Tag

Noordendijk

Objecten met monumentenstatus.

  • Noordendijk 11-13
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woon-winkelpand
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Reus
    • Postcode: 3311RM

     

    Algemene beschrijving

    Woon- en winkelpand.

    Ligging

    Het pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de brug over de Spuihaven tot in het Kromhout. Het is onderdeel van een ensemble van drie panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het gedeelte Noordendijk tot aan de Groenedijk is in 1603 aangelegd als onderdeel van de eerste inpoldering ten zuiden van Dordrecht. Vanaf de Noordersluispoort vormde de Noordendijk eeuwenlang een (ondergeschikte) verbinding met het achterland.

    In het derde kwart van de negentiende eeuw begon de ontwikkeling van het noordoostelijke gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Langs onder meer de Noordendijk werd de bestaande verspreide bebouwing vervangen door bouwblokken van meerdere aaneengesloten woningen.

    Omstreeks 1900 is de bebouwing tussen de Spuihaven en het Kromhout waarschijnlijk in korte tijd opgetrokken.

    In 1918 wordt het balkon op de eerste verdieping aan de achtergevel verlengd.

    In 1959 worden in de achtergevel deuren gemaakt.

    Intern wordt in 1963 de keuken gewijzigd en wordt in 1965 de winkelindeling gewijzigd.

    In 1967 worden intern wijzigingen doorgevoerd in het kader van particuliere woningverbetering. Intern wordt in 1971 de woning gewijzigd en wordt in 1976 de trap naar de winkel verplaatst.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel bezit twee assen en wordt beëindigd door een kroonlijst. Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen. De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

    Op de begane grond bevindt zich aan de linkerzijde een winkelraam. Onder het winkelraam is het metselwerk tot aan de onderste speklaag gepleisterd. De gevelopening is overspannen met een ijzeren ligger, waarboven een koppenrollaag in hardrode steen. Het winkelraam is ongedeeld. Het bovenraam is met plaatwerk afgedicht.

    Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening, die aan de bovenzijde is voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven het rechte kozijn is een gecementeerde lei aangebracht, waarboven de zwik is afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. In de deuropening bevindt zich teruggelegd een kozijn met twee gemoderniseerde deuren. De bovenlichten zijn in de lijn van de gevel met plaatwerk dichtgezet.

    Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen. De linker vensteropening is voorzien van een drielicht met een houten kozijn met in de smalle zijramen een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen en bovenraam. In de rechter vensteropening bevinden zich in het kozijn ongedeelde houten stolpramen en bovenraam. De ramen op de verdieping zijn gemoderniseerd en alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    In de as staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel met een gecementeerde kroonlijst. Op de kroonlijst bevindt zich een gecementeerd halfrond fronton, tussen twee pirons aan weerszijden op de kroonlijst. De dakkapel bezit aan weerszijden gecementeerde klauwstukken. In de segmentboogvensteropening bevindt zich een kozijn met ongedeelde stolpramen.

    Achtergevel

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving gebaseerd op waarnemingen vanaf een aangrenzend perceel)

    De achtergevel telt vier bouwlagen, waarvan de vierde in de geveltop, en wordt beëindigd met het houten overstek van het dak. Op souterrainniveau bevindt zich aan de linkerzijde een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur met een glaspaneel. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel.

    Op de begane grond bevindt zich aan de linkerzijde een vensteropening, voorzien van een ijzeren rooster in de dagopening. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel. In de dagopening is een ijzeren hekwerk geplaatst.

    Op de verdieping bevindt zich een ijzeren balkon begrensd door een ijzeren hekwerk en voorzien van een afdak in de vorm van een lessenaarsdak gedekt met golfplaten. In de gevel bevindt zich aan de linker zijde een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenraam.

    In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een kozijn met ongedeelde stolpramen.Kap Het halve schilddak is gedekt met rode verbeterd Hollandse pannen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving van het interieur gebaseerd op archiefgegevens)

    Souterrain

    Aan de linkerzijde bevindt zich een van voor- tot achtergevel doorlopende ruimte. De trap naar de begane grond is bij de verbouwing in 1976 van de traphal naar deze ruimte verplaatst. Aan de rechterzijde bevindt zich de voormalige traphal en aan de voor- en achterzijde een ruimte.

    Begane grond

    Aan de linkerzijde bevindt zich een van voor- tot achtergevel doorlopende winkelruimte. De trap naar het souterrain is bij de verbouwing in 1976 van de traphal naar deze ruimte verplaatst. Aan de rechterzijde bevindt zich de opgang naar het bovenhuis en in het verlengde daarvan de voormalige traphal naar de kelder met een toilet en een kamer tegen de achtergevel.

    Eerste verdieping

    De trapopgang sluit met een bovenkwart aan op de overloop. Aan de voorzijde bevindt zich een badkamer en aan de achterzijde de keuken. In de overloop bevindt zich het toilet. Aan de linkerzijde bevonden zich oorspronkelijk de voor-, tussen- en achterkamer (en suite), die zijn verbouwd tot twee ruimten.

    Zolder

    Van dit niveau zijn geen gegevens bekend.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd. Het pand is mede van belang als woon- en winkelpand en als onderdeel van een blok van drie panden die in één bouwfase zijn ontwikkeld.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuur-historische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern behoudens de beglazing op de verdieping niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch- en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.

    Bijlage


  • Noordendijk 15-17
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woon-winkelpand
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Reus
    • Postcode: 3311RM

     

    Algemene beschrijving

    Woon- en winkelpand.

    Ligging

    Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de brug over de Spuihaven tot in het Kromhout. Het pand is onderdeel van een ensemble van drie panden.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het gedeelte Noordendijk tot aan de Groenedijk is in 1603 aangelegd als onderdeel van de eerste inpoldering ten zuiden van Dordrecht. Vanaf de Noordersluispoort vormde de Noordendijk eeuwen een (ondergeschikte) verbinding met het achterland.

    In het derde kwart van de negentiende eeuw begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Langs onder meer de Noordendijk werd de bestaande verspreide bebouwing vervangen door bouwblokken van meerdere aaneengesloten woningen.

    De bebouwing tussen de Spuihaven en het Kromhout is rond 1900 waarschijnlijk in korte tijd opgetrokken.

    Intern wordt in 1976 de trap naar de winkel verplaatst en op de begane grond een doorgang naar de winkelruimte in nummer 11 / 13 gemaakt.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel bezit twee assen en wordt beëindigd door een kroonlijst. Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen. De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

    Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een winkelraam. De gevelopening is overspannen met een ijzeren ligger, waar boven een koppenrollaag in hardrode steen. Het winkelraam bezit een ongedeeld onderraam een segmentboogvormige bovenrand en een zevenruits bovenraam met een vulling van geel getint glas.

    Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening, die aan de bovenzijde is voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven het rechte kozijn is een gecementeerde lei aangebracht, waarboven de zwik is afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. In de deuropening bevindt zich teruggelegd een kozijn met twee gemoderniseerde deuren en ongedeelde bovenlichten.

    Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen. De linker vensteropening is voorzien van een drielicht met een houten kozijn met in de smalle zijramen een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen en een bovenraam. In de rechter vensteropening bevinden zich in het kozijn ongedeelde houten stolpramen en bovenraam. De ramen op de verdieping zijn gemoderniseerd en alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    In de as staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel met een gecementeerde kroonlijst. Op de kroonlijst bevind zich een gecementeerd halfrond fronton, oorspronkelijk tussen een piron aan weerszijden op de kroonlijst, die niet meer aanwezig zijn. De dakkapel bezit aan weerszijden gecementeerde klauwstukken. In de segmentboogvensteropening bevindt zich een kozijn met ongedeelde stolpramen.

    Achtergevel

    De achtergevel telt vier bouwlagen, waarvan de vierde in de geveltop, wordt beëindigd met het houten overstek van het dak. Op souterrainniveau bevindt zich aan de linkerzijde een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur met een glaspaneel. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel.

    Op de begane grond bevindt zich een houten balkon begrensd door een ijzeren hekwerk met aan de linkerzijde een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met gemoderniseerde dubbele deuren met een glaspaneel en twee bovenramen.

    Op de verdieping bevindt zich een houten balkon begrensd door een ijzeren hekwerk. In de gevel bevindt zich aan de linker zijde een vensteropening met in het kozijn een gemoderniseerd kozijn een tweeruits bovenraam en een ongedeeld bovenlicht. Aan de rechterzijde bevindt zich een brede gemoderniseerde pui met centraal met dubbele deuren met een glaspaneel en een tweeruits bovenraam. Aan weerszijden hiervan een ongedeeld onder- en bovenraam.

    In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een gemoderniseerd tweelicht met ongedeelde ramen.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met rode verbeterd Hollandse pannen. In het linker dakvlak staat een gemetselde schoorsteen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving van het interieur gebaseerd op archiefgegevens)

    Souterrain

    Aan de voorzijde bevindt zich een ruimte met daar achter een tussenruimte en een korte gang leidend naar een doorgang met het buurpand. Aan de rechterzijde bevindt zich de voormalige traphal, waaruit de trap in 1976 is verwijderd. Aan de achterzijde bevinden zich twee ruimten.

    Begane grond

    Aan de linkerzijde bevinden zich drie achter elkaar gesitueerde ruimten. Aan de rechterzijde bevindt zich de opgang naar het bovenhuis en in het verlengde daarvan de voormalige traphal naar de kelder met een toilet en een kamer tegen de achtergevel.

    Eerste verdieping

    De trapopgang sluit met een bovenkwart aan op de overloop. Aan de voorzijde bevindt zich een badkamer en aan de achterzijde de keuken. In de overloop bevindt zich het toilet. Aan de linkerzijde bevonden zich oorspronkelijk de voor-, tussen- en achterkamer (en suite).

    Zolder

    Van dit niveau zijn geen gegevens bekend.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd. Mede van belang als woon- en winkelpand en als onderdeel van een blok van drie panden dat in één bouwfase is ontwikkeld.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern behoudens de beglazing op de verdieping niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Noordendijk 19-21
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Reus
    • Postcode: 3311RM

     

    Algemene beschrijving

    Pand met boven- en benedenwoning, nu samengevoegd tot één woning.

    Ligging

    Het pand is onderdeel van een ensemble, op de hoek Kromhout - Noordendijk.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het gedeelte Noordendijk tot aan de Groenedijk is in 1603 aangelegd als onderdeel van de eerste inpoldering ten zuiden van Dordrecht. Vanaf de Noordersluispoort vormde de Noordendijk eeuwen een (ondergeschikte) verbinding met het achterland.

    In het derde kwart van de negentiende eeuw begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de negentiende-eeuwse schil op gang te komen. Langs onder meer de Noordendijk werd de bestaande verspreide bebouwing vervangen door bouwblokken van meerdere aaneengesloten woningen.

    De bebouwing tussen de Spuihaven en het Kromhout is waarschijnlijk omstreeks 1895 in korte tijd opgetrokken.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel bezit twee assen en wordt beëindigd door een kroonlijst. Boven een hardstenen plint is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen. De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

    Op de begane grond bevinden zich aan de linkerzijde twee vensteropeningen en aan de rechterzijde een deuropening, die aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven het rechte kozijn is een gecementeerde lei aangebracht, waarboven de zwik is afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. In de vensteropeningen bevindt zich in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam, waarvan in de dubbele beglazing van het bovenraam het oorspronkelijke glas-in-loodraam is opgenomen.

