Slikveld
-
Slikveld 1 t/m 45
- Naam: Diaconessenhuis
- Datering: 1936
- Oorspronkelijke functie: Ziekenhuis
- Bouwstijl: Functionalisme
- Postcode: 3311VT
Algemene beschrijving
Voormalig ziekenhuis, nu woongebouw.
Ligging
In de 16e eeuw binnen de stadsomwalling gebracht gebied, onderdeel van het centrum, nu een gebied met gemengd bedrijfsmatige en woonbebouwing. Gesitueerd op de hoek van de Suikerstraat en het Slikveld.
Hoofdvorm
Complex met een grondplan van een onregelmatige rechthoek in drie en vier bouwlagen met platte daken.
Bouwgeschiedenis
Na de Sint-Elisabethsvloed van 1421 resteerde buiten de Vuilpoort een stuk dijk van de verdronken Groote Waard waaraan tientallen houten huisjes, een kapel en enkele molens stonden. Dit gebied lag buiten de ommuring van de stad, die via de Suikerstraat naar de Vuilpoort liep. In 1528 ging dit buurtje, naar de lokale kapel ook wel Adriaansbuurt genoemd - in vlammen op, waarna het gebied de bijnaam verbrande buurt kreeg. Al snel werd de buurt weer herbouwd.
Kort na 1572 werd de noordwestelijke uitloop van de Spuihaven gewijzigd in een zuidwestelijke uitloop, werd een deel van de Adriaansbuurt afgebroken en het deel waar onder andere kapel en kerkhof lagen en de Suikerstraat en het Slikveld binnen de stad getrokken en ommuurd. Dit deel werd ook wel de Voorstad buiten de Vuilpoort genoemd.
De naam Slikveld wijst waarschijnlijk naar de ligging buiten de stad en bezijden de hoger gelegen Prinsenstraat. Het gebied wordt in 1677 voor het eerst bij deze naam genoemd: 't lege Pleyn, 't Slikveldt, welk sederd het Jaar 1528, ten waar twee of drie loodsen, had onbetimmerd gelegen' (Balen 1677).
De Suikerstraat loopt van de Voorstraat naar de Boogjes. Tot de Adriaansbuurt kort na 1572 bij de stad werd getrokken liep hier de 14e eeuwse stadsmuur (aansluitend op de Boogjes). Nog tot in 1980 waren in de Suikerstraat bovengrondse stadsmuurresten aanwezig. De naam Suikerstraat verwijst mogelijk naar een plaatselijke grondeigenaar met de naam Zuker of Suger.
Op het minuutplan van circa 1832 bestaat het huidige perceel uit minimaal 7 kleinere percelen. De bebouwing op deze percelen is tussen 1933 en 1939 gesloopt.
Op 3 mei 1910 werd de 'Vereeniging voor Diaconessenarbeid in Dordrecht en omstreken' opgericht. Er was toen nog geen sprake van een ziekenhuis. Het werk betrof eenvoudige wijkverpleging, waarvoor diaconessen werden aangetrokken en uitgezonden. Omstreeks 1912 werd een klein ziekenhuis ingericht in de Oudehovenstraat te Dordrecht. In feite was dit niet meer dan een woonhuis met enkele bedden. In de volksmond werd het 'Diaconessenhuis' genoemd. Dit woonhuis bleek als ziekenhuis al snel te klein. Daarom is in 1919 een groter huis in de Prinsenstraat aangekocht. In 1923 moest dit (zieken)huis - er waren toen al 23 bedden - worden gesloten wegens grote financiële moeilijkheden.
Op 1 oktober 1925 trad de diacones zr. Cor van Glabbeek in dienst van de vereniging. Zij woonde samen met een dienstbode in het pand aan de Prinsenstraat. Ze zag in het huis al snel een goede exploitatiemogelijkheid. In overleg met het toenmalige bestuur nam zij patiënten op. In de daarop volgende jaren groeide het huis in de Prinsenstraat, na aankoop van belendende percelen, verbouwingen en vernieuwingen, uit tot een ziekenhuis met ongeveer 175 bedden.
