Tag

Singel

Objecten met monumentenstatus.

  • Park Merwestein
    • Datering: 1852
    • Oorspronkelijke functie: Park
    • Bouwstijl: Engelse Landschapstijl

     

    Omschrijving complex

    Park Merwestein. Stadspark.

    Ligging

    Het stadspark ligt in de negentiende-eeuwse schil tussen de Van Hoogstratensingel, de Hallincqlaan, de Groenedijk en de Vrieseweg en heeft een oppervlakte van ca. 5 ha. In de directe omgeving van het park ligt de tuin met zeer oude bomen van Schouwburg Kunstmin, het in landschapsstijl aangelegde wijkje waar vroeger de buitenplaats Noordhove was. Hier rest nog een vijverpartij. En het Oranjepark, dat ook als een soort groene uitloper van het park kan worden beschouwd. De omringende woonbebouwing bestaat vooral uit villa's en twee onder een kapwoningen met rondom tuinen. Het geheel vormt een groene oase in de verstedelijkte negentiende-eeuwse schil.

    Geschiedenis

    De van oorsprong historische buitenplaats wordt al in 1610 genoemd. In het gebied waar het Park Merwestein nu ligt, liggen tot aan het begin van de negentiende eeuw bleekvelden, boomgaarden en tuinen.

    Het oudste bekende eigendomsbewijs is gedateerd 27 november 1610. Het betreft een gedeelte van het huidige park. Door aankoop van aangrenzende percelen wordt dit eigendom aanzienlijk uitgebreid. Begin negentiende eeuw is het eigendom inmiddels uitgegroeid tot een landgoed genaamd Dijk- en Veldzigt. In 1829 heet het landgoed Wei- en Veldzigt en in 1851 Veld- en Dijkzigt. Inmiddels is het dan in eigendom van Otto Boudewijn 't Hooft van Benthuizen.

    Op dit terrein laat 't Hooft een chaletachtige villa, een koetshuis, een tuinmanswoning en nog enkele opstallen bouwen. Hij geeft zijn landgoed een nieuwe naam buitenplaats Merwestein.

    Omstreeks 1883 bezit Dordrecht geen enkel openbaar wandelpark. Dat wordt als een gemis beschouwd en daarom richt een aantal burgers een comité op dat onderzoekt of er in Dordrecht een geschikte plek te vinden is waar een park kan worden aangelegd. Tussen de Singel, Vrieseweg en Toulonselaan ligt een terrein, de Karremansweide genaamd, waar volgens het comité mogelijkheden voor de aanleg van een park zijn. De gemeente heeft echter andere plannen met de Karremansweide, dat wordt ontwikkeld tot het Oranjepark.

    In 1884 dient zich een tweede mogelijkheid aan. De eigenaresse van het landgoed Merwestein wil haar bezit verkopen. Het 'Comité tot Stichting van een park te Dordrecht' gaat direct tot actie over, ook al omdat wordt gevreesd dat het landgoed Merwestein bij veiling in handen kan komen van kopers die het grondgebied in diverse kavels verdelen en bebouwen, waardoor het groene, landelijke karakter geheel verloren zou gaan.

    Omdat de gemeente niet bereid is het landgoed aan te kopen, begint het comité met een inzameling onder de burgerij. De eigenaresse is bereid om de verkoopprijs te verlagen tot 80.000 gulden als het landgoed behouden kan blijven. Er start een inzameling, waardoor de aankoopsom in korte tijd bijeen wordt gebracht door de bevolking van Dordrecht.

    Het comité, dat niet van plan is zelf een park te exploiteren, onderhandelt vervolgens met de gemeente. Voorgesteld wordt dat de gemeente het landgoed onderhoudt en openstelt voor het publiek als wandelpark. Het landgoed moest tenminste 25 jaar de bestemming krijgen van openbaar wandelpark en eventuele bebouwing langs het park (Singel, Hallincqlaan, Vrieseweg) moet in overeenstemming zijn met het karakter van het landgoed Merwestein. Als de gemeente akkoord gaat deze voorwaarden, is het comité bereid de ingezamelde gelden over te dragen aan de gemeente om het landgoed aan te kopen.

    Op 14 februari 1885 wordt de buitenplaats Merwestein aan de gemeente overgedragen. Kort daarna geven burgemeester en wethouders tuinarchitect C. Kwast de opdracht een plan te maken voor de inrichting van het buiten als stadspark. Ondanks protesten wordt de fruitboomgaard aan de noordzijde van het park gerooid. Dit om te voorkomen dat de jeugd de bomen zal vernielen. Het nieuw aangelegde deel van het park bevat grote gazons met bloemvakken, ruime wandelpaden en een brede weg voor rijtuigen. Verder zijn er vele groenblijvende heesters geplant. Er worden banken in het park gezet en de drie bestaande klassieke tuinbeelden blijven staan. Verschillende burgers doen schenkingen, zoals herten, zwanen en een tweede fontein.

    Op zondag 10 mei 1885 wordt Park Merwestein voor het publiek opengesteld. Ook wordt op die dag de gemeentelijke plantsoenendienst opgericht.

    Het koetshuis, gelegen nabij de ingang aan het Berckepad, wordt verhuurd als melkhuis. Hier zijn melk, room, mineraalwater enz. te koop. De villa Merwestein wordt verhuurd als burgemeesterswoning. Na als woonhuis voor meerdere burgemeesters te hebben gediend krijgt de villa in 1924 de functie van bejaardenhuis.

    In 1943 wordt het park inclusief bebouwing in gebruik genomen door de Duitse Wehrmacht. Er worden vijf grote bunkers gebouwd. Paden, bruggen en beplanting ondervinden grote schade door het gebruik als militair kampement. Op 24 oktober 1944 bombarderen de geallieerden het park. De villa wordt vernietigd en de bunkers en barakken raken zwaar beschadigd. Veel bomen zijn omgezaagd om te dienen als brandhout.

    Het herstel, onder meer de verwijdering van de barakken en bunkers, die door de bezetter zijn neergezet, vergt twee jaar. De funderingen van de bunkers blijven in de grond achter. Lichte terreinverhogingen laten dit bij de huidige speelplaats nog zien. De bomkraters zijn opgevuld met puin.

    In 1947 is de herinrichting van Park Merwestein afgerond en is het park weer toegankelijk voor publiek. Het melkhuis is niet te herstellen en wordt tenslotte in 1948 afgebroken. Alleen de oorspronkelijke tuinmanswoning gelegen bij de ingang aan de Groenedijk, resteert nog.

    In 1952 wordt er een monument ter herinnering aan de bezetting en de bevrijding onthuld op de plaats van de bij het bombardement verwoeste villa. Het is gemaakt door de Dordtse beeldhouwer Hans Petri.

    In 1985, bij het 100-jarig bestaan van het park, wordt de heidetuin aangelegd.

    Complexbeschrijving

    Het park ligt tussen de Van Hoogstratensingel, de tuinen van de bebouwing aan de Hallincqlaan, de Groenedijk en tuinen aan de Vrieseweg. Rond het park is water, de begrenzing ligt in het midden van het water.

    Het complex omvat vier toegangen, waarvan drie met gemetselde steunberen en ijzeren hekwerken, een tuin met in de aanleg duidelijk invloeden van de landschapsstijl: gazons, opgaand groen en prominente waterpartijen, slingerende paden bedekt met grindzand, een bosdeel, een heidetuin en een vaste plantentuin, een hertenkamp met een natuurlijke kraamkamer en voeder- en schuilgebouwtjes, een speelplek, diverse bruggen, een vroegere tuinmanswoning, een onderhoudsgebouw en diverse kleine elementen zoals een vogelvolière, herdenkingsmonumenten/kunstwerken en een drinkfontein. Het water rond en in het park is onderling verbonden, deels ondergronds.

    Onderdeel van het park is het zogenaamde Bos van Staring, vroeger maakte dit onderdeel uit van de tuin van de villa Soekasari aan de Singel. Vanaf de Singel gezien is dit het linker deel van het park, gescheiden van de rest door een waterloop.

    Het park is te betreden via de Van Hoogstratensingel, naast nummer 78; het Berckepad; de Vrieseweg, tegenover het Oranjepark en de Groenedijk, bij de vroegere tuinmanswoning.

    Complexwaardering

    Complex van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de grote cultuurhistorische waarde:

    • Als verwijzing naar de hier vroeger gelegen buitenplaats;
    • Door de historische ontwikkeling van buitenplaats tot stadspark;
    • Typologisch als stadspark;
    • Historisch maatschappelijk door de totstandkoming op initiatief van de burgerij;
    • Door de esthetische en ensemblewaarde van de vormende onderdelen: toegangspoorten met bruggen, de vroegere tuinmanswoning, het hertenkamp, de fonteinen, de bruggen, de volière, het drinkfonteintje en de herdenkingsmonumenten en kunstwerken van Eduard Cuypers en Hans Petri.

    Het park is landschappelijk van belang vanwege de betekenis voor en uitstraling naar het omringende gebied, de aanleg in landschapsstijl met waterbegrenzing, paden, gazons, opgaand, groen, grote solitaire bomen en waterpartijen.

    Het park is stedenbouwkundig van belang door de geïntegreerde positie in de inmiddels volledig bebouwde negentiende-eeuwse schil. Enige kleine, rechte waterlopen langs de grenzen van het gebied zijn relicten van vroegere perceelscheidingen.

    Het park is van belang vanwege de unieke waarde als enige goed herkenbare verwijzing naar een vroeger landgoed in de negentiende-eeuwse schil van Dordrecht, maar ook als eerste stadspark.

    Alhoewel er in de loop der eeuwen veel wijzigingen hebben plaatsgevonden aan het park heeft het park aan cultuurhistorisch belang weinig ingeboet.

    N.B. De individuele bomen en struiken vallen niet onder de bescherming. De beschermingswaardige bomen zijn reeds beschermd door plaatsing op de gemeentelijke bomenlijst en een kapvergunningsstelsel.

    De niet nader omschreven onderdelen zijn wel beschermd als onderdeel van het park, maar niet als apart onderdeel. Dit betreft Berckepad 9, het hertenkamp, de entree aan de Groenedijk, de niet beschreven bruggen en het kunstwerk van Jan Asjes van Dijk. Overigens vallen kunstwerken onder het Auteursrecht kunstwerken. Dit houdt in dat de kunstenaar, via het CBK, dient te worden ingeschakeld bij voorgenomen verwijdering en/of ingrijpende wijzigingen van het kunstwerk of de plek waar het werk zich bevindt.

    Onderdeel parkaanleg

    • Ontwerpjaar: 1885
    • Tuinstijl: Landschappelijke aanleg
    • Tuinarchitect: C. Kwast

    Parktuin, begrensd door water, dat onderling verbonden is met waterpartijen in het park. Landschappelijke aanleg. Een deel van de aanleg dateert uit de buitenplaatsperiode.

    Het park ligt tussen de Van Hoogstratensingel, de tuinen van de bebouwing aan de Hallincqlaan, de Groenedijk en tuinen aan de Vrieseweg. Rond het park is water, de eigendomsgrens ligt aan de zijden met particuliere woningen in het midden van het water.

    De tuin is toegankelijk via ingangen aan het Berckepad, de Samuel van Hoogstratensingel, de Groenedijk en de Vrieseweg.

    De tuininrichting toont duidelijke invloeden van de landschapsstijl: slingerende paden bedekt met grindzand, geflankeerd door gazons, opgaand groen, grote oude bomen en prominente waterpartijen.

    Van groot belang voor het beeld van het park zijn de merendeels solitaire grote bomen, waarvan er een Kaukasische Vleugelnoot (Pterocarya fraxinifolia), die voorkomt op de lijst monumentale bomen van de Bomenstichting. De Vleugelnoot, die ongeveer in het midden van het park is gesitueerd moet tussen 1800-1810 zijn geplant, heeft een omtrek van 510 cm en een hoogte van ongeveer 23 meter. De oudste boom (ongeveer 300 jaar) betreft een schijnacacia (Robinia pseudoacacia).

    Achter de entree aan het Berckepad ligt rechts een gemetseld gebouw in 1 laag onder een zadeldak.

    Dit dient als opslag voor tuinmateriaal, schuilplaats bij regen voor het tuinpersoneel en schaftplek. Links na de entree ligt de heidetuin, gemaakt ter ere van het honderdjarig bestaan van het park. Verder links het pad volgend, ligt achter de heidetuin het hertenkamp. Het hertenkamp is omringd door een ca. 1.50 hoog stalen hekwerk met horizontale stangen. Het hekwerk is niet oorspronkelijk, maar heeft ongeveer dezelfde vormgeving. In het hertenkamp staat een ensemble van drie houten hutjes met rieten dakbedekking (1983), die dienen als voederplaats en schuilplek voor de herten. De roedel bestaat gemiddeld uit 15 damherten. In ongeveer het midden van het hertenkamp staat een bomengroep waartussen de herten zich terugtrekken als ze moeten bevallen: de zogenaamde kraamkamer.

    Aan de noordkant van het hertenkamp ligt een eilandje, toegankelijk met een brug.

    Na de entree aan de Van Hoogstratensingel, kan links via een bruggetje over het water het zogenaamde Bos van Staring worden betreden. Ooit maakte dit onderdeel uit van de villatuin van de Van Hoogstratensingel 78. Dit gebied ligt tegen de achterkant van de percelen aan de Hallincqlaan. Het bos heeft een natuurlijk karakter. Ook komt hier de grote Grote Brandnetel voor, een van de meest waardevolle waardplanten waarop veel vlinders hun eitjes leggen. In het Bos van Staring staan ook veel imposante bomen zoals de tamme kastanje, schijnacacia en een aantal grote essen en beuken.

    Ook is in het Bos nog de restant van een vroegere folly aanwezig: een vuurspuwende vulkaan.

    Vanuit de entree aan de Van Hoogstratensingel doorlopend ligt rechts tussen oude boombeplanting een vaste plantentuin met schaduwplanten. Tot de bomengroep behoren onder andere een grote blauwe den en een Sequoia. Links van de vaste plantentuin staat het monument Wichers langs het pad.

    Rechts na de entree vanuit de Groenedijk ligt de vroegere tuinmanswoning. Verder rechts ligt achter de tuinmanswoning de kinderspeelplek. Deze ligt vrij hoog omdat deze op oude bunkers uit WOII is gemaakt. De speelplek is al regelmatig heringericht. Vanaf de speelplek is met een tweede brug het Bos van Staring aan deze zijde ontsloten.

    Langs het pad vanaf de Groenedijk staat rechts, schuin voor de vroegere tuinmanswoning een niet meer werkend drinkfonteintje.

    Het pad naar links volgend wordt de volière bereikt. Hier rechts gaand is de brug naar het hertenkamp, met waarschijnlijk de meest historische brugleuningen.

    Achter de entree aan de Vrieseweg ligt links een groot bloemperk met eenjarigen. In de grote vijver rechts hiervan is een fontein aangebracht.

    Door het pad rechts te volgen wordt een ronde bak, met een pad er omheen bereikt. De cirkel is gevuld met kleine rozenstruiken en in het midden staat een bronzen bloemengroep van kunstenaar Jan van Asjes van Dijk.

    Op deze locatie stond een grote fontein die tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een van de gezichtsbepalende elementen in het park was. De fontein stond midden in een ronde vijver met goudvissen en waterlelies. Door het bombardement in 1944 is de fontein onherstelbaar beschadigd. Bij de renovatie na de oorlog is de vijverbodem hersteld en zijn daarin in de loop der jaren diverse eenvoudige spuiters geplaatst. Ook de 'bloemenfontein' van Asjes van Dijk heeft nog in de fontein bak gestaan, naast de sproeier. Erachter staat op een soort verhoogd gazon het oorlogsmonument van de kunstenaar Hans Petri.

    Al het water rond en in het park is onderling verbonden, deels ondergronds. Vanuit het water langs het Bos van Staring is zelfs een ondergrondse verbinding naar de Spuihaven.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege cultuurhistorische, landschappelijke en stedenbouwkundige waarden.

    Cultuurhistorische waarde als restant van de tuin van de vroegere buitenplaats Merwestein.

    Landschappelijk vanwege de tuinstijl met slingerende paden, gazons, waterpartijen en grote oude bomen.

    Stedenbouwkundig vanwege de prominente ligging midden in verstedelijkt gebied met toegangen vanuit verschillende belangrijke wegen.

    Onderdeel toegangspartijen Berckepad; Samuel van Hoogstratensingel; Vrieseweg

    • Bouwjaar: kolommen 1885? hekwerken 1946?
    • Architect: Gemeentewerken?

    De drie monumentale toegangspartijen met gemetselde kolommen met een afsluitbaar smeedijzeren hekwerk ertussen en bij twee entrees toegangsbruggen.