    In de deuropening bevindt zich teruggelegd een kozijn met twee paneeldeuren met boven een glaspaneel achter een gietijzeren grille (links) respectievelijk een smeedijzeren hekwerk (rechts). De rechterdeur is aan de bovenzijde voorzien van een opgelegd fronton. De bovenlichten zijn ongedeeld, met in de dubbele beglazing opgenomen het oorspronkelijke glas-in-loodraam.

    Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen. De linker vensteropening is voorzien van een drielicht met een houten kozijn met in de smalle zijramen een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen en een bovenraam. In de rechter vensteropening bevinden zich in het kozijn ongedeelde houten stolpramen en bovenraam. De ramen op de verdieping zijn gemoderniseerd en alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    In de as staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel met een gecementeerde kroonlijst. Op de kroonlijst bevind zich een gecementeerd halfrond fronton, tussen pirons aan weerszijden op de kroonlijst. De dakkapel bezit aan weerszijden gecementeerde klauwstukken. In de segmentboogvensteropening bevindt zich een kozijn met ongedeelde stolpramen.

    Achtergevel

    De achtergevel telt vier bouwlagen, waarvan de vierde in de geveltop, en wordt beëindigd met het houten overstek van het dak. Op souterrainniveau bevindt zich aan de linker zijde een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur met een glaspaneel. Aan de rechter zijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel.

    Op de begane grond bevindt zich een gemoderniseerd balkon met in de gevel aan de linker zijde een vensteropening, voorzien van een in kunststof uitgevoerd raam. Aan de rechter zijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevindt zich een houten balkon op houten schoren, begrensd door een ijzeren hekwerk. In de gevel bevindt zich aan de linker zijde een vensteropening, voorzien van een in kunststof uitgevoerd raam. Aan de rechter zijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met rode verbeterd Hollandse pannen. In het linker dakvlak staan twee gemetselde schoorsteen in het rechter deel een schoorsteen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    Dit niveau is niet ingedeeld, vroeger stond er een wandje in het midden.

    Begane grond

    Aan de linkerzijde bevonden zich oorspronkelijk een voor-, tussen- en achterkamer (en suite). In de huidige situatie zijn de voor- en tussenkamer bijeen getrokken. Aan de rechterzijde bevindt zich de opgang naar het voormalige bovenhuis en in het verlengde daarvan de traphal naar de kelder met een keuken tegen de achtergevel.

    De scheiding tussen de tussen- en achterkamer met kasten met paneeldeuren resteert. Aan de voorzijde is de borstwering voorzien van een houten betimmering. Eén stucplafond met hoek- en middenornamenten resteert.

    Eerste verdieping

    De trapopgang sluit met een bovenkwart aan op de overloop. Rechts voor is een kleine kamer met origineel stucplafond. Aan de achterzijde rechts is de badkamer. Aan de overloop bevindt zich het toilet. Aan de linkerzijde bevonden zich oorspronkelijk de voor-, tussen- en achterkamer (en suite). Hier resteert een stucplafond met hoek- en middenornamenten.

    Zolder

    De zolderruimte is niet ingedeeld.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd. Mede van belang als onderdeel van een blok van drie panden dat in één bouwfase is ontwikkeld.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is intern gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden intern slechts ten dele bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting behoudens de beglazing van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Noordendijk 23-25
    • Datering: 1895
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Architect: van Dongen
    • Postcode: 3311RM

     

    Algemene beschrijving

    Pand met boven- en benedenwoning, nu samengevoegd tot één woning. Het pand is onderdeel van een ensemble van drie panden.

    Ligging

    Het pand is onderdeel van een ensemble, op de hoek Kromhout - Noordendijk.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het gedeelte Noordendijk tot aan de Groenedijk is in 1603 aangelegd als onderdeel van de eerste inpoldering ten zuiden van Dordrecht. Vanaf de Noordersluispoort vormde de Noordendijk eeuwen een (ondergeschikte) verbinding met het achterland.

    In het derde kwart van de negentiende eeuw begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Langs onder meer de Noordendijk werd de bestaande verspreide bebouwing vervangen door bouwblokken van meerdere aaneengesloten woningen.

    De bebouwing tussen de Spuihaven en het Kromhout is waarschijnlijk omstreeks 1895 in korte tijd opgetrokken.

    In 1935 wordt de keuken gewijzigd en het venster vervangen door een deur met zijlicht. Op souterrainniveau wordt een venster gewijzigd in een deur.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De rechterzijde van de voorgevel is als risaliet een kop vooruitgeschoven. De gevel wordt beëindigd door een kroonlijst. Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters. De ligging van de verdiepingvloer wordt gemarkeerd met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst.

    De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen. In de plint bevinden zich twee kelderlichten met een ongedeeld raam.

    Op de begane grond bevinden zich aan de linkerzijde twee vensteropeningen en aan de rechterzijde een deuropening, die aan de bovenzijde is voorzien van een sluiting in de vorm van een hanekam in hardrode strengperssteen, die aan de bovenzijde trapsgewijs oploopt en waarin een gecementeerde sluitsteen is opgenomen. De zwik boven het rechte kozijn is afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. In de vensteropeningen bevindt zich in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam.

    In de deuropening bevindt zich teruggelegd een kozijn met twee gemoderniseerde deuren met een smal glaspaneel en ongedeelde bovenlichten.

    Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen. De linker vensteropening is voorzien van een drielicht met een houten kozijn met in de smalle zijramen een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen en bovenraam. In de rechter vensteropening bevinden zich in het kozijn ongedeelde houten stolpramen en een bovenraam. De ramen op de verdieping zijn gemoderniseerd en alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    In de as van het linker geveldeel staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel met een top afgewerkt met gecementeerde dekplaten. De top wordt bekroond met een gemetselde trede voorzien van een overhoeks uitgemetselde pilaster met een gecementeerde piron. In de vensteropening bevindt zich een kozijn met ongedeelde stolpramen.

    Achtergevel

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving gebaseerd op waarnemingen vanaf een aangrenzend perceel)

    De achtergevel bezit vier bouwlagen, waarvan de vierde in de geveltop, beëindigd met het houten overstek van het dak. Op souterrainniveau bevindt zich aan de linkerzijde een deuropening met in het kozijn een deur met een glaspaneel. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel.

    Op de begane grond en de verdieping bevindt zich een houten balkon met in de gevel aan de linker- en rechter zijde een deuropening met een kozijn met enkele respectievelijk dubbele deuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met rode verbeterd Hollandse pannen.

    In het linker dakvlak staat een gemetselde schoorsteen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving van het interieur gebaseerd op archiefgegevens)

    Souterrain

    Aan de linker zijde bevonden zich oorspronkelijk een voor-, tussen- en achterkamer. Aan de andere zijde bevonden zich oorspronkelijk een voor- en een achterkamer met daartussen de traphal met de opgang naar de begane grond.

    Begane grond

    Aan de linker zijde bevonden zich oorspronkelijk een voor-, tussen en achterkamer (en suite). Aan de rechter zijde bevonden zich de opgang naar het voormalige bovenhuis en in het verlengde daarvan de traphal naar de kelder met een toilet en een kamer tegen de achtergevel.

    Eerste verdieping

    De trapopgang sloot met een bovenkwart aan op de overloop. Aan de voorzijde bevonden zich een kamer en aan de achterzijde de keuken. In de overloop bevond zich het toilet. Aan de linkerzijde bevonden zich oorspronkelijk de voor-, tussen- en achterkamer (en suite).

    Zolder

    De zolderruimte is niet ingedeeld.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil oner andere woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd. Mede van belang als onderdeel van een blok van drie panden dat in één bouwfase is ontwikkeld.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern behoudens de beglazing op de verdieping niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Noordendijk 27-29
    • Datering: 1895
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: van Dongen
    • Postcode: 3311RM

     

    Algemene beschrijving

    Pand met boven- en benedenwoning, nu samengevoegd tot één woning.

    Ligging

    Het pand is onderdeel van een ensemble, op de hoek Kromhout - Noordendijk.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het gedeelte Noordendijk tot aan de Groenedijk is in 1603 aangelegd als onderdeel van de eerste inpoldering ten zuiden van Dordrecht. Vanaf de Noordersluispoort vormde de Noordendijk eeuwen een (ondergeschikte) verbinding met het achterland.

    In het derde kwart van de negentiende eeuw begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Langs onder meer de Noordendijk werd de bestaande verspreide bebouwing vervangen door bouwblokken van meerdere aaneengesloten woningen.

    De bebouwing tussen de Spuihaven en het Kromhout is waarschijnlijk rond 1895 in korte tijd opgetrokken.

    In 1933 wordt op de begane grond een muur opgetrokken tussen de voormalige voorkamer en de gang.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De rechterzijde van de voorgevel is als risaliet een kop vooruitgeschoven. De gevel wordt beëindigd door een kroonlijst.

    Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters. De ligging van de verdiepingvloer wordt gemarkeerd met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst.

    De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

    In de plint bevinden zich twee kelderlichten met een ongedeeld raam.

    Op de begane grond bevinden zich aan de linkerzijde twee vensteropeningen en aan de rechterzijde een deuropening, die aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een hanekam in hardrode strengperssteen, die aan de bovenzijde trapsgewijs oploopt en waarin een gecementeerde sluitsteen is opgenomen. De zwik boven het rechte kozijn is afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon.

    In de vensteropeningen bevindt zich in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam. In de deuropening bevindt zich teruggelegd een kozijn met twee gemoderniseerde deuren met een smal glaspaneel en ongedeelde bovenlichten.

    Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen. De linker vensteropening is voorzien van een drielicht met een houten kozijn met in de smalle zijramen een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen en bovenraam.

    In de rechter vensteropening bevinden zich in het kozijn ongedeelde houten stolpramen en een bovenraam. De ramen op de verdieping zijn gemoderniseerd en alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    In de as van het linker geveldeel staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel met een top afgewerkt met gecementeerde dekplaten. De top wordt bekroond met een gemetselde trede voorzien van een overhoeks uitgemetselde pilaster met een gecementeerde piron. In de vensteropening bevindt zich een kozijn met ongedeelde stolpramen.

    Achtergevel

    De achtergevel bezit vier bouwlagen, waarvan de vierde in de geveltop, beëindigd met het houten overstek van het dak. Het metselwerk is, behoudens de hanekammen wit geschilderd.

    Het souterrainniveau is niet zichtbaar bij de opname.

    Op de begane grond bevindt zich een houten balkon met in de gevel aan de linker- en rechterzijde een vensteropening met een kozijn met ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam. In het midden bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenraam.

    Op de verdieping bevindt zich aan de rechter zijde over 2/3 breedte van de gevel een houten balkon met in de gevel aan de linkerzijde een vensteropening met een kozijn met ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenraam.

    In de geveltop bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glaspaneel.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met rode verbeterd Hollandse pannen.

    In het linker dakvlak staat een gemetselde schoorsteen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving van het interieur gebaseerd op archiefgegevens)

    Souterrain

    Aan de linkerzijde bevonden zich oorspronkelijk een voor-, tussen- en achterkamer. Aan de andere zijde bevonden zich oorspronkelijk een voor- en een achterkamer met daartussen de traphal met de opgang naar de begane grond.

    Begane grond

    Aan de linkerzijde bevonden zich oorspronkelijk een voor-, tussen- en achterkamer (en suite). Aan de rechterzijde bevonden zich de opgang naar het voormalige bovenhuis en in het verlengde daarvan de traphal naar de kelder met een toilet en een kamer tegen de achtergevel.