In 1936 werd een vergunning verleend voor de bouw van een vleugel langs het Slikveld, aansluitend aan het al ver naar achteren uitgebreide oorspronkelijke pand aan de Prinsenstraat. De nieuwbouw bestaat uit het nu nog bestaande bouwdeel aan het Slikveld in twee bouwlagen links van de toren en het achtergelegen bouwdeel in drie bouwlagen.
In 1939 wordt het complex doorgetrokken tot de Suikerstraat met de realisatie van het bouwdeel aan de Suikerstraat, dat de hoek omloopt in het Slikveld. De uitbreiding is van de hand van architectenbureau Bakker en Van Herwijnen te Dordrecht.
In 1950 worden op basis van een plan van architect Gerrit Gerritse intern enige wijzigingen doorgevoerd en wordt een bouwlaag toegevoegd aan de uit 1939 daterende bouwdeel.
In 1951 wordt naar het plan van architect Gerrit Gerritse een lift gerealiseerd.
In 1953 wordt de in 1939 gerealiseerde vleugel aan de zijde van de Suikerstraat verhoogd met één verdieping.
In 1956 vertrekt het ziekenhuis naar een nieuwe locatie in Dordrecht.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel (zijde Slikveld)
De voorgevel bestaat uit links het in 1936 gerealiseerde bouwdeel met een aan de linker zijde terugliggend deel in twee bouwlagen en een aan de straat gesitueerd bouwdeel in twee bouwlagen met een verhoogde begane grond. Aan de linker zijde staat aan de achterzijde een oorspronkelijk drie bouwlagen tellend bouwdeel, dat in 1939 is verhoogd met één bouwlaag.
Rechts hiervan bevindt zich het in 1939 gerealiseerde bouwdeel in drie bouwlagen, dat achter het in 1936 gerealiseerde bouwdeel doorloopt, en een toren in vijf bouwlagen aan de rechter zijde.
De gevel van beide gedeelten zijn opgetrokken in geelbruine baksteen in noors verband met diep terugliggende lintvoegen en smalle stootvoegen, die platvol zijn gevoegd. In de vensteropeningen liggen lekdorpels van keramische lekdorpelstenen. Het hoge bouwdeel aan de achterzijde is grotendeels gepleisterd.
Het terugliggende gedeelte aan de linker zijde bezit een afgeschuinde hoek. Op de begane grond bevindt zich op de hoek een deuropening met in het kozijn dubbele stalen deuren met een ongedeeld glaspaneel. Links en rechts hieraan gekoppeld bevinden zich boven een gemetselde borstwering een betonnen kozijn met één respectievelijk twee vensteropening met een stalen venster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De pui wordt afgesloten met een dunne uitkragende betonnen latei.
Op de verdieping bevindt zich een over de hoek doorlopende vensterstrook met in een betonnen kozijn stalen vensters met een ongedeeld onder- en bovenraam.
De pui wordt afgesloten met een dunne uitkragende betonnen latei.
In de aansluitende linker zijgevel van het bouwblok aan de straatzijde bevindt zich op de begane grond aan de linker zijde een deuropening met in het kozijn een deur met een ongedeeld glaspaneel. Links hiervan bevindt zich een smalle vensteropening met binnen een gepleisterd kader een stalen venster met een ongedeeld onder- en bovenraam.
Twee identieke vensters bevinden zich op de verdieping.
In de gevel aan de straat bevinden zich op souterrainniveau driemaal drie door een halfsteens muurdam van elkaar gescheiden smalle vensteropeningen, gesloten door een doorlopende betonnen latei, met in de opening een ongedeeld raam met ervoor een rooster.
Op de begane grond en de eerste verdieping bevindt zich een nagenoeg over de volle gevelbreedte doorlopende vensterstrook met binnen een betonnen kader veertien vensteropeningen met een stalen venster met een ongedeeld onder- en bovenraam.
Boven de vensterstrook op de verdieping bevindt zich een uitkragende betonnen latei, waarboven een lage gepleisterde strook, waar tegen een hekwerk in buisprofiel met gesmede strips in de velden is bevestigd. Het hekwerk is ingeklemd tussen de hoger opgetrokken kopgevels.
In de aansluitende rechter zijgevel van het bouwblok aan de straatzijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met binnen een betonnen kader een stalen pui met centraal een deur met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden hiervan bevinden zich een ongedeeld onder- en bovenraam.
