Spuiboulevard
-
Spuiboulevard (fundering Beulstoren)
- Datering: 1350-1400
- Oorspronkelijke functie: Stads-/wachttoren in stadsmuur
Algemene beschrijving
De Beulstoren was onderdeel van de middeleeuwse stadsmuur ofwel de Vest van de stad Dordrecht. In 1998 is de fundering van de stadstoren archeologisch onderzocht. Precies onder de resten van het eind 19e-eeuw gebouwde volksbadhuis kwamen de funderingen tevoorschijn van de in plattegrond D-vormige stadstoren samen met een deel van de stadsmuur.
Bij de reconstructie en herinrichting van dit deel van de Spuiboulevard aan het eind van de 20e- eeuw is globaal de contour van de toren met de naam 'Beulstoren' op straatniveau aangegeven. De dieper gelegen funderingsresten van de Beulstoren zijn in situ behouden en zonder aanvullende conservering of restauratie in het zicht gehouden.
Ligging
De Beulstoren stond aan de uiterste zuidrand van de middeleeuwse stad en maakte deel uit van de begrenzende middeleeuwse stadsmuur of Vest. De toren stond op de Vest ongeveer halverwege de Soetgenstoren in het westen en een niet bij naam bekende korenmolen in het oosten.
Nu ligt de (fundering van de) toren aan de Spuiboulevard (noordzijde), ter hoogte van nr. 1-97 en wel tussen de Soetgensbrug (gebouwd en benoemd in 1999) ten westen en de Johan de Wittbrug (gebouwd in 1870, in 1999 officieel zo benoemd) ten oosten.
Korte historie toren en omgeving
In 1271 geeft de Hollandse graaf Floris V aan Dordrecht toestemming om ter verdediging van zichzelf en hun stad een gracht aan te leggen ("…qoud iidem opidani ad munitionem oppidi sui et defensionem ipsorum fossatum circa villam suam predictam fodiant…").
Aangenomen wordt dat het bij deze stadsgracht om de huidige Spuihaven gaat.
De aanleg van deze stadsgracht zal gepaard zijn gegaan met de aanleg van een wal aan de stadszijde waarmee de stad dan is omgracht. In de stadsrekening van 1284 wordt voor het eerst een toren genoemd. 'Onse muere' wordt voor het eerst in een bron uit 1307 genoemd en in 1325 wordt geschreven over "den mure van der stede".
Op de oudste afbeelding van Dordrecht, het zogenoemde Sint Elisabethsaltaar van circa 1490, is de ommuurde stad goed te zien en is waarschijnlijk ook de Beulstoren afgebeeld.
In 1560 wordt de Beulstoren voor het eerst als zodanig in een schriftelijke bron vermeld. De touwslagerij met de naam "De Ockersbaan" wordt beschreven als 'gelegen van de Spuipoort bij de Beulstoren tot de Vriesepoort' en zijnde in bezit van Adriaen Ockers Hallincq, muntmeester in Dordrecht.
Op een kaart uit 1586, met een ontwerp voor nooit uitgevoerde extra verdedigings-werken in verband met de Opstand/80-jarige oorlog, staat de toren getekend met de expliciete melding van de naam Beuls toren.
In de Beschrijvinge der Stadt Dordrecht uit 1677 noemt Matthijs Balen vijf torens tussen Vriesepoort en Spuipoort, dus van oost naar west: de toren/het waakhuis ten zuiden van molen Hoogmoed, de toren tussen de molens Hoogmoed en Raaphout, de Beulstoren nu een waakhuis en woning, de Soetgenstoren en de Heer Adriaen Ockerstoren bij de Spuipoort, in 1672 omgevallen en deels weer opgebouwd als waakhuis voor het smedengilde. In 1751 is de Beulstoren nog altijd onderdeel van de touwslagerij of lijnbaan tussen de Vriesepoort en de Spuipoort.
De laatste afbeelding van de Beulstoren dateert uit 1799. Waarschijnlijk wordt in 1816 tussen de Spuipoort en de bocht in de stadsmuur een deel van de muur inclusief de Beulstoren gesloopt. Op de kadastrale minuut van 1832 is de halfronde Beulstoren niet meer aanwezig.
In de jaren 90 van de 20e eeuw wordt besloten tot herinrichting van de Spuiboulevard, de (her)ontgraving van het gedempte deel van de Spuihaven. In 1998 wordt in verband met de aanwezigheid van de middeleeuwse stadsmuur met Beulstoren een archeologisch onderzoek uitgevoerd.
