Museumstraat
-
Museumstraat 2
- Datering: 1866
- Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
- Bouwstijl: Neoclassicisme
- Postcode: 3311XP
Opmerking
Museumstraat 2 is een onderdeel van het gemeentelijk monument Steegoversloot 231-233 en 235.
Bijlage
-
9122499.pdf (opent in een nieuw venster)
Externe links
-
Museumstraat (Museumcomplex)
- Datering: 1852
- Oorspronkelijke functie: Krankzinnigengesticht
- Bouwstijl: Neoclassicisme
- Architect: Itz
- Postcode: 3311XP
Inleiding
In de historische binnenstand gevestigd Museumcomplex bestaande uit een samengesteld, in Neo-Classicistische stijl gebouwd MUSEUMGEBOUW, oorspronkelijk KRANKZINNIGENGESTICHT, en een vroeg twintigste eeuws HEKWERK.
De op deze locatie aan de toenmalige Lindengracht staande gebouwen van het Agnietenklooster en vervolgens het Heilige Geest- en Pesthuis ter Grote Kerke, werden in 1852 in Neo-Classicistische trant door gemeentearchitect G.N. Itz verbouwd ten behoeve van het Stads Geneeskundige Gesticht voor Krankzinnigen. Het complex kreeg toen in grote lijnen het huidige aanzien. In 1898 werd het complex verlaten door het gesticht.
In de jaren 1902-1904 werd het complex ingericht tot gemeentemuseum en kreeg toen een nieuwe entree in het terugliggende volume aan de Museumstraat. Het aan de Museumstraat staande hekwerk dateert uit deze verbouwingsjaren en is de erfscheiding voor een oude stadstuin, waarin nog zeer oude (beuken)bomen staan.
Het museumgebouw maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht van Dordrecht.
Omschrijving
Het museum is samengesteld uit een aantal op elkaar aansluitende rechthoekige bouwdelen met twee bouwlagen onder plat, schild- of zadeldak. Het museum bestaat uit haaks op elkaar staande bouwdelen; een noordwest-zuidoost gericht T-vormig gedeelte met de huidige hoofdentree in het evenwijdig, direct aan de Museumstraat staande gedeelte en een lang, noordoost-zuidwest gericht, de oorspronkelijke hoofdentree van het museum bevattend gedeelte met een dwarsvleugel.
Deze delen worden met elkaar verbonden door een tussenlid, waarvan de zuid-westelijke langsgevel aan een tuin grenst. Deze tuin ligt tussen voornoemde bouwdelen en achter een vroeg twintigste-eeuwse erfscheiding met hek. In de tuin staan een aantal monumentale beuken, kastanjebomen en essen. De tuin is langs de Museumstraat afgezet met ijzeren hekken boven een gemetselde erfafscheiding.
De lange achtergevel van het museum ligt aan de Veststraat. Een deel van de achterkant van het museum ligt aan een eveneens via de Veststraat te bereiken binnenplaats, die aan twee zijden is omgeven door gevels van het museumcomplex.
Waardering
Het museumcomplex, oorspronkelijk kranzinnigengesticht, is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde en vanwege de stedenbouwkundige waarde.
- Het museumcomplex is van cultuurhistorisch belang vanwege de diverse bijzondere functies die het in de loop der eeuwen heeft gehad.
- Het complex is van architectuurhistorisch belang als een goed voorbeeld van een voor de bouwtijd karakteristieke bouwstijl, als een representatief werk uit het oeuvre van de Dordtse gemeentearchitect G.N. Itz, en vanwege de afleebaarheid van de bouwgeschiedenis.
- Het museumcomplex heeft ensemblewaarde vanwege de visuele en functionele samenhang tussen de vleugels van het complex en het hekwerk. Het complex heeft stedenbouwkundige waarde als een monumentaal onderdeel van de beschermde historische binnenstad.
- Het complex is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur.
Externe links
-
Museumstraat 40
- Naam: Dordrechts Museum
- Datering: 1852
- Oorspronkelijke functie: Krankzinnigengesticht
- Bouwstijl: Neoclassicisme
- Architect: Itz
- Postcode: 3311XP
Inleiding
MUSEUMGEBOUW, oorspronkelijk gebouwd als KRANKZINNIGENGESTICHT, hoofdonderdeel van het museumcomplex. De gebouwen van het op deze locatie staande Pesthuis werden in 1852 door gemeentearchitect G.N. Itz ten behoeve van het gesticht verbouwd in een aan het Neo-Classicisme verwante bouwstijl. Het middendeel van de pal aan de straat staande voorgevel is zeker door Itz ontworpen, terwijl de lagere en ondiepe zijflanken mogelijk ouder zijn.
