Oudenhovenstraat
-
Oudenhovenstraat 1
- Datering: 1885
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Frans-classicistische tuinstijl
- Postcode: 3311GK
HET DUBBELE HERENHUIS OUDENHOVENSTRAAT 1 EN 3
Stations-avenueplan
Toen in 1872 het station in gebruik werd genomen lag het ver buiten de stad. Een geheel nieuw aan te leggen weg, de 'avenue naar het spoorwegstation' zoals de naam in planfase luidde, zou het station via een brug over de Spuihaven met de (binnen)stad verbinden.
In 1873 is deze avenue aangelegd en als Johan de Wittstraat in gebruik genomen.
Naar voorbeeld van andere steden waar dergelijke avenues van monumentale bebouwing zijn voorzien, zijn in de jaren zeventig ook langs de Johan de Wittstraat fraaie villa's en herenhuizen gebouwd.
Als onderdeel van het 'stations-avenueplan' zouden tussen de nieuwe Johan de Wittstraat en de oude Spuiweg, in de schutterswei -het exercitieveld-, twee brede boulevards worden aangelegd. Waar beide straten elkaar kruisen zou een ruim cirkelvormig plein komen. Het plan is echter als te duur terzijde geschoven.
Wat ervoor in de plaats kwam was evenzeer ruim van opzet. Het Beverwijcksplein, een royaal ovaalvormig plantsoen met een fraaie fontein in het midden.
Aan de westzijde hiervan is in 1877 het gast- of ziekenhuis gebouwd. Aan de Matthijs Balenstraat en de Oudenhovenstraat zijn in de jaren tachtig betrekkelijk eenvoudige woonhuizen in lintbebouwing gerealiseerd. De achtertuinen van de eerder aangehaalde herenhuizen aan de Johan de Wittstraat vormen een groene-oostelijke zoom van het plein.
Slechts op de hoek van het Beverwijcksplein en de Oudenhovenstraat is in deze zoom een perceel bestemd voor bebouwing gereserveerd.
Dubbel herenhuis
Op dit hoekperceel is rond 1885, mogelijk door de timmerman C. van Eijsbergen, een royaal dubbel herenhuis gebouwd. De identieke en ten opzichte van elkaar gespiegelde woningen zijn voorzien van twee bouwlagen boven een souterrain. In de afzonderlijke mansardedaken bevinden zich zolders.
Mogelijk waren beide huizen, zoals meerdere in de omgeving, bedoeld voor bewoning door medisch specialisten die werkzaam waren in het gast- of ziekenhuis. Het souterrain was desgewenst te gebruiken als praktijk-aan-huis.
Oudenhovenstraat nr. 1 (rechts) is vanaf 1907 tot enkele jaren terug bewoond geweest door de fam. Logger, de heer J. Logger was apotheker van het gast- of ziekenhuis. Hij dreef de apotheek in zijn woonhuis.
Omschrijving van de herenhuizen Oudenhovenstraat 1 (rechterwoning) en 3 (linkerwoning)
Er zijn geen bouwtekeningen bewaard gebleven. Het is onbekend of het bouwblok is ontworpen door een architect, of dat de (mogelijke) bouwer, C. van Eijsbergen, de tekeningen voor de bouw zelf heeft vervaardigd.
De woningen zijn traditioneel van opzet. Qua interieurs zijn zij vrijwel identiek aan de door architect J.C. Schotel in 1878 getekende herenhuizen aan de Singel 270-294.
Plattegronden en inrichting
In het souterrain zijn de keuken en de provisieruimte (kelder) ondergebracht, aan de achterzijde is een tuinkamer gelegen. Deze vertrekken zijn bereikbaar met een trap vanuit de vestibule.