Het linker gedeelte van het in 1939 gerealiseerde bouwdeel ligt terug van de straat. Aan de straatzijde sluit een muur het terrein voor het terugliggende bouwdeel af. In de muur bevindt zich een doorgang, afgesloten met een vlakke deur.
In de gevel bevindt zich op de begane grond en de eerste verdieping een nagenoeg over de volle gevelbreedte doorlopende vensterstrook met binnen een betonnen kader zes vensteropeningen met een stalen venster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Boven de vensterstrook op de verdieping bevindt zich een uitkragende betonnen latei. Boven de latei is de gevel verhoogd en voorzien van een afwerking in plaatmateriaal.
Op de tweede verdieping loopt de verder terugliggende gevel door achter het bouwdeel uit 1935. In de gevel bevindt zich een nagenoeg over de volle gevelbreedte doorlopende vensterstrook met binnen een betonnen kader vier venster- en deuropeningen met een stalen venster met een drieruits raam. In de deuropening bevinden zich stalen deuren met een ongedeeld glaspaneel.
Rechts van de vensterstrook bevindt zich een vensteropening, gesloten met een betonnen uitkragende latei, met binnen een betonnen kader een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen.
De gevel wordt beëindigd met een uitkragende betonnen latei, waarboven een hekwerk in buisprofiel met roosters in de velden.
Het rechter gedeelte van het in 1939 gerealiseerde bouwdeel ligt aan de straat en bestaat uit de toren en rechts daarvan de kopgevel van het bouwdeel langs de Suikerstraat.
De toren heeft afgeschuinde hoeken en verjongt zich iets boven de derde bouwlaag. In de onderste drie bouwlagen bevinden zich in de gevels van de toren meerdere smalle vensteropeningen met een ongedeeld stalen raam. Aan de straatzijde bevinden zich in de onderste bouwlaag twee vensteropeningen met een vierruits stalen raam. In de bovenste bouwlaag bevinden zich aan elke zijde twee met een rondboog gesloten gevelopeningen.
De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.
In de kopgevel bevinden zich op souterrainniveau drie door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen, gesloten door een doorlopende betonnen latei, met in de opening een ongedeeld raam met ervoor een rooster. Op de begane grond en de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met binnen een betonnen kader een stalen venster met een ongedeeld onder- en bovenraam.
Linker zijgevel
De gevel is in vier bouwlagen opgetrokken in rode baksteen in halfsteens verband met platvol voegwerk. Deze gevel is na de sloop van het aangrenzende gedeelte van het ziekenhuis opgetrokken.
Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde de van de achtergevel doorlopende rechthoekige erker met meerruits stalen ramen.
In de gevel bevinden zich op alle niveaus meerdere vensteropeningen met een stalen venster met een ongedeeld onder- en bovenraam.
Achtergevel
De gevel is opgetrokken in geelbruine baksteen in noors verband met diep terugliggende lintvoegen en smalle stootvoegen, die platvol zijn gevoegd. In de vensteropeningen liggen lekdorpels van keramische lekdorpelstenen.
Aan de linker zijde bevindt zich op de tweede verdieping de in 1953 boven de borstwering toegevoegde bouwlaag. In de gevel bevindt zich een vensteropening met een stalen venster met ongedeelde onder- en bovenramen. De opbouw wordt beëindigd met een enigszins uitkragend overstek van het platte dak.
Hiernaast bevinden zich op de begane grond en de eerste verdieping enige kleine vensteropeningen met een stalen raam. Op de tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met in het betonnen kader twee vensteropeningen met een stalen raam.
Boven een betonnen rand, die de dakrand uit 1939 markeert, bevindt zich de opbouw uit 1950 in de vorm van een aan de linker zijde afgeschuind geveldeel met daarin een vensteropening met een stalen meerruits raam.
Het middengedeelte van de gevel ligt terug. Op souterrainniveau bevinden zich meerdere vensteropeningen, gesloten met een plaat.
Op de begane grond bevinden zich links twee vensteropeningen met een drieruits stalen raam en aan de rechter zijde een deuropening met dubbele stalen deuren met een ongedeeld glaspaneel. Op de eerste en tweede verdieping bevinden zich drie vensteropeningen met een drieruits stalen raam.