In de jaren 1902-1904 werden de gestichtsgebouwen verbouwd en ingericht als gemeentemuseum. Destijds betrof het museumgedeelte alleen nog het terugliggende, evenwijdig aan de straat gelegen volume en de korte dwarsvleugel er rechts van.
Omschrijving
De symmetrische middenpartij van de direct aan de Museumstraat liggende gevel is opgetrokken in donkere baksteen, de lagere en ondiepe, waarschijnlijk oudere zijflanken zijn opgetrokken in gele IJsselsteen. De gevel heeft een hardstenen plint en hardstenen waterlijsten ter hoogte van de onderdorpels en een geprofileerde houten daklijst met in het middendeel een reeks consoles. De gevelranden van de zijflanken zijn afgezet met een houten entablement met geprofileerde kroonlijst.
Het vierassige middendeel heeft op de begane grond binnen profiellijsten staande rechtgesloten vensters met achtruits schuiframen en op de verdieping eveneens rechtgesloten vensters met zesruits ramen. Aan weerszijden van dit bouwdeel staat een geblokte hoekliseen van hardsteen en in het midden loopt de hardstenen plint door tot de onderdorpels. In beide zijflanken een grote rondboogvormige gevelopening onder een afgeknotte ellipsboog. Aan de rechterzijde is deze ingevuld met paneel-vleugeldeuren met een stolpnaald. Het bovenlicht bevat gietijzeren traceringen. De voormalige ingang aan de linkerzijde is dichtgemetseld. De twee halfronde vensters in dit geveldeel bevatten gietijzeren ramen, die op een dunne hardstenen waterlijst staan. De voorgevel heeft een entablement dat in het middendeel is voorzien van schotelankers en consoles met acanthusbladeren. Het middendeel wordt beëindigd door een mezzanino met zes rechthoekige tweelichtvenstertjes. De gestucte, door schijnvoegen verlevendigde kopgevel van de rechter flank is grijs geverfd en heeft op de verdieping een hoog venster met meerruits ijzeren raam.
De achtergevel van deze rechter zijflank heeft aan de binnentuin een rondboogvormige doorgang met dubbele, rechtgesloten deuren en een stolpnaald onder rondboogvormig bovenlicht. Bovenlicht en deuren zijn geheel van smeedijzer. Links van de doorgang vier dubbele deuren met stolpnaald onder rondboogvormige bovenlichten in een geprofileerde, gemetselde omlijsting. Ter hoogte van de verdiepingsvloer een reeks ijzeren roosvensters. Op de verdieping vijf getoogde zesruits schuiframen. De onderdorpels maken deel uit van een hardstenen cordonlijst. Gepleisterde gevelrand. De zuidwestelijke gevel langs de binnentuin is samengesteld uit verschillende soorten baksteen, die een lange bouwhistorie van dit bouwdeel verraden. Hierin staat een reeks ijzeren rondboogramen op de begane grond zowel als op de verdieping. De lange, ten opzichte van de straat ver terugliggende gevel bevat de voormalige museumingang. De gehele gevel heeft een gepleisterde plint. De entree met dubbele, rechtgesloten deuren is geplaatst in een brede zandstenen omlijsting met frontonbekroning. Boven de deur ligt een fries van vier rondboogvormige vensters met glas-in-lood. In het timpaan staat met vergulde letters "Dordrechts Museum" en zijn eikel- en eikenbladmotieven uitgehakt temidden van het wapen van de stad Dordrecht. Hardstenen drempel en neuten. Zandstenen latei, kalf en onderdorpel.
