van de vensteropeningen en op de bel-etage tevens halverwege de onderramen.

    Ter hoogte van de verdiepingsvloer bevindt zich een zware gelijste gecementeerde cordonband. De gecementeerde lekdorpel van de vensteropeningen is als waterslag over de gevel doorgezet.

    Op souterrainniveau bevinden zich in het basement twee vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen. De vensteropeningen zijn voorzien van een laag smeedijzeren hekwerk.

    Aan de linker zijde bevindt zich de entree. Een hardstenen bordes leidt tot het iets terugliggende kozijn met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld raam achter een smeedijzeren hekwerk, waar boven een opgelegd timpaan, waar boven een dicht veld met twee bossingpanelen en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan de rechter zijde op niveau van de bel-etage bevinden zich twee vensteropeningen met een schuifvenster met ongedeelde ramen. Onder de lekdorpel ligt de borstwering terug en is gepleisterd.

    Beide vensteropeningen en de deuropening zijn aan de bovenzijde voorzien van een gecementeerde lijst, die doorloopt aan de zijden tot de wisseldorpel.

    Op de verdieping bevindt zich in de as een gelijst houten balkon op twee gecementeerde consoles. Het balkon is begrensd met een smeedijzeren hekwerk. In de gevel bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Aan weerszijden hiervan bevindt zich een vensteropening met een kozijn met een schuifvenster met ongedeelde ramen. Onder de lekdorpel ligt de borstwering terug en is gepleisterd.

    Beide vensteropeningen en de deuropening zijn omkaderd met een gecementeerde lijst.

    De gevel wordt beëindigd met een gecementeerd fries met 'gebouchardeerde' velden tussen de gecementeerde consoles, die de gelijste houten bakgoot dragen.

    Rechter zijgevel

    De gevel telt tweeënhalve bouwlaag opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord van de goot die op het muurwerk ligt. Op het niveau van de bel-etage en de eerste verdieping bevindt zich nabij de hoek met de voorgevel een vensteropening met een schuifvenster met ongedeelde ramen.

    Achtergevel

    De topgevel telt drie bouwlagen opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten dakoverstek op de doorlopende gordingen en nok.

    Op het niveau van het souterrain bevinden zich in de uitbouw aan de linker zijde een brede vensteropening met aan weerszijden een smalle, allen voorzien van een ongedeeld raam.

    Aan de rechter zijde bevindt zich links een gecombineerde venster- en deuropening met een ongedeeld raam en in de deuropening een paneeldeur.

    Op het niveau van de bel-etage bevindt zich in de uitbouw aan de linker zijde een brede vensteropening met een drielicht met centraal een groot ongedeeld raam en twee ongedeelde bovenramen en aan weerszijden een smal ongedeeld onder- en bovenraam.

    Aan de rechter zijde bevindt zich het restant van de oorspronkelijke veranda begrenst met een houten hekwerk tussen twee stijlen. Een smalle ijzeren trap leidt naar de tuin. In de gevel bevindt zich links een deuropening met dubbele deuren met een bossingpaneel en een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een balkon begrenst met een ijzeren spijlenhekwerk. In de gevel bevindt zich links en rechts een vensteropening met een T-schuifvenster. In het midden bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Op zolderniveau bevindt zich een tot deuropening omgebouwde vensteropening met een deur met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Voor de deuropening bevindt zich een stalen vluchttrap met bordes.

    Kap

    De dakvlakken van het halve schilddak zijn gedekt met gesmoorde Hollandse pannen.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak met een gelijst boeiboord met aan de voorzijde ongedeelde stolpramen.

    In het rechter dakvlak staat een gemetselde schoorsteen.

    In de zijdakvlakken bevinden zich elk vijf dakvensters.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    Oorspronkelijk bevond zich aan de linker zijde een voor- en een achterkamer met er tussen twee bergruimten. Aan de rechter zijde ligt een gang met de trap naar de vestibule en de trap van het trappenhuis naar alle niveaus. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de achtergevel een kleine kamer.