De meest representatieve vertrekken zijn gelegen op de verhoogde bel-etage. De salon-en-suite, onderling door een porte-brisée (schuifdeuren) verbonden, zijn voorzien van decoratief versierde gepleisterde plafonds. De plafonds in nr. 3 zijn nog oorspronkelijk en versierd met ornamenten met florale motieven. Na aankoop van nr. 1 in 1899 door de stukadoor G.H. Schutte zijn de plafonds door hem vernieuwd en voorzien van rozetvormige ornamenten. In oorsprong waren alle vertrekken te verwarmen met een schouw. Alleen in de salon van nr. 1 is de schouw bewaard gebleven. Boven de natuurstenen mantel hangt een fraaie spiegel met vergulde lijst tegen de boezem, deze dateert uit 1907. In ditzelfde jaar is het huis gekocht door J. Logger die als apotheker voor het gast- of ziekenhuis werkte. In zijn opdracht is tegen de achterzijde een balkon aangebouwd, later is dit balkon tot erker omgebouwd.
Rond 1908 is ook nr. 3 voorzien van een aangebouwde erker tegen de zijgevel. Deze fraaie erker heeft een balkon op het dak en geeft uitzicht op het Beverwijcksplein. In deze jaren werd het huis bewoond door de metselaar en schoorsteenveger C.A. Tenenti, familie van de Dordtse architect Carel J.J. Tenenti. Zou deze verantwoordelijk zijn voor het ontwerp van de erker?
Terzijde van de salon-en-suite bevinden zich de vestibule, een gang met trappenhuis, een toilet en aan de achterzijde een kamertje. Tussen 1899 en 1907 is nr. 1 gesplitst geweest in een onder- en bovenhuis, hiervoor is het trappenhuis verbouwd. Na aankoop van het huis door J. Logger is in 1907 de oorspronkelijke toestand min of meer hersteld.
De ruimtelijke indeling van de eerste verdieping is vrijwel identiek aan de bel-etage. Een voor- en achterkamer waartussen een porte-brisée zijn de belangrijkste vertrekken op de verdieping, beide zijn voorzien van gedecoreerde stucplafonds. Terzijde hiervan: de overloop met trappenhuis en aan voor- en achterzijde een kamertje.
Onder het mansardedak bevindt zich de zolder, hierin is aan de achterzijde met houten beschot een kamertje gemaakt. De toestand van zowel de verdieping als de zolder is sinds de bouw rond 1885 niet wezenlijk gewijzigd.
Gevels en daken
De voorgevel is uitgevoerd als een lijstgevel die lijkt te zijn geïnspireerd door de 17de-eeuwse Franse barokarchitectuur. De orde en regelmaat van de vensteropeningen en de brede lijst met fraai bewerkte voluutvormige consoles geeft het dubbele herenhuis een voornaam en deftig aanzien. De invloed van de Franse architectuur wordt nog versterkt door beide mansardedaken op het huis. De portieken met bordestrap en dubbele entreedeuren zijn weer onmiskenbaar laat 19de-eeuws. De geheel bakstenen gevel is zorgvuldig gemetseld in staandverband met schuine strekken boven vensters en portieken. De houten lambrekijns voor de stores (trekjalouzieën) zijn boven de vensters van nr. 1 bewaard gebleven. De verdiepingsvensters van nr. 3 zijn in het verleden (helaas) ingekort.
De overige gevels zijn functioneel voorzien van de nodige vensters (met T -vormige schuiframen) en deuren. De schoorstenen zijn tegen de gevels uitgemetseld. De op zich sobere gevels worden bijzonder verlevendigd door beide uitgebouwde erkers.
Het dubbele mansardedak wordt gedragen door een gordingenkap met hangspanten. Helaas is enkele jaren terug de oorspronkelijke dakbedekking, gesmoorde oud-Hollandse dakpannen met pironnen op de hoekpunten, vervangen door grijze beton pannen.
Conclusie
Het dubbele herenhuis Oudenhovenstraat 1 en 3 is uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt van algemeen belang vanwege de nog grotendeels gave oorspronkelijke opzet, stijl, detaillering en materialisering.
Het maakt daarbij deel uit van een gedeelte van de stad (omgeving Beverwijcksplein/Johan de Wittstraat) dat sinds de ontwikkeling in de jaren zeventig van de 19de eeuw grotendeels gaaf is gebleven.
Publicaties
- Albert van Engelenhoven, Dordrecht in historisch perspectief aflevering 8: Monumentale Dordtse Herenhuizen met praktijk-aan-huis, mei 2001.