    Eerste verdieping

    De trapopgang sloot met een bovenkwart aan op de overloop. Aan de voorzijde bevonden zich een kamer en aan de achterzijde de keuken. In de overloop bevond zich het toilet. Aan de linkerzijde bevonden zich oorspronkelijk de voor-, tussen- en achterkamer (en suite).

    Zolder

    De zolderruimte is niet ingedeeld.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd. Mede van belang als onderdeel van een blok van drie panden dat in één bouwfase is ontwikkeld.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern behoudens de beglazing op de verdieping niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een complex van drie panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Noordendijk 31-33
    • Datering: 1895
    • Oorspronkelijke functie: Woon-winkelpand
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: van Dongen
    • Postcode: 3311RM

     

    Algemene beschrijving

    Hoekpand met winkelruimte met bovenwoning, nu samengevoegd tot één woning.

    Ligging

    Het pand is onderdeel van een ensemble, op de hoek Kromhout - Noordendijk.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan met afgeronde hoek in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Het gedeelte Noordendijk tot aan de Groenedijk is in 1603 aangelegd als onderdeel van de eerste inpoldering ten zuiden van Dordrecht. Vanaf de Noordersluispoort vormde de Noordendijk eeuwen een (ondergeschikte) verbinding met het achterland.

    In het derde kwart van de negentiende eeuw begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Langs onder meer de Noordendijk werd de bestaande verspreide bebouwing vervangen door bouwblokken van meerdere aaneengesloten woningen.

    De bebouwing tussen de Spuihaven en het Kromhout is waarschijnlijk omstreeks 1895 in korte tijd opgetrokken.

    Blijkens mededelingen van de bewoners was op de begane grond een postkantoor gevestigd. De woning aan de zijde van het Kromhout was in gebruik voor de postbeambte.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    Het grondplan van de gevel beschrijft een kwart cirkel. Aan de rechterzijde (Noordendijk) telt de gevel twee bouwlagen en aan de linkerzijde (Kromhout) tweeënhalve bouwlaag. De gevel wordt beëindigd door een kroonlijst.

    Boven een gecementeerde plint met horizontale voegen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters. De ligging van de verdiepingvloer wordt gemarkeerd met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst.

    De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

    De rechterzijde van de voorgevel is als risaliet een kop vooruitgeschoven. Op de begane grond bevindt zich aan de rechterzijde een deuropening, die aan de bovenzijde is voorzien van een sluiting in de vorm van een hanekam in hardrode strengperssteen, die aan de bovenzijde trapsgewijs oploopt en waarin een gecementeerde sluitsteen is opgenomen. De zwik boven het rechte kozijn is gecementeerd. In de deuropening bevindt zich een kozijn met een paneeldeur met boven een glaspaneel en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht.

    Op de verdieping is de vensteropening gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen. In de vensteropening bevindt zich in het kozijn een ongedeeld houten onder- en bovenraam. Het raam is gemoderniseerd en de beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    In het middengedeelte van de gevel is de begane grond voorzien van een houten winkelpui. Op een met hardstenen platen bekleed basement staan op vier basementen gecanneleerde kolommen met een composiet kapiteel, die een zwaar hoofdgestel dragen. Het hoofdgestel is opgebouwd uit een gelijste architraaf, waarboven een fries met dito consoles, die de uitkragende kroonlijst dragen.

    In het hoofdgestel is een klein balkon opgenomen. Het profiel van de kroonlijst is doorgezet in de rand van het balkon. Het balkon wordt gedragen door twee bewerkte en één rechte console. Het balkon is begrensd door een smeedijzeren hekwerk.

    Centraal in de pui bevindt zich een deuropening met dubbele paneeldeuren met een dicht onderpaneel en boven een ongedeeld raam. Boven het kalf bevindt zich een ongedeeld bovenlicht, waarvan de bovenrand een segmentboog beschrijft.

    In de buitenste velden bevinden zich een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam, waarvan de bovenrand een segmentboog beschrijft.

    Links van de winkelpui bevindt zich nabij de hoek een smalle vensteropening, die aan de bovenzijde is voorzien van een sluiting in de vorm van een hanenkam in hardrode strengperssteen, die aan de bovenzijde trapsgewijs oploopt en waarin een gecementeerde sluitsteen is opgenomen. De zwik boven het rechte kozijn is afgewerkt met tegels met een polychrome tekening. In het kozijn bevindt zich een T-venster met een drieruits bovenraam. De ramen zijn gemoderniseerd en voorzien van dubbel glas.

    Op de verdieping bevindt zich centraal een deuropening in een als risaliet vooruitgeschoven geveldeel met dubbele paneeldeuren met een ongedeeld raam. Boven het kalf bevindt zich een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld houten onder- en bovenraam. Aan de linker zijde bevindt zich nabij de hoek een smalle vensteropening met in het kozijn een ongedeeld houten onder- en bovenraam.

    De ramen op de verdieping zijn gemoderniseerd en de beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    De gevelopeningen op de verdieping zijn gesloten door een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

    Het risaliet steekt door de kroonlijst en is als Vlaamse gevel hoger opgetrokken. De gevel bezit een top afgewerkt met gecementeerde dekplaten. De top wordt bekroond met een gemetselde trede voorzien van een overhoeks uitgemetselde pilaster met een gecementeerde piron. In de vensteropening in de gevel bevindt zich een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het raam is gemoderniseerd en de beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    In het linkerdeel van de gevel bevindt zich in de plint aan de linker zijde een lage deuropening, met in het kozijn dubbele houten deuren. Rechts hiervan bevindt zich een hoge deuropening met in het kozijn een paneeldeur met een dicht onderpaneel en boven een ongedeeld glaspaneel Boven het hoge kalf bevindt zich een ongedeeld bovenlicht.

    Aan weerszijden van de deuropening bevindt zich een vensteropening, met in het kozijn een T-venster met een drieruits bovenraam. De ramen zijn gemoderniseerd en voorzien van dubbel glas.

    De gevelopeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een hanenkam in hardrode strengperssteen, die aan de bovenzijde trapsgewijs oploopt en waarin een gecementeerde sluitsteen is opgenomen. De zwik boven het rechte kozijn is afgewerkt met tegels met een polychrome tekening.

    Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen die zijn gesloten door een gecementeerde gelijste latei, waar boven in het metselwerk een ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

    In het kozijn bevindt zich een ongedeeld houten onder- en bovenraam. De ramen zijn gemoderniseerd en de beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

    Linker zijgevel

    De gevel is opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. Tot en met de verdieping is de gevel voorzien van pleisterwerk. De gevel wordt beëindigd met het houten boeiboord van de dakrand. In de gevel bevindt zich op verdiepingsniveau een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan de gevel is een modern stalen balkon aangebracht, vanwaar een stalen spiltrap naar het maaiveld loopt.

    Achtergevel

    De achtergevel bezit vier bouwlagen en wordt beëindigd met het houten boeiboord van de dakrand.

    Het souterrainniveau is gepleisterd. Hierin bevindt zich aan de linkerzijde een segmentboogdeuropening met in het kozijn een dichte deur. Aan de rechterzijde bevindt zich een segmentboogvensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Op de begane grond en de verdieping bevinden zich een segmentboogvensteropening met in het kozijn een T-venster respectievelijk een schuifvenster met ongedeelde onder- en bovenramen. Het raam is gemoderniseerd en voorzien van dubbel glas. Op zolderniveau bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Kap

    Het steile omlopende lessenaarsdak, dat aansluit op het platte dak, is gedekt met gesmoorde kruispannen. In het voordakvlak zijn twee dakvensters opgenomen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    De ruimte is niet ingedeeld.

    Begane grond

    De winkelruimte is ingedeeld in een open ruimte en een aparte badkamer. In de scheiding met de ruimte aan het Kromhout bevinden zich twee hoge met een segmentboog gesloten openingen, waarin over 2/3 van de hoogte een houten pui is opgenomen. Alle velden zijn voorzien van ramen met gaaswerk. Centraal bevindt zich een loket.

    Rechts hiervan bevindt zich een deuropening, die leidt naar de kantoorruimte, waarin zich een telefooncel bevindt. Hierin is een toilet geplaatst.

    Vanuit de kantoorruimte is de hal achter de entree bereikbaar met aansluitend de trapopgang naar de verdieping.

    Eerste verdieping

    De ruimte is heringedeeld.

    Zolder

    De ruimte is heringedeeld.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd. Mede van belang als onderdeel van een blok van drie panden dat in één bouwfase is ontwikkeld. De oorspronkelijke functie van postkantoor is nog zichtbaar.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

    De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern vrijwel niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. Intern is de oorspronkelijke indeling van het postkantoor inclusief loketten bewaard gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde. Mede van belang als kop van het bouwblok.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage


  • Noordendijk 54
    • Datering: XVII-XVIII
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Postcode: 3311RP

     

    Omschrijving

    BOUWJAAR: vermoedelijk omstreeks 1620-1640, voorgevel 1770

    Direct aan de straat staand woonhuis, rechts tegen belendend pand aangebouwd, links middels poortje met belending verbonden. Vóór hardstenen stoep met stoeppalen verbonden door twee overhoekse vierkante gehakkelde ijzeren staven. Aan de achterzijde bevindt zich een tuin.

    Oorspronkelijk bestaand uit vier woonhuizen, waarvan één met bedrijfsruimte.

    De oorspronkelijke bewoners, wellicht ook de opdrachtgevers, waren houtkooplieden, een scheepsbouwer en een reder. De huidige voorgevel is in 1770 gebouwd, hierbij werden de vier panden samengetrokken tot twee. In 1805 werden deze twee samengevoegd, waarbij één voordeur werd dichtgemaakt. In 1908 werd een gedeelte van het huis aan de achterzijde gesloopt.

    Woonhuis, opgetrokken in baksteen vanuit een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond. Twee bouwlagen onder schilddak met plat. Het pand is zes vensterassen breed.

    Begane grond: hardstenen plint. Rechts houten paneeldeur, bovenlicht met middenroede. Boven deurkozijn anderhalfsteens strek. Vijf vensteropeningen met empire-schuiframen (met voorzetramen) en anderhalfsteens strek. Terugliggende kozijnen beëindigd met een kroonlijstje. Hardstenen, geprofileerde lekdorpels.

    Eerste verdieping: zes schuifvensters met middennaald. Kozijn en lekdorpels als vensters begane grond. Boven kozijnen rollaag. Gevelbeëindiging door middel van geprofileerde gootlijst. Linker zijgevel opgetrokken in schoon metselwerk met één venster.

    Achtergevel gedeeltelijk gestuukt met blokverdeling. Veranda met rondboog doorgangen gesteund door kolommen met gestileerde kapiteeltjes. Rondboog geheel links gesloten met glas. Beëindiging veranda met kroonlijst. Erboven balkon. Verder aanbouw en diverse vensteropeningen. Gevelbeëindiging door middel van gootlijst.

    In het interieur bevinden zich naast interessante bouwsporen nog fraaie interieuronderdelen als lambriseringen, geornamenteerde stucplafonds en marmeren schoorsteenmantels met boezem en spiegel.

    Object van belang voor de gemeente Dordrecht vanwege de stedenbouwkundige en bouwhistorische waarde. De bouwsporen tonen aan dat dit één van de oudste panden in de schil is. Het maakt onderdeel uit van de historische structuur van het gebied.