Beschrijving te beschermen perceel/terrein
Het beschermde gebiedsdeel omvat de dieper gelegen gehele middeleeuwse fundering van de Beulstoren (haven- en stadszijde) met de westelijk en oostelijk aansluitende stadsmuur inclusief één steunbeer van die stadsmuur aan beide zijden.
Het betreft dan een totaaloppervlak van 17 meter breed en 9 meter diep.
De bescherming betreft niet de bovengrondse inrichting van het terrein.
Bescherming in bestemmingsplan/omgevingsplan
Het gebiedsdeel opnemen als gemeentelijk archeologisch monument. Bodemingrepen dieper dan 40 cm beneden straatniveau zijn niet toegestaan. Bij diepere bodemingrepen wordt archeologisch onderzoek verplicht gesteld.
De bescherming kan eventueel ook bestaan uit een (her)afdekking van de opgegraven fundering, met andere woorden een onttrekking aan het zicht, maar dat heeft niet de voorkeur.
Reden extra bescherming
Van de oorspronkelijk middeleeuwse stadsmuur van de stad Dordrecht zijn bovengronds alleen nog de Groothoofdspoort, de Catharijnepoort, de Alaerd van Wijngaerdentoren / Drenckwaertstoren en het rondeel Engelenburg aanwezig. Deze zijn aangewezen als Rijksmonumenten.
Ondergronds zal naar verwachting de (fundering van de) stadsmuur nog op veel locaties aanwezig zijn, vaak hergebruikt als basis voor latere en huidige bebouwing. Het tracé en de vroegere functie van de stadsmuur blijft daardoor buiten beeld/zicht.
Door de stadsmuur met een toren op één prominente locatie juist wel zichtbaar te maken en te houden kan deze eeuwenoude en historische belangrijke stadsgrens duidelijk worden gemaakt. In de toekomst zullen zich hiervoor naar verwachting ook geen betere locaties aandienen.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
De Beulstoren is een onderdeel van de oorspronkelijke middeleeuwse stadsmuur of vest van de stad Dordrecht. De stadsmuur was vanaf de 13e-eeuw tot het eind van de 19e-eeuw de duidelijke, fysiek zichtbare bestuurlijke en sociaaleconomische grens tussen de handelsstad Dordrecht en de omliggende agrarische (kerk)dorpen, ambachten en latere gemeenten. Dit buitengebied was toegankelijk via stadspoorten en uitvalswegen.
De stad werd door de muur in combinatie met de Spuihaven beschermd en vanuit de vele stadstoren en stadspoorten kon de stad tegen ongewenste lieden en indringers bewaakt en beschermd worden. De Beulstoren is één van deze stadstorens. Naar verluid was hier enige tijd de scherprechter of beul van de stad gehuisvest. De toren is voor diverse doeleinden gebruikt, waaronder als bergruimte voor een lijnbaan op de Vest, de Ockersbaan. Begin 19e-eeuw is de toren tot op de fundering gesloopt in verband met de aanleg van een zwemschool in de Spuihaven, gevolgd door de bouw een volksbadhuis aan de Vest. Rond 1965 werd gestart met de herinrichting van dit deel van de Vest tot Spuiboulevard.
Sinds 1998 is de fundering in situ zichtbaar als ondergrondse herinnering aan de stadsmuur van Dordrecht. Deze ligt nu in een deel van de binnenstad dat in de 19e-, 20e- en 21e-eeuw het meest op de schop is gegaan.
Archeologische waarde
In de stadsmuur van Dordrecht waren in totaal 32 torens aanwezig, bij naam bekend. Bovengronds zijn er nog twee torens aanwezig: de Engelenburg op de Engelenburgerkade 1-3 (1962, projectcode DDT 6203) en een deel van de Alaerd van Wijngaerdentoren/Drenckwaertstoren (2002, projectcode DDT 0228) aan de Kuipershaven 37-38. Bij beide torens is bouwhistorisch én archeologisch onderzoek uitgevoerd.