    De achterkamer is naar achteren vergroot. De oorspronkelijke binnendeuren resteren deels.

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule, van waaruit een korte steektrap leidt naar de bel-etage en aan de rechter zijde een korte steektrap leidt naar het souterrain.

    Bel-etage

    Oorspronkelijk bevond zich aan de linker zijde een voor- en een achterkamer van elkaar gescheiden middels een kastenwand en schuifdeuren. Aan de rechter zijde ligt een gang met het trappenhuis naar alle niveaus. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de achtergevel een kleine kamer.

    Het niveau is geheel gemoderniseerd.

    Eerste verdieping

    Oorspronkelijk bevond zich aan de linker zijde een voor- en een achterkamer. Tussen beide kamers lag de alkoof en de steektrap naar de zolder haaks op de gang. Aan de rechter zijde ligt een gang met het trappenhuis naar de bel-etage. Aan de achterzijde ligt in de gang het toilet en aan de voor- en achtergevel een slaapkamer.

    Het niveau is geheel gemoderniseerd.

    Zolder

    De kapconstructie bestaat uit vier A-spanten met kreupele stijlen.

    Oorspronkelijk kwam de trap boven in de zolder, waar aan de voorzijde een kamer was afgescheiden. De zolder is geheel gemoderniseerd.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern nauwelijks en intern volledig gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden alleen extern goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is als onderdeel van een ensemble van vier panden van belang in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In architectonisch en bouwkundig opzicht heeft het object als onderdeel van een ensemble van vier panden zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Spuiweg 176
    • Datering: 1902
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Linker pand in een ensemble van drie panden, Spuiweg 176 t/m 180.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil op de hoek Spuiweg / Burgemeester de Raadtsingel in een ensemble van drie panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap met aan de achterzijde een uitbouw in één respectievelijk twee bouwlagen met plat dak.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel. Evenwijdig aan het tracé van het spoor werd van de Spuiweg tot aan de Toulonselaan de Burgemeester de Raadtsingel aangelegd.

    In november 1902 wordt vergunning verleend voor de bouw van drie herenhuizen op de hoek Spuiweg / Burgemeester de Raadtsingel.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bestaat uit twee gedeelten; aan de linker zijde een smalle lijstgevel in twee bouwlagen en aan de rechter zijde een brede als risaliet iets vooruitgeschoven topgevel in drie bouwlagen.

    De lijstgevel is boven een lage iets uitstekende plint in hardsteen opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terug liggend voegwerk en wordt beëindigd met een boogfries in gele profiel-strengperssteen, waar boven een rollaag van rode profiel-strengperssteen in overgang naar de gelijste houten bakgoot.

    Op de begane grond bevindt een met een spitsboog gesloten deuropening. De dagkanten van de deuropening zijn uitgevoerd in profiel-strengperssteen en die van de spitsboog in licht oranjerode en gele profiel-strengperssteen. De spitsboog is gesloten met een kunststenen sluitsteen met een fleur-de-lis. Direct achter de spitsboog bevindt zich een met een rondboog in oranjeronde strengperssteen gesloten doorgang. De dagkanten van de doorgang zijn gepleisterd. Terugliggend in de doorgang bevindt zich de entree met in de houten pui een deur met een dicht onderpaneel en een vijfruits glaspaneel met aan weerszijden smalle ongedeelde ramen en een drieruits bovenlicht met een radiale roedeverdeling.

    Op de verdieping bevindt zich een rondboogvensteropening, gesloten met een steens rollaag in gele strengperssteen tussen kunststenen aanzetblokken en een dito sluitsteen. De zwik boven het kozijn is uitgevoerd met een schelpmotief in kunststeen. In het kozijn bevindt zich een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam met groen glas.

    De topgevel is boven een lage iets uitstekende plint in hardsteen opgetrokken in hardrode strengperssteen in kruisverband met terug liggend voegwerk en wordt beëindigd met een fors dakoverstek van het flauwe zadeldak. Op de begane grond bevindt zich een grote vensteropening gesloten met een steens rollaag. Het kozijn is gemoderniseerd in kunststof uitgevoerd.