    De entrees bestaan uit gemetselde kolommen bekroond met een gedecoreerde betonnen afdeksteen. Zowel de gemetselde kolommen als de betonnen afdekstenen hebben op de hoeken een rechthoekige uitsparing over de gehele hoogte. Op de linker kolom staat MERWE en op de rechter STEIN in metalen letters. Bij het Berckepad zijn de kolommen bekroond met een betonnen bol, bij de andere entrees met een ijzeren decoratie. In de kolommen zijn smeedijzeren hekken afgehangen. Bij de entrees aan de Singel en de Vrieseweg zijn de hekwerken hetzelfde. De entree bij het Berckepad heeft een eenvoudiger hekwerk.

    Bij de Singel heeft de linker kolom aansluitend een gemetselde muur, eerste hoog, daarna laag, afgedekt met een betonnen band, gelijk aan het materiaal van de afdeksteen. Het muurwerk is gedeeltelijk vervangen door een tourniquet. Na sluitingstijd kan men het park niet meer in, maar nog wel uit. Achter de entrees Van Hoogstratensingel en Vrieseweg zijn hekwerken zodat het park niet kan worden in gefietst.

    Bij het Berckepad hebben de kolommen aansluitend eenvoudige ijzeren hekwerken.

    Bij de Vrieseweg is er een betonnen heulbrug met gemetselde brugleuningen afgedekt met een band, in hetzelfde materialen als de afdekstenen. Aan de buitenzijde van de kolommen zijn decoratieve ijzeren hekwerken.

    Objecten van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege hun cultuurhistorische en architectonische waarde. Deze originele entreepartijen zijn nog vrijwel gaaf en vormgegeven in een sobere, maar decoratieve baksteenstijl.

    Onderdeel Groenedijk 51, de vroegere tuinmanswoning

    • (beschermd als gemeentelijk monument sinds 1990)
    • Bouwjaar 1852
    • Architect: ?
    • Architectuurstijl: Eclecticisme, voornamelijk beïnvloed door het neoclassicisme

    Tuinmanswoning gelegen in het park Merwestein, als enig overgebleven bebouwing van de vroegere buitenplaats Merwestein. Gelegen in het park, nabij de ingang aan de Groenedijk. Vrijstaand, in blokverdeling gepleisterd woonhuis, opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond. Een bouwlaag en een kapverdieping onder zadeldak. Ver overstekende geprofileerde dakrand. In het grasperk voor het huis fraai gietijzeren fonteintje.

    Hardstenen plint rondom. Voorgevel: houten paneeldeur en drie vensteropeningen, een klein venster en twee rechtgesloten vensters met roedeverdeling. Achtergevel met drie van elkaar verschillende vensters. Zijgevel rechts met in het pleisterwerk sokkel met blokverdeling en kordonlijsten. Omgezette hoekpilasters en middenpilaster met spiegels en kapitelen. Getoogde vensters met Empireramen en gestuukte profiellijst. Ver overstekende geprofileerde en geornamenteerde dakrand.

    In linkerzijgevel op de begane grond glasdeur met bovenlicht en houten deur met in raam roedeverdeling. Op de verdieping venster met roedeverdeling. Gevelbeëindiging als bij de zijgevel rechts.

    In voorschild dak dakkapel. In achterschild daklicht.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de architectonische, stedenbouwkundige en geschiedkundige waarde. Fraai in park gesitueerd huis in eclectische stijl, beïnvloed door het neoclassicisme. Enig overgebleven herinnering aan de karakteristieke bebouwing van buitenplaats Merwestein.

    Onderdeel Herdenkingsmonument Wichers

    • (beschermd als gemeentelijk monument sinds 1990)
    • Bouwjaar: 1921
    • Architect: E. Cuypers

    Monument opgericht ter nagedachtenis aan de oud-burgemeester van Dordrecht H.J. Wichers. Geplaatst in het park zelf, nabij de ingang aan de Van Hoogstratensingel.

    Bijna drie meter hoge, vierkante zuil van Muschelkalksteen, opgebouwd uit een basement, een schacht bestaand uit vier blokken en een vaasachtige bekroning. Aan de voorzijde in het tweede blok van onder in koperen letters de tekst: TER NAGEDACHTENIS HILLEBRAND JACOB WICHERS BURGEMEESTER VAN DORDRECHT 1 JULI 1906 - 15 JAN. 1920 DOOR DE BURGERIJ.

    Hierboven een koperen plaat met een door de Dordtenaar Willem Steiner geboetseerd reliëfportret. Op de zijkanten van dit blok schelpvormige bakjes met een koperen pijpje erboven. Aan de achterzijde een reliëf met de afbeelding van een sikkel en drie korenaren, symboliserend de tijdelijkheid van het leven. Hieronder in koperen letters: LOPPERSUM 3 APRIL 1859 - 15 JAN. 1920 DORDRECHT.

    In het opschrift ontbreken hier en daar enkele cijfers en tekens. Beëindiging zuil door middel van een rondboogfries, overgaand in voetstuk en achtkantige vaas. Aan vier zijden van de vaas wapenschildjes: twee maal schildje met leeuw, het wapen van Nederland en de provincie Zuid-Holland, een schild met drie bloemen, het wapen van de familie Wichers en een schild met een verticale band, het wapen van de gemeente Dordrecht.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de geschiedkundige waarde. Het herdenkingsmonument is één van de bijzondere objecten uit het oeuvre van de architect E. Cuypers.

    Onderdeel Oorlogs- en bevrijdingsmonument Tweede Wereldoorlog

    • Naam: De levensboom
    • Bouwjaar: 1952
    • Kunstenaar: Hans Petri

    De Dordtse beeldhouwer Hans Petri ontwerpt dit herdenkingsmonument in opdracht van het gemeentebestuur. Het wordt geplaatst op de plek van de in de Tweede Wereldoorlog door een bombardement verwoeste villa, op een vrij gazon. Inmiddels zijn op het gazon twee bomen bijgeplaatst. Op 10 september 1952 wordt het onthuld.

    Het omhoog rijzende monument heeft de vorm van een naar boven enigszins uitlopende zuil en heeft de afmetingen 1.80 x 1.80 x 7.00 meter. Het is gemaakt van een Vourion, een Franse kalksteen. In de zuil zijn op gestileerde wijze figuren gebeeldhouwd.

    De voorstelling wordt in 1952 op duidelijke wijze beschreven door de bekende Dordtse architect B. Van Bilderbeek, voorzitter van de technische commissie van het comité, die de totstandkoming begeleidde.

    "Het is niet de traditionele beeldgroep, los of vrijstaande op een voetstuk, doch het groeit op, direct uit de aarde als een levensboom, daarmee verbonden door een basement van vier figuren, die de ellende van de oorlog en de hunkering en de worsteling naar de bevrijding en het leven verzinnebeelden. Dit is op een realistische wijze weergegeven met als hoofdfiguur de dode, symbool en herinnering aan de duizenden, die vielen. Uit deze aangrijpende verbeelding, die een krachtige en permanente waarschuwing is voor volgende generaties, groeit de levensboom krachtig op: een zware stam, getooid met takken, bladeren en bloemen, waartussen als tegenstelling met de ellende aan de voet van het monument, een vrouwenfiguur, een mannen- en vrouwenkop de overgang vormen naar het blijde, jonge leven, verzinnebeeld door een spelend kind, een harlekijn, een hond, die als het ware in spiraalgang worden gevolgd door een minnekozend paartje, symbool van de eeuwige levensdrang. Een vogel zoekt de vrijheid en als de bekroning is er de engelengroep, die het geluk van de herkregen vrijheid en de triomf van de vrede over de wereld uitbazuint. Petri heeft de harde natuursteen kunstig en knap zelf gehouwen en er bijna een jaar aan gewerkt, slechts voor het grove werk geholpen door een assistent."

    Johannes Philip Laurens (Hans) Petri (Weerselo, 1 december 1919 - Dordrecht, 13 februari 1996) is een Nederlands beeldhouwer en omgevingskunstenaar.

    Petri volgde een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Hij maakte aanvankelijk figuratieve beelden evenals schilderijen en ontwikkelde zich tot een van de eerste Nederlandse omgevingsontwerpers.

    Werken

    • 1952 Oorlogs en bevrijdingsmonument in Park Merwestein, Dordrecht
    • 1959 Indië-monument Het verre Oosten 1941-1945 , Boulevard 1945 in Enschede
    • 1960 Spuisluismonument - herinneringsmonument watersnoodramp 1953, Havendijk in Schiedam
    • 1969 Zonder titel, waterpartij met betonnen keien bij de Erasmus Universiteit Rotterdam.
    • omgeving met waterspuiters bij het Refaja-ziekenhuis in Dordrecht

    Hij kreeg landelijke bekendheid met zijn monument voor Koningin Wilhelmina, dat als het keienlint bekend werd. Tussen 1970-1975 maakte hij het ontwerp in samenwerking met architect Frans van Dillen. Het ontwerp van dit 'lopend monument' werd in 1975 door de regering goedgekeurd, maar werd na inspraakprocedures niet uitgevoerd.

    Werk van Hans Petri bevindt zich onder andere in de collectie van het Dordrechts Museum in Dordrecht.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de kunstzinnige en geschiedkundige waarde. Het object is fraai vormgegeven en gedetailleerd, van belang in het oeuvre van de kunstenaar en van belang als herdenkingsmonument. Ook de locatiekeuze is van belang, omdat hier de vroegere villa van het landgoed heeft gestaan.

    Onderdeel drinkfontein

    • Bouwjaar: 1885?
    • Vormgever: ?

    Het gietijzeren drinkfontein bevindt zich aan het pad voor de vroegere tuinmanswoning. Het kraantje is niet meer in werking. Het bestaat uit een gietijzeren? zuiltje met aan de bovenzijde een soort gedecoreerde samowar met eronder, rondom, een lekbakje.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de vormgeving en vanwege de ensemblewaarde als vast onderdeel van parkmeubilair.

    Onderdeel vogelkooi

    • Bouwjaar: 1960?
    • Vormgever: ?

    De volière bevindt zich op de kruising van paden aan de Groenedijkzijde, bij de afslag naar het hertenkamp.

    De volière bestaat uit een vijfhoekige staalconstructie met glas erin, op een rond in baksteen gemetseld basement, beëindigd door een overstekend vijfhoekig dak met een zeer flauwe helling en bitumen dakbedekking. Van oudsher is de kooi bevolkt met uitheemse vogelsoorten. 's Winters verblijven ze binnen, op een plek buiten het park.

    Bij de laatste opknapbeurt is ter bescherming van het glas, ervoor vrij dik en kleinmazig gaas gezet. Hierdoor zijn de vogels niet goed zichtbaar.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de ensemblewaarde als vast onderdeel van het parkmeubilair.

    Onderdeel brug

    • Bouwjaar: 1946?
    • Vormgever: ?

    De brug is gelegen over het water tussen het hertenkamp in het noorden en de zuidzijde van het park aan de Groenedijk. Het materiaalgebruik en de vormgeving van de brugleuning duiden erop dat dit de oudst overgebleven brugleuningen in het park zijn. De leuningen zijn verfijnd gedecoreerd.

    Bijna alle bruggen in het park hebben verschillende brug leuningen. De vormgeving varieert van sober tot nog soberder en het materiaalgebruik varieert van kunststof tot staal.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de architectonische en ensemblewaarde. De brugleuningen zijn fraai vormgegeven in vierhoekig welijzer en als onderdeel van de brug van belang als vast onderdeel van het parkmeubilair.

    Publicaties

    • Pieter Breman, Van Landgoed tot Gemeengoed: de geschiedenis van park Merwestein, 1985.
    • Erica van Dooremalen, Bunkers in park Merwesteijn, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.43 2012.
    • Jan Koonings, De siervulkaan in het Park Merwesteyn, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 1994.
    • Feike Waalboer en Nico Einholz, Park Merwestein, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.77 2021.
    • C. Weltevrede, Geschiedenis van het bombardement op Park Merwestein, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2004.
    • C. Weltevrede en M.J. Schreuder, Het Hoofdkwartier van de 719de ID in het Park Merwestein, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 2005.

    Bijlage


    Externe links


  • Park Merwestein (monument Wichers)
    • Datering: 1921
    • Oorspronkelijke functie: Gedenkteken
    • Architect: Cuypers

     

    Omschrijving

    Monument opgericht ter nagedachtenis aan de oud-burgemeester van Dordrecht H.J. Wichers. Geplaatst in het Park Merwestein nabij de ingang Singel-Sint Jorisweg.

    Bijna drie meter hoge, vierkante zuile van Muschelkalksteen, opgebouwd uit een basement, een schacht bestaand uit vier blokken en een vaasachtige bekroning. Aan de voorzijde in het tweede blok van onder in koperen letters de tekst: TER NAGEDACHTENIS HILLEBRAND JACOB WICHERS BURGEMEESTER VAN DORDRECHT 1 JULI 1906 - 15 JAN. 1920 DOOR DE BURGERIJ.

    Hierboven een koperen plaat met door de Dordtenaar Willem Steiner geboetseerd reliëfportret. Op de zijkanten van dit blok schelpvormige bakjes met een koperen pijpje erboven. Aan de achterzijde een reliëf met de afbeelding van een sikkel en drie korenaren, symboliserend de tijdelijkheid van het leven.

    Hieronder in koperen letters: LOPPERSUM 3 APRIL 1859 - 15 JAN. 1920 DORDRECHT. In het opschrift ontbreken hier en daar enkele cijfers en tekens. Beëindiging zuil door middel van een rondboogfries, overgaand in voetstuk en achtkantige vaas. Aan vier zijden van de vaas wapenschildjes: twee maal schildje met leeuw, het wapen van Nederland en de provincie Zuid-Holland, één schild met drie bloemen, het wapen van de familie Wichers en een schild met verticale band, het wapen van de gemeente Dordrecht.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de geschiedkundige waarde. Het herdenkingsmonument is één van de bijzondere objecten uit het oeuvre van de architect E. Cuypers.

    Publicaties

    • Harco Bakker, Verhalen van Dordrecht 18: Burgemeesters van Dordrecht - Eerste burgers van 1200 tot heden, 2010.

    Bijlage


    Externe links


  • Singel 22
    • Datering: 1914
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Delftse School
    • Architect: van Welsenes
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Vrijstaand woonhuis.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil aan het noordoostelijk begin van de Singel in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Nagenoeg rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm.

    Tot begin 20e eeuw zijn de kavels aan de oostzijde van de Singel van de weg gescheiden door een sloot.

    Op 12 januari 1914 wordt vergunning verleend voor het bouwen van een woonhuis naar het ontwerp van bouwmeester J.v.Welsenes.

    In 1959 worden intern enige wijzigingen doorgevoerd. De scheiding tussen de voor- en achterkamer op de begane grond vervalt evenals de pui naar de serre. De twee achterkamers aan de rechterzijde worden samengevoegd. Een van beide toiletten wordt verwijderd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bestaat uit een linker gedeelte in twee bouwlagen en een rechter gedeelte in één bouwlaag. Het muurwerk is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. In oranjerode strengperssteen zijn speklagen opgenomen op het niveau van de onder- en wisseldorpel van de vensters op de begane grond en de wissel- en bovendorpel van de vensters op de verdieping.

    In dezelfde strengperssteen zijn de hoeken van de erker, de hanekammen boven de vensteropeningen en het siermetselwerk in het fries uitgevoerd. In oranjerode geglazuurde profielsteen zijn de lekdorpels en de bovenrand van de plint uitgevoerd. Op de verdieping zijn de rechte lateien gecementeerd. De gevel wordt beëindigd met een fries met siermetselwerk, tussen iets uitgemetselde en een kop brede aanzetten, onder de geprofileerde houten klossen onder de gelijste bakgoot.

    De entree is gesitueerd aan de rechterzijde van het linker geveldeel. Binnen een met een rondboog beëindigde gevelopening bevindt zich een pui met centraal een paneeldeur met een ongedeeld raam achter een smeedijzeren hek. Het bovenlicht en de smalle ramen aan weerszijden zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Links van de entree is de gevel uitgebouwd met een driezijdige erker. Oorspronkelijk bevond zich aan de voorzijde hiervan een deuropening met in het kozijn dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een bovenlicht met een glas-in-loodvulling. De deuropening is gewijzigd in een vensteropening met een ongedeeld onderraam en het oorspronkelijke bovenraam.

    In het rechter geveldeel bevindt zich een segmentboogvensteropening met een tweelicht met een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    In het linker geveldeel fungeert de erker op de verdieping als balkon, begrensd met een houten hekwerk met ijzeren spijlen. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een grote vensteropening met in de pui centraal dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden hieraan gekoppeld bevindt zich een venster met een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Linker zijgevel

    De gevel bestaat uit een linker gedeelte in één bouwlaag en aansluitend een middengedeelte in twee bouwlagen en een rechter gedeelte in 2,5 bouwlaag in mansardevorm. Het muurwerk is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel wordt beëindigd met een gelijst boeiboord.

    De gevel is geheel blind uitgevoerd.

    Achtergevel

    Het hoofdbouwvolume is van oorsprong aan de achterzijde met meerdere volumina en één en twee bouwlagen uitgebouwd. De gevels zijn opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. Aan de linkerzijde bevindt zich een smalle uitbouw in één bouwlaag, beëindigd met een gelijst boeiboord. In de gevel bevindt zich een deuropening met in het kozijn gemoderniseerde dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. De rechter zijgevel van de uitbouw is blind uitgevoerd.