Boven een betonnen rand, die de dakrand uit 1939 markeert, bevindt zich de opbouw uit 1950 met daarin een vensteropening met vier stalen meerruits ramen. De opbouw wordt beëindigd met een enigszins uitkragend overstek van het platte dak.
Aansluitend bevindt zich aan de rechter zijde een bouwdeel in vier bouwlagen, bestaande uit een smal gedeelte in gele baksteen en een vooruitgeschoven breed gedeelte in rode baksteen.
In het brede gedeelte bevindt zich op de begane grond een rechthoekige erker met aan drie zijden meerruits stalen ramen. Op de 1e, 2e en derde verdieping is de gevel nagenoeg geheel geopend onder een betonnen latei. Hierin bevinden zich twee meerruits stalen ramen. Op de derde verdieping bevindt zich een smal betonnen balkon, begrenst met een hekwerk in buisprofiel.
Rechter zijgevel (zijde Suikerstraat)
De gevel is opgetrokken in geelbruine baksteen in noors verband met diep terugliggende lintvoegen en smalle stootvoegen, die platvol zijn gevoegd. In de vensteropeningen liggen lekdorpels van keramische lekdorpelstenen.
In de gevel bevinden zich op souterrainniveau driemaal drie door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen, gesloten door een doorlopende betonnen latei, met in de opening een ongedeeld raam met ervoor een rooster. Op de begane grond en de eerste verdieping een nagenoeg over de volle gevelbreedte doorlopende vensterstrook met binnen een betonnen kader zeven vensteropeningen met een stalen venster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Boven de vensterstrook op de verdieping bevindt zich een uitkragende betonnen latei.
De kopgevels zijn hoger opgetrokken als borstwering van het oorspronkelijk op de derde bouwlaag bevindende platte dak.
In 1953 wordt binnen beide borstweringen een bouwlaag toegevoegd. In de gevel bevindt zich een nagenoeg over de volle gevelbreedte doorlopende vensteropening met stalen vensters met ongedeelde onder- en bovenramen. De opbouw wordt beëindigd met een enigszins uitkragend overstek van het platte dak.
Kap
De bouwdelen zijn nagenoeg allemaal voorzien van een plat dak.
Aan de linker en rechter zijde is het hoogste bouwdeel deels voorzien van een lessenaarsdak, gedekt met rode OVH-pannen.
De toren is voorzien van een gedrukte spits, gedekt met rode OVH-pannen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Geen opname.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is van cultuurhistorisch belang als voormalig, in de jaren dertig van de 20e eeuw gerealiseerd onderdeel van het Diaconessenziekenhuis in de historische binnenstad van Dordrecht.
Architectonische waarde
Het pand is van architectuurhistorisch belang door het ontwerp van de gevels in de stijl van het functionalisme (1936). De verspringende gevels voorzien van doorlopende vensterreeksen met stalen ramen zijn karakteristiek voor het pand. Opvallend is de traditioneel vormgegeven, achthoekige toren als onderdeel van de uitbreiding gerealiseerd door bureau Bakker en Herwijnen (1939).
Gaafheid
Het pand is redelijk gaaf in hoofdvorm en exterieur, behoudens enkele uitbreidingen gerealiseerd in de jaren vijftig van de 20e eeuw. De bouwkundige staat is redelijk.
Situering
Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de monumentale gevelreeks aan de Suikerstraat in beschermd stadsgezicht. Het pand heeft hoge stedenbouwkundige waarde door de ligging op de hoek van de Suikerstraat en het Slikveld en door de ligging in de as van de Boogjes.
Unieke waarde
Als deel van het voormalige Diaconessenziekenhuis, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch, typologisch en bouwkundig opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde.
Publicaties
- M.C. Dorst & J.A. Nipius, Dordrecht Ondergronds 117: Suikerstraat-Slikveld - Een archeologisch booronderzoek naar de middeleeuwse stadsgracht tussen de voormalige Vuilpoort en Lotkenstoren te Dordrecht, 2020.
Bijlage
-
9122487.pdf (opent in een nieuw venster)