    Op de verdieping bevindt zich een rechthoekige geheel in hout uitgevoerde erker. De borstwering is voorzien van panelen met houtsnijwerk. Randen in houtsnijwerk zijn aangebracht langs de onderraam van de erker en de ingesnoerde met lei afgewerkte aankapping. Aan de voorzijde bevindt zich een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam met groen glas. Aan de zijkanten bevindt zich een ongedeeld onderraam en een tweeruits bovenraam met groen glas.

    Aan weerszijden van de erker bevindt zich een halve segmentboogvensteropening, gesloten met een steens rollaag in gele strengperssteen tussen een kunststenen aanzetblok en een dito sluitsteen. De zwik is vlak afgepleisterd. In het kozijn bevindt zich een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met groen glas.

    Op de zolderverdieping bevindt zich een rondboogvensteropening, gesloten met een steens rollaag in gele strengperssteen tussen kunststenen aanzetblokken en een dito sluitsteen. In het kozijn bevinden zich ongedeelde stolpramen.

    Het dakoverstek is aan de onderzijde afgetimmerd met houten delen en aan de onderzijde van het boeiboord voorzien van houtsnijwerk.

    Achtergevel

    De mansarde-topgevel in drie bouwlagen en de uitbouwen in één bouwlaag (links) respectievelijk twee bouwlagen (rechts) is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terug liggend voegwerk en worden beëindigd met een houten boeiboord. Tot zolderniveau is het metselwerk geschilderd.

    Op de begane grond bevindt zich links een brede gevelopening met een gemoderniseerde pui in kunststof. Aan de rechter zijde bevindt zich een gevelopening met een gemoderniseerde pui in kunststof.

    Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde bevindt zich een balkon, begrenst met een ijzeren spijlenhekwerk. In de aan het balkon grenzend geveldeel bevindt zich een brede gevelopening met een pui met in het midden dubbele (vernieuwde) deuren met een ongedeeld glaspaneel en een tweeruits bovenraam. Aan weerszijden hiervan bevinden zich een ongedeeld onder- en bovenraam. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een T-schuifvenster.

    Op zolderniveau bevinden zich twee vensteropeningen met links een ongedeeld raam onder een kalf en een ongedeeld bovenraam en rechts onder het kalf een vaste beglazing en boven een ongedeeld raam.

    De gevelopeningen zijn gesloten met anderhalfsteens hanekammen.

    Kap

    De dakvlakken van het ondergedeelte van de omlopende mansardekap zijn gedekt met een gesmoorde Hamerpan. De overgang naar het met zink afgewerkte bovengedeelte van de mansardekap wordt gevormd door een houten boei.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met een met zink gedekt zadeldakje. Aan de voorzijde bevindt zich een kozijn met een driehoekige bovendorpel met een ongedeeld raam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Aan de achterzijde bevindt zich tegen de linker bouwmuur een kleine kelder.

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule met een marmeren vloer en stucplafond. Aansluitend ligt de gang annex trappenhuis met een tegelvloer en een stucplafond. Onder de trap ligt het toilet. In het verlengde van de trap ligt de toegang tot de kelder. Aan de achterzijde bevond zich de keuken. Aan de rechter zijde bevonden zich de voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. Aan de tuinzijde lag een serre.

    De achterkamer, serre en keuken zijn samengevoegd.

    Er resteren enige binnendeuren, de tochtdeur en de marmeren vloer en het stucplafond in de vestibule en de tegelvloer in de gang. De voor- en achterkamer bezitten een parketvloer.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop. In het verlengde van de trap ligt aan de voorzijde een kast en aan de achterzijde het toilet. Aan de voorgevel ligt de badkamer en achtergevel een kamer. Aan de rechter zijde bevinden zich de voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. De voorkamer bezit een stucplafond. Aan de tuinzijde ligt een balkon.