    Op de uitbouw sluit aan de rechterzijde een verder terugliggende uitbouw in één bouwlaag aan. Tussen beide uitbouwen is in de gevel een deuropening gespaard met in het kozijn een paneeldeur met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling. De achtergevel van de rechter uitbouw is op de begane grond vrijwel geheel geopend met in de pui centraal dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden hieraan gekoppeld bevindt zich een puivulling gelijk aan de deuren met een tweeruits bovenraam met een glas-in-loodvulling. De gevel wordt beëindigd met een uitkragende dakrand op klossen.

    De uitbouw aan de rechterzijde fungeert op de verdieping als balkon, begrensd met een houten hekwerk. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een grote vensteropening met in de gemoderniseerde pui centraal dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden hieraan gekoppeld bevindt zich een venster met een ongedeeld raam. De gevel wordt beëindigd met een uitkragende dakrand op klossen.

    In de achtergevel van de hoofdbouwmassa aan de linkerzijde bevinden zich twee vensteropeningen met een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De gevel wordt beëindigd met een gelijst boeiboord.

    Rechter zijgevel

    De gevel bestaat uit een linker gedeelte in twee bouwlagen en een rechter gedeelte in één bouwlaag. Het muurwerk is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel wordt beëindigd met een gelijst boeiboord.

    In het linker geveldeel bevindt zich een gecombineerde venster- en deuropening. In de vensteropening bevindt zich een ongedeeld onder- en bovenraam. De deuropening is voorzien van een paneeldeur met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    In het rechter geveldeel bevinden zich twee vensteropeningen met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Kap

    De dakvlakken van het schilddak met wolfseinden op het linkerdeel van het pand en het lessenaarsdak op het rechterdeel van het pand aan de voorzijde zijn gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen. Aan de voorzijde staat in beide dakvlakken een dakkapel met een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule met aansluitend een gang die doorloopt tot aan de achtergevel. In de gang bevindt zich de trap naar de verdieping met in het verlengde oorspronkelijk twee (nu één) toiletten. Aan de linker zijde bevonden zich oorspronkelijk een voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. Beide kamers zijn in 1959 samengevoegd.

    Aan de rechter zijde van de gang bevinden zich vier achter elkaar gesitueerde kamers. De achterste twee kamers zijn in 1959 samengevoegd.

    De vestibule en gang zijn voorzien van een marmeren vloer. De wanden van de vestibule zijn voorzien van opgelegd lijstwerk. Het plafond is voorzien van een perklijst. De tochtpui is voorzien van ongedeelde ramen met geëtst glas. De binnenpaneeldeuren zijn omkaderd met een architraaf met een hoofdgestel.

    Eerste verdieping

    De steektrap naar de verdieping sluit aan op een overloop. Voor de overloop ligt een kamer. Aan de linker- en rechterzijde bevinden zich twee kamers.

    De kamers bezitten een stucplafond. De wanden van het toilet zijn tot halve hoogte betegeld.

    Zolder

    De zolder is niet betreedbaar.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de hoofdstraten onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden extern goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Door de vrijstaande ligging, maar ook als markant onderdeel van de straatwand aan dit deel van de Singel en als vrijstaand pand heeft het object een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


    Externe links


  • Singel 24
    • Datering: 1895
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Vrijstaande villa.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil aan het noordoostelijk begin van de Singel in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm.

    Tot begin 20e eeuw zijn de kavels aan de oostzijde van de Singel van de weg gescheiden door een sloot.

    In 1895 wordt een aanvraag voor de bouw van een landhuis ingediend. Het landhuis bestaat uit een éénlaags pand met een verhoogde begane grond en een lage zolder. Het middendeel van de zolder is hoger opgetrokken tot een volwaardige bouwlaag. Op de begane grond bevindt zich de hal met aansluitend een gang tot de achtergevel. Aan de linkerzijde van de gang bevinden zich de woonkamer met alkoof, een toilet met gang in het midden en aan de achterzijde de keuken. Aan de rechterzijde bevinden zich de salon aan de voorzijde en aansluitend de suite aan de achterzijde. De verdieping kent in het middendeel aan de voor- en achterzijde een logeerkamer en in de lage gedeelten aan weerszijden een slaapkamer en zolderruimten.

    In 1910 wordt de alkoof verwijderd ten behoeve van een toegang tot de kelder en het toilet, waardoor de bestaande dwarsgang kan aansluiten op een nieuwe zijdeur in de linker zijgevel. Het achterste gedeelte van de gang wordt herbestemd tot kantoorruimte. De kap op de zijgedeelten wordt verhoogd, waardoor de volledige verdieping in gebruik kan worden genomen.

    In 1947 wordt de achtergevel aan de linkerzijde hoger opgetrokken, waardoor daar op zolder een normale stahoogte ontstaat.

    In 1960 wordt de achtergevel ook aan de rechterzijde hoger opgetrokken en wordt aan de voorzijde aan weerszijden van het middendeel een dubbele dakkapel geplaatst.

    Later zijn de dakvlakken aan weerszijden van het middendeel afgevlakt.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is opgetrokken in baksteen in kruisverband met gesneden voeg. Het metselwerk is geschilderd. De plint en de borstwering tot aan de onderzijde van de vensteropeningen op de begane grond zijn gepleisterd. De borstwering wordt afgesloten met een doorgaande waterslag, die tevens dient als lekdorpel.

    Op de plint staan hoekpilasters met een casement waarin een cirkelvormige versiering is opgenomen. Een dwarsverbinding in het casement markeert de ligging van de dakrand in 1895. De pilasters dragen de (verhoogde) dakrand bestaande uit een zware kroonlijst, die ter hoogte van de pilasters vooruitspringt. Het middendeel van de gevel steekt door de kroonlijst heen als Vlaamse gevel en wordt beëindigd met het dakoverstek van de gedrukte top, voorzien van siersnijwerk.

    De segmentbooggevelopeningen op de begane grond en in het midden op de verdieping zijn omkaderd door een gestuukte lijst met in het midden bovenaan een klein sierelement.

    Centraal in de gevel bevindt zich de entree. Een gemoderniseerde gemetselde trap in drie treden met hardstenen dekplaten leidt tot de entree. In de deuropening bevindt zich een kozijn met een paneeldeur en een ongedeeld bovenraam. Op de muurdammen aan weerszijden van de entree staan de letters C.V.A. en het jaartal 1873. Het jaartal valt niet te rijmen met de archiefgegevens.

    Aan weerszijden van de entree bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Boven de vensteropeningen bevinden zich in het metselwerk ondiepe rechthoekige casementen met afgeronde hoeken. Deze casementen waren oorspronkelijk voorzien van vensters als onderdeel van het mezzanino.

    Boven de entree bevindt zich een klein houten balkon, begrensd door een hekwerk van uit planken gezaagde gestileerde vazen, die een gelijste leuning dragen. In de gevel bevindt zich een deuropening met een kozijn met een paneelstolpdeuren met een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenraam. Aan weerszijden bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen.

    Linker zijgevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is opgetrokken in baksteen in kruisverband met gesneden voeg. Het metselwerk is geschilderd. De gevel is in het midden beëindigd door een gelijste dakrand in de vorm van een gedrukte top. Aan de linker- en rechterzijde wordt de beëindiging gevormd door het houten boeiboord van het platte dak. Smeedijzeren ankers markeren de ligging van de balklaag van de verdieping.

    De begane grond is aan de linkerzijde afgedekt door een aanbouw. In de as bevindt zich het ongedeelde bovenlicht van de in 1910 gerealiseerde en bij de verbouwing van 1960 weer dichtgezette deuropening.

    Op de verdieping bevindt zich een segmentboogvensteropening met in het kozijn ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam.

    Achtergevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is opgetrokken in baksteen in kruisverband met gesneden voeg. Het metselwerk is geschilderd. Het middendeel van de gevel steekt door de kroonlijst heen als Vlaamse gevel en wordt beëindigd met het dakoverstek van de gedrukte top, voorzien van siersnijwerk. Aan de linker- en rechterzijde wordt de beëindiging gevormd door het houten boeiboord van het platte dak.

    Centraal in de gevel bevindt zich een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur en een ongedeeld bovenraam. Aan weerszijden van de entree bevindt zich een grote opening met een pui met stolpdeuren met een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenraam. De gevelopeningen zijn omkaderd met een vlakke gestuukte lijst.

    Boven de deuropening bevindt zich een klein houten balkon, begrensd door een hekwerk van planken, die een rechte leuning dragen. In de gevel bevindt zich een deuropening met een kozijn met paneelstolpdeuren met een ongedeeld raam en een tweeruits bovenraam. Aan weerszijden bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam.

    Rechter zijgevel

    De gevel telt twee bouwlagen, is opgetrokken in baksteen in kruisverband met gesneden voeg. Het metselwerk is geschilderd. Aan de voor- en achterzijde bevinden zich een uitgemetselde schoorsteen, die boven de dakrand uitsteken.

    De gevel is in het midden beëindigd door een gelijste dakrand in de vorm van een gedrukte top. Aan de linker- en rechterzijde wordt de beëindiging gevormd door het houten boeiboord van het platte dak. Smeedijzeren ankers markeren de ligging van de balklaag van de verdieping.

    De begane grond is afgedekt door een aanbouw. Op de verdieping bevindt zich een segmentboogvensteropening met in het kozijn ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam.

    Kap

    Het smalle zadeldak van voor naar achter en het dwars daarop gesitueerde smalle zadeldak van links naar rechts zijn beide gedekt met gesmoorde verbeterde hollandse pannen. De platte daken in de resterende kwadranten zijn voorzien van dakleer.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Het gedeelte linksvoor is onderkelderd.

    Begane grond

    Grenzend aan de entree bevindt zich de hal met aansluitend een gang annex traphal. In de traphal bevindt zich het toilet en onder de trap de toegang tot de kelder. Aan de linker zijde zich de keuken en aan de achterzijde de zitkamer. Aan de rechter zijde bevindt zich een van voor tot achter doorlopende zitkamer. De woon- en zitkamer zijn verbonden door schuifdeuren.

    Zolder

    De verdieping kent een centrale overloop met er omheen diverse kamers.

    Beschrijving tuin

    De tuin wordt van de openbare weg gescheiden door een smeedijzeren hekwerk. De tuin bezit verder geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de hoofdstraten onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuur-historische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is weliswaar extern gewijzigd, de cultuurhistorische en architectonische waarden zijn hierdoor niet aangetast. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Door de vrijstaande ligging, maar ook als markant onderdeel van de straatwand aan dit deel van de Singel en als vrijstaand pand heeft het object een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht, maar ook als één van de oudere panden aan de Singel.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.
    • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.

    Bijlage


  • Singel 26
    • Datering: 1913
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Vrijstaand woonhuis.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil aan het noordoostelijk begin van de Singel in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de negentiende eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de negentiende eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm.

    Tot begin twintigste eeuw zijn de kavels aan de oostzijde van de Singel van de weg gescheiden door een sloot.

    Op 10 april 1913 wordt vergunning verleend voor het bouwen van een woonhuis. Een week daarna wordt vergunning aangevraagd voor een enigszins gewijzigd plan.

    In 1974 wordt aan de zijkant het ijzeren hek vervangen door een betonnen schutting.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De lijstgevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De lekdorpels zijn uitgevoerd in twee lagen bruin geglazuurde profielsteen. De vensteropeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanenkam; de deuropening met een steens rollaag.

    Het rechter deel van de gevel telt twee bouwlagen en wordt beëindigd door een hoofdgestel, bestaande uit een ladderfries met siermetselwerk in rode en gele strengperssteen, waarboven een gelijste bakgoot op houten bewerkte klossen. Het linkerdeel van de gevel is lager dan het rechter en ligt terug en wordt beëindigd met een gelijste bakgoot op houten bewerkte klossen.

    In het linkerdeel op de begane grond bevindt zich de entree. Voor de hoge hardstenen dorpel ligt een gemetselde stoep in gele strengperssteen. Binnen een gevelopening met rondboog bevindt zich een pui met een deuropening, een halfhoge vensteropening aan de linkerzijde en een halfrond bovenlicht. In de deuropening bevindt zich een paneeldeur met bovenin een achtruits raam met een glas-in-loodvulling, waarvan de bovenrand een accoladeboog beschrijft. Het zesruits zijraam en het twaalfruits bovenraam zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. Voor de trekbel is in het metselwerk een hardstenen blokje met een uitholling opgenomen.

    Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. In het bovenraam is dubbel glas aangebracht.

    In het rechterdeel op de begane grond bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen. In de bovenramen dubbel glas.

    Op de verdieping bevindt zich een klein houten balkon, dat is afgeschoord op de stijlen van het drielicht op de begane grond. Het balkon is begrensd met een houten hekwerk met bewerkte kolommen en een hekwerk bestaande uit een onderregel en leuning, waartussen spijlen.

    Op de verdieping bevindt zich een brede gevelopening met een drielicht met in de zijgedeelten ongedeelde onder- en bovenramen. In het middengedeelte bevinden zich dubbele paneeldeuren met een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenraam. De bovenramen zijn ingevuld met dubbel glas.

    Linker zijgevel

    De gevel bestaat uit een rechte gevel in twee bouwlagen en rechts een iets vooruitgeschoven afgeplatte topgevel in drie bouwlagen. De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De gevel is blind uitgevoerd op enige kleine vensteropeningen op de begane grond na, die zijn gesloten met een anderhalfsteens hanenkam en voorzien van een ongedeeld raam.

    Het rechte geveldeel wordt beëindigd door een gelijst boeiboord en de top door het dakoverstek op klossen.

    Achtergevel

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving gebaseerd op waarnemingen vanaf de openbare weg)

    De gevel bestaat uit twee bouwlagen, is opgetrokken in licht roodbruine baksteen met kruisverband met gesneden voegen. De gevel is beëindigd door een gelijst boeiboord. De vensteropeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanenkam.

    Op de begane grond is aan de linker zijde over 2/3 van de breedte van de gevel voorzien van een serre. De serre is aan de tuinzijde begrensd door vier ranke kolommen, die een gelijste houten bakgoot dragen. Tussen de kolommen bevindt zich in de as een deuropening met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld raam en een vierruits bovenlicht. Aan weerszijden bevindt zich boven een dichte borstwering een ongedeeld raam en een tweeruits bovenraam. Aan de zijkanten van de serre bevindt zich boven een dichte borstwering een ongedeeld raam en een drieruits bovenraam.

    Rechts van de serre bevindt zich een gevelopening, waarin een pui met een deuropening, een halfhoge vensteropening met een ongedeeld raam aan de rechterzijde en een ongedeeld bovenlicht.

    De serre vormt de basis voor een balkon op de verdieping, begrensd door een houten hekwerk met bewerkte kolommen en een hekwerk bestaande uit een onderregel en leuning, waartussen spijlen.

    Ter hoogte van het balkon op de verdieping bevindt zich een brede gevelopening met centraal dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en aan weerszijden een vaste vulling met een ongedeeld glaspaneel en drie ongedeelde bovenramen.

    Aan de rechterzijde bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Rechter zijgevel

    De gevel bestaat uit links een iets vooruitgeschoven afgeplatte topgevel in drie bouwlagen en aansluitend een rechte gevel in twee bouwlagen. De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. Het rechte geveldeel wordt beëindigd door een gelijst boeiboord en de top door het dakoverstek op klossen.

    Op de begane grond is het linker geveldeel voorzien van een rechte uitbouw, boven de gelijste bakgoot op klossen voorzien van een half schilddak in aansluiting op de gevel. In de voorzijde van de uitbouw bevinden zich twee vensteropeningen, die zijn gesloten met een anderhalfsteens hanenkam en voorzien van een schuifvenster met ongedeeld onderraam en een zesruits bovenraam.

    Twee gelijkvormige vensters bevinden zich op de verdieping.

    Het rechter geveldeel is blind uitgevoerd. De begane grond is afgedekt door een latere aanbouw. Rechts van het midden is vanaf het niveau van de verdieping een dubbel schoorsteen uitgebouwd, die reikt tot boven het dak.

    Kap

    De dakvlakken van het zadeldak op het linkerdeel en het schilddak op het rechterdeel, beide met de nok evenwijdig aan de straat, zijn gedekt met rode Tuiles-du-Nordpannen. In de uiteinden van de nok van het schilddak staat een gemetselde schoorsteen, die is voorzien van een rode keramische beëindiging.

    Het achtergedeelte van het pand is voorzien van een plat dak.

    In het voordakvlak van het rechter deel staat een dakkapel met een halfronde beëindiging, met in het kozijn aan de voorzijde een zesruits raam.

    Beschrijving interieur

    Er is geen mogelijkheid geboden tot opname.

    Beschrijving tuin

    De tuin wordt van de openbare weg gescheiden door een smeedijzeren hekwerk. De tuin bezit verder geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de hoofdstraten onder andere woningbouw voor de gegoede bevolking werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern beperkt gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Door de vrijstaande ligging, maar ook als markant onderdeel van de straatwand aan dit deel van de Singel en als vrijstaand pand heeft het object een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Singel 27-29
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Vrijstaand woonhuis.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil aan het noordoostelijk begin van de Singel in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm.