    Bijlage


  • Noordendijk 144
    • Naam: Kijck over den Dijck
    • Datering: 1713
    • Oorspronkelijke functie: Molen
    • Postcode: 3311RR

     

    Omschrijving

    MOLEN "Kijck over den Dijck", grote stenen stellingmolen met stichtingssteen 1713.

    Fraai bouwwerk van belang wegens oudheidkundige en volkskundige waarde.

    Publicaties

    • Gert van Engelen, Een Reus op de Dijk: De redding van Kyck over den Dyck Dordrechts laatste molen, 2001.
    • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordrecht molenstad, Jaarverslag 1969.
    • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.
    • J. Zondervan-van Heck & C.J.P. Grol, Buyten de Sluyspoort op Merwedegrond buytendyks: Een onderzoek naar het gebied Noordendijk/Lijnbaan, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2001.
    • J. Zondervan-van Heck & C.J.P. Grol, Draaiende wieken stappende paarden: Molens op het Eiland van Dordrecht, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2008.

    Externe links


  • Noordendijk 148
    • Naam: Energiehuis
    • Datering: 1910
    • Oorspronkelijke functie: Elektriciteitscentrale
    • Bouwstijl: Rationalisme
    • Postcode: 3311RR

     

    Algemene beschrijving

    Gebouwcomplex ten behoeve van de energievoorziening - voormalig elektriciteitsproductiebedrijf met kantoor. Gebouwd in drie fases.

    Ligging

    Bouwblok tussen de Noordendijk, Biesboschstraat en Lijnbaan.

    Hoofdvorm

    Gebouwcomplex op veelhoekig grondplan in deels drie bouwlagen.

    Het complex bestaat uit het voormalig elektriciteitsproductiebedrijf met administratiegebouw (1910) aan de zijde van de Biesboschstraat met aansluitend aan de noordoostzijde machine- en ketelhuis I (1910), machine- en ketelhuis II (1915) en machine- en ketelhuis III (1928).

    Bouwgeschiedenis

    Na de demping van de Houthaven in 1900 ontstond ruimte voor de ontwikkeling van het gebied tussen de Noorddijkstraat en het Wantij. In het Lijnbaangebied kwam gemengde bebouwing met woningbouw, onder andere hofjes en bedrijvigheid. In 1910 vestigde het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf Dordrecht zich in het gebied.

    In 1910 is het administratiegebouw aan de zijde van de Biesboschstraat met aansluitend aan de noordoostzijde machine- en ketelhuis I gebouwd. Voor het administratiegebouw stond de fraai gemetselde en inmiddels gesloopte fabrieksschoorsteen.

    In 1915 wordt het complex verdubbeld met de bouw van machine- en ketelhuis II.

    Het administratiegebouw wordt in 1918 uitgebreid met een portiersloge en in 1919 voorzien van een tweede bouwlaag en een haaks op het bestaande gebouw gepositioneerde drie bouwlagen tellende vleugel aan de zijde van de Lijnbaan.

    De laatste uitbreiding van het complex met machine- en ketelhuis III wordt in 1928 gerealiseerd. In eerste instantie was het door architect Dudok geïnspireerde ontwerp van Van Buren omstreden: het college van burgemeester en wethouders vond het te monumentaal en niet passen bij de rest van de bebouwing. Na advies van een externe deskundige ging men toch akkoord.

    In 1929 worden er intern in het administratiegebouw wijzigingen doorgevoerd. Ketelhuis II wordt ten behoeve van de plaatsing van een nieuwe ketel intern verbouwd in 1939.

    In 1940 wordt aan de zijde van de Noordendijk een steensmuur langsgevel van centrale II opgetrokken. In 1949 wordt de productieeenheid verplaatst naar de Staart. Machinehuis II wordt verbouwd ten behoeve van de uitbreiding van administratieruimten.

    De linkervleugel van het administratiegebouw wordt in 1957 intern verbouwd om meer administratieruimten te realiseren.

    Centrale III wordt in 1961 omgebouwd tot magazijn, waarvoor onder meer de gaten in de vloeren worden afgesloten. In hetzelfde jaar wordt een ketelhuis in centrale III opgetrokken. Aan de zijde van de Noordendijk worden kantoorruimten gerealiseerd.

    In 1962 worden de vensters in de gevel van centrale II aan de zijde van de Noordendijk uitgebroken en vervangen door gevelhoge raampartijen. Deze aanpassing hangt samen met de realisatie van kantoorruimten in de centrale.

    In 1963 worden door een interne verbouwing magazijnruimten gerealiseerd. Een jaar later wordt de kelderverdieping van centrale I herbestemd als fietsenkelder en archiefruimte.

    De tekenkamer in het administratiegebouw wordt in 1965 verbouwd tot kantoorruimten. De zuidwestgevel van centrale III wordt in 1979 deels voorzien van bruine damwand gevelbeplating.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel(Biesboschstraat)

    De gevel bestaat uit twee gedeelten, te weten:

    • de kopgevel van de vleugel aan de zijde van de Lijnbaan (1919),
    • de recht daarop aansluitend de voorgevel van het kantoorgedeelte (1910).

    Het rechter deel van de kopgevel is als risaliet een baksteenkop vooruitgeschoven. De gevel is in drie bouwlagen opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met gesneden voegen. In het metselwerk is ter hoogte van de lekdorpel op beide verdiepingen een speklaag van twee metselgangen in gele strengperssteen opgenomen. Een speklaag van twee metselgangen in gele strengperssteen aan weerszijden van een metselgang in licht bruinrode baksteen is opgenomen ter hoogte van de bovendorpel van de kozijnen op alle niveaus.

    De plint is opgetrokken in bruinrode baksteen in een verband met afwisselend twee koppen en een baksteen op het plat en is afgesloten met een doorlopende rand van geglazuurde tegels, die dient als lekdorpel voor de vensters op de begane grond.

    De vensteropeningen op beide verdiepingen zijn voorzien van een hardstenen lekdorpel.

    De gevel wordt beëindigd met een uitgemetselde lijst, waarboven een hardstenen deklijst. Op de hoeken van de gevel en van het risaliet is een hoekpilaster hoger opgetrokken en afgewerkt met een hardstenen deksteen.

    De gevel is op de drie niveaus identiek van opzet met op de begane grond links drie en rechts twee met een steens segmentboog, tussen aanzetblokken in gele strengperssteen, gesloten vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De zwik is gecementeerd.

    De beide verdiepingen zijn identiek met rechte vensteropeningen uitgevoerd.

    De rechter zijgevel van het rechterdeel is identiek in opzet met die van de voorgevel. Op de begane grond bevinden zich vier met een steens segmentboog, tussen aanzetblokken in gele strengperssteen, gesloten vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De zwik is gecementeerd.

    Op de verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een achtruits onderraam en vierruits bovenraam. Aan de rechterzijde bevonden zich oorspronkelijk twee vensteropeningen gelijk aan die op de begane grond, waarvan het onderraam is dichtgemetseld.

    Op de tweede verdieping bevinden zich tweemaal twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    De gevel van het kantoorgebouw telt twee gedeelten in drie bouwlagen en is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De plint is opgetrokken in bruinrode baksteen in een verband met afwisselend twee koppen en een baksteen op het plat en is afgesloten met een doorlopende rand van geglazuurde tegels, die doorloopt onder de lekdorpels van de vensters op de begane grond. De gevel wordt beëindigd met een uitgemetselde lijst, waarboven een hardstenen deklijst. Op de hoeken van de gevel en van het risaliet is een hoekpilaster hoger opgetrokken en afgewerkt met een hardstenen deksteen.

    In het linker geveldeel bevindt zich op kelderniveau een later toegevoegde deuropening met onder de betonnen latei dubbele houten deuren. Op de begane grond bevinden zich drie vensteropeningen, die met een anderhalfsteens muurdam van elkaar zijn gescheiden. De buitenste vensteropeningen hebben in het kozijn een schuifvenster met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam. De middelste vensteropening heeft een zesruit onderraam en een drieruits bovenraam. Aan de rechter zijde bevindt zich een ondiep casement met daarin een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.

    Op dit niveau is een speklaag in gele strengperssteen opgenomen ter hoogte van de hardstenen lekdorpel. Een speklaag van twee metselgangen in gele strengperssteen aan weerszijden van een metselgang in licht bruinrode baksteen is opgenomen ter hoogte van de bovendorpel van het kozijn.

    Op beide verdiepingen bevinden zich vier vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam.

    Op beide niveaus zijn gecementeerde speklagen opgenomen ter hoogte van de hardstenen lekdorpel en latei.

    In het rechter geveldeel is rechts van het midden een risaliet een strek vooruitgeschoven en hoger opgetrokken tussen pilasters. In het risaliet bevindt zich de entree. Een stoep van drie hardstenen treden leidt tot een met terrazzo afgewerkte stoep voor de entree. Binnen een met een anderhalf steens rondboog op hardstenen kraagstenen en met een hardstenen sluitsteen gesloten gevelopening bevindt zich een iets terugliggende muur met een rondboogdeuropening met in het kozijn dubbele houten paneeldeuren met een twaalfruits glaspaneel boven en boven het kalf een vierruits bovenlicht.

    Op de eerste en de tweede verdieping bevinden zich twee door een steens muurdam gescheiden vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een tweeruits bovenraam. Op beide niveaus zijn gecementeerde speklagen opgenomen ter hoogte van de hardstenen lekdorpel en latei. In de borstwering op de tweede verdieping is een tegeltableau opgenomen met het opschrift GEMEENTE ELECTRICITEITS BEDRIJF.

    Het risaliet wordt beëindigd met een uitgemetselde lijst, waarboven tussen hardstenen lijsten twee kleine tegeltableaus met het opschrift "ANNO" en "1910". Op de hoeken van het risaliet zijn de hoekpilaster hoger opgetrokken en afgewerkt met een hardstenen deksteen. Tussen de pilasters kraagt de gelijste houten dakrand uit op bewerkte klossen.

    De gevel links van het risaliet is op de begane grond geheel gepleisterd. Tegen dit geveldeel stond de in 1929 gerealiseerde éénlaags uitbouw. In het gepleisterde gedeelte bevinden zich tweemaal drie vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam. Op beide verdiepingen bevinden zich drie (links) respectievelijk twee (rechts) vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam.

    Op beide niveaus zijn gecementeerde speklagen opgenomen ter hoogte van de hardstenen lekdorpel en latei.

    De gevel wordt beëindigd met een uitgemetselde lijst, waarboven een hardstenen deklijst. Op de hoek van de gevel is een hoekpilaster hoger opgetrokken en afgewerkt met een hardstenen deksteen.

    De gevel rechts van het risaliet is op de begane grond afgedekt door een in 1929 gerealiseerde éénlaagse uitbouw met plat dak. Boven een hoge borstwering, waarin aan de voorzijde een later toegevoegde brede deuropening bevindt, bevindt zich een over de drie zijden doorlopend kozijn met ongedeelde onderramen en drieruits bovenramen boven een zware vlakke lijst.

    Op beide verdiepingen bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam.

    Op beide niveaus zijn gecementeerde speklagen opgenomen ter hoogte van de hardstenen lekdorpel en latei. De gevel wordt beëindigd met een uitgemetselde lijst, waarboven een hardstenen deklijst.

    Op de hoek van de gevel is een hoekpilaster hoger opgetrokken en afgewerkt met een hardstenen deksteen.