Aan weerszijden van de entree staat een kruiskozijn met natuurstenen tussendorpel. Op de plaats van de rondboogvensters met T-ramen aan weerszijden hiervan bevonden zich oorspronkelijk de openslaande deuren van het gesticht. Tussen elke drie vensters staat een brede liseen. De gevel wordt beëindigd door een kroonlijst. Op de verdieping staat een reeks getoogde blinde vensters. Op de nok van het dak staan twee houten dakhuizen met zadeldak. Rechts van deze gevel en loodrecht hierop staat een korte dwarsvleugel. De achterzijde van het lange bouwdeel staat aan de Veststraat (huisnrs. 15 en 17). De gevelwand heeft op de begane grond een vijftal blinde en acht met ijzeren ramen ingevulde rondboogvensters. In het linker deel van de gevel staat een dubbele paneeldeur met rechts ervan twee grote vensters met roedenverdeling, meer naar rechts staat een getoogde gevelopening met rechthoekige deur en drie vensters met roedenverdeling er rechts van. Op de verdieping een reeks van dertig blinde, getoogde ramen boven een doorlopende hardstenen waterdorpel. Aan de gevel zijn een aantal gietijzeren rozetankers bevestigd. De gevel wordt beëindigd door een eenvoudige houten lijst. Het rechter deel van deze museumgevel is waarschijnlijk de kopgevel van een voormalig pakhuis. Het betreft een symmetrische topgevel van het type tuitgevel. In de topgevel staan dubbele houten deuren onder drieruits bovenlicht. De entree is gevat in een houten, geprofileerde deuromlijsting. Aan weerszijden een meerruits, rondboogvormig venster met gepleisterde onderdorpels. Op de verdieping een hoge rondboogdeur met aan weerszijden twee rondboogvensters met ijzeren ramen. In de geveltop openslaande deuren onder een trekbalk met aan weerszijden twee ronde ijzeren raampjes. In de gevel diverse ijzeren muurankers. Vlechtwerk langs de dakranden. De gevel heeft een gepleisterde plint.
De overige gevels aan de achterzijde van het museum staan aan een binnenplaats. De lange, loodrecht op de straat staande gevel bevat een reeks van tien dubbele glas-paneeldeuren onder rondboogvormig bovenlicht met twee vertikale houten stijlen en geheel rechts een dichtgemetseld rondboogvenster. Hardstenen, gefreinde neuten. De kozijnen hebben uitgemetselde omlijstingen. Op de verdieping elf rondboogvensters met ijzeren ramen. Het zadeldak is bedekt met vernieuwde Hollandse pannnen en heeft zes dakkapellen met negenruits ramen en geprofileerde daklijsten. De hier dwars opstaande achtergevel van het direct aan de Museumstraat staande bouwdeel is voorzien van zes dubbele paneel-glasdeuren met middenstijl en roeden in bovenlichten onder getoogde boogtrommels met gietijzeren decoraties. Gestucte plint en uitgemetselde lijst boven de bovenranden. Gietijzeren rozetankers en op de verdieping met drie rondboogvensters met ijzeren ramen en twee keer drie kleine rechtgesloten vensters onder rollaag.
Waardering
Het museum, oorspronkelijk kranzinnigengesticht, is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische, de cultuurhistorische en de stedenbouwkundige en ensemblewaarde.
- Het gebouw is van cultuurhistorisch belang vanwege de diverse bijzondere functies die het heeft een heeft gehad en vanwege het grote belang van de aanwezigheid van dergelijke gebouwen in de historische binnensteden.
- Het gebouw is van architectuurhistorisch belang vanwege de bijzondere kenemerken, de afleesbare bouwgeschiedenis, en als een representatief werk uit het oeuvre van de Dordtse gemeentearchitect G.N. Itz.
- Het gebouw heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarde door de visuele en functionele samenhang tussen de verschillende bouwdelen en als een monumentaal onderdeel van de historische binnenstad.
- Het gebouw is ook van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur.
- Het gebouw heeft tevens zeldzaamheidswaarde vanwege de bijzondere functies die het heeft gehad.
Opmerking
Sinds 1904 is op deze locatie het Dordrechts Museum gevestigd.
Publicaties
- Jan Alleblas, Van Non tot Non-sens, Kwartaal & Teken van Dordrecht nr.3/4 1977.
- Angenetha Balm en Jan Willem Boezeman, George Nicolaas Itz (1799–1869): Stadsbouwmeester van Dordrecht in de 19e eeuw, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.35 2010.
- Sidney Breidel & Rowan van der Stelt, Verhalen van Dordrecht 43: Slavernijverleden Dordrecht - Dordrechts Museum, 2023.
- M.C. Dorst, Dordrecht Ondergronds Briefrapport 13: Dordrechts Museum - Een bureauonderzoek en een archeologische begeleiding in het voormalige Agnietenklooster, Heilig Geest- en Pesthuis en Stads Krankzinnig- en Beterhuis, 2009.