    Tot begin 20e eeuw zijn de kavels aan de oostzijde van de Singel van de weg gescheiden door een sloot.

    Het pand is waarschijnlijk rond 1900 opgetrokken.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De lijstgevel telt twee bouwlagen en is boven de gecementeerde plint opgetrokken in baksteen in kruisverband met platvolle voeg en is volledig geschilderd. Een gecementeerde cordonlijst markeert de ligging van de verdiepingsvloer. De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een gecementeerde architraaf, waarboven het gecementeerde fries met ondiepe casementen en de houten gelijste bakgoot/kroonlijst.

    De gevel telt met de afgeronde rechterhoek mee vijf assen met op beide niveaus segmentbooggevelopeningen. De gevelopeningen zijn omkaderd met een gecementeerde lijst, die
    aan de bovenzijde is voorzien van een sierelement.

    In de eerste, 2e, 4e en vijfde as bevindt zich op beide niveaus een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam voorzien van een glas-in-loodvulling. De vensters in de vijfde as volgen de afgeronde vorm van de gevel. In de derde as bevindt zich op de begane grond de entree. In de deuropening bevindt zich in het kozijn een paneeldeur en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Boven de entree bevindt zich op de verdieping een balkon op twee bewerkte gecementeerde consoles. De cordonlijst loopt als lijst over het balkon door. Het balkon wordt begrensd door een leuning, bestaande uit houten kolommen, waartussen een houten onderregel en leuning, met in de velden een smeedijzeren hekwerk.

    In de gevel bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Linker zijgevel

    De gevel is opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met platvolle voegen. Tot het niveau van de eerste verdieping is de gevel voorzien van een vlakke bepleistering. De gevel wordt beëindigd met de houten boei van de op het muurwerk gesitueerde goot. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn tweeruits stolpramen en een ongedeeld bovenlicht. Smeedijzeren ankers markeren de ligging van de zoldervloer.

    Achtergevel

    De topgevel is opgetrokken baksteen in kruisverband met platvolle voegen en geheel geschilderd. De gevel wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek.

    Op de begane grond is tegen de gevel aan de rechterzijde een éénlaagse aanbouw met plat dak opgetrokken. Direct links van de aanbouw bevindt zich een deuropening met in het kozijn een paneeldeur met een dicht onderpaneel en daarboven een ongedeeld raam en een bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Links van de deuropening bevindt zich een kleine vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam. Geheel links bevindt zich een niet originele vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onderraam en drie ongedeelde bovenramen.

    Op de verdieping bevindt zich centraal een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht voorzien van een glas-in-loodvulling. Voor de deuropening is een modern stalen balkon aangebracht. Links van de deuropening bevindt zich een kleine vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam. Geheel links bevindt zich een vensteropening met in het kozijn ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam voorzien van een glas-in-loodvulling. Eenzelfde venster bevindt zich aan de rechterzijde. Rechts van de deuropening bevindt zich een uitgemetselde schoorsteen, die door het dakoverstek heen bovendaks is opgetrokken.

    Op de zolderverdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Gevels aanbouw achtergevel

    De aanbouw dateert uit de zestiger jaren van de twintigste eeuw en staat op de locatie van de oorspronkelijke serre. De gevels zijn opgetrokken in baksteen in halfsteens verband met platvolle voegen en zijn geheel geschilderd. De gevels worden beëindigd met een dekplaat.

    In de achtergevel bevindt zich een brede vensteropening met een pui met ongedeelde ramen. In de rechter zijgevel bevindt zich een gevelopening met een pui met twee deuren met een ongedeeld glaspaneel en ongedeelde ramen.

    Rechter zijgevel

    De gevel is boven een gecementeerde plint opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met platvolle voegen. Een gecementeerde cordonlijst markeert de ligging van de verdiepingsvloer. De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een gecementeerde architraaf, waarboven het gecementeerde fries met ondiepe casementen en de houten gelijste bakgoot/kroonlijst.

    Op de begane grond is tegen de gevel aan de rechterzijde een éénlaags aanbouw met plat dak opgetrokken. Direct links van de aanbouw bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een verticaal paneel tussen twee opgelegde lijsten. Boven de deuropening bevindt zich een luifel en daarboven een meerruits bovenlicht.

    Gevels aanbouw rechter zijgevel

    De gevels zijn opgetrokken in baksteen in halfsteens verband met platvolle voegen en zijn geheel geschilderd. De gevels worden beëindigd met houten boeiboord.

    De voorgevel is geheel blind. De rechter zijgevel bezit een kleine vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam. In de achtergevel bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met gesmoorde kruispannen. In de zijdakvlakken staat gemetselde schoorstenen. In het linker dakvlak staan twee dakkapellen met een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Het pand is geheel onderkelderd.

    Begane grond

    Achter de entree van de woning wordt de vestibule afgescheiden van de hal door een glazendeur met aan de onderzijde een paneel en aan de bovenzijde geëtst glas welke een afbeelding van een vogel weergeeft. Het bovenlicht is uitgevoerd in glas in lood. De vloer van de hal is voorzien van wit marmeren platen die op de muren aansluiten met een plint en neuten eveneens in marmer uitgevoerd.

    Aan de linkerzijde van de hal bevindt zich de woonkamer. De woonkamer is dankzij een ingrijpende verbouwing ontdaan van zijn en suite en afscheiding naar de serre waardoor een
    langwerpige ruimte is ontstaan. In het voorste gedeelte van de woonkamer is nog een deel van de oorspronkelijke schoorsteen aanwezig zoals te zien is aan de omlijsting aan de bovenzijde van de boezem.

    Het kabinet aan de rechterzijde van de hal is voorzien van een houten lambrisering. Het plafond in deze ruimte is waarschijnlijk in een latere periode (1920) veranderd hier is een art deco plafond aangebracht. Onder de trap is de toegang naar de kelder. In de kelder is aan het tegelwerk te zien dat de trap verplaatst is. Onder zijn oorspronkelijke plaats zijn de sleuven van de plaats van de bomen nog zichtbaar. Voor het einde van de hal rechts is de toegang tot de keuken deze is volledig gemoderniseerd. De laatste deur in de hal biedt toegang tot het toilet waar de wanden voorzien zijn van “witjes”.

    Eerste verdieping

    Op de trap naar de eerste verdieping is ter hoogte van de zesde trede een wijziging zichtbaar. De bomen zijn doorgezaagd en de spil is vervangen. Op de boom aan de hal zijde zijn de gaten van de ballusters gestopt. Aan de bovenzijde van de trap bevindt zich nog het kuipstuk met een wrongstuk afgezaagd vlak na het kuipstuk. De verdieping is verdeeld in vijf ruimtes aan de voorzijde links een grote slaapkamer met openslaande deuren naar het balkon. Rechts een kamer met getoogde schuifdeuren voorzien van glas in lood die in verbinding staan met de slaapkamer. De ruimte heeft verder nog een wand met vaste kasten voorzien van paneeldeuren. De schouw in de ruimte is uitgevoerd in marmer met een achterwand van zwarte tegels. Aan de achterzijde bevinden zich twee slaapkamers. Tussen de voorste en achterste slaapkamer bevindt zich de badkamer volledig voorzien moderne materialen.

    Kapverdieping

    Een rechte steektrap geeft toegang tot de zolder. De twee schenkelspanten (phillibert spanten) overspannen de vloer. Aan de voorzijde sluit een half schenkelspant aan op de makelaar de ronding in de gevel loopt door in het dak doormiddel van twee hoekkepers met daar tussen een constructie van getoogde gordingen. De zolder is over het midden verdeeld in twee ruimtes door een lichte scheidingswand.

    Beschrijving tuin

    De tuin is van waarde vanwege de relatie met de villa.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand met omliggende tuin is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de hoofdstraten onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern niet gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk.

    Situering

    Door de vrijstaande ligging, maar ook als markant onderdeel van de straatwand aan dit deel van de Singel en als vrijstaand pand heeft het object een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Singel 30
    • Datering: 1880
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neo-Hollandse Renaissance
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis in een gesloten gevelwand.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil aan het noordoostelijk begin van de Singel in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan met een aanbouw aan de achterzijde in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm.

    Tot begin 20e eeuw zijn de kavels aan de oostzijde van de Singel van de weg gescheiden door een sloot.

    Het pand is waarschijnlijk rond 1900 opgetrokken.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    Aan de rechterzijde is de gevel in drie bouwlagen als risaliet vooruitgeschoven en wordt beëindigd met een top. De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De iets uitgemetselde plint bezit een hardstenen onderrand, waarboven metselwerk afgesloten met een doorgaande lijst. In de plint bevinden zich twee kleine kelderlichten, voorzien van een ijzeren rooster boven een lekdorpel van bruin geglazuurde profielsteen.

    Hardstenen speklagen zijn opgenomen ter hoogte van de onder- en bovendorpel van de kozijnen en de wisseldorpel van de ramen. Op elk niveau is een doorlopende hardstenen waterslag opgenomen. De lekdorpel van de vensteropeningen, bestaande uit twee gestapelde rijen van bruin geglazuurde profielstenen, rust op deze waterslag.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens segmentboog in hardrode strengperssteen tussen hardstenen aanzetblokken, waarin een gecementeerde sluitsteen is opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met zwarte rode en gele strengperssteen in een geometrisch patroon. Smeedijzeren ankers markeren de ligging van de balklagen, de gordingen en de nok.

    Aan de linkerzijde bevindt zich de entree. Een stoep van drie hardstenen treden, en twee als gevolg van de verlaging van het maaiveld toegevoegde treden, ligt voor de entree.

    De gevel is geopend onder een kunststenen latei. De dagkanten van de opening verjongen zich naar boven tweemaal. Terugliggend achter de doorgang aan het ondiepe portaal bevindt zich onder een zware kunststenen latei de deuropening. In het kozijn op hardstenen neuten en dorpel bevindt zich een paneeldeur met twee onderpanelen met een gespiegeld motief en boven twee tweeruits glaspanelen met geribbeld glas, waarvan het onderste deel is voorzien van een smeedijzeren hekwerk.

    Boven de latei bevindt zich een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Op de verdieping boven de entree bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een T-schuifvenster. Links van het venster steekt een stuk muurwerk haaks uit de gevel. Dit muurwerk behoorde tot de oorspronkelijk aan de linkerzijde gesitueerde school.

    In het rechter geveldeel bevinden zich op de begane grond en de verdieping twee vensteropeningen en in de geveltop één vensteropening, met in het kozijn een T-schuifvenster.

    Het linker geveldeel wordt beëindigd met een kroonlijst van gestapelde hardrode profielstenen, waarboven de uitkragende bakgoot op geprofileerde klossen.

    De geveltop is aan weerszijden van de vensteropening voorzien van een ondiep casement, dat aan de bovenrand is beëindigd met een klimmend boogfries in hardrode profielsteen. De top is voorzien van een gecementeerde geprononceerde gelijste dekplaat. De top wordt beëindigd met een overhoeks uitgemetselde pilaster en wordt bekroond met een kunststenen piron.

    Linker zijgevel

    De gevel in drie bouwlagen wordt beëindigd met een afgeplatte top. De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voegen. Tot halverwege de eerste verdieping is de gevel afgedekt door het buurpand. De gevel is boven het dak hoger opgetrokken en wordt beëindigd door een ezelsrug van twee gestapelde rijen bruin geglazuurde profielstenen, met daarin op de hoeken en in de aanzet een hardstenen blok opgenomen.

    Tegen de gevel is een schoorsteen uitgebouwd.

    Smeedijzeren ankers markeren de ligging van de balklagen, de gordingen en de nok.

    Achtergevel

    De gevel in twee bouwlagen is boven de uitgemetselde plint, die afgesloten is met een koppenrollaag van bruin geglazuurde profielsteen, opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voegen en wordt beëindigd met de houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    Op de begane grond bevindt zich een grote gevelopening, waarin een pui met in het midden een deuropening met stolpdeuren met onder een dicht bossingpaneel en erboven twee ongedeelde ramen en een drieruits bovenlicht. Aan weerszijden hiervan bevindt zich boven een lekdorpel, bestaande uit twee gestapelde rijen van bruin geglazuurde profielstenen, een ongedeeld raam met aan de onderzijde twee kleine ruiten en een ongedeeld bovenraam.

    Op de verdieping bevindt zich een balkon, dat begrensd wordt door een houten hekwerk met tussen de kolommen, onderregel en leuning gietijzeren spijlen. De onderzijde van het balkon is voorzien van een gepleisterd plafond met een perklijst. In de gevel bevindt zich een grote gevelopening, waarin een pui gelijk aan die op de begane grond.

    Het rechterdeel van de gevel is afgedekt door een twee bouwlagen tellende uitbouw.

    Gevels aanbouw achterzijde

    De gevel in twee bouwlagen is boven de uitgemetselde plint, die afgesloten is met een koppenrollaag van bruin geglazuurde profielsteen, opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voegen en wordt beëindigd met de houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    De zijgevel is blind uitgevoerd behoudens een deuropening op de begane grond onder het balkon met in het kozijn op hardstenen neuten en onderdorpel een deur met een dicht onderpaneel en erboven een ongedeeld raam met aan de onderzijde twee kleine ruiten en een ongedeeld bovenraam.

    In de achtergevel bevindt zich op de begane grond links een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en onderdorpel een deur met een dicht onderpaneel en erboven een ongedeeld raam met aan de onderzijde twee kleine ruiten en een ongedeeld bovenraam. Aan de rechterzijde bevindt zich een vensteropening met boven een lekdorpel, bestaande uit twee gestapelde rijen van bruin geglazuurde profielstenen, een T-schuifvenster met een tweeruits bovenraam.

    De verdieping is blind uitgevoerd.

    Kap

    De dakvlakken van de mansardekap met de nok evenwijdig aan de straat aan de linkerzijde, het daarop aan de voorzijde aangekapte zadeldak in aansluiting op de topgevel en het schilddak op de aanbouw aan de achterzijde zijn gedekt met gesmoorde kruispannen. Het vlakke deel van de mansardekap is gedekt met zink. In alle met pannen gedekte dakvlakken, uitgezonderd het achterdakvlak, is met rode kruispannen vanuit de nok een dubbele V als versiering ingedekt.

    In het voordakvlak staat boven het linker geveldeel een kleine dakkapel, voorzien van een met leien gedekt schilddakje, dat aankapt op de hoofdkap, en in het uiteinde van de nok is voorzien van een piron.

    In het achterdakvlak staat een dakkapel, voorzien van een met lei gedekt lessenaarsdak in aankapping op het achterdakvlak. Aan de voorzijde bevinden zich in het kozijn ongedeelde stolpramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Onder de vestibule en een deel van de traphal bevindt zich een kelder. De vloer is afgewerkt met plavuizen. Het plafond bestaat uit troggewelven tussen ijzeren profielliggers.

    Begane grond

    Achter de entree ligt de vestibule, met een tochtpui gescheiden van de hal annex trappenhuis. In de tochtpui bevindt zich een paneeldeur met onder bossingpanelen en boven een vierruits raam met gebobbeld glas. Aan de rechterzijde van de hal liggen de voor- en achterkamer (en suite). Beide kamers hebben een zwart marmeren schouw. De paneel-schuifdeuren zijn opgenomen in een doorgang met schuin geplaatste dagkanten en een betimmering met bossingpanelen. De kamers waren oorspronkelijk voorzien van een bespanning op houten delen, die niet meer aanwezig is. De stucplafonds hebben een middenornament en een brede perklijst.

    In de aanbouw bevindt zich de keuken.

    De vestibule, hal en keuken zijn voorzien van een tegelvloer van gekleurde tegels in een overhoeks patroon. Onder de trapopgang naar de verdieping bevinden zich de toegang tot de kelder en het toilet. De trap bezit een bewerkte trappaal, waarop de leuning aansluit. De leuning wordt gedragen door gietijzeren spijlen.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op de overloop. Aan de voorzijde bevindt zich een kleine kamer en aan de rechter zijde twee kamers. Aan de achterzijde bevindt zich in de aanbouw een vertrek. De paneeldeuren en een stucplafond in de voorkamer resteren.

    Zolder

    De kapconstructie bestaat uit spanten met een kreupele stijl. Aan de achterzijde resteert de dienstbodekamer met een eenvoudig stucplafond.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de hoofdstraten onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gebouwd. Het pand is ook typologisch van waarde als vroegere onderwijzerswoning.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is in- en extern nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk.

    Situering

    Als markant onderdeel van de gevelwand heeft het object een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in cultuurhistorisch, architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Singel 31
    • Datering: 1906
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Architect: Schotel
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis, onderdeel van een ensemble met Singel 33.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil aan het noordoostelijk uiteinde van de Singel in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm.

    Tot begin 20e eeuw zijn de kavels aan de oostzijde van de Singel van de weg gescheiden door een sloot.