    Linker zijgevel

    De gevel bestaat uit vier gedeelten, te weten:

    • de rechte gevel van ketelhuis III (1928),
    • de topgevel van ketelhuis II (1915),
    • de iets terugliggende langsgevel van ketelhuis I (1910)
    • de gevel van de kantoorvleugel (1918).

    De gevel van ketelhuis III heeft aan de linker zijde een afgeschuinde hoek. De gevel bestaat uit een staalskelet met een vulling in baksteen. De stijlen van het staalskelet staan met een verbrede voet gefundeerd op betonpoeren. De stijlen zijn verbonden door liggers die de gevel in verticale zin onderverdelen. De vulling bestaat uit licht roodbruine baksteen in Noors verband met platvol voegwerk.

    Tussen de stijlen zijn op de begane grond extra liggers als lateien opgenomen, waartussen ijzeren meerruits puien zijn opgenomen. Enkele puien zijn gecombineerd met een deuropening met stalen deur(en).

    In de gevel boven de begane grond bevinden zich tussen de stijlen drie verticale vensterstroken van vijf boven elkaar geplaatste ijzeren vierentwintigruits ramen. De stroken zijn aan de bovenzijde in de tussenliggende twee velden gekoppeld met een identiek raam. Omstreeks 1979 zijn bijna alle ramen afgedekt met damwandprofiel.

    De topgevel van ketelhuis II opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel is voorzien van een plint en is uitgevoerd met vier pilasters. Oorspronkelijk waren de pilasters onderlangs de dakrand via een trapsgewijs oplopende uitgemetselde dakrand met elkaar verbonden. De gevel werd beëindigd met een van de schouders naar een kleine trede in de top oplopende hardstenen deklijst.

    De gevel is in 1939 verhoogd, waarbij de complete geveltop is verwijderd. In het eerste spant werd een pui met ramen opgenomen, die later aan de buitenzijde is voorzien van een beschieting van stalen damwandprofiel.

    Op de begane grond in de plint bevonden zich kleine vensteropeningen met een meerruits raam. Deze vensteropeningen zijn dichtgemetseld. In beide zijvelden van de gevel bevonden zich twee smalle hoge segmentboog-vensteropeningen met in elke opening in het kozijn drie gestapelde negenruits ramen. Aan de linkerzijde is het onderste raam inclusief de borstwering verwijderd en vervangen door een grote gevelopening onder een profielligger. Aan de rechterzijde is eveneens het onderste raam verwijderd. In de borstwering is een vensteropening gemaakt, waarin zich een modern kozijn bevindt.

    In het middengedeelte van de gevel bevond zich boven het niveau van de plint een deuropening met dubbele ijzeren paneeldeuren. De deuropening is deels dichtgemetseld. Het resterende gedeelte van de gevel was grotendeels geopend onder een segmentboogvormige rollaag met vijf smalle hoge vensteropeningen met in elke opening in het kozijn vijf respectievelijk zes gestapelde negenruits ramen. Het bovengedeelte van de gevelopening is verwijderd.

    Aan de rechterzijde ligt de gevel terug met op drie niveaus twee meerruits ramen.

    De iets terugliggende langsgevel van ketelhuis I is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel is middels zes pilasters verdeeld in vijf velden. De gevel is voorzien van een iets uitgemetselde plint beëindigd met een rollaag in hardrode profielsteen. Aan de bovenzijde zijn de pilasters met een uitgemetselde tandlijst gekoppeld. Tussen de klossen van de uitkragende gelijste houten goot is een koppenrollaag in gele profielsteen aangebracht.

    De buitenste velden zijn smaller dan de overige drie en tussen de pilasters geheel gepleisterd. In beide velden bevindt zich op de begane grond een deuropening met houten deuren en een ongedeeld bovenraam. De pui aan de rechterzijde is gemoderniseerd. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een ijzeren zesruits raam. Het raam aan de rechterzijde is verkleind.

    De drie overige velden waren oorspronkelijk identiek van opzet met twee door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen met een negenruits onderraam en een zesruits bovenraam. In het rechter van de drie velden zijn de vensteropeningen gewijzigd in een drielicht op de begane grond en de verdieping.

    De gevel van de kantoorvleugel is in drie bouwlagen opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met gesneden voegen. In het metselwerk is ter hoogte van de lekdorpel op beide verdiepingen een speklaag van twee metselgangen in gele strengperssteen opgenomen. Een speklaag van twee metselgangen in gele strengperssteen aan weerszijden van een metselgang in licht bruinrode baksteen is opgenomen ter hoogte van de bovendorpel van de kozijnen op alle niveaus.

    De plint is opgetrokken in bruinrode baksteen in een verband met afwisselend twee koppen en een baksteen op het plat en is afgesloten met een doorlopende rand van geglazuurde tegels, die dient als lekdorpel voor de vensters op de begane grond. De vensteropeningen op beide verdiepingen zijn voorzien van een hardstenen lekdorpel.

    De gevel wordt beëindigd met een uitgemetselde lijst, waarboven een hardstenen deklijst. Op de hoeken van de gevel en van het risaliet is een hoekpilaster hoger opgetrokken en afgewerkt met een hardstenen deksteen.

    De gevel bezit op de begane grond links een hoog geplaatste vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen. Recht hiervan bevinden zich tweemaal drie met een steens segmentboog, tussen aanzetblokken in gele strengperssteen, gesloten vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De zwik is gecementeerd. Eenzelfde venster bevindt zich geheel rechts.

    Op de eerste verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster een ongedeeld onder- en bovenraam. Recht hiervan bevinden zich tweemaal drie vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Eenzelfde venster bevindt zich geheel rechts.

    Op de tweede verdieping is de gevel teruggelegd achter een met een ijzeren spijlenhekwerk begrensd balkon. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een deuropening met een deur met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Rechts hiervan bevinden zich twee drie vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. In het rechter geveldeel bevinden zich twee drie vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Achtergevel

    De gevel bestaat uit twee gedeelten, te weten:

    • de rechte gevel van machinehuis III (1928),
    • de rechte gevel van ketelhuis III (1928).

    De gevel van het machinehuis III is in vier bouwlagen opgetrokken in licht roodbruine baksteen in Noors verband met platvol voegwerk. Aan de linkerzijde is de gevel als een smalle schijf hoger opgetrokken. Pleisterwerk aan de linker zijde markeert het silhouet van het gesloopte buurpand. Aan de rechterzijde is een trappenhuis uitgebouwd. In de gevel zijn op vier niveaus liggende vensters met ijzeren twaalfruits ramen opgenomen. Op de begane grond is een venster gecombineerd met een deuropening.

    De gevel van ketelhuis III bestaat uit een iets lager gedeelte links en rechts een hoger gedeelte met een afgeschuinde hoek. De gevel bestaat uit een staalskelet met een vulling in baksteen. Het stijlen van het staalskelet staan met een verbrede voet gefundeerd op betonpoeren. De stijlen zijn verbonden door liggers die de gevel in verticale zin onderverdelen. De vulling bestaat uit licht roodbruine baksteen in Noors verband met platvol voegwerk.

    Centraal in het linker gedeelte bevindt zich onder een zware latei een grote deuropening met een roldeur. Links van de deuropening bevindt zich een kleine deuropening en rechts zijn tussen de stijlen op de begane grond twee extra liggers als lateien opgenomen, waartussen een ijzeren meerruits pui is opgenomen. In de gevel boven de begane grond bevinden zich tussen de stijlen drie verticale vensterstroken van vier boven elkaar geplaatste ijzeren vierentwintigruits ramen. Omstreeks 1979 zijn bijna alle ramen afgedekt met damwandprofiel.

    Centraal in het rechter geveldeel op de begane grond en de verdieping bevindt zich een deuropening met dubbele ijzeren paneeldeuren. Voor de deur op de verdieping ligt een klein plateau. Aan de rechterzijde zijn op de begane grond tussen de stijlen op de begane grond twee extra liggers als lateien opgenomen, waartussen een ijzeren meerruits pui is opgenomen.

    In de gevel boven de begane grond bevinden zich tussen de stijlen drie verticale vensterstroken van vijf boven elkaar geplaatste ijzeren vierentwintigruits ramen. In de afgeschuinde hoek bevindt zich een identieke vensterstrook. Omstreeks 1979 zijn bijna alle ramen afgedekt met damwandprofiel.

    Rechter zijgevel

    De gevel bestaat uit vier gedeelten, te weten:

    • de kopgevel van de kantoorvleugel (1910),
    • de langsgevel van machinehuis I (1910),
    • de langsgevel van machinehuis II (1915),
    • de gevel van machinehuis III (1928).

    De kopgevel van de kantoorvleugel is in drie bouwlagen opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De plint is opgetrokken in bruinrode baksteen en is afgesloten met een doorlopende hardstenen rand. Op alle niveaus zijn gecementeerde speklagen opgenomen ter hoogte van de hardstenen lekdorpel en latei.

    De gevel wordt beëindigd met een uitgemetselde lijst, waarboven een hardstenen deklijst. Op de hoeken van de gevel en van het risaliet is een hoekpilaster hoger opgetrokken en afgewerkt met een hardstenen deksteen.

    Links van de kopgevel bevindt zich de zijgevel van de in 1929 gerealiseerde éénlaagse uitbouw met plat dak tegen de voorgevel. Boven een hoge borstwering bevindt zich een kozijn dat doorloopt over de voorgevel met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam boven een zware vlakke lijst.

    Het linker geveldeel van de kopgevel is als risaliet een strek vooruitgeschoven. Op alle niveaus bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam.In het rechter geveldeel bevinden zich op de begane grond onder een hardstenen latei twee smalle vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam en boven de latei een drieruits bovenlicht.

    Op beide verdiepingen bevinden zich twee smalle vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam.

    De langsgevel van machinehuis I is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel is middels zes pilasters verdeeld in vijf velden. De gevel is voorzien van een iets uitgemetselde plint beëindigd met hardstenen lijst. Aan de bovenzijde zijn de pilasters met een uitgemetselde tandlijst gekoppeld. Tussen de klossen van de uitkragende gelijste houten goot is een koppenrollaag in gele profielsteen aangebracht.

    De velden zijn in opzet identiek met boven een hoge gesloten borstwering een segmentboog-vensteropening met op de doorlopende hardstenen lekdorpel twee door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen met een negenruits onderraam en een zesruits bovenraam. Hier boven bevinden zich twee door een steens muurdam van elkaar gescheiden kleine vensteropeningen met een vierruits raam.

    De langsgevel van machinehuis II is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel is voorzien van een plint, beëindigd met een hardstenen lijst, en is uitgevoerd met zeven pilasters. De middelste vier traveeën van de gevel zijn iets hoger opgetrokken en beëindigd tussen de pilasters met een gedrukt fronton, afgewerkt met een geprononceerde lijst. De buitenste traveeën zijn beëindigd met een rechte geprononceerde lijst.

    De opzet van de gevel in de buitenste traveeën was oorspronkelijk identiek met in de plint twee door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen met een tweeruits raam en op vier niveaus hierboven twee door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen met een zesruits raam. De middelste vier traveeën waren van oorsprong identiek van opzet met in de plint twee door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen met een tweeruits raam en boven een dichte hoge borstwering op drie niveaus drie door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen met een zesruits raam.

    Bij een verbouwing in 1962 zijn alle vensteropeningen uitgebroken en vervangen door een gevelhoge vensteropening met een stalen dertigruits raam (buitenste traveeën) respectievelijk veertigruits raam (middelste traveeën) opgenomen. De vensteropeningen in de plint zijn met metselwerk dichtgezet.