Bijlage
-
9121519.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Oudenhovenstraat 3
- Datering: 1885
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Frans-classicistische tuinstijl
- Postcode: 3311GK
HET DUBBELE HERENHUIS OUDENHOVENSTRAAT 1 EN 3
Stations-avenueplan
Toen in 1872 het station in gebruik werd genomen lag het ver buiten de stad. Een geheel nieuw aan te leggen weg, de 'avenue naar het spoorwegstation' zoals de naam in planfase luidde, zou het station via een brug over de Spuihaven met de (binnen)stad verbinden.
In 1873 is deze avenue aangelegd en als Johan de Wittstraat in gebruik genomen.
Naar voorbeeld van andere steden waar dergelijke avenues van monumentale bebouwing zijn voorzien, zijn in de jaren zeventig ook langs de Johan de Wittstraat fraaie villa's en herenhuizen gebouwd.
Als onderdeel van het 'stations-avenueplan' zouden tussen de nieuwe Johan de Wittstraat en de oude Spuiweg, in de schutterswei -het exercitieveld-, twee brede boulevards worden aangelegd. Waar beide straten elkaar kruisen zou een ruim cirkelvormig plein komen. Het plan is echter als te duur terzijde geschoven.
Wat ervoor in de plaats kwam was evenzeer ruim van opzet. Het Beverwijcksplein, een royaal ovaalvormig plantsoen met een fraaie fontein in het midden.
Aan de westzijde hiervan is in 1877 het gast- of ziekenhuis gebouwd. Aan de Matthijs Balenstraat en de Oudenhovenstraat zijn in de jaren tachtig betrekkelijk eenvoudige woonhuizen in lintbebouwing gerealiseerd. De achtertuinen van de eerder aangehaalde herenhuizen aan de Johan de Wittstraat vormen een groene-oostelijke zoom van het plein.
Slechts op de hoek van het Beverwijcksplein en de Oudenhovenstraat is in deze zoom een perceel bestemd voor bebouwing gereserveerd.
Dubbel herenhuis
Op dit hoekperceel is rond 1885, mogelijk door de timmerman C. van Eijsbergen, een royaal dubbel herenhuis gebouwd. De identieke en ten opzichte van elkaar gespiegelde woningen zijn voorzien van twee bouwlagen boven een souterrain. In de afzonderlijke mansardedaken bevinden zich zolders.
Mogelijk waren beide huizen, zoals meerdere in de omgeving, bedoeld voor bewoning door medisch specialisten die werkzaam waren in het gast- of ziekenhuis. Het souterrain was desgewenst te gebruiken als praktijk-aan-huis.
Oudenhovenstraat nr. 1 (rechts) is vanaf 1907 tot enkele jaren terug bewoond geweest door de fam. Logger, de heer J. Logger was apotheker van het gast- of ziekenhuis. Hij dreef de apotheek in zijn woonhuis.
Omschrijving van de herenhuizen Oudenhovenstraat 1 (rechterwoning) en 3 (linkerwoning)
Er zijn geen bouwtekeningen bewaard gebleven. Het is onbekend of het bouwblok is ontworpen door een architect, of dat de (mogelijke) bouwer, C. van Eijsbergen, de tekeningen voor de bouw zelf heeft vervaardigd.
De woningen zijn traditioneel van opzet. Qua interieurs zijn zij vrijwel identiek aan de door architect J.C. Schotel in 1878 getekende herenhuizen aan de Singel 270-294.
Plattegronden en inrichting
In het souterrain zijn de keuken en de provisieruimte (kelder) ondergebracht, aan de achterzijde is een tuinkamer gelegen. Deze vertrekken zijn bereikbaar met een trap vanuit de vestibule.