    Op 5 december 1906 vraagt J.C. Schotel, aannemer en metselaar als ontwikkelaar vergunning aan voor de bouw van een herenhuis. J.C. Schotel (1845-1912) was zowel technicus als bouwkundige. Hij begon als aannemer te Dordrecht en werd als spoedig architectingenieur te Rotterdam. Hij bouwde woonhuizen, maar ook waterleidingen en watertorens. Als ingenieur was hij betrokken bij de bouw van de eerste Moerdijkbrug van 1867 tot 1870. Ook is hij adviseur voor de Rotterdamse Tramwegmaatschappij geweest.

    In 1909 krijgt J.C. Schotel vergunning voor het maken van een gewapend beton loodsje op het terrein.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel is drie traveeën breed en wordt beëindigd door een hoofdgestel, dat is opgebouwd uit een gecementeerde architraaf, waarboven een fries in metselwerk en een uitkragende gelijste houten bakgoot.

    Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met een gesneden voeg. Speklagen van drie metselgangen hoog, bestaande uit onder en boven een metselgang in witte strengperssteen, onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onderdorpel (alleen verdieping), bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters.

    De vensteropeningen in de tweede en derde travee op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens segmentboog, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik uitgevoerd in donkerbruine baksteen, die onder een hoek van 45 graden is vermetseld. Op de verdieping zijn de vensteropeningen in de drie traveeën gesloten door een naar het midden van steens naar tweesteens oplopende hanenkam, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen.

    De vensteropeningen op de begane grond zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam, waarvan het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. Op de verdieping zijn de drie vensteropeningen van een houten kozijn met een houten T-schuifvenster met een bovenraam voorzien van een glas-in-loodvulling.

    De entree is gesitueerd in de linkertravee. Een binnen de gevellijn gesitueerde stoep van drie hardstenen treden leidt naar het terug liggende houten kozijn, waarin een paneeldeur met een ongedeeld bovenlicht is opgenomen. De houten paneeldeur is voorzien van twee glaspanelen achter een smeedijzeren hekwerk.

    In de as is het hoofdgestel onderbroken voor een hoger opgetrokken Vlaamse gevel. Direct boven de vensteropeningen op de verdieping zijn pilasters uitgemetseld, die zich voortzetten in het ter plaatse vooruitgeschoven hoofdgestel. De Vlaamse gevel is beëindigd met een afgeplatte top, afgewerkt met een gecementeerde dekplaat. In de gevel bevindt zich een rondboogvensteropening, waarin een kozijn met ongedeelde stolpramen.

    Naast de voorgevel rechts doorgang naar achteren afgesloten van de openbare weg met een ijzeren hekwerk in art nouveau stijl.

    Rechter zijgevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met platvolle voeg. Het metselwerk met de speklagen van de voorgevel is aan de linkerzijde over de breedte van twee strekken doorgezet. De gevel wordt beëindigd door de gelijste gootboei van de goot die op het muurwerk is gesitueerd. De gevel is geheel blind uitgevoerd.

    Achtergevel

    De gevel bezit drie traveeën, is opgetrokken in geschilderde baksteen in kruisverband met platvolle voeg en wordt beëindigd door de boei van de dakrand.

    Op de begane grond bevindt zich aan de linkerzijde onder een latei in profielijzer een brede gevelopening, met daarin een pui met centraal dubbele deuren. De deuren bezitten onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel. Aan weerszijden bevindt zich een puivulling met onder oorspronkelijk een bossingpaneel, nu met een vlakke plaat afgewerkt en boven een ongedeeld glaspaneel. De drie ongedeelde bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Oorspronkelijk bevond zich onder de latei een open veranda, die later is samengevoegd bij de achterkamer, waarbij de binnenpui naar de gevel is verschoven.

    Aan de rechterzijde bevindt zich een gevelopening met een gecombineerde deur- en vensteropening. In de deuropening bevindt zich een deur met onder een bossingpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Het halfhoge venster aan de rechter zijde is voorzien van een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam, waarvan het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping zijn de drie vensteropeningen van een houten kozijn met een houten T-schuifvenster met een bovenraam voorzien van een glas-in-loodvulling. Op de zolderverdieping bevindt zich eenzelfde venster.

    Kap

    De steile ondergedeelten van de omlopende mansardekap zijn gedekt met gesmoorde kruispannen. Het vlakke gedeelte is afgewerkt met zink. In het rechter dakvlak staan twee gemetselde schoorstenen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Onder de trap bevindt zich een kleine kelder.

    Begane grond

    De begane grond is opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevond zich op de begane grond een vestibule, die via een tochtpui toegang geeft tot een gang, die doorloopt tot de keuken aan de achterzijde. Onder de trap bevindt zich een kast, de toegang tot de kelder en het toilet.

    In de brede beuk van voor tot achter bevinden zich de voor- en achterkamer. Aan de achterkamer grensde de veranda. De veranda is bij de achterkamer getrokken. De vestibule en de gang bezitten een marmeren vloer, een geschilderde lambrisering en een stucplafond met middenornament en perklijst. In de vestibule bevindt zich op de wand een door S. van Trigt en Zn. geschilderd medaillon. De tochtdeur is voorzien van een bossingpaneel en daarboven een ongedeeld raam. Het glas hierin met geëtste versiering in art nouveau stijl is helaas kapot gegaan. De bovenramen in de pui zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. In de gang bevindt zich een keramisch fonteintje.

    De trapopgang is voorzien van een bewerkte trappaal en een houten leuning op gedraaide houten spijlen.De keuken, veranda en het toilet bezitten een vloer van keramische tegels met een polychrome tekening in art nouveau. Het toilet bezit een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

    De voor- en achterkamer bezitten een houten vloer. De voor- en achterkamer bezitten elk een schouw. De voorkamer heeft een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. De schuifdeuren tussen beide kamers zijn voorzien van een glas-in-loodvulling in art nouveau stijl.

    De binnendeuren zijn voorzien van twee bossingpanelen.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op de overloop, die loopt van de voor- naar de achterkamer. De trap naar de zolder ligt boven die vanuit de begane grond. Achter de trap liggen twee kasten en het toilet.

    In de brede beuk van voor tot achter bevindt zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof (nu badkamer) en een achterkamer. In de voor- en achterkamer is het stucplafond vernieuwd en de schouw in de voorkamer is van elders afkomstig.

    Het toilet bezit een vloer van keramische tegels met een polychrome tekening en een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

    De binnendeuren zijn voorzien van twee bossingpanelen.

    Zolder

    De zolder is ingedeeld. De binnendeuren zijn voorzien van twee bossingpanelen.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de hoofdstraten onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is kenmerkend voor de bouwstijl. Van grote waarde is het interieur met onderdelen in art nouveau stijl.

    Gaafheid

    Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Als markant onderdeel van een ensemble heeft het object een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Singel 33
    • Datering: 1906
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Architect: Schotel
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis, onderdeel van een ensemble met nummer 31.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil aan het noordoostelijk begin van de Singel in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm.

    Tot begin 20e eeuw zijn de kavels aan de oostzijde van de Singel van de weg gescheiden door een sloot.

    Op 4 december 1906 is vergunning verleend voor de bouw van het herenhuis. Waarschijnlijk aan J.C. Schotel, als ontwikkelaar en aannemer: J.C. Schotel (1845-1912) was zowel technicus als bouwkundige. Hij begon als aannemer te Dordrecht en werd als spoedig architect-ingenieur te Rotterdam. Hij bouwde woonhuizen, maar ook waterleidingen en watertorens. Als ingenieur was hij betrokken bij de bouw van de eerste Moerdijkbrug van 1867 tot 1870. Ook is hij adviseur voor de Rotterdamse Tramwegmaatschappij geweest.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel bestaat uit drie traveeën en wordt beëindigd door een hoofdgestel, dat is opgebouwd uit een gecementeerd architraaf, waarboven een fries in metselwerk en een uitkragende gelijste houten bakgoot.

    Boven een gecementeerde plint met een verdeling van "gebouchardeerde" blokken, is de gevel opgetrokken in oranjerode strengperssteen in kruisverband met een iets terugliggende voeg. Speklagen bestaande uit twee metselgangen in witte strengperssteen met een metselgang in oranjerode strengperssteen er tussenin, onderbreken het metselwerk ter hoogte van het kalf en de bovendorpel van de vensters.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens segmentboog, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik uitgevoerd in oranjerode en witte koppen strengperssteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een houten kozijn, waaraan bij een verbouwing een kalf is toegevoegd, met een tweeruits onderraam en een ongedeeld bovenraam.

    De entree is gesitueerd in de linkertravee. Een binnen de gevellijn gesitueerde stoep van drie hardstenen treden leidt naar het terug liggende houten kozijn, waarin een paneeldeur met een ongedeeld bovenlicht is opgenomen. De houten paneeldeur is voorzien van een glaspaneel achter een smeedijzeren hekwerk.

    In de as is het hoofdgestel onderbroken voor een hoger opgetrokken Vlaamse gevel. Deze was oorspronkelijk bekroond met een fronton, maar in de huidige situatie met een dekplaat. In de gevel bevindt zich een segmentboogvensteropening, waarin een tweelicht met ongedeelde onder- en bovenramen.

    Linker zijgevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is boven een hoge gecementeerde plint opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met platvolle voeg. Het metselwerk met de speklagen van de voorgevel is aan de rechterzijde over de breedte van twee strekken doorgezet. De gevel wordt beëindigd door een gelijste gootboei. De goot ligt op het muurwerk.

    In de plint bevinden zich twee gevelopeningen met plaat afgedicht. Op de begane grond bevindt zich een venteropening, die aan de onderzijde is ingekort, met een gemoderniseerd kozijn met een tweeruits onder- en bovenraam. In de as van de gevel bevindt zich op beide niveaus een kleine vensteropening met een ongedeeld raam.

    Achtergevel

    De mansarde-topgevel bezit drie bouwlagen opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met platvolle voeg en wordt beëindigd door het dakoverstek.

    Op de begane grond is de gevel over de volle breedte uitgebouwd met een houten serre. De voorzijde van de serre bestaat uit links een kozijn met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een tweeruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een vast gedeelte met een houten borstwering, waarboven twee ongedeelde glaspanelen en een tweeruits bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Aan de rechterzijde bevindt zich een kozijn met een paneeldeur met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Rechts hiervan bevindt zich een vast gedeelte met een houten borstwering, waarboven twee ongedeelde glaspanelen en een tweeruits bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Een gelijste dakrand vormt de overgang naar een schuin glasdak in aansluiting op het balkon op de verdieping. Het balkon wordt begrensd met een houten hekwerk.

    Op de verdieping bevindt zich aan de linkerzijde een brede gevelopening met centraal dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden hiervan bevindt zich boven een houten borstwering een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Op zolderniveau bevinden zich drie vensteropeningen met een houten kozijn met een houten T-schuifvenster.

    Kap

    De dakvlakken van de mansardekap met voorschild zijn gedekt met gesmoorde kruispannen. In het linker en rechter dakvlak staan gemetselde schoorstenen.

    In het linker dakvlak zijn dakvensters toegevoegd.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Onder de trap bevindt zich een kleine kelder.

    Begane grond

    De begane grond is opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevindt zich op de begane grond een vestibule, die via een tochtpui toegang geeft tot een gang. De gang loopt door tot de keuken aan de achterzijde. Onder de trap bevinden zich een kast, de toegang tot de kelder en het toilet.

    In de brede beuk van voor tot achter bevinden zich de voor- en achterkamer. Aan de achterkamer en de keuken grenst de veranda.

    In de vestibule en de gang zijn een marmeren vloer, lambrisering en een stucplafond met middenornament en perklijst. De tochtdeur is voorzien van een bossingpaneel en daarboven een ongedeeld raam met een in het glas geëtste versiering in art nouveaustijl.

    De trapopgang is voorzien van een bewerkte trappaal en een houten leuning op gedraaide houten spijlen.

    De keuken, veranda en het toilet bezitten een vloer van keramische tegels met een polychrome tekening. Het toilet bezit een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

    De voor- en achterkamer bezitten een houten vloer. De voor- en achterkamer bezitten elk een schouw. Beide kamers zijn voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. De schuifdeuren tussen beide kamers zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    De binnendeuren zijn voorzien van bossingpanelen.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op de overloop, die loopt van de voor- naar de achterkamer. De trap naar de zolder ligt boven die vanuit de begane grond. Achter de trap liggen twee kasten en het toilet.

    In de brede beuk bevinden zich van voor naar achter de voorkamer, twee tussenkamers of alkoven, een badkamer en de achterkamer. De voor- en achterkamer bezitten een stucplafond en een schouw.

    Het toilet bezit een vloer van keramische tegels met een polychrome tekening en een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

    De binnendeuren zijn voorzien van bossingpanelen.

    Zolder

    De zolder is ingedeeld. De binnendeuren zijn voorzien van bossingpanelen.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de hoofdstraten onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is kenmerkend voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Als markant onderdeel van een ensemble heeft het object een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Singel 68
    • Datering: 1926
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Architect: Bakker & van Herwijnen
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Halfvrijstaand woonhuis.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil en onderdeel van een complex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis op de hoek Singel - Hallincqlaan.

    Hoofdvorm

    Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.

    Op 10 april 1924 dient NV aannemersbedrijf v/h P.A. van Wijnen een aanvraag in voor de bouw van zeven woonhuizen naar ontwerp van architectenbureau Bakker en van Herwijnen. Het ontwerp omvat vier types huizen - A,B,C,D.

    Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.

    Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.

    Opmerkelijk is dat het aannemersbedrijf in eerste instantie een groter project voor ogen had. De bijgevoegde situatieschets toont naast de gerealiseerde huizen (Singel 68/70, Hallincqlaan 2, 4/6 en 8/10) ook het plan voor een pleintje haaks op de Hallinqlaan rechts naast Hallincqlaan 8/10 met daaraan zes vrijstaande villa's en een dubbele woonhuis.

    Al tijdens de bouw moet men afgezien hebben van de realisatie van de zes vrijstaande villa's en een dubbel woonhuis, omdat er op 10 september 1926 vergunning wordt verkregen voor 'het plaatsen van een afscheidingshek tussen straat en voortuin tbv woningen in aanbouw', dat alleen het terrein van de zeven woningen afgrensde.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bestaat uit een éénlaags langsgevel met aan de rechterzijde een tweelaagse topgevel.

    Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband. Aan de linkerzijde is de entree gesitueerd. Terugliggend onder een betonnen latei bevindt zich een pui met een deuropening en links daarvan een halfhoge smalle vensteropening. In de deuropening is een deur afgehangen met een ijzeren schopplaat en een klein raam. De deur is voorzien van opgelegd plaatwerk met sierwerk. Voor de deur ligt een hardstenen stoep. De vensteropening is voorzien van een drieruits raam met een horizontale roedeverdeling, voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld raam.

    De vensteropening is voorzien van een op consoles uitkragende latei, waar boven het muurwerk een baksteenstrek vooruitgeschoven is en wordt beëindigd in een geveltop. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. Onder de vensteropening bevindt zich de van de linker zijde doorlopende houten gelijste gootbak op consoles. De aanzet van de geveltop wordt gevormd door het om de hoek doorgezette aan de onderzijde betimmerde gootoverstek met gelijst boeiboord op klossen.

    De topgevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op doorstekende gordingen.

    Linker zijgevel

    (de beschrijving van de gevel is opgesteld vanaf de openbare weg)

    De gevel bestaat uit een tweelaagse langsgevel met aansluitend aan de rechterzijde een tweelaags asymmetrische topgevel.

    Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening.

    Achtergevel

    (omdat geen mogelijkheid is geboden tot opname, is de beschrijving gebaseerd op archiefgegevens)

    De gevel bestaat uit een tweelaagse langsgevel.

    Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband. Aan de linkerzijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren en aan weerszijden een vast raam. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met rechts een halfhoge smalle vensteropening.

    De verdieping is aan de linkerzijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met dubbele stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een vensteropening met een vierlicht met ramen met een glas-in-loodvulling.

    Aan de rechterzijde bevindt zich links een vensteropening met een tweelicht met stolpramen en rechts een vensteropening met een enkel raam.

    De gevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met gelijst boeiboord op klossen.

    Rechter zijgevel

    De gevel bestaat uit een tweelaagse langsgevel met aansluitend aan de rechterzijde een tweelaagse asymmetrische topgevel.Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband. Het linker geveldeel is over twee bouwlagen uitgebouwd met een driezijdige erker. Op de begane grond bevindt zich boven de gemetselde borstwering een driezijdig kozijn met ongedeelde ramen. Op de verdieping bevindt zich direct onder het gelijste geprononceerde dakoverstek eenzelfde kozijn met aan de voorzijde drieruits stolpramen en aan de zijkanten een drieruits raam, alle met een horizontale roedeverdeling.

    Het rechter geveldeel ligt anderhalf baksteen vooruitgeschoven en wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op doorstekende gordingen.

    Kap

    De steile dakvlakken van het zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat en de aankapping op de topgevel zijn gedekt met rode verbeterd Hollandse pannen.In het achterdakvlak is bij de bouw een dakkapel met plat dak geplaatst, met aan de voorzijde een drielicht.