    Zolder

    De trap van de verdieping sluit met een bovenkwart aan op de zolder. Aan de voorzijde bevinden zich twee kamers.

    De zolder is heringedeeld.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. Bovendien komen de invloeden van de chaletstijl weinig meer voor in Dordrecht.

    De architectonische opzet, materiaalgebruik en detaillering van het object zijn karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern deels en intern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is stedenbouwkundig van groot belang als onderdeel van een ten opzichte van de Spuiweg terugliggend ensemble van drie panden met voortuinen en gelegen op de hoek met de Burgemeester de Raadtsingel.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object een hoge zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Spuiweg 178
    • Datering: 1902
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Middelste pand in een ensemble van drie panden, Spuiweg 176 t/m 180.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil op de hoek Spuiweg / Burgemeester de Raadtsingel in een ensemble van drie panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap met aan de achterzijde een uitbouw in één respectievelijk twee bouwlagen met plat dak.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel. Evenwijdig aan het tracé van het spoor werd van de Spuiweg tot aan de Toulonselaan de Burgemeester de Raadtsingel aangelegd.

    In november 1902 wordt vergunning verleend voor de bouw van drie herenhuizen op de hoek Spuiweg / Burgemeester de Raadtsingel.

    In 1961 wordt de zolder heringedeeld en wordt een dubbele dakkapel geplaatst.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De lijstgevel in twee bouwlagen is boven een lage iets uitstekende plint in hardsteen opgetrokken in gele strengperssteen in kruisverband met terug liggend voegwerk en wordt beëindigd met een boogfries in rode profiel-strengperssteen, waar boven een rollaag in dezelfde steen in overgang naar de gelijste houten bakgoot.

    Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een met een spitsboog gesloten deuropening. De dagkanten van de spitsboog zijn uitgevoerd in hardrode profiel-strengperssteen. De spitsboog is gesloten met een kunststenen sluitsteen met een fleur-de-lis. Direct achter de spitsboog bevindt zich een met een rondboog in oranjeronde strengperssteen gesloten doorgang. De dagkanten van de doorgang zijn gepleisterd. Terugliggend in de doorgang bevindt zich de entree met in de houten pui een paneeldeur met aan weerszijden smalle ongedeelde ramen en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Aan de rechter zijde bevinden zich twee segmentboog-vensteropeningen gesloten met een steens rollaag in gele en rode strengperssteen tussen kunststenen aanzetblokken en een dito sluitsteen met een fleur-de-lis. De zwik boven het rechte kozijn is afgewerkt met keramische rode en gele wybervormige tegeltjes. In het kozijn bevindt zich een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde een rondboogvensteropening, gesloten met een steens rollaag in rode strengperssteen tussen kunststenen aanzetblokken en een dito sluitsteen. De zwik boven het kozijn is uitgevoerd met een schelpmotief in kunststeen. In het kozijn bevindt zich een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Rechts hiervan bevindt zich een segmentboog-deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een bovenraam met een glas-in-loodvulling. Voor de deuropening bevindt zich een houten balkon begrenst met een houten hekwerk.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een segmentboog-vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Beide vensteropeningen op de verdieping in het midden en aan de rechter zijde zijn gesloten met een steens rollaag in gele en rode strengperssteen tussen kunststenen aanzetblokken en een dito sluitsteen met een fleur-de-lis. De zwik boven het rechte kozijn is afgewerkt met keramische rode en gele wybervormige tegeltjes.

    Achtergevel

    De mansarde-topgevel in drie bouwlagen en de uitbouwen in één bouwlaag (links) respectievelijk twee bouwlagen (rechts) is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terug liggend voegwerk en worden beëindigd met een houten boeiboord.

    Op de begane grond bevindt zich links een brede gevelopening met een gemoderniseerde pui in kunststof. Aan de rechter zijde bevindt zich een gevelopening met een gemoderniseerde pui in kunststof.

    Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde een balkon, begrenst met een houten balkonhek met ijzeren spijlen. In de aan het balkon grenzend geveldeel bevindt zich een brede gevelopening met een gemoderniseerde pui met in het midden dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en aan weerszijden een ongedeeld raam en drie ongedeelde bovenramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een gemoderniseerd venster met ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam.

    Op zolderniveau bevinden zich twee vensteropeningen met een gemoderniseerd ongedeeld raam.

    De gevelopeningen zijn gesloten met anderhalfsteens hanekammen.

    Kap

    De dakvlakken van het ondergedeelte van de omlopende mansardekap zijn gedekt met een gesmoorde Hamerpan. De overgang naar het met zink afgewerkte bovengedeelte van de mansardekap wordt gevormd door een houten boei.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich een tweelicht met ongedeelde stolpramen. Deze dakkapel is in 1961 geplaatst ter vervanging van twee dakkapellen met een met zink gedekt zadeldakje met aan de voorzijde een kozijn met een driehoekige bovendorpel met een ongedeeld raam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Aan de achterzijde bevindt zich tegen de linker bouwmuur een kleine kelder.

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule met een marmeren vloer en stucplafond. Aansluitend ligt de gang annex trappenhuis met een tegelvloer en een stucplafond. Onder de trap ligt het toilet. In het verlengde van de trap ligt de toegang tot de kelder. Aan de achterzijde bevindt zich de keuken. Aan de rechter zijde bevinden zich de voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. De schuifdeuren zijn vermoedelijk gemoderniseerd. In de voorkamer bevindt zich een marmeren schouw. Beide kamers bezitten een parketvloer en een stucplafond. Aan de tuinzijde ligt een serre.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop. In het verlengde van de trap ligt aan de voorzijde een kast en aan de achterzijde het toilet. Aan de voorgevel ligt de badkamer en achtergevel een kamer. Aan de rechter zijde bevinden zich de voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. In de voorkamer bevindt zich een marmeren schouw. Beide kamers bezitten een stucplafond. Aan de tuinzijde ligt een balkon.

    Zolder

    De trap van de verdieping sluit met een bovenkwart aan op de zolder. Aan de voorzijde bevinden zich twee kamers.

    De zolder is heringedeeld.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet, het materiaalgebruik en de detaillering van het object zijn karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern deels en intern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object is stedenbouwkundig van groot belang als onderdeel van een ten opzichte van de Spuiweg terugliggend ensemble van drie panden met voortuinen en gelegen op de hoek met de Burgemeester de Raadtsingel.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object een hoge zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Spuiweg 180
    • Datering: 1902
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311GW

     

    Algemene beschrijving

    Rechter pand in een ensemble van drie panden, Spuiweg 176 t/m 180.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil op de hoek Spuiweg / Burgemeester de Raadtsingel in een ensemble van drie panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap met aan de achterzijde een uitbouw in één respectievelijk twee bouwlagen met plat dak.

    Bouwgeschiedenis

    De Spuiweg betreft een oude uitvalsweg van de stad naar het zuiden. Bij de aanleg van de spoorlijn (1872) werd een spoorwegovergang aangelegd. Net voor WO II werd de overgang vervangen door een tunnel. Evenwijdig aan het tracé van het spoor werd van de Spuiweg tot aan de Toulonselaan de Burgemeester de Raadtsingel aangelegd.

    In november 1902 wordt vergunning verleend voor de bouw van drie herenhuizen op de hoek Spuiweg / Burgemeester de Raadtsingel.

    In 1952 worden in de tuin een garage en een loodsje gebouwd en wordt in zijgevel een extra raamkozijn gemaakt.

    In 1961 wordt de garage uit 1952 verdubbeld.

    In 1962 wordt op de begane grond in de zijgevel in het midden een extra vensteropening gemaakt.

    In 1962 worden naar het ontwerp van architect J. Niegeman op de begane grond één en op de verdieping twee vensters toegevoegd; in de achtergevel worden dubbele deuren ingekort tot venster; intern wordt de trapopgang gescheiden van de gang op de begane grond; de indeling van de keuken en de achterkamer/serre worden gewijzigd en de garage wordt deels vernieuwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bestaat uit twee gedeelten; aan de linker zijde een smalle als risaliet iets vooruitgeschoven topgevel in drie bouwlagen en aan de rechter zijde een bredere lijstgevel in twee bouwlagen.