De meest representatieve vertrekken zijn gelegen op de verhoogde bel-etage. De salon-en-suite, onderling door een porte-brisée (schuifdeuren) verbonden, zijn voorzien van decoratief versierde gepleisterde plafonds. De plafonds in nr. 3 zijn nog oorspronkelijk en versierd met ornamenten met florale motieven. Na aankoop van nr. 1 in 1899 door de stukadoor G.H. Schutte zijn de plafonds door hem vernieuwd en voorzien van rozetvormige ornamenten. In oorsprong waren alle vertrekken te verwarmen met een schouw. Alleen in de salon van nr. 1 is de schouw bewaard gebleven. Boven de natuurstenen mantel hangt een fraaie spiegel met vergulde lijst tegen de boezem, deze dateert uit 1907. In ditzelfde jaar is het huis gekocht door J. Logger die als apotheker voor het gast- of ziekenhuis werkte. In zijn opdracht is tegen de achterzijde een balkon aangebouwd, later is dit balkon tot erker omgebouwd.
Rond 1908 is ook nr. 3 voorzien van een aangebouwde erker tegen de zijgevel. Deze fraaie erker heeft een balkon op het dak en geeft uitzicht op het Beverwijcksplein. In deze jaren werd het huis bewoond door de metselaar en schoorsteenveger C.A. Tenenti, familie van de Dordtse architect Carel J.J. Tenenti. Zou deze verantwoordelijk zijn voor het ontwerp van de erker?
Terzijde van de salon-en-suite bevinden zich de vestibule, een gang met trappenhuis, een toilet en aan de achterzijde een kamertje. Tussen 1899 en 1907 is nr. 1 gesplitst geweest in een onder- en bovenhuis, hiervoor is het trappenhuis verbouwd. Na aankoop van het huis door J. Logger is in 1907 de oorspronkelijke toestand min of meer hersteld.
De ruimtelijke indeling van de eerste verdieping is vrijwel identiek aan de bel-etage. Een voor- en achterkamer waartussen een porte-brisée zijn de belangrijkste vertrekken op de verdieping, beide zijn voorzien van gedecoreerde stucplafonds. Terzijde hiervan: de overloop met trappenhuis en aan voor- en achterzijde een kamertje.
Onder het mansardedak bevindt zich de zolder, hierin is aan de achterzijde met houten beschot een kamertje gemaakt. De toestand van zowel de verdieping als de zolder is sinds de bouw rond 1885 niet wezenlijk gewijzigd.
Gevels en daken
De voorgevel is uitgevoerd als een lijstgevel die lijkt te zijn geïnspireerd door de 17de-eeuwse Franse barokarchitectuur. De orde en regelmaat van de vensteropeningen en de brede lijst met fraai bewerkte voluutvormige consoles geeft het dubbele herenhuis een voornaam en deftig aanzien. De invloed van de Franse architectuur wordt nog versterkt door beide mansardedaken op het huis. De portieken met bordestrap en dubbele entreedeuren zijn weer onmiskenbaar laat 19de-eeuws. De geheel bakstenen gevel is zorgvuldig gemetseld in staandverband met schuine strekken boven vensters en portieken. De houten lambrekijns voor de stores (trekjalouzieën) zijn boven de vensters van nr. 1 bewaard gebleven. De verdiepingsvensters van nr. 3 zijn in het verleden (helaas) ingekort.
De overige gevels zijn functioneel voorzien van de nodige vensters (met T -vormige schuiframen) en deuren. De schoorstenen zijn tegen de gevels uitgemetseld. De op zich sobere gevels worden bijzonder verlevendigd door beide uitgebouwde erkers.
Het dubbele mansardedak wordt gedragen door een gordingenkap met hangspanten. Helaas is enkele jaren terug de oorspronkelijke dakbedekking, gesmoorde oud-Hollandse dakpannen met pironnen op de hoekpunten, vervangen door grijze beton pannen.
Conclusie
Het dubbele herenhuis Oudenhovenstraat 1 en 3 is uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt van algemeen belang vanwege de nog grotendeels gave oorspronkelijke opzet, stijl, detaillering en materialisering.
Het maakt daarbij deel uit van een gedeelte van de stad (omgeving Beverwijcksplein/Johan de Wittstraat) dat sinds de ontwikkeling in de jaren zeventig van de 19de eeuw grotendeels gaaf is gebleven.
Publicaties
- Albert van Engelenhoven, Dordrecht in historisch perspectief aflevering 8: Monumentale Dordtse Herenhuizen met praktijk-aan-huis, mei 2001.
Bijlage
-
9121520.pdf (opent in een nieuw venster)