    In de vier toppen zijn vier gevelstenen opgenomen die samen de letters "G", "E", "B" en "D" vormen.

    De gevel van machinehuis III is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in Noors verband met platvol voegwerk. De gevel bestaat uit een recht gedeelte met op vier niveaus een doorlopende vensterstrook en aan de rechterzijde een glazen pui vanaf de eerste verdieping tot boven de derde verdieping tegen een dakopbouw en wordt aan de rechterzijde begrensd door een bakstenen muur, die boven het dak als schijf is doorgezet.

    De strook op de begane grond is voorzien van een stalen raam met een vulling van staalplaten. Op de drie verdiepingen zijn de vensterstroken voorzien van een doorlopende stalen pui met in de hoogte drie ramen. De kolommenstructuur staat achter de ramen.

    De glazen pui kraagt op het niveau van de eerste verdieping uit op een stalen vloer en wordt aan de rechter zijde begrensd door de bakstenen schijf. De dakopbouw is voorzien van een afgeronde hoek aan de linkerzijde.

    Kap

    De kantoorvleugel is voorzien van een plat dak met in het verlengde van het risaliet een dakruiter met in de verticale wand oorspronkelijk meerruits ramen, die zijn afgedicht.

    Machine- en ketelhuis I zijn voorzien van een zadeldak, gedekt met gesmoorde muldenpannen, met een dakruiter over de volle lengte van het dak. In de verticale wand van de dakruiter waren oorspronkelijk meerruits ramen opgenomen, die zijn afgedicht met ijzeren damwandprofielplaten.

    Ketelhuis II is voorzien van een dwars op de gevel gesitueerd zadeldak, waarvan de dakbedekking is verwijderd. Machinehuis II bezit een zadeldak met een dakruiter over de volle lengte van het dak. In de verticale wand van de dakruiter waren oorspronkelijk meerruits ramen opgenomen, die zijn afgedicht met ijzeren damwandprofielplaten.

    Machine- en ketelhuis III zijn voorzien van een plat dak.

    Beschrijving interieur

    Het complex is vrijwel geheel onderkelderd en ingedeeld met meerdere grote en kleine vertrekken.

    Van belang is de entree in de kantoorvleugel met wanden in gele deels geglazuurde strengperssteen en de traphal met een betegelde lambrisering en wanden met stuclijsten en een terrazzovloer.

    In de fabrieksruimten zijn de vloer- en wandafwerking deels nog origineel. De kapconstructies op unit I en II zijn uitgevoerd met vakwerkspanten.

    Beschrijving tuin

    Niet van toepassing.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het complex is van hoge cultuurhistorische waarde als uiting van de maatschappelijke en economische ontwikkeling van energievoorziening op lokaal en regionaal niveau.

    Architectonische waarde

    Het complex is van architectonische waarde omdat het drie stromingen in de utilitaire architectuur laat zien. Door vormgeving en detaillering is er een expliciete esthetische kwaliteit gegeven aan dit utilitaire complex.

    Gaafheid

    Het object is om functionele redenen meermalen gewijzigd, maar desondanks zijn de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard gebleven. De bouwkundige staat is matig tot redelijk.

    Situering

    Het complex is markant gelegen aan de Noordendijk en stedenbouwkundig van groot belang.

    Unieke waarde

    In functioneel en architectonisch opzicht bezit het object als industrieel erfgoed een hoge zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Conny van Nes, Achter de gevel van Het Energiehuis: Noordendijk 148, DiEP Magazine nr.18 2011.

    Bijlage


  • Noordendijk 258
    • Datering: 1942
    • Oorspronkelijke functie: Schakelstation
    • Bouwstijl: Zakelijk Expressionisme
    • Architect: Hamerpagt
    • Postcode: 3311RR

     

    Algemene beschrijving

    Gebouw ten behoeve van de energievoorziening - 150 kV schakelstation, gelegen op de hoek Noordendijk - Oranjelaan.

    Ligging

    Onderdeel van een ensemble van 3 schakelstations langs de Oranjelaan. Deze vormden het centrale punt in de energieverdeling. Op militaire gronden werd geëist dat deze zich op ruime afstand van het productiebedrijf bevonden. De elektriciteitsproductie verhuist in 1949 naar de Staart.

    Hoofdvorm

    Gebouw op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met plat dak.

    Bouwgeschiedenis

    Voor de Tweede Wereldoorlog was de energievoorziening in Nederland met name op plaatselijk niveau geregeld. Mede uit militaire overwegingen werd eind jaren '30 actie ondernomen de verschillende elektriciteitsnetten te koppelen, waardoor niet alleen binnen de Vesting Holland de netten van Noord- en Zuid-Holland gekoppeld zou zijn, maar ook het net van Noord-Brabant onderdeel van het netwerk zou worden.

    Waterstaat maakte een onderscheid tussen verbindingen die economisch haalbaar waren (binnen Zuid-Holland) en die waar geld bij moest (de lijn tussen Noord- en Zuid-Holland en die tussen Zuid-Holland en Brabant). De militairen hadden vooral belang bij de 150 kV-lijn Amsterdam - Velsen - Haarlem - Leiden - Den Haag - Rotterdam - Dordrecht - Geertruidenberg - Staatsmijnen, met 25 kV-aftakkingen naar Delft en Gouda. Defensie zou de extra kosten, die werden veroorzaakt door de oorlogsomstandigheden en haar specifieke eisen, voor haar rekening moeten nemen. Het grootste deel van het restant zou van de elektriciteitsbedrijven moeten komen.

    Begin mei 1940 werd het besluit genomen om te komen tot een 150 kV-koppelnet, maar tot uitvoering kwam het niet direct. De bezetter zag een militair én economisch belang in het koppelnet. Slechts de verbinding Den Haag - Rotterdam was voor 1940 gerealiseerd. Rotterdam - Dordrecht kwam in 1942 gereed. Vanuit Limburg was in 1943 de verbinding tot Geertruidenberg gereed. Pas in oktober 1944 was ook de verbinding Dordrecht - Geertruidenberg gereed. De feitelijke ingebruikname heeft pas na de bevrijding in 1945 plaatsgevonden.

    Tijdens de Duitse bezetting en in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog kwam bij de elektriciteitsbedrijven de baksteenarchitectuur opnieuw tot bloei. Twee factoren van organisatorische aard speelden daarbij een grote rol. De belangrijkste was dat vanaf 1940 de Stichting Koppeling Elektriciteitsbedrijven onderstations, schakelstations en hoogspanningslijnen liet ontwerpen door de Bouwkundige Dienst van de KEMA.

    Het hoofd van de Bouwkundige Dienst vanaf 1933 en later de bedrijfsarchitect George Hamerpagt (1899-1965), die een grote voorkeur voor baksteenbouw had, kreeg hierdoor een belangrijke positie in de Nederlandse elektriciteitssector. G. Hamerpagt was een leerling van H. Fels, die in de jaren dertig van de vorige eeuw samen met R.L.A. Schoenmaker het KEMA-complex in Arnhem ontwierp. Hamerpagt werkte ook aan dit project.

    Verder was van belang dat de directe invloed uit Amerika van de nieuwe bouwwijzen in beton, staal en glas verdween, omdat de contacten met de Verenigde Staten als gevolg van de bezetting waren verbroken.

    Hamerpagt tekende zijn schakelstations als combinaties van asymmetrisch gegroepeerde, rechthoekige volumes in gele baksteen met breed overstekende platte daken. De kopwanden van de diverse vleugels hebben meestal lichte 'speklagen'. Deze strepen sieren ook de lisenen die op regelmatige afstanden tegen de lange gevels zijn aangebracht. Voor het interieur gebruikte hij gewoonlijk gele Friese steen.

    Opvallend zijn verder de monumentale ingangspartijen. Hamerpagt combineerde de hoofdingangen van de schakelstations met erkerachtige trappenhuizen van beton, glas en staal. Hij accentueerde de functie van de ingangen door deze streng axiaal te ontwerpen. Vrijwel altijd wordt het portiek geflankeerd door twee lage bakstenen uitbouwen.

    In 1947 werd in het Bouwkundig Weekblad aandacht besteed aan het 150 kV-schakelstation in Dordrecht. In het artikel werd ook een korte toelichting van Hamerpagt opgenomen. Hij schreef dat hij de kasten en buizen van de elektronische installatie in sprekende kleuren had laten schilderen, om de verschillende delen van elkaar te onderscheiden. Hamerpagt was van mening dat de installaties van primair belang waren, terwijl het gebouw als 'foudraal' of omhulsel secondair was en van binnen in gematigde kleuren diende te worden gehouden. Het interieur stond met zijn neutrale beige- en geelachtige kleuren dan ook in sterk contrast met de sierlijk gedecoreerde gevels.

    Het was het eerste grote gebouw van dit type dat Hamerpagt ontwierp. Hij ontwikkelde hier zijn typische stijl, die opvalt door de strakke architectonische composities en het decoratieve materiaal- en kleurgebruik. De eigen stijl die Hamerpagt bij het onderstation in Dordrecht ontwikkelde, bleef tot het eind van de jaren vijftig vrijwel ongewijzigd en Hamerpagt bleef tot ca. 1960 centrales, schakel- en transformatorstations in baksteenarchitectuur ontwerpen.

    Het 150 kV schakelstation vormt onderdeel van een ensemble van 3 schakelstations langs de Oranjelaan. Het oudste schakelstation (Noordendijk 258) is gesitueerd op de hoek Oranjelaan / Noordendijk.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bezit twee als risaliet iets vooruitgeschoven zijgedeelten aan weerszijden van een hoger centraal gedeelte. Op het niveau van de begane grond zijn beide zijgedeelten gekoppeld door een éénlaags aanbouw voor het centrale gedeelte langs.

    De gevels zijn boven een gecementeerde iets vooruitstekende plint uitgevoerd in licht geelbruine baksteen in Noors verband met platvol voegwerk. De gevel van de risalieten en de éénlaagse aanbouw is verbijzonderd door elke achtste metselgang als speklaag in witte baksteen uit te voeren.

    De gevels worden beëindigd met een fors overstek van het betonnen dak. De gevel van de éénlaagse aanbouw wordt beëindigd door een gering overstekend plat dak.

    Het linker risaliet bezit op de begane grond aan de rechterzijde een deuropening met een stalen kozijn en deur. In lijn hiermee bevinden zich hierboven vier vensteropeningen met een ongedeeld raam.

    Het centrale gedeelte is voorzien van vier een baksteenkop uitgemetselde pilasters, die met speklagen gelijk aan de risalieten zijn uitgevoerd. Elk van de drie gevelvelden bezit bovenin drie smalle spleetvensteropeningen met een ongedeeld raam. In de as van de gevel bevindt zich boven de aanbouw een in staal en glas uitgevoerd uitgebouwd trappenhuis, beëindigd met een betonnen dak in de vorm van een segmentboog. Het gevelvlak ligt tussen de pilasters aan de boven- en zijkanten iets verdiept en is afgewerkt met witte tegels.

    De éénlaags aanbouw is opgebouwd uit een middendeel met aan weerszijden een iets vooruitgeschoven risaliet. Het centrale deel van het middendeel is iets verhoogd. In dit centrale deel bevindt zich binnen een gecementeerd vlak een segmentboogdeuropening met in het terugliggende kozijn dubbele deuren, beide voorzien van een bliksemschicht.