    In de nok staat aan de rechterzijde een gemetselde schoorsteen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (omdat geen mogelijkheid is geboden tot opname, is de beschrijving gebaseerd op archiefgegevens)

    Begane grond

    Achter de entree bevindt zich de entree, met aansluitend de hal annex trappenhuis met de opgang naar de verdieping. Onder de trap bevindt zich een trapkast en rechts daarvan het toilet. Aan de rechter zijde bevinden zich de voor- en achterkamer. Beide kamers zijn van elkaar gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten. De keuken bevindt zich achter de hal.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond leidt met een kwartslag onderin tot de overloop op de verdieping. Aan de voor- en achterzijde bevinden zich een kleine kamer. Aan de rechterzijde bevinden zich twee grote slaapkamers, waartussen de badkamer is gesitueerd.

    Zolder

    De trap van de verdieping leidt met een kwartslag onderin tot de niet ingedeelde zolder.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is als onderdeel van een complex van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is als onderdeel van een complex van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een vrij liggend hoekcomplex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Singel 70
    • Datering: 1926
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Architect: Bakker & van Herwijnen
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Halfvrijstaand woonhuis.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil en onderdeel van een complex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis op de hoek Singel - Hallincqlaan.

    Hoofdvorm

    Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap.

    Bouwgeschiedenis

    De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.

    Op 10 april 1924 dient NV aannemersbedrijf v/h P.A. van Wijnen een aanvraag in voor de bouw van zeven woonhuizen naar ontwerp van architectenbureau Bakker en van Herwijnen. Het ontwerp omvat vier types huizen - A,B,C,D.

    Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.

    Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.

    Opmerkelijk is dat het aannemersbedrijf in eerste instantie een groter project voor ogen had. De bijgevoegde situatieschets toont naast de gerealiseerde huizen (Singel 68/70, Hallincqlaan 2, 4/6 en 8/10) ook het plan voor een pleintje haaks op de Hallinqlaan rechts naast Hallincqlaan 8/10 met daaraan zes vrijstaande villa's en een dubbele woonhuis.

    Al tijdens de bouw moet men afgezien hebben van de realisatie van de zes vrijstaande villa's en een dubbel woonhuis, omdat er op 10 september 1926 vergunning wordt verkregen voor 'het plaatsen van een afscheidingshek tussen straat en voortuin tbv woningen in aanbouw', dat alleen het terrein van de zeven woningen afgrensde.

    In 1963 wordt het plan voor de sloop van een houten loods achter op terrein ingediend. De loods moet plaats maken voor de huidige garage in een bouwlaag met een zadeldak. Gelijktijdig werd de toegang tot de garage verbreed door een gemetseld muurtje aan de linkerzijde van de rechter zijgevel naar achteren te verplaatsen.

    In 1964 wordt de huidige afscheiding tussen de tuin en het trottoir gebouwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bestaat uit een asymmetrische topgevel en terugliggend een éénlaags langsgevel.

    Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband. In het terugliggende geveldeel is de entree gesitueerd. In de deuropening is een deur afgehangen met een ijzeren schopplaat en een klein raam. De deur is voorzien van opgelegd plaatwerk met sierwerk. Voor de deuropening bevindt zich een terras, afgescheiden door een meter hoge muur, die vanuit de erker in de voorgevel met een bocht doorloopt tot een cilindervormige beëindiging. De vloer van het terras en de bovenzijde van de muur zijn afgewerkt met rode plavuizen.

    Het linker geveldeel is deels over twee bouwlagen uitgebouwd met een driezijdige erker, beëindigd met een rechthoekig plat dak. Op beide niveaus bevindt zich boven de gemetselde borstwering een driezijdig kozijn. Hierin bevinden zich op de begane grond aan de voorzijde vierruits stolpramen en aan de zijkant een vierruits raam, alle met een horizontale roedeverdeling. Op de verdieping zijn de ramen gelijkvormig maar lager met een ruit minder.

    De topgevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op doorstekende gordingen.

    Linker zijgevel

    De gevel bestaat uit een anderhalflaags langsgevel.

    Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband.

    Achtergevel

    De gevel bestaat uit een éénlaags langsgevel met aansluitend aan de rechterzijde terugliggend een tweelaags asymmetrische topgevel.

    Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband. In het linker geveldeel bevindt zich direct onder het betimmerde dakoverstek een vensteropening met oorspronkelijk drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling, die zijn vervangen door een ongedeeld raam.

    In het rechter geveldeel bevindt zich op de begane grond een brede deuropening met een tienruits roedeverdeling, waarvan de verticale roede uit het midden naar de hangzijde is geplaatst.

    Op de verdieping bevindt zich links een vensteropening met een tweelicht met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. De topgevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op doorstekende gordingen.

    Rechter zijgevel

    De gevel bestaat uit een éénlaagse langsgevel met aansluitend aan de rechter zijde een vooruitgeschoven dubbele tweelaagse asymmetrische topgevel.

    Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband. In het linker geveldeel, grenzend aan het terras, bevindt zich een brede deuropening met een tienruits roedeverdeling, waarvan de verticale roede uit het midden naar de hangzijde is geplaatst.

    In het rechter geveldeel bevinden zich op de begane grond twee hoog geplaatste vensteropeningen met links een drieruits raam met een glas-in-loodvulling en rechts een tweeruits ongedeeld raam. Geheel rechts bevindt zich de achterdeur met onder een houten gelijste luifel een kozijn met een deur met een dicht onderpaneel en boven een drieruits raam met een horizontale roedeverdeling.

    Op de verdieping bevindt zich links een vensteropening met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling en een glas-in-loodvulling. Aan de rechterzijde bevindt zich een smalle vensteropening met drieruits stolpramen.

    De topgevels worden beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op doorstekende gordingen.

    Kap

    De steile dakvlakken van het zadeldak met een T-vormig grondplan zijn gedekt met rode verbeterd Hollandse pannen.

    In het linker- en rechter dakvlak staat een hoog opgetrokken gemetselde schoorsteen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Achter de entree bevindt zich de entree annex trappenhuis met de opgang naar de verdieping. Onder de trap bevindt zich een trapkast en links daarvan het toilet. Aan de linker zijde bevinden zich de voor- en achterkamer. Beide kamers zijn van elkaar gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten. De keuken bevindt zich achter de hal.

    De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd.

    De vestibule is voorzien van een keramische tegelvloer. De wanden van de vestibule, toilet en langs de trap zijn tot halve hoogte betegeld. De binnendeuren en schouwen resteren. De houten trap is ongewijzigd en in de keuken resteren de schouwkap en een servieskast met glasdeuren. Het plafond van de woon- en eetkamer is voorzien van balken, waartussen kinderbintjes en vlakke velden.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond leidt met een kwartslag bovenin tot de overloop op de verdieping. Aan de voorzijde bevindt zich boven de trapopgang een kast en aan de achterzijde een kleine kamer. Aan de linkerzijde bevinden zich twee grote slaapkamers, waartussen de badkamer is gesitueerd.

    Zolder

    De zolder is niet ingedeeld.

    Bijgebouwen beschrijving exterieur per gevel

    De schuur bezit geen monumentale waarden.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is als onderdeel van een complex van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.

    Architectonische waarde

    Het pand is als onderdeel van een complex van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een vrij liggend hoekcomplex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis een hoge stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object zeldzaamheidswaarde.  

    Bijlage


  • Singel 72
    • Datering: 1910
    • Oorspronkelijke functie: Stal
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Voormalige stal met remise, nu bedrijfspand, als onderdeel van een complex van bedrijfsruimten met twee woningen: Singel 72 t/m 76.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil aan de Singel op de hoek Singel - Hallincqlaan in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in één bouwlaag met twee bouwlagen in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm. Bedrijfsgebouwen komen minder voor in dit gebied.

    Op 29 juni 1910 doet M. Haring een vergunningaanvraag voor het bouwen van een stal met remise, koetshuis en timmermanswoning. Het project wordt gereed gemeld op 6 juni 1911. Opmerkelijk is dat de tekening slechts een éénbeukig pand toont, dat niet overeenkomt met de huidige situatie.

    In 1933 verbouwt Gemeentewerken de koetshuizen tot werkplaatsen. Intern wordt de begane grond van de rechterbeuk en de verdieping van de linkerbeuk met nieuwe scheidingswanden (her)ingedeeld.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bestaat uit twee identieke topgevels in drie bouwlagen en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevelrand is tussen de schouders en de trede in de top, beide voorzien van een hardstenen dekplaat, uitgevoerd met vlechtingen. Een uitgemetselde pilaster sluit aan op de trede in de top. S-vormige ankers markeren de ligging van de gordingen en nok.

    Op de scheiding van de topgevels bevindt zich een vergaarbak in zink.

    In de linker topgevel bevinden zich op de begane grond twee grote deuropeningen. Het kozijn staat op hardstenen neuten, die zijn gecombineerd met schampstenen. Het maaiveld ligt lager dan oorspronkelijk, waardoor de steens gemetselde dorpel met een hardstenen blok in het midden geheel zichtbaar is. In de deuropeningen bevinden zich dubbele houten deuren met twee dichte panelen en bovenin een paneel met een ongedeeld raam.

    In de rechter topgevel bevinden zich op de begane grond twee hoog gesitueerde vensteropeningen. In het tweelicht, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich negenruits ramen.

    In beide topgevels bevindt zich op de verdieping een deuropening. In het kozijn, dat staat op een hardstenen lekdorpel, zijn aan gesmede ankers dubbele houten deuren afgehangen. In het bovenlicht bevindt zich een liggend twaalfruits raam. In de linker topgevel zijn de deuren voorzien van een achtruits raam.

    Boven de deuropening in de rechter topgevel bevindt zich een hijsbalk.

    In beide toppen bevindt zich een kleine gevelopening, nu voorzien van een rooster.

    Linker zijgevel

    De gevel telt anderhalve bouwlaag en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevel wordt beëindigd met een houten bakgoot op klossen. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. Sierankers markeren de ligging van de verdiepingbalklaag.

    Op de begane grond bevinden zich vier hoog gesitueerde vensteropeningen. In het tweelicht, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich negenruits ramen.

    Achtergevel

    De gevel bestaat uit twee topgevels in drie bouwlagen en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevelrand is tussen de schouders en de trede in de top, beide voorzien van een hardstenen dekplaat, uitgevoerd met vlechtingen. Een uitgemetselde pilaster sluit aan op de trede in de top. S-vormige ankers markeren de ligging van de gordingen en nok.

    Op de scheiding van de topgevels bevindt zich een vergaarbak in zink.

    De linker topgevel loopt aan de linkerzijde dieper door. Dit gedeelte behoort tot de naastliggende woning (Singel 74). Op de begane grond bevindt zich van links naar rechts een oorspronkelijke deuropening, nu vensteropening met een ongedeeld raam en een achtruits bovenlicht; een deuropening met een deur en bovenlicht; een vensteropening met een negenruits onderraam en een zesruits bovenraam; een hoog geplaatste vensteropening met een zesruits raam en een vensteropening met zesruits stolpramen en een tienruits bovenraam.

    De rechter topgevel is aan de rechter zijde deels afgedekt door een latere aanbouw. Op de begane grond bevindt zich een grote deuropening. Het kozijn staat op hardstenen neuten. In de deuropening bevinden zich dubbele houten deuren met een dichte paneel en bovenin twee panelen met een ongedeeld raam. Boven de aanbouw bevindt zich een hoog gesitueerde vensteropening. In het tweelicht, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich negenruits ramen.

    In beide topgevels bevindt zich op de verdieping een deuropening. In het kozijn, dat staat op een hardstenen lekdorpel, zijn aan gesmede ankers dubbele houten deuren afgehangen. In het bovenlicht bevindt zich een liggend twaalfruits raam. Boven de deuropening in de rechter topgevel bevindt zich een hijsbalk.

    In beide toppen bevindt zich een kleine gevelopening met in het kozijn drieruits stolpramen.

    Kap

    De dakvlakken van beide zadeldaken zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen.

    In het linker dakvlak van de linker beuk staan vier dakkapellen met een plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich een tweelicht met zesruits ramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    De linkerbeuk is niet ingedeeld. In de rechterbeuk zijn diverse vertrekken afgescheiden.

    Zolder

    De ruimten zijn onderling verbonden door een doorgang/dakkapel tussen beide kappen, waarvoor de zakgoot is onderbroken.

    Beschrijving tuin

    Niet van toepassing.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand als onderdeel van een complex is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gebouwd. Ook vestigden zich hier bedrijven. De stalling met bedrijfswoningen is hier een mooi voorbeeld van.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is kenmerkend voor de functie.

    Gaafheid

    Het object is (extern) nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object heeft een hoge stedenbouwkundige waarde als onderdeel van een hoekcomplex van panden dat een markant onderdeel vormt van de bebouwing langs de Singel.

    Unieke waarde

    Het complex heeft een hoge zeldzaamheidswaarde vanwege de oorspronkelijke bedrijfsfunctie.

    Bijlage


  • Singel 74
    • Datering: 1910
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Voormalige bedrijfswoning, nu woning, als onderdeel van een complex van bedrijfsruimten met twee woningen: Singel 72 t/m 76.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil aan de Singel op de hoek Singel - Hallincqlaan in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in één bouwlaag met twee bouwlagen in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm. Bedrijfsgebouwen komen minder voor in dit gebied.

    Op 29 juni 1910 doet M. Haring een vergunningaanvraag voor het bouwen van een stal met remise, koetshuis en timmermanswoning. Het project wordt gereed gemeld op 6 juni 1911.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De topgevel bezit twee bouwlagen en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevelrand is tussen de schouders en de trede in de top, beide voorzien van een hardstenen dekplaat, uitgevoerd met vlechtingen. Een uitgemetselde pilaster sluit aan op de trede in de top. Op de scheiding met de buurpanden bevindt zich een vergaarbak in zink.

    Aan de linkerzijde bevindt zich de entree. Voor de entree ligt een hardstenen trede. Het kozijn staat op hardstenen neuten en dorpel. In het kozijn bevindt zich een houten paneeldeur met een klein ongedeeld raam en een zesruits bovenlicht met groen glas.

    Aan de rechterzijde bevindt zich een vensteropening. In het kruiskozijn, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen met groen glas.

    In de top bevindt zich een vensteropening. In het kruiskozijn, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen met groen glas.

    Boven het venster bevindt zich een gevelsteen met de tekst "ANNO" en daarboven een sieranker.

    Achtergevel

    De topgevel bezit twee bouwlagen en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevelrand is tussen de schouders en de trede in de top, beide voorzien van een hardstenen dekplaat, uitgevoerd met vlechtingen. Een uitgemetselde pilaster sluit aan op de trede in de top. Op de scheiding met de buurpanden bevindt zich een vergaarbak in zink.

    De gevel is aan de rechterzijde deels afgedekt door een uitbouw. Aan de linker zijde bevindt zich een brede gevelopening. Het kozijn staat op hardstenen neuten en dorpel. In het kozijn bevinden zich centraal (gemoderniseerde) dubbele houten deuren met een ongedeeld raam en een twaalfruits bovenlicht. Aan weerszijden bevindt zich een halfhoog ongedeeld raam en een vierruits bovenraam. De bovenramen zijn voorzien van groen glas.

    In de top bevindt zich een vensteropening. In het tweelicht, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich ongedeelde ramen.

    Zijgevel uitbouw

    De gevel bezit één bouwlaag en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopening is gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevel wordt beëindigd met de houten gootboei van de bakgoot, die op de muur is gesitueerd.

    Aan de linkerzijde bevindt zich een deuropening met in het kozijn een houten paneeldeur met twee dichte bossingpanelen en twee smalle ongedeelde ramen bovenin.

    Achtergevel uitbouw

    De gevel bestaat uit het linker uiteinde van de achtergevel van nummer 72. De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopening is gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevelrand is voorzien van vlechtingen. In de gevel bevindt zich een vensteropening met een kruiskozijn, dat staat op een hardstenen lekdorpel, met ongedeelde onderramen en vierruits bovenramen.

    Kap

    Het zadeldak van het woonhuis en het lessenaarsdak op de aanbouw zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen.

    In het rechter dakvlak van het woonhuis en het dak op de aanbouw staat een gemetselde schoorsteen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Achter de entree ligt de hal annex trappenhuis, met onder de trap een kast en het toilet. Naast de hal ligt de voorkamer en de alkoof. Aan de achterzijde bevindt zich de keuken over de volle breedte van het pand. De gang/traphal is voorzien van een tegelvloer in overhoeks schaakbordpatroon.

    Alle binnendeuren bezitten twee panelen en een zesruits raam met geel glas.In de keuken bevindt zich de kooknis.

    Zolder

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop. Aan de voor- en achterzijde bevindt zich een kamer.

    De kapconstructie bestaat uit A-spanten met kreupele stijlen. Alle binnendeuren bezitten twee panelen en een zesruits raam met geel glas.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand als onderdeel van een complex is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gebouwd. Ook vestigden zich hier bedrijven. De stalling met bedrijfswoningen is hier een mooi voorbeeld van.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is kenmerkend voor de functie.