Verder is er in het verleden archeologisch onderzoek uitgevoerd naar:
- de Pellentoren aan de Torenstraat (Gemeente 1955, projectcode DDT 5502)
- de Pelsertoren aan de Boogjes/Pelserstraat (ROB 1969, projectcode DDT 6901)
- de Lotkenstoren aan de Boogjes/Suikerstraat (ROB 1978, projectcode DDT 7803)
- de Nonnentoren aan de Vest 90 (Gemeente 2012, projectcode DDT 1209)
- een bij naam onbekende toren aan de Vest 94-96 (AWN 1987/Gemeente 2015, projectcodes DDT 8702 en DDT 1405)
- de Sint Pontiaanstoren aan de Vest/Boogjes/Lange Geldersekade (Gemeente 2018, projectcode DDT 1616)
Van deze 6 torens zijn alleen de laatste twee grondig onderzocht en is het onderzoek gerapporteerd. Beide torens zijn na opgraving en documentatie grotendeels uit de ondergrond verdwenen. Van de andere vier torens is onbekend in hoeverre er nog funderingen in de ondergrond aanwezig zijn (gebleven).
Alleen de fundering van de Beulstoren is nog volledig aanwezig en zichtbaar.
Naar verwachting zijn er meerdere halfronde stadstorens in de stadsmuur aanwezig geweest. De in 2018 opgegraven Sint Pontiaanstoren was hier waarschijnlijk ook een voorbeeld van, hoewel de havenzijde hier al volledig verdwenen was. Ook de Pelsertoren had een halfronde vorm aan de havenzijde.
Situering
De Beulstoren is een integraal onderdeel van de middeleeuwse stadsmuur van de stad Dordrecht. Deze stadsmuur liep aan de west-, zuid- en oostzijde van de stad en vormde de van verre zichtbare grens met de daarbuiten liggende ambachten en kerkdorpen van en in de Grote of Zuid-Hollandse Waard. De toren stond tussen de circa 75 meter westelijker gelegen Soetgenstoren en de ruim 210 meter noordoostelijker gelegen Vriesepoort. Tussen de Beulstoren en de Vriesepoort hebben geen andere torens gestaan, wel stonden er twee korenmolens op dit deel van de Vest.
De toren ligt vlakbij de opvallende knik in de Vest en had direct zicht op de Beeltjeshaven. Deze watergang liep parallel aan én langs de Blekersdijk en kwam hier - komend vanuit het achterland - uit in de Spuihaven.
De Beulstoren ligt sinds 1872 nabij de Johan de Wittstraat en de Johan de Wittbrug, de 'nieuwe' stadsentree vanuit het zuidelijk gelegen treinstation. De toren als zodanig is niet meteen duidelijk herkenbaar bij het binnenkomen van de (historische) binnenstad.
Gaafheid
Door de bouw van de zweminrichting/school met steiger en het Volksbadhuis in de 19e-eeuw precies boven(op) de toren is een deel van de ondergrondse fundering verstoord.
Maar de fundering van de Beulstoren zoals die in 1998 is opgegraven, is nog vrijwel volledig, in de halfronde D-vorm, in de ondergrond aanwezig. Alleen de allerhoogste delen zijn na de opgraving in 1998 verwijderd. Ook de aansluitingen op beide zijden van de stadsmuur met steunberen zijn nog aanwezig en in zicht.
De funderingen van de Beulstoren en de stadsmuur zijn niet gerestaureerd of geconserveerd, alleen losse of losliggende onderdelen zijn verwijderd; zichtbaar is in feite de opgraving uit 1998.
Unieke waarde
De Beulstoren als toren in een middeleeuwse stadsmuur is niet uniek. Ook de halfronde D-vorm voor een stadstoren is vrij algemeen, ook buiten Dordrecht. Vanuit verdedigingsoogpunt is dat ook logisch: de halfronde vorm geeft zicht en bereik naar alle kanten waar een ongewenste indringer vandaan kan komen.
De fundering van de Beulstoren is één van de slechts twee locaties in Dordrecht waar een archeologische opgraving op de plek zelf - dus in situ – te zien is en waar de middeleeuwse oorsprong van de stad zeer dichtbij én in direct zicht komt.
Publicaties
- Jaap Bouman, Dordt Eigen-Aardig: Geest bij het Bethlehemplein, Algemeen Dagblad / De Dordtenaar 24-01-2018
- Johan Hendriks, Dordrecht in Historisch Perspectief aflevering 8: De stadsmuur van Dordrecht - De Kleine Kaerskorff of Beulstoren, 2001.
- Johan Hendriks & Jan Koonings, Van der stede muere: beschrijving van de stadsmuur van Dordrecht, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2000.
Bijlage
-
9123744.pdf (opent in een nieuw venster)