    In de gevel aan weerszijden hiervan bevinden zich vier kleine vierkante vensteropeningen met een ongedeeld raam. In de gevel van beide risalieten bevinden zich drie gelijkvormige vensteropeningen.

    De gevel van het rechter risaliet is volledig blind uitgevoerd.

    Linker zijgevel

    De gevel is middels zeven pilasters, die met speklagen gelijk aan de risalieten van de voorgevel zijn uitgevoerd, verdeeld in zes identiek uitgevoerde traveeën. In elke travee bevindt zich aan de linkerzijde een deuropening voorzien van een stalen kozijn en deur. Bovenin bevinden zich drie smalle spleetvensteropeningen met een kunststenen omkadering. Het gevelvlak ligt tussen de pilasters aan de boven- en zijkanten iets verdiept en is afgewerkt met witte tegels.

    De totale gevel wordt beëindigd met een fors overstek van het betonnen dak.

    Achtergevel

    De gevel bezit twee als risaliet iets vooruitgeschoven zijgedeelten aan weerszijden van een hoger centraal gedeelte.

    De gevels zijn boven een gecementeerde iets vooruitstekende plint uitgevoerd in licht geelbruine baksteen in Noors verband met platvol voegwerk. De gevel van de risalieten is verbijzonderd door elke achtste metselgang als speklaag in witte baksteen uit te voeren. De gevels worden beëindigd met een fors overstek van het betonnen dak.

    De gevel van het linker risaliet is volledig blind uitgevoerd.

    Het centrale gedeelte is voorzien van vier een baksteenkop uitgemetselde pilasters, die met speklagen gelijk aan de risalieten zijn uitgevoerd. Elk van de drie gevelvelden bezit bovenin drie smalle spleetvensteropeningen met een ongedeeld raam. In de as van de gevel bevindt zich een grote segmentboogdeuropening voorzien van een gecementeerd kader. In de opening zijn dubbele stalen deuren afgehangen.

    In de beide buitenste velden bevindt zich in de bovenste helft van de gevel een deuropening met in het stalen kozijn een dito deur. Een stalen trap met vier bordessen leidt naar de deuropening. Het gevelvlak ligt tussen de pilasters aan de boven- en zijkanten iets verdiept en is afgewerkt met witte tegels.

    Het rechter risaliet bezit op de begane grond aan de rechter zijde een deuropening met een stalen kozijn en deur. In lijn hiermee bevinden zich hierboven vier vensteropeningen met een ongedeeld raam.

    Rechter zijgevel

    De gevel is middels zeven pilasters, die met speklagen gelijk aan de risalieten van de voorgevel zijn uitgevoerd, verdeeld in zes identiek uitgevoerde traveeën. In elke travee ligt de onderzone van de gevel terug onder een betonnen latei. De onderzone is met betonnen roosters verdeeld in 9 (horizontaal) bij 4 (verticaal) velden, elk gevuld met licht roodbruine baksteen op het plat verwerkt in blokverband. De onderste 2 bij 2 velden aan de linker en rechterzijde zijn samengevoegd als deuropening, voorzien van een stalen kozijn en deur.

    Het gevelvlak boven de latei is blind uitgevoerd op drie smalle spleetvensteropeningen met een kunststenen omkadering na. Het gevelvlak ligt tussen de pilasters aan de boven- en zijkanten iets verdiept en is afgewerkt met witte tegels.

    De totale gevel wordt beëindigd met een fors overstek van het betonnen dak.

    Kap

    Alle bouwdelen zijn voorzien van een plat dak.

    Aan de zijde van de Oranjelaan bevinden zich zes gemetselde dakopbouwen, afgedekt met een segmentboogvormig gebogen "plat" dak. In de dakopbouwen bevinden zich ventilatieopeningen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (het interieur is niet opgenomen)

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de ontwikkeling van de energievoorziening op landelijk niveau als onderdeel van het landelijk koppelnet. Van groot belang als een van de eerste objecten in het oeuvre van de architect.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat er middels compositie, vormgeving en detaillering een esthetische kwaliteit is gegeven aan een object met een zuiver utilitair karakter.

    Gaafheid

    Het object is niet gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    De markante ligging op de hoek Noordendijk - Oranjelaan en de ensemblewaarde met de twee andere schakelstations aan de Oranjelaan zijn van groot stedenbouwkundig belang.

    Unieke waarde

    Het object heeft een hoge zeldzaamheidswaarde als industrieel erfgoed.

    Bijlage


  • Noordendijk 719
    • Datering: 1908
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3319GK

     

    Objectomschrijving

    Rechter deel van een twee tegen elkaar aangebouwde woonhuizen in twee bouwlagen waarvan één in de kap, opgetrokken in 1908. Gesitueerd aan de voet van de dijk.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in een bruinrode baksteen in kruisverband. Donkergroen geglazuurde profielsteen en gele lekdorpelsteen zijn toegepast in de onderdorpels van de vensteropeningen van respectievelijk de voor- en de zijgevel. De voorgevel bezit speklagen - van twee metselgangen witte steen met er tussen een metselgang rode steen - ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpel van de vensters. Witte steen is tevens toegepast in het 'fries' met ovale figuren van baksteenkoppen van elkaar gescheiden door een verticale lijn van koppen.

    De voorgevel bezit vier (venster)traveeën met gevelopeningen, die zijn gesloten met een steense segmentbogen, waar onder een zwikvulling met overhoeks aangebrachte witte en rode tegels in schaakbordpatroon. In de tweede travee vanaf de hoek met de zijgevel is de entree gesitueerd. Terugliggend in het gevelvlak is het kozijn geplaatst. In het kozijn zijn opgenomen een bovenraam en een secundaire glasdeur. De vensteropeningen zijn voorzien van quasi schuifvensters. De gevel wordt begrensd door de houten gelijste bakgoot.

    De langskap heeft een flauwe mansardevorm en is gedekt met rode Tuiles du Nordpannen. Centraal in het voor-dakvlak staat een houten dakkapel met bewerkte hoger uitstekende hoek'kolommen'. De kopgevel bezit op de beganegrond een breed venster met een recente indeling. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld raam.

    De zijgevel van de uitbouw van de achterzijde bezit een recente glasdeur. Ankers markeren de hoogteligging van de balklaag.

    Interieur

    De woning is niet bezocht.

    Waardering

    De woning is van monumentaal belang als voorbeeld van een woning voor de middenklasse en vanwege de vrij gaaf bewaard gebleven oorspronkelijke situatie.

    Bijlage


  • Noordendijk 721
    • Datering: 1913
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3319GK

     

    Objectomschrijving

    Linker deel van twee tegen elkaar aangebouwde woonhuizen op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen waarvan één in de kap, opgetrokken in traditionele stijl in 1913. De woning is gesitueerd aan de voet van de dijk.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in een bruinrode baksteen in kruisverband. Donkergroen geglazuurde profielsteen en gele lekdorpelsteen zijn toegepast in de onderdorpels van de vensteropeningen van respectievelijk de voor- en de zijgevel. Witte baksteen is in de voorgevel toegepast in speklagen - van twee metselgangen witte steen met er tussen een metselgang gewone gevelsteen - ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpel van de vensters. Witte steen is tevens toegepast in het 'fries' als zigzaggende lijn van koppen.

    De voorgevel bezit vier (venster)traveeën met gevelopeningen, die zijn gesloten met een anderhalf steense getoogde hanekam, waarvan de horizontale bovenrand in het midden een metselgang verspringt. In de derde travee vanaf de hoek met de zijgevel is de entree gesitueerd. Terugliggend in het gevelvlak is het kozijn geplaatst. In het kozijn zijn opgenomen een bovenlicht en een paneeldeur met een glasraam achter een gietijzeren rooster. De vensteropeningen zijn voorzien van ongedeelde schuiframen. De gevel wordt begrensd door de houten gelijste bakgoot.

    De langskap met een flauwe mansardevorm, die aan de achterzijde ter hoogte van de knik aansluit op het platte dak van de achterbouw, is gedekt met rode geglazuurde Tuiles du Nordpannen. Centraal in het voor- dakvlak staat een houten dakkapel met geneden klauwstukken en een opengewerkte gefigureerde top- element.

    De kopgevel bezit op de beganegrond een breed venster met een recente indeling. Op de verdieping bevindt zich een segmentboog-vensteropening met stolpramen. De gevel wordt beeindigd in het dakoverstek met boeiboord en windveer. In de nok is een bewerkte makelaar toegevoegd.

    Tegen de zijgevel van de uit 1922 daterende uitbouw van de achterzijde is een driezijdige erker uitgebouwd. Elk van de gevelvlakken hiervan bezit een schuifvenster, waarvan het bovenraam van een glas-in- loodvulling is voorzien. De erker vormt tevens de basis voor een balkon op de verdieping. Hiertoe zijn de gevels hoger opgetrokken als deels opengewerkte borstwering. De borstwering is afgedekt met hardrode profielsteen. Het balkon is betreedbaar middels dubbele glasdeuren. Ankers markeren de hoogteligging van de balklaag.

    Een betonnen brug met houten hekken verbindt de toegangsweg over een sloot met het erf.

    Interieur

    De woning is niet bezocht.

    Waardering

    De woning is van monumentaal belang als voorbeeld van een woning voor de middenklasse en vanwege de vrij gaaf bewaard gebleven oorspronkelijke situatie

    Bijlage


  • Noordendijk 731
    • Datering: XIX-B
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3319GK

     

    NOORDENDIJK 731, 733, 735, 737

    Objectomschrijving

    Twee dubbele woonhuizen op rechthoekige plattegrond in twee bouwlagen waarvan één in de kap, opgetrokken in traditionele stijl in de tweede helft van de negentiende eeuw. Gesitueerd aan de voet van de dijk.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in een donker bruinrode baksteen in kruisverband, met een lage plint in cementpleister. Hardsteen is toegepast in de onderdorpels van de vensteropeningen. In de segmentboog boven de raam- en deuropeningen zijn, voor wat betreft de voorgevel, deels blauw gekleurde bakstenen ingemetseld. De zwikvulling bestaat uit de standaard baksteen aangevuld met gele baksteen en een cementstenen blokje.

    De voorgevel bezit vier (venster)traveeën. In de tweede travee vanaf de hoek met de zijgevel is de entree gesitueerd. In het kozijn zijn een bovenlicht en een paneeldeur met een glasraam opgenomen. De vensteropeningen zijn voorzien van T-schuifvensters. De gevel wordt begrensd door de houten bakgoot.

    De langskap heeft een flauwe mansardevorm en is gedekt met gesmoorde kruispannen. Het achterste dakvlak van nummer 737 en 735 is secundair gedekt rode verbeterde oudhollandse pannen. In het voor-dakschild staat een kleine dakkapel met een ongedeeld gemoderniseerd raam. In het achter-dakvlak staan meerdere later toegevoegde dakkapellen.

    De kopgevel is voor wat betreft de begane grond blind uitgevoerd. Op de verdieping bevinden zich in nummer 737 twee kleine rondboogvensters; in nummer 735 een (secundaire ?) vensteropening met stolpramen en in nummer 733 en 731 een klein rondboogvenster.

    De achtergevels zijn merendeels verbouwd cq. uitgebouwd, waardoor de monumentale kwaliteit hier beperkt is tot de oorspronkelijke gevellijn.

    Interieur

    De bezochte woning (nummer 737) is intern geheel verbouwd. De overige woningen tonen een gelijke situatie.