- M.C. Dorst, Dordrecht Ondergronds 140: Museumstraat 40, tuin Dordrechts Museum - Een archeologisch bureauonderzoek, veldwaarneming en magnetometrisch onderzoek, 2022.
- Jan de Geus, Ruzie in het Krankzinnigengesticht, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.78 2021.
- Annet Meffert en Ruus Schook, G.N. Itz: Stadsbouwmeester van Dordrecht 1832-1867, 1985.
- Theo Pronk, Moeder der Hollandse steden: historiezucht in Dordrecht rond 1900, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2017.
- G.J. Schweitzer, 135 jaar Dordrechts Museum, Kwartaal & Teken van Dordrecht nr.3/4 1977.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.
Externe links
-
Museumstraat 40 (hekwerk)
- Naam: Dordrechts Museum
- Datering: 1904
- Oorspronkelijke functie: Toegangshek
- Bouwstijl: Art Nouveau
Inleiding
HEKWERK uit 1904 behorend bij het museumcomplex. Het hekwerk is geplaatst ten tijde van de verbouwing van het krankzinnigengesticht tot museum. De ornamentiek van de smeedijzeren hekken is stilistisch verwant aan de toentertijd in zwang zijnde Art Nouveau.
Omschrijving
De erfscheiding tussen de museumtuin en de straat bestaat uit een gemetselde borstwering met eveneens gemetselde hekpijlers en kolommen, waartussen de smeedijzeren hekken zijn bevestigd. De borstwering heeft een hardstenen plint en een eveneens met hardsteen afgedekte ezelsrug. De hekpijlers aan weerszijden van de twee toegangshekken hebben zandstenen koppen met driehoekige afdekstenen waarin 'MUSEUM' staat gegraveerd. De rechter toegangshekken staan voor een oprit naar de voormalige hoofdentree van het museum.
Waardering
Het hekwerk is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de ensemblewaarde.
- Het hekwerk is van cultuurhistorisch belang als een bijzondere erfafscheiding bij een gebouw met een bijzondere functie in de historische binnenstad van Dordrecht.
- Het hekwerk heeft architectuurhistorische waarde vanwege de voor de bouwtijd karakteristieke vormgeving en detaillering.
- Het hekwerk heeft ensemblewaarde door de visuele en functionele samenhang met de verschillende onderdelen van het museumcomplex.
- Het hekwerk is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid.
Publicaties
- Jan Willem Boezeman, De muur, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.80 2021.
- M.C. Dorst, Dordrecht Ondergronds 140: Museumstraat 40, tuin Dordrechts Museum - Een archeologisch bureauonderzoek, veldwaarneming en magnetometrisch onderzoek, 2022.
Externe links
-
Museumstraat 41
- Postcode: 3311XP
Omschrijving
Voor de objecten die als 'Beeldbepalend pand' zijn aangewezen is helaas geen redengevende omschrijving beschikbaar.
Publicaties
- Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.
-
Museumstraat 44-46
- Datering: 1781
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Postcode: 3311XP
Omschrijving
PAND met verkropte lijstgevel, gedateerd 1781.
Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.
Publicaties
- Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.
Externe links
-
Museumstraat 48
- Datering: XVII-d
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Renaissance
- Postcode: 3311XP
Omschrijving
PAND met Dordtse trapgevel (XVII d) bekroond door een segmentvormig fronton met bol. Klauwstukken tegen de top.
De onderpui en de ramen zijn bij de recente restauratie in 18e-eeuwse stijl vernieuwd.
Fraai gebouw van algemeen belang wegens oudheidkundige en kunsthistorische waarde.
Publicaties
- Angenetha Balm-Kok, De bewoningsgeschiedenis van Museumstraat 48 te Dordrecht, 2008.
- Angenetha Balm-Kok, Het geboortehuis van Reinier Goudsbergen, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2008.
- Vereniging Oud-Dordrecht, De Dordtse gevel / Lijst van Dordtse gevels, Jaarverslag 1981.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Meesterlijk metselwerk: De Dordtse gevel (1584-1798), Jaarboek 2016.
- De Monumentenlijst: Museumstraat 48 (1), tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.65 2017.
- De Monumentenlijst: Museumstraat 48 (2), tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.66 2018.
- De Monumentenlijst: Museumstraat 48 (3), tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.67 2018.