    Gaafheid

    Het object is (extern) nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object heeft een hoge stedenbouwkundige waarde als onderdeel van een hoekcomplex van panden dat een markant onderdeel vormt van de bebouwing langs de Singel.

    Unieke waarde

    Het complex heeft een hoge zeldzaamheidswaarde vanwege de oorspronkelijke bedrijfs (ondersteunende) functie.  

    Bijlage


  • Singel 76
    • Datering: 1910
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Voormalige bedrijfswoning, nu woning, gebouwd als onderdeel van een complex van bedrijfsruimten met twee woningen: Singel 72 t/m 76.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil aan de Singel op de hoek Singel - Hallincqlaan in een gebied met vrijstaande bebouwing afgewisseld met blokken van enkele woningen.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in één bouwlaag met twee bouwlagen in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de 19e eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de 19e eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm. Bedrijfsgebouwen komen minder voor in dit gebied.

    Op 29 juni 1910 doet M. Haring een vergunningaanvraag voor het bouwen van een stal met remise, koetshuis en timmermanswoning. Het project wordt gereed gemeld op 6 juni 1911.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De topgevel bezit twee bouwlagen en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevelrand is tussen de schouders en de trede in de top, beide voorzien van een hardstenen dekplaat, uitgevoerd met vlechtingen. Een uitgemetselde pilaster sluit aan op de trede in de top. Op de scheiding met het buurpand bevindt zich een vergaarbak in zink.

    Aan de linkerzijde bevindt zich een vensteropening. In het kruiskozijn, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen met groen glas.

    Aan de rechterzijde bevindt zich de entree. Voor de entree ligt een hardstenen trede. Het kozijn staat op hardstenen neuten en dorpel. In het kozijn bevindt zich een houten paneeldeur met een klein ongedeeld raam en een zesruits bovenlicht met groen glas.In de top bevindt zich een vensteropening. In het kruiskozijn, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen met groen glas.

    Boven het venster bevindt zich een gevelsteen met de tekst "1910" en daarboven een sieranker.

    Rechter zijgevel

    De gevel bezit anderhalve bouwlaag en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevel wordt beëindigd met de houten gootboei van de bakgoot, die op de muur is gesitueerd.

    In het midden bevindt zich een kleine vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam.

    Achtergevel

    De topgevel bezit twee bouwlagen en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevelrand is tussen de schouders en de trede in de top, beide voorzien van een hardstenen dekplaat, uitgevoerd met vlechtingen. Een uitgemetselde pilaster sluit aan op de trede in de top. Op de scheiding met de buurpanden bevindt zich een vergaarbak in zink.

    De gevel is aan de linkerzijde deels afgedekt door een uitbouw. Aan de rechter zijde bevindt zich een brede gevelopening. Het kozijn staat op hardstenen neuten en dorpel. In het kozijn bevinden zich centraal dubbele houten paneeldeuren met een ongedeeld raam en een twaalfruits bovenlicht. Aan weerszijden bevindt zich een halfhoog ongedeeld raam en een vierruits bovenraam. In de top bevindt zich een vensteropening. In het tweelicht, dat staat op een hardstenen lekdorpel, bevinden zich ongedeelde ramen.

    Zijgevel uitbouw

    De gevel bezit één bouwlaag en is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopening is gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevel wordt beëindigd met de houten gootboei van de bakgoot, die op de muur is gesitueerd.

    Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met in het kozijn een houten paneeldeur met twee dichte bossingpanelen en twee smalle ongedeelde ramen bovenin.

    Achtergevel uitbouw

    De gevel bestaat uit een halve topgevel. De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De plint is in donkerder baksteen uitgevoerd. De gevelopening is gesloten met een anderhalfsteens hanekam met hardstenen aanzetstenen en een sluitsteen. De gevelrand is voorzien van vlechtingen. In de gevel bevindt zich een vensteropening met een kruiskozijn, dat staat op een hardstenen lekdorpel, met ongedeelde onderramen en vierruits bovenramen.

    Kap

    Het zadeldak van het woonhuis en het lessenaarsdak op de aanbouw zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen.

    In het rechter dakvlak van het woonhuis staat een dakkapel met plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich een kozijn met een vierruits raam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Achter de entree ligt de hal annex trappenhuis, met onder de trap een kast en het toilet. Naast de hal lagen oorspronkelijk de voorkamer en de alkoof. Aan de achterzijde bevond zich oorspronkelijk de keuken over de volle breedte van het pand. De voorkamer, alkoof en de keuken zijn samengevoegd.

    De gang/traphal is voorzien van een tegelvloer in schaakbordpatroon.

    Zolder

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop. Aan de voorzijde bevinden zich twee kamers en achterzijde één.

    De kapconstructie bestaat uit A-spanten met kreupele stijlen.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand als onderdeel van een complex is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de gegoede burgerij werd gebouwd. Ook vestigden zich hier bedrijven. De stalling met bedrijfswoningen is hier een mooi voorbeeld van.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is kenmerkend voor de functie.

    Gaafheid

    Het object is (extern) nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object heeft een hoge stedenbouwkundige waarde als onderdeel van een hoekcomplex van panden dat een markant onderdeel vormt van de bebouwing langs de Singel.

    Unieke waarde

    Het complex heeft een hoge zeldzaamheidswaarde vanwege de oorspronkelijke bedrijfs(ondersteunende) functie.

    Bijlage


  • Singel 78
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Muysken
    • Postcode: 3311SJ

     

    Algemene beschrijving

    Vrijstaande villa, gebouwd als woonhuis, nu in gebruik als kantoor.

    Ligging

    Het vrijstaande pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil bij de Singelentree van het Park Merwestein. Links een pad naar de vroegere achtertuin. Deze tuin is nu deels bebouwd met panden aan de Hallincqlaan en deels onderdeel van het park: het 'Bos van Staring'.

    Hoofdvorm

    Vrijstaand pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het noordoostelijk gedeelte van de Singel ligt in een gebied dat al sinds het midden van de negentiende eeuw is bebouwd. Verspreid langs ondermeer de huidige Singel staan vrijstaande huizen. De ontwikkeling van het gebied komt in een versnelling als verschillende buitens worden herontwikkeld vanaf het derde kwart van de negentiende eeuw. Daarbij worden langs de Singel onder andere woonhuizen voor de midden en hogere klasse gebouwd en de arbeiderswoningen vooral in de zij- en achterliggende straten, al dan niet in hofvorm.

    De villa is in 1900 gebouwd en ontworpen door de architect C. Muysken in opdracht van mr. M.L.C. Staring.

    De architect Constantijn Muysken (1843-1922) studeerde aan de Polytechnische School (1861-1865) in Delft bij hoogleraar E. Gugel en in Hannover (1865-1867) bij de architect C.W. Hase.

    In Dordrecht bouwde hij de woonhuizen voor mr. Simon van Gijn en voor mr. Staring. In 1876 bouwde hij één van de vroegste voorbeelden van een gebouw in neorenaissancestijl.

    In 1934 wordt het pand verbouwd tot bureau voor de Dienst Gemeentewerken. Het betreft merendeels intern nieuwe doorgangen en een gewijzigde trap vanaf de begane grond naar de bel-etage.

    In 1954 worden de bestaande deur in de voorgevel en de achterliggende trap verwijderd ten behoeve van de realisatie van een tekenkamer en een uitbreiding van de fietsenkelder op de begane grond.

    In 1955 wordt in de achtergevel op de verdieping een balkon deels dichtgezet met een erker en wordt een venster naast de erker toegevoegd.

    In 1956 worden op de verdieping aan de achterzijde twee vertrekken samengevoegd. In de top van de voorgevel worden drie rondboogvensters gewijzigd in één vensteropening.

    In 1965 is het kantoor uitgebreid.

    In 1980 heeft er een gebouwtje met crechefunctie in de tuin gestaan.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is over de hoogte van het souterrain bekleed met hardstenen platen, waarmee een basement wordt gesuggereerd. Het opgaand muurwerk is uitgevoerd in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. Een speklaag in kunststeen is toegevoegd ter hoogte van de lekdorpels van de vensters van de bel-etage en de eerste verdieping. Een geprononceerde waterslaglijst is toegevoegd ter hoogte van de vloer van de eerste verdieping.

    De gevel wordt aan de linker- en rechterzijde beëindigd met een uitgemetseld fries met boogvormige sparingen, waarbinnen siermetselwerk, waarboven de hardstenen gelijste goot.

    Het middendeel van de gevel wordt beëindigd met een uitkragend kunststenen boogfries, waarop kunststenen cartouches met het opschrift ANNO en 1900, waarboven de hardstenen gelijste goot. In de as van het middengedeelte is de gevel als Vlaamse gevel hoger opgetrokken. De gevel heeft vijf vensterassen.

    In de eerste as bevinden zich op souterrainniveau twee vensteropeningen met een ongedeeld raam, waarvoor een ijzeren spijlenrooster. Op de bel-etage en de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met segmentboog en in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een vijftienruits bovenraam met blauwgroene beglazing.

    In de tweede as bevindt zich een deuropening die door de hardstenen bekleding heen steekt. Oorspronkelijk bevond zich hier de entree, waarbij de deuropening was gekoppeld met de bovenliggende vensteropening tot een hoge deuropening met bovenlicht. Bij de verbouwing van 1954 is de huidige situatie gerealiseerd.

    In de deuropening bevindt zich in het kozijn een paneeldeur. Op de bel-etage en de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met segmentboog gelijk aan die in de eerste as.

    In de derde as bevindt zich op souterrainniveau een vensteropening met een ongedeeld raam, waarvoor een ijzeren spijlenrooster. Op de bel-etage en de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met segmentboog gelijk aan die in de eerste as. In de Vlaamse gevel bevindt zich een vensteropening met in het kozijn ongedeelde stolpramen en een vijftienruits bovenraam met blauwgroene beglazing. Onder het venster bevindt zich een kunststenen gevelsteen met een guirlande.

    In de vierde as bevindt zich op souterrainniveau een vensteropening met een ongedeeld raam, waarvoor een ijzeren spijlenrooster. Op de bel-etage en de eerste verdieping bevindt zich een segmentboogvensteropening gelijk aan die in de eerste as.

    In de vijfde as bevinden zich op souterrainniveau twee vensteropeningen met een ongedeeld raam, waarvoor een ijzeren spijlenrooster. Op de bel-etage en de eerste verdieping bevindt zich een segmentboogvensteropening met een tweelicht met ongedeelde onderramen en twaalfruits bovenramen met blauwgroene beglazing.

    Linker zijgevel

    De gevel bestaat uit een vooruitgeschoven geveldeel aan de linkerzijde in vier bouwlagen beëindigd met een halve trapgevel, aansluitend op het rechter geveldeel in vier bouwlagen.

    De gevel is boven de met hardstenen platen beklede lage plint uitgevoerd in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. Een speklaag in kunststeen is toegevoegd ter hoogte van de vloerniveaus van de eerste verdieping en de zolderverdieping. Het linker geveldeel is geheel blind uitgevoerd. Vanaf het niveau van de vloer van de bel-etage is een rookkanaal uitgemetseld.

    In het linker geveldeel bevindt zich op de begane grond een deuropening met een paneeldeur met bovenin een ongedeeld glaspaneel. Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met tweeruits stolpramen. Hiernaast bevindt zich een deuropening met een deur gelijk aan de voorgaande. Geheel rechts bevindt zich een vensteropening met tweeruits stolpramen.

    Op de bel-etage bevinden zich aan de linkerzijde twee smalle vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een vierruits bovenraam met blauwgroene beglazing.

    Hiernaast bevinden zich twee vensteropeningen met onder en boven het kalf een ongedeeld raam.

    Geheel rechts bevindt zich een vensteropening met stolpramen met een glas-in-loodvulling.

    Op de eerste verdieping bevinden zich aan de linkerzijde twee smalle vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een vierruits bovenraam met blauwgroene beglazing.

    Hiernaast bevindt zich een vensteropening met onder en boven het kalf een ongedeeld raam en rechts hiervan een vensteropening met een ongedeeld raam.

    Geheel rechts bevindt zich een vensteropening met drieruits stolpramen met een glas-in-loodvulling.

    Op zolderniveau bevindt zich aan de linkerzijde een deuropening met in het kozijn een deur met een zesruits raam.

    Hiernaast bevindt zich een vensteropening met tweeruits stolpramen.

    Achtergevel

    Het middengedeelte van de gevel is enigszins vooruitgeschoven, bezit vier bouwlagen en wordt beëindigd met een topgevel. Het linker geveldeel bezit drie bouwlagen en wordt beëindigd met een uitgemetseld fries met boogvormige sparingen, waarbinnen siermetselwerk, waar boven de hardstenen gelijste goot. Het linker geveldeel is gedeeltelijk uitgebouwd op alle niveaus.

    Het rechter geveldeel bezit drie bouwlagen en wordt beëindigd met een hardstenen gelijste goot.

    De gevel is boven de met hardstenen platen beklede lage plint uitgevoerd in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. Een speklaag in kunststeen is toegevoegd ter hoogte van de vloerniveaus van de bel-etage en de eerste verdieping. Tegen de gevel was oorspronkelijk een terras/bordes met trap naar de tuin uitgebouwd. Dit bordes is bij een recente verbouwing verwijderd.

    In het linker geveldeel bevindt zich op souterrainniveau een rondboogdeuropening. Rechts hiervan is de gevel gepleisterd (aanhechting verwijderd bordes). Op het niveau van de bel-etage bevindt zich een serre, die met een kwartronde plattegrond aansluit op de rechter zijgevel. De gevel van de serre bestaat uit een gemetselde borstwering waarop een houten pui van gekoppelde kozijnen met schuiframen met een ongedeeld onderraam en een meerruits bovenraam met blauwgroene beglazing.

    Op de eerste verdieping bevond zich oorspronkelijk een balkon. Dit is bij de verbouwing van 1955 deels bebouwd met een serre bestaat uit een gemetselde borstwering waarop een houten pui van gekoppelde kozijnen met ongedeelde onderramen en drieruits bovenramen. Links van de erker bevindt zich in de gevel een eveneens in 1955 gerealiseerde vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam.

    De gevel op souterrainniveau is in het middendeel gepleisterd (aanhechting verwijderd bordes). Hierin bevinden zich drie segmentboogvensters met in het kozijn een ongedeeld raam. Op het niveau van de bel-etage bevindt zich een driezijdige erker bekleed met natuursteen, met aan elke zijde een venster met in het kozijn een schuifraam met een ongedeeld onderraam en een meerruits bovenraam met blauwgroene beglazing. Aan weerszijden van de erker bevindt zich een identiek venster.

    Op de eerste verdieping fungeert de erker als balkon, begrensd met een smeedijzeren hekwerk. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een deuropening met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een vijftienruits bovenlicht met blauwgroene beglazing. Aan weerszijden van het balkon bevindt zich een venster identiek aan die op de bel-etage.

    In de geveltop bevonden zich oorspronkelijk drie vensteropeningen met rondboog, van elkaar door een steens muurdam gescheiden. In 1956 zijn deze vensteropeningen samengevoegd en vervangen door een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen.

    In het rechter geveldeel bevinden zich op souterrainniveau een kleine vensteropening met ongedeeld raam en twee vensteropeningen met een ongedeeld raam. Op het niveau van de bel-etage bevinden zich twee vensteropeningen met een T-schuifraam met een meerruits bovenraam met blauwgroene beglazing.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een balkon, begrensd door een smeedijzeren hekwerk. In de gevel grenzend aan het balkon bevinden zich twee deuropeningen met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een vijftienruits bovenlicht met blauwgroene beglazing.

    Rechter zijgevel

    De gevel bestaat uit een vooruitgeschoven geveldeel in het midden in vier bouwlagen beëindigd met een trapgevel. De geveldelen aan weerszijden tellen drie bouwlagen en worden beëindigd met een uitgemetseld fries met boogvormige sparingen, waarbinnen siermetselwerk, waarboven de hardstenen gelijste goot.

    De gevel is boven de met hardstenen platen beklede lage plint uitgevoerd in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. Een speklaag in kunststeen is toegevoegd ter hoogte van de vloerniveaus van de bel-etage, de eerste en de zolderverdieping alsmede de onderdorpels van de vensters op de bel-etage en in het middendeel ook die op de eerste verdieping. In het linker geveldeel is het souterrain geheel blind uitgevoerd.

    Op de bel-etage bevindt zich een erkeruitbouw met een grote vensteropening met rondboog en daarin een drielicht met ongedeelde onderramen en meerruits bovenramen met blauwgroene beglazing. De erker fungeert op de verdieping als balkon, begrensd door een gemetselde borstwering. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een deuropening met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een vijftienruits bovenlicht met blauwgroene beglazing.

    In het centrale deel van de gevel bevond zich op souterrainniveau een met een segmentboog gesloten doorgang naar een toegang. De doorgang is dichtgemetseld. Op de bel-etage en de eerste verdieping bevindt zich een tweelicht met ongedeelde onderramen en meerruits bovenramen met blauwgroene beglazing. In de geveltop bevindt zich een tweelicht met ongedeelde onderramen en meerruits bovenramen met blauwgroene beglazing.