    De topgevel is boven een lage iets uitstekende plint in hardsteen opgetrokken in hardrode strengperssteen in kruisverband met terug liggend voegwerk en wordt beëindigd met een fors dakoverstek van het halverwege ingesnoerde zadeldak.

    Op de begane grond bevindt een met een spitsboog gesloten deuropening. De dagkanten van de deuropening zijn uitgevoerd in licht oranjerode profiel-strengperssteen en die van de spitsboog in gele profiel-strengperssteen. De spitsboog is gesloten met een kunststenen sluitsteen met een fleur-de-lis. Direct achter de spitsboog bevindt zich een met een rondboog in oranjeronde strengperssteen gesloten doorgang. De dagkanten van de doorgang zijn gepleisterd. Terugliggend in de doorgang bevindt zich de entree met in de houten pui een paneeldeur met aan weerszijden smalle ongedeelde ramen en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevindt zich een rondboogvensteropening, gesloten met een steens rollaag in gele strengperssteen tussen kunststenen aanzetblokken en een dito sluitsteen. De zwik boven het kozijn is uitgevoerd met een schelpmotief in kunststeen. In het kozijn bevindt zich een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Op de zolderverdieping bevindt zich een vensteropening waarvan de bovenhoeken onder een hoek van 30 graden naar binnen neigen. De afgeschuinde hoeken zijn voorzien van een steens rollaag in gele strengperssteen, die een zware kunststenen latei dragen. In het kozijn bevinden zich ongedeelde stolpramen.

    Het dakoverstek in stickstyle is aan de onderzijde afgetimmerd met houten delen. De voorzijde bestaat uit een A-spant met makelaar en oplangers aan weerszijden. De velden tussen de spantdelen zijn voorzien van een vulling van houtsnijwerk.

    De lijstgevel is boven een lage iets uitstekende plint in hardsteen opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terug liggend voegwerk en wordt beëindigd met een boogfries in gele profiel-strengperssteen, waar boven een rollaag van rode profiel-strengperssteen in overgang naar de gelijste houten bakgoot.

    Op de begane grond bevinden zich twee segmentboog-vensteropeningen gesloten met een steens rollaag in gele en rode strengperssteen tussen kunststenen aanzetblokken en een dito sluitsteen met een fleur-de-lis. De zwik boven het rechte kozijn is afgewerkt met keramische rode wybervormige tegeltjes, die om en om zijn voorzien van een gele fleur-de-lis. In het kozijn bevindt zich een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Op de verdieping bevindt zich een brede segmentboog-vensteropening gesloten met een steens rollaag in gele en rode strengperssteen tussen kunststenen aanzetblokken en een dito sluitsteen met een fleur-de-lis. De zwik boven het rechte kozijn is afgewerkt met keramische rode wybervormige tegeltjes, die om en om zijn voorzien van een gele fleur-de-lis. In het kozijn bevindt zich een drielicht met schuifvensters met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het venster in het midden is gewijzigd in een ongedeeld raam onder- en boven een kalf.

    Op de hoek met de zijgevel is op de verdieping een vijfzijdige geheel in hout uitgevoerde erker toegevoegd. De borstwering is voorzien van panelen met houtsnijwerk. Randen in houtsnijwerk zijn aangebracht langs de onderraam van de erker en de ingesnoerde met lood afgewerkte aankapping. In elke zijde bevindt zich een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Rechter zijgevel

    De lijstgevel in twee bouwlagen en aan de achterzijde een uitbouw in één bouwlaag is boven een lage iets uitstekende plint in hardsteen (links) respectievelijk kunststeen opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terug liggend voegwerk en wordt beëindigd met een boogfries in gele profiel-strengperssteen, waar boven een rollaag van rode profiel-strengperssteen in overgang naar de gelijste houten bakgoot. De aanbouw is beëindigd met een houten boeiboord, waar boven een houten balkonhek met ijzeren spijlen.