    Waardering

    De woningen zijn van monumentaal belang als voorbeeld van arbeiderswoningen en vanwege de - ondanks de interne verbouwingen - vrij gaaf bewaard gebleven oorspronkelijke situatie.

    Bijlage


  • Noordendijk 733
    • Datering: XIX-B
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3319GK

     

    NOORDENDIJK 731, 733, 735, 737

    Objectomschrijving

    Twee dubbele woonhuizen op rechthoekige plattegrond in twee bouwlagen waarvan één in de kap, opgetrokken in traditionele stijl in de tweede helft van de negentiende eeuw. Gesitueerd aan de voet van de dijk.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in een donker bruinrode baksteen in kruisverband, met een lage plint in cementpleister. Hardsteen is toegepast in de onderdorpels van de vensteropeningen. In de segmentboog boven de raam- en deuropeningen zijn, voor wat betreft de voorgevel, deels blauw gekleurde bakstenen ingemetseld. De zwikvulling bestaat uit de standaard baksteen aangevuld met gele baksteen en een cementstenen blokje.

    De voorgevel bezit vier (venster)traveeën. In de tweede travee vanaf de hoek met de zijgevel is de entree gesitueerd. In het kozijn zijn een bovenlicht en een paneeldeur met een glasraam opgenomen. De vensteropeningen zijn voorzien van T-schuifvensters. De gevel wordt begrensd door de houten bakgoot.

    De langskap heeft een flauwe mansardevorm en is gedekt met gesmoorde kruispannen. Het achterste dakvlak van nummer 737 en 735 is secundair gedekt rode verbeterde oudhollandse pannen. In het voor-dakschild staat een kleine dakkapel met een ongedeeld gemoderniseerd raam. In het achter-dakvlak staan meerdere later toegevoegde dakkapellen.

    De kopgevel is voor wat betreft de begane grond blind uitgevoerd. Op de verdieping bevinden zich in nummer 737 twee kleine rondboogvensters; in nummer 735 een (secundaire ?) vensteropening met stolpramen en in nummer 733 en 731 een klein rondboogvenster.

    De achtergevels zijn merendeels verbouwd cq. uitgebouwd, waardoor de monumentale kwaliteit hier beperkt is tot de oorspronkelijke gevellijn.

    Interieur

    De bezochte woning (nummer 737) is intern geheel verbouwd. De overige woningen tonen een gelijke situatie.

    Waardering

    De woningen zijn van monumentaal belang als voorbeeld van arbeiderswoningen en vanwege de - ondanks de interne verbouwingen - vrij gaaf bewaard gebleven oorspronkelijke situatie.

    Bijlage


  • Noordendijk 735
    • Datering: XIX-B
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3319GK

     

    NOORDENDIJK 731, 733, 735, 737

    Objectomschrijving

    Twee dubbele woonhuizen op rechthoekige plattegrond in twee bouwlagen waarvan één in de kap, opgetrokken in traditionele stijl in de tweede helft van de negentiende eeuw. Gesitueerd aan de voet van de dijk.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in een donker bruinrode baksteen in kruisverband, met een lage plint in cementpleister. Hardsteen is toegepast in de onderdorpels van de vensteropeningen. In de segmentboog boven de raam- en deuropeningen zijn, voor wat betreft de voorgevel, deels blauw gekleurde bakstenen ingemetseld. De zwikvulling bestaat uit de standaard baksteen aangevuld met gele baksteen en een cementstenen blokje.

    De voorgevel bezit vier (venster)traveeën. In de tweede travee vanaf de hoek met de zijgevel is de entree gesitueerd. In het kozijn zijn een bovenlicht en een paneeldeur met een glasraam opgenomen. De vensteropeningen zijn voorzien van T-schuifvensters. De gevel wordt begrensd door de houten bakgoot.

    De langskap heeft een flauwe mansardevorm en is gedekt met gesmoorde kruispannen. Het achterste dakvlak van nummer 737 en 735 is secundair gedekt rode verbeterde oudhollandse pannen. In het voor-dakschild staat een kleine dakkapel met een ongedeeld gemoderniseerd raam. In het achter-dakvlak staan meerdere later toegevoegde dakkapellen.

    De kopgevel is voor wat betreft de begane grond blind uitgevoerd. Op de verdieping bevinden zich in nummer 737 twee kleine rondboogvensters; in nummer 735 een (secundaire ?) vensteropening met stolpramen en in nummer 733 en 731 een klein rondboogvenster.

    De achtergevels zijn merendeels verbouwd cq. uitgebouwd, waardoor de monumentale kwaliteit hier beperkt is tot de oorspronkelijke gevellijn.

    Interieur

    De bezochte woning (nummer 737) is intern geheel verbouwd. De overige woningen tonen een gelijke situatie.

    Waardering

    De woningen zijn van monumentaal belang als voorbeeld van arbeiderswoningen en vanwege de - ondanks de interne verbouwingen - vrij gaaf bewaard gebleven oorspronkelijke situatie.

    Bijlage


  • Noordendijk 737
    • Datering: XIX-B
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3319GK

     

    NOORDENDIJK 731, 733, 735, 737

    Objectomschrijving

    Twee dubbele woonhuizen op rechthoekige plattegrond in twee bouwlagen waarvan één in de kap, opgetrokken in traditionele stijl in de tweede helft van de negentiende eeuw. Gesitueerd aan de voet van de dijk.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in een donker bruinrode baksteen in kruisverband, met een lage plint in cementpleister. Hardsteen is toegepast in de onderdorpels van de vensteropeningen. In de segmentboog boven de raam- en deuropeningen zijn, voor wat betreft de voorgevel, deels blauw gekleurde bakstenen ingemetseld. De zwikvulling bestaat uit de standaard baksteen aangevuld met gele baksteen en een cementstenen blokje.

    De voorgevel bezit vier (venster)traveeën. In de tweede travee vanaf de hoek met de zijgevel is de entree gesitueerd. In het kozijn zijn een bovenlicht en een paneeldeur met een glasraam opgenomen. De vensteropeningen zijn voorzien van T-schuifvensters. De gevel wordt begrensd door de houten bakgoot.

    De langskap heeft een flauwe mansardevorm en is gedekt met gesmoorde kruispannen. Het achterste dakvlak van nummer 737 en 735 is secundair gedekt rode verbeterde oudhollandse pannen. In het voor-dakschild staat een kleine dakkapel met een ongedeeld gemoderniseerd raam. In het achter-dakvlak staan meerdere later toegevoegde dakkapellen.

    De kopgevel is voor wat betreft de begane grond blind uitgevoerd. Op de verdieping bevinden zich in nummer 737 twee kleine rondboogvensters; in nummer 735 een (secundaire ?) vensteropening met stolpramen en in nummer 733 en 731 een klein rondboogvenster.

    De achtergevels zijn merendeels verbouwd cq. uitgebouwd, waardoor de monumentale kwaliteit hier beperkt is tot de oorspronkelijke gevellijn.

    Interieur

    De bezochte woning (nummer 737) is intern geheel verbouwd. De overige woningen tonen een gelijke situatie.

    Waardering

    De woningen zijn van monumentaal belang als voorbeeld van arbeiderswoningen en vanwege de - ondanks de interne verbouwingen - vrij gaaf bewaard gebleven oorspronkelijke situatie.

    Bijlage


  • Noordendijk 811
    • Naam: Noordhoeve
    • Datering: XIX-d
    • Oorspronkelijke functie: Boerderij
    • Postcode: 3329KG

     

    Objectomschrijving

    Boerderij van het type kop-romp met aan de rechter zijde gesitueerd woonhuis en inrijdeuren in de voorgevel van het bedrijfsgedeelte. Gebouwd in het laatste kwart van de negentiende eeuw. Gesitueerd op enige afstand van de openbare weg met de nok parallel hieraan.

    Algemene omschrijving

    Exterieur - bedrijfsgedeelte (op verzoek van de eigenaar is het exterieur slechts vanaf de openbare weg beschreven)

    Voor wat betreft de voor- en de linker zijgevel opgetrokken in gele baksteen in kruisverband. De voorgevel is onder het voor-dakschild afgetopt. Op de begane grond wordt de gevel geheel benut voor de dubbele houten inrijdeuren. Boven de deuren bevindt zich een half ellipsvormig stalen radvenster.

    De langsgevel aan de straatzijde bezit grote inrijdeuren en twee vensteropeningen gesloten met een segmentboog. In de rechter vensteropening bevindt zich een achtruits raam en in de linker vensteropening een twaalfruits raam.

    De achtergevel is voorzien van een beschieting van geteerde gepotdekselde delen. In de gevel bevindt zich een later toegevoegde grote schuifdeur en kleinere getoogde stalramen.

    Het aan de voorzijde van een wolfseind voorziene zadeldak is gedekt met golfplaten.

    Exterieur - woongedeelte

    Het woonhuis is in rode baksteen in kruisverband opgetrokken.

    De voorgevel bezit, aan weerszijden van de entree op de begane grond twee getoogde T-schuifvensters en houten paneelluiken, waarmee de vensteropeningen afsluitbaar zijn. De entree bestaat uit een latere paneeldeur met bovenlicht. Op de verdieping bevinden zich drie getoogde T-schuifvensters. De lijstgevel bezit inzwenkende schouders.

    De linker zijgevel bezit twee getoogde T-schuifvensters met tweeruits bovenraam en een rechte vensteropening met stolpramen. Een secundaire goot vormt de overgang naar de (secundair ?) met gesmoorde verbeterde oudhollandse pannen gedekte zadeldak.

    Vrijstaand bevindt zich een wagenschuur. De gevels zijn gepleisterd. Het zadeldak is voorzien van golfplaten.

    Interieur

    Niet bezocht.

    Waardering

    De boerderij is van monumentaal belang vanwege de gaaf bewaard gebleven oorspronkelijke opzet.

    Publicaties

    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.

    Bijlage


  • Noordendijk (sluisje)
    • Datering: XIX-d
    • Oorspronkelijke functie: Sluis

     

    Objectomschrijving

    Inlaatsluis opgenomen in het dijklichaam van de Noordendijk, daterend vermoedelijk uit het eind van de negentiende eeuw.

    Algemene omschrijving

    Van de sluis zijn slechts de binnen- en buitendijkse inlaatpunten zichtbaar. In het dijklichaam bevindt zich een gemetselde koker ter verbinding van beide punten.

    De buitendijkse inlaat bestaat uit een kleine anderhalf steens dikke keermuur in gele IJsselsteen in kruisverband gemetseld. De zijkanten van de keermuur lopen schuin op en zijn afgewerkt met een halfsteens rollaag. Het middengedeelte wordt afgedekt met een steens rollaag, die boven de schuine zijkanten uitsteekt.

    Later toegevoegd is een betonnen voorwerk, bestaande uit lage - het profiel van het dijklichaam volgende - keermuren en een geleidehouder voor een houten schuif.

    Een trap van betonnen losse treden leidt van de inlaat naar het niveau van de weg op de dijk.

    Nabij de wegrand bevindt zich een gelijke steen en verband opgemetselde inspectietoegang, gesloten met een dubbel houten luik.

    De binnendijkse inlaat bestaat uit een identieke keermuur en latere betonnen zijwangen.

    Waardering

    De inlaatsluis is van monumentaal belang als - werkend - relict van de cultuurgeschiedenis van dit gebied. Het vormt een onderdeel van het stelsel waterstaatswerken ten behoeve van de drooglegging van het gebied.

    Opmerking

    Noordendijk bij huisnummer 777.

    Bijlage



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).