    In het rechter geveldeel bevinden zich op souterrainniveau twee deuropeningen met rondboog. Op het niveau van de bel-etage bevindt zich een serre, die met een kwartronde plattegrond aansluit op de achtergevel. De gevel van de serre bestaat uit een gemetselde borstwering waarop een houten pui van gekoppelde kozijnen met schuiframen met een ongedeeld onderraam en een meerruits bovenraam met blauwgroene beglazing.

    Op de eerste verdieping bevond zich oorspronkelijk een balkon. Dit is bij de verbouwing van 1955 deels bebouwd met een serre. De serre bestaat uit een gemetselde borstwering waarop een houten pui van gekoppelde kozijnen met ongedeelde onderramen en drieruits bovenramen.

    Kap

    De steile dakvlakken van het dak op T-vormig grondplan zijn voorzien van een dekking met natuurlei in Maasdekking. De overgang naar het platte dak is uitgevoerd in een met lood beklede rand.

    Aan de achterzijde bevindt zich in het linker dakvlak een dakkapel, die met een lessenaarsdak aankapt op de hoofdkap. Aan de voorzijde bevindt zich een kozijn met ongedeelde stolpramen. In het rechter dakvlak bevindt zich een later toegevoegde brede dakkapel met plat dak met aan de voorzijde vier ongedeelde ramen.

    Aan de rechterzijde staat in het dakvlak een hoog opgetrokken schoorsteen met ernaast brede dakkapel met plat dak met aan de voorzijde drie ongedeelde ramen.

    Op het platte deel van het dak staat een groot daklicht.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    De trap vanuit de centrale hal leidt naar een hal tegen de linker zijgevel. Van daaruit is een hal in het midden van het pand bereikbaar, die toegang geeft tot de vertrekken rond deze hal. Een separate trap vanaf de bel-etage leidt tot een kluisruimte naast de hal.

    De ruimten op dit niveau zijn eenvoudig van opzet. De vloeren zijn betegeld. De wanden zijn gestuukt met een plint van zwarte tegels. De plafonds zijn uitgevoerd als troggewelven.

    Bel-etage

    Achter de entree in de zijgevel leidt een trap naar een centrale hal, die over twee verdiepingen reikt in het hart van het gebouw. In de hal staat de trap naar de eerste verdieping. Rondom de hal liggen meerdere vertrekken gesitueerd.

    De hal is evenals de trap en overloop rijkelijk uitgevoerd in blank gelakt hout. De wanden zijn gestuukt met een hoge betegelde plint. De deuren zijn voorzien van een blank houten architraaf met hoofdgestel.

    De aangrenzende vertrekken zijn als gevolg van meerdere verbouwingen gewijzigd. De stucplafonds resteren.

    Eerste verdieping

    De trap van de verdieping sluit aan op de overloop, die als een balkon in de hal is aangebracht. Rondom de hal en overloop zijn meerdere vertrekken. Aan de overloop ligt een klein trappenhuis naar de zolder.

    De wanden zijn gestuukt. De deuren zijn voorzien van een blank houten architraaf met hoofdgestel. Het plafond wordt gevormd door een overkragende houtconstructie, waarbinnen een plafondlicht in ijzer en glas.

    De aangrenzende vertrekken zijn als gevolg van meerdere verbouwingen gewijzigd. De stucplafonds resteren.

    Zolder

    De trap naar de zolder komt uit op een overloop. De zolderruimte is ingedeeld in verschillende vertrekken rond een centrale ruimte waarin de glaskap boven de centrale hal is opgenomen. Boven de glaskap bevindt zich in het platte dak een daklicht.

    De ruimten worden gedomineerd door de kapconstructie met staanders rond de centrale hal, waartegen aan de buitenzijde halfspanten zijn geplaatst.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    De villa is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere villa's voor de gegoede burgerij werden gebouwd.

    Architectonische waarde

    De villa is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl. De architectonische waarde is mede hoog vanwege het gave interieur. Er is zowel in- als extern sprake van rijke materiaaltoepassing en detaillering.

    Gaafheid

    Het object is ex- en intern weliswaar gewijzigd, maar de cultuurhistorische- en architectonische waarden zijn desondanks goed bewaard gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object heeft hoge stedenbouwkundige waarde door de ligging in de zichtlijn van de Sint Jorisweg en door de ligging in of aan de rand van het park.

    Unieke waarde

    Het object bezit in cultuurhistorisch, architectonisch en bouwkundig opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Singel 81
    • Datering: 1850-1875
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311PB

     

    Omschrijving

    Vrijstaande villa in eclectische stijl, schuin geplaatst ten opzichte van de straat met rondom een tuin. De villa heeft diverse verbouwingen ondergaan. De voorgevel is nagenoeg oorspronkelijk. Het pand is één van de oudste nog bestaande villa's aan de Singel.

    Gepleisterd pand, opgetrokken vanuit in hoofdvorm rechthoekige plattegrond. Twee bouwlagen onder lessenaarsdak. Symmetrische vijfassige voorgevel. Horizontale geleding door plint, cordonlijsten en verkropte kroonlijst met geornamenteerde consoles. Verticale geleding door over de volle hoogte opgaande hoekpilasters met spiegels en eveneens pilasters met spiegels ter weerszijden van de middentravee.

    Accentuering middentravee door deurpartijen op beide lagen en balkon op geornamenteerde consoles. Dubbele deuren met kalf en bovenlicht. Deuren begane grond met smeedijzeren hekjes.

    Alle gevelopeningen zijn getoogd en voorzien van profiellijsten. Schuifvensters van het B-type. Onder de schuifvensters licht vooruitspringende velden met rechthoekig lijstwerk ter accentuering borstweringen. Zijgevels en achtergevel met kroonlijst en diverse vensteropeningen. Achtergevel met serre en zeven-zijdige tuinkamer.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de architectoniche en stedenbouwkundige waarde. De villa heeft een voornaam uiterlijk en vormt met de omringende tuin een kenmerkend onderdeel van de historische structuur van het gebied.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


    Externe links


  • Singel 84
    • Datering: 1884
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311PE

     

    Omschrijving

    Vrijstaande villa, in 1884 ontworpen in eclectische stijl met sterke neo-renaissance invloed. Pand met rondom tuin maakt deel uit van de oorspronkelijke Singelbebouwing. Omstreeks 1914 werd het pand aan de achterzijde van een uitbouw voorzien. De eigenlijke villa heeft in de loop der jaren enkele kleine wijzigingen ondergaan.

    Pand is vanuit een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond opgetrokken in baksteen, verlevendigd met natuursteen en pleisterwerk in de vorm van o.a. lijsten, boogblokjes, speklagen en ornamentiek in de topgevel. Twee bouwlagen onder schilddak. Dakkapel met rondboogvenster geflankeerd door pilasters, klauwstukken en bekroond met driehoekig fronton. Asymmetrische voorgevel met ter rechterzijde risaliet boven de rijk geornamenteerde kroonlijst eindigend in een verhoogde hals compleet met klauwstukken en fronton. Horizontale geleding door basement, speklagen, cordonlijsten en kroonlijst met tandfries en gecanneleerde consoles.

    Rechtergeveldeel met licht risalerende, over twee lagen opgaande, brede venstertravee beëindigd met kroonlijst. Twee driestrooksvensters met eronder siermetselwerk. In de hals van de topgevel twee rondboogvensters. Linkergeveldeel met overdekte houten veranda en ingangspartij. Rijk geornamenteerde dubbele deuren met deurroosters, kalf en bovenlicht. Venster aan veranda is driestrooks. Op verdieping twee vensters ontlast met ellipsbogen. Boogvelden gepleisterd en met cartouches. Vensters met bovenlicht en met naar buitendraaiende ramen. Plat boven entree toegankelijk met eenvoudige dubbele balkondeuren. Alle gevelopeningen zijn rechtgesloten. Kroonlijst rondom hele huis maar aan zij- en achtergevels minder rijk. Rechterzijgevel met diverse vensters. Achtergevel met uitbouw en serre. Achter dakschild met dakkapel.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de architectonische en stedenbouwkundige waarde. Voorbeeld van eclectische vormgeving. Villa met omringende tuin maakt onderdeel uit van de historische structuur van de Singel.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Singel 87 (complex "De Beukenhof")
    • Datering: 1895
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311PB

     

    Inleiding

    Villacomplex 'De Beukenhof' bestaande uit een VILLA, een TUINKOEPEL en een TUINHUISJE. De villa is in 1895 gebouwd in Neo-Renaissancestijl met kenmerken uit het Eclecticisme in opdracht van de heer H.C. Wijers-van Driel. In de oudere tuin de tuinkoepel in Eclectische stijl behorend bij het voorgaande woonhuis en bij de romantische tuinaanleg naar ontwerp van L.P. Zocher, en het tuinhuisje.

    Omschrijving

    Gefaseerd tot stand gekomen complex van een villa met de voorgevel naar de straat gericht, en achter de villa een tuinkoepel en een tuinhuisje omgeven door een romantische tuin.

    Waardering

    Het laat negentiende-eeuwse villacomplex De Beukenhof is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorisch waarde als gaaf bewaard gebleven woonhuis voor de gegoede burgerij in Neo-Renaissancestijl met bijbehorende tuinhuisjes en vanwege de ensemblewaarde met de belendende panden en het nabijgelegen Merwesteijnpark.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok, Villa Beukenhof: Samuel van Hoogstratensingel 87 te Dordrecht, 2023.
    • Angenetha Balm-Kok, Villa Beukenhof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.88 2023.
    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Externe links


  • Singel 87 (villa)
    • Naam: De Beukenhof
    • Datering: 1895
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311PB

     

    Inleiding

    VILLA uit 1895 gebouwd in de stijl van de Neo-Renaissance met Eclectische elementen in opdracht van de heer H.C. Wijers- van Driel, hoofdonderdeel van het villacomplex De Beukenhof.

    In 1926 zijn in de rechter zijgevel twee kruiskozijnen geplaatst ter vervanging van een schuifraam en in 1941 zijn in de voor- en linker zijgevel nieuwe dakkapellen geplaatst. Het souterrain had van oorsprong een bijkeuken en een mangelkamer maar werd in de jaren tachtig tot een zelfstandige woonruimte verbouwd waarbij in de zij- en achtergevels nieuwe vensters zijn aangebracht.

    Omschrijving

    De villa heeft een vierkante plattegrond en boven een gepleisterd souterrain opgetrokken in schone baksteen over twee bouwlagen en een kaplaag. Het pand heeft een afgeknot schilddak bedekt met kruispannen. Het souterrain is gepleisterd waarbij in de bovenste rand schijnvoegen zijn aangebracht. Rondom brede gevellijsten en een geprofileerde gootlijst die aan de voorgevel rust op consoles met triglyfen. De gevels zijn voorzien van geblokte hoeklisenen en geleed door middel van gestucte cordonlijsten, waarvan sommige zijn geprofileerd. In alle gevels zit op de hoek een hardstenen tegel waarin telkens de initialen van één van de kinderen van de eerste bewoners zijn gegraveerd: L.P.A.J.W./ A.A.J.W./J.F.J.W. en H.B.M.W.

    De voorgevel (zuidoost) heeft rechts een risaliet bekroond met een topgevel. Tegen de risaliet een erker met in de afgeschuinde zijden drie schuifvensters. Aan weerszijden van de vensters smalle pilasters en bovenlangs een geprofileerd gootlijstje. Op de erker een balkon met een opengewerkte, gestucte balustrade met op de twee voorste hoeken een baluster. Aan het balkon openslaande deuren met zij- en bovenlichten, geplaatst in een gestucte omlijsting met pilasters en kroonlijstje. In de kap van de risaliet een dakkapel met rondboogvormig T-venster met gestucte sluitsteen. Kapelomlijsting met attiek en pilasters met klauwstukken. Op de gevelhoeken van de risaliet en op de dakkapel in totaal vier gestucte pironnen.

    Ongeveer in het midden van de voorgevel, in het terugliggende linker geveldeel, bevindt zich de entree met een ingezwenkte, hardstenen bordestrap met hoekbalusters en leuning die op gestucte balusters rust. Langs de hardstenen bordesplaat een gesloten borstwering. Dubbele deur met siersmeedwerk voor de deurlichten en bewerkte gietijzeren handvaten. Glas-in-loodbovenlicht met beschilderd medaillon. Rechts een ingemetselde hardstenen brievenbus. Gietijzeren luifel met glasdakje op geprofileerde zuiltjes met composiet kapitelen. De luifel en zuiltjes zijn afkomstig van G.J. Vincent & Co te Schiedam. Links van de entreepartij een meerruits venster met dubbele ramen, zij- en bovenlichten, geplaatst in een gestucte omlijsting met pilasters en kroonlijstje. Op de verdieping links twee T-vensters met getoogd bovenlicht in een geprofileerde, gestucte omlijsting. Aan de onderzijde een gestuct, liggend paneel. In het voorschild een dakkapel met tweeledig rechtgesloten venster en attiek.

    De linker zijgevel (zuid-west) heeft vier T-vensters met glas-in-loodramen en geprofileerde omlijsting. De twee vensters op de begane grond zijn rechtgesloten terwijl die op de verdieping getoogd zijn. Ter plekke van het trappenhuis een groot schuifvenster met glas-in-lood en eveneens met geprofileerde omlijsting. In de kap drie dakkapellen met tweeledig venster en attiek.

    De rechter zijgevel (noord-oost) heeft vier vensters en één blind raamvlak. De twee kruiskozijnen op de begane grond zijn voorzien van luiken en hebben glas-in-lood bovenlichten met een beschilderd medaillon. Gestucte raamomlijsting met pilasters en kroonlijstje op consoles.

    Alle vensteropeningen in de achtergevel zijn rechtgesloten en hebben aan de bovenzijde gestucte sluit- en hoekstenen. Links een glazen serre met een borstwering van kraalschroten. Ernaast een klein balkon met ijzeren spiltrap naar de tuin. Aan het balkon een dubbele deur met bovenlicht en een ijzeren balkonbalustrade. Op de serre een dakterras waaraan een T-venster met luiken en een glasdeur met bovenlicht naar het achterliggende vertrek. Vlak onder de dakrand nog een tweedelig venster. Langs het dakterras een hekwerk van gedraaide houten balusters.

    Rechts een risalerend bouwdeel met afgeknot schilddak waarvan de dakschilden lager doorlopen dan bij de rest van het pand. In deze risaliet op beide bouwlagen een T-venster met luiken.

    Het interieur is nog voor een belangrijk deel in originele staat. De plattegrond heeft in het midden een brede gang die naar de veranda leidt, rechts de salon met schuifdeuren. Links een spreekkamer, een keuken en een tuinkamer. Het interieur is min of meer gaaf en voorzien van een aantal bijzondere onderdelen. In de gang en het tochtportaal marmeren vloeren, in de salonkamers stucplafonds met kinderhoofdjes en met stucdecoraties in de hoeken. In de achterste salonkamer een schouw met houtsnijwerk. In de tuinkamer een fraai beschilderd plafond in Art-Nouveau stijl. Meerdere houten en marmeren schouwen. In het toilet geperste reliëftegels. Trappenhuis met glas-in-loodraam, langs de trappen gedraaide houten spijlen.

    Waardering

    De laat negentiende-eeuwse notabelenwoning Villa Beukenhof is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorisch waarde als gaaf bewaard gebleven woonhuis voor de gegoede burgerij in Neo-Renaissancestijl en vanwege de ensemblewaarde met de belendende panden en het nabijgelegen Merwesteijnpark.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok, Villa Beukenhof: Samuel van Hoogstratensingel 87 te Dordrecht, 2023.
    • Angenetha Balm-Kok, Villa Beukenhof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.88 2023.
    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Externe links


  • Singel 87 (tuinhuis)
    • Datering: 1900-1925
    • Oorspronkelijke functie: Tuinhuis
    • Bouwstijl: Art Nouveau
    • Postcode: 3311PB

     

    Inleiding

    In Eclectische stijl uitgevoerd TUINHUISJE met Art Nouveau-elementen, waarschijnlijk uit het begin van de twintigste eeuw, onderdeel van het villacomplex De Beukenhof, gesitueerd in de tuin van de villa

    Omschrijving

    Achter in de tuin (aan de noordzijde) bevindt zich een houten tuinhuisje met open voorzijde, afgezet met houtsnijwerk in Art Nouveaustijl. De binnenzijde is betimmerd met kraalschroten. In de achterwand een ingebouwd kastje. 

    Waardering

    Vroeg twintigste eeuws tuinhuisje van algemeen belang wegens ensemblewaarde als historisch-functioneel onderdeel van het villacomplex De Beukenhof. 

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok, Villa Beukenhof: Samuel van Hoogstratensingel 87 te Dordrecht, 2023.
    • Angenetha Balm-Kok, Villa Beukenhof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.88 2023.
    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Externe links


Pagina 1 van 5


Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).