    Op de begane grond bevinden zich drie vensteropeningen gesloten met een steens hanekam. De twee linker vensteropeningen zijn in 1962 toegevoegd. In het kozijn bevindt zich een (gemoderniseerd) venster met een ongedeeld raam onder- en boven een kalf.

    Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen gesloten met een steens hanekam. De twee linker vensteropeningen zijn in 1962 toegevoegd. In het kozijn bevindt zich een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam.

    Achtergevel

    De mansarde-topgevel in drie bouwlagen en de uitbouwen in één bouwlaag (links) respectievelijk twee bouwlagen (rechts) is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terug liggend voegwerk en worden beëindigd met een houten boeiboord.

    Op de begane grond bevindt zich links een brede gevelopening met een pui met in het midden oorspronkelijk dubbele deuren, nu ongedeelde stolpramen en aan weerszijden een ongedeeld raam en drie ongedeelde bovenramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een gevelopening met een pui met dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een tweeruits ongedeeld bovenlicht.

    Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde een balkon, begrenst met een houten balkonhek met ijzeren spijlen. In de aan het balkon grenzend geveldeel bevindt zich een brede gevelopening met een pui met in het midden dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en aan weerszijden een ongedeeld raam en drie ongedeelde bovenramen.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een T-schuifvenster.

    Op zolderniveau bevinden zich twee vensteropeningen met links een tweeruits raam onder een kalf en een ongedeeld bovenraam en rechts een T-schuifvenster.

    De gevelopeningen zijn gesloten met anderhalfsteens hanekammen.

    Kap

    De dakvlakken van het ondergedeelte van de omlopende mansardekap en het hogere zadeldak aan de linker zijde zijn gedekt met een gesmoorde Hamerpan. De overgang naar het met zink afgewerkte bovengedeelte van de mansardekap wordt gevormd door een houten boei.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met een met zink gedekt zadeldakje. Aan de voorzijde bevindt zich een kozijn met een driehoekige bovendorpel met een ongedeeld raam.

    In het rechter zijdakvlak bevindt zich een ijzeren dakraam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Aan de achterzijde bevindt zich tegen de linker bouwmuur een kleine kelder.

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule met aansluitend de gang annex trappenhuis. Onder de trap ligt het toilet. In het verlengde van de trap ligt de toegang tot de kelder. Aan de achterzijde bevond zich oorspronkelijk de keuken. Aan de rechter zijde bevonden zich de voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. Aan de tuinzijde ligt een serre. De ruimten zijn samengevoegd.

    Bij de verbouwing van 1962 is onder de trap naast het toilet een nis met een fonteintje gemaakt. Een tweede tochtdeur scheidt een portaal onder aan de trap af van de rest van de gang.

    Er resteren enige binnendeuren, de tochtdeur en de marmeren vloer en het stucplafond in de vestibule en de tegelvloer in de gang.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop. In het verlengde van de trap ligt aan de voorzijde een kast en aan de achterzijde het toilet. Aan de voor- en achtergevel grenst een kamer. Aan de rechter zijde bevinden zich de voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door een donkere kamer en een badkamer. Aan de tuinzijde ligt een balkon.

    De binnendeuren resteren.

    Zolder

    De trap van de verdieping sluit met een bovenkwart aan op de zolder. Aan de voorzijde bevinden zich twee kamers en aan de achterzijde één kamer.

    De zolder is heringedeeld.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. Bovendien zijn stickstyle kappen zeldzaam. De architectonische opzet, het materiaalgebruik en de detaillering van het object zijn karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden extern goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het hoekpand is stedenbouwkundig van groot belang als onderdeel van een ten opzichte van de Spuiweg terugliggend ensemble van drie panden met voortuinen en gelegen op de hoek met de Burgemeester de Raadtsingel.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object een hoge zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


    Externe links



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).