Externe links
-
Museumstraat 50
- Datering: 1750
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Renaissance
- Postcode: 3311XP
Omschrijving
PAND met Dordtse trapgevel (ca. 1750).
Pui bij recente restauratie gewijzigd.
Fraai gebouw van algemeen belang wegens oudheidkundige en kunsthistorische waarde.
Publicaties
- Vereniging Oud-Dordrecht, De Dordtse gevel / Lijst van Dordtse gevels, Jaarverslag 1981.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Meesterlijk metselwerk: De Dordtse gevel (1584-1798), Jaarboek 2016.
Externe links
-
Museumstraat 52
- Postcode: 3311XP
Omschrijving
Voor de objecten die als 'Beeldbepalend pand' zijn aangewezen is helaas geen redengevende omschrijving beschikbaar.
-
Museumstraat 53-55
- Postcode: 3311XP
Omschrijving
Voor de objecten die als 'Beeldbepalend pand' zijn aangewezen is helaas geen redengevende omschrijving beschikbaar.
-
Museumstraat 56
- Naam: Arend Maartenshof
- Datering: 1625
- Oorspronkelijke functie: Hofje
- Postcode: 3311XA
Omschrijving
Arend Maartenshof. Groot HOF (1625) gelegen tussen de Museumstraat, de Korte Nieuwstraat, de Vest en de Kolfstraat. Vier rijen aaneengesloten woningen van alleen begane grond onder zadeldaken, die op de hoeken door puntgevels worden afgesloten.
Op het uitgestrekte binnenplein een grasveld met hoog geboomte.
De buitenmuren hebben geen vensters. Aan de Museumstraat een rijk versierde poort: Dorische muurzuiltjes, tegen de sokken en de onderzijde van de schacht geornamenteerd met daarboven verkropt hoofdgestel, waarin gevelsteen met tekst. Hierboven hoog opzetstuk met vrouwenfiguren die het wapenschild van de stichter vasthouden, geflankeerd door balusterzuiltjes. Fronton met liggende putti en stenen ballen daarnaast. Aan de Korte Nieuwstraat-hoek Vest een getoogd en geblokt natuurstenen poortje met hekpalen en stangen. De puntgevels hebben vlechtingen en geprofileerde zij-afdekstukken. Op de hoeken aan de Museumstraat natuurstenen hoekblokken.
De vensters in de hof-gevels hebben ramen in stijl XVIII.
Twee smeedijzeren muurlantaarns, pomp met neogotisch ijzeren bovenstuk.
Regentenkamer met schouw en 14 regentenportretten (XVII); beschilderd plafond.
Fraai gebouw van algemeen belang wegens bijzondere oudheidkundige en kunsthistorische waarde.
Publicaties
- Arnold Busch, François Palm, de Arend Maartenshof en het Korps Mariniers, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2020.
- Marcel Sluijter, Verhalen van Dordrecht 13: De Dordtse hofjes - Van middeleeuwse woonvorm tot modern alternatief, 2008.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Arent Maertensz., Jaarverslag 1965.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Iets over de Arends Maartenshof en zijn bestuur, Jaarverslag 1966.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.
- Dordtse Hofjes: Het Arend Maartenshof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.68 2018.
- Geld maakt macht, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.89 2023.
Externe links
-
Museumstraat 57
- Postcode: 3311XP
Omschrijving
Voor de objecten die als 'Beeldbepalend pand' zijn aangewezen is helaas geen redengevende omschrijving beschikbaar.
-
Museumstraat 65
- Naam: Kunstkerk
- Datering: 1885
- Oorspronkelijke functie: Kerkgebouw
- Bouwstijl: Neoclassicisme
- Architect: Schmidt
- Postcode: 3311XP
Algemene beschrijving
Voormalig kerkgebouw, nu culturele instelling. In gebruik genomen als kerk op 6 december 1885.
Ligging
Gesitueerd op een perceel tussen de Museumstraat en het Augustijnenkamp. Onderdeel van een gevelwand tussen de Nieuwstraat en de Steegoversloot.
Hoofdvorm
Pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in twee hoge bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
De huidige Museumstraat is ontstaan uit een samenvoeging van de gedempte Middel- of Lindengracht en de parallel lopende straat aan de oostzijde. Oorspronkelijk stond er alleen bebouwing aan de oostzijde van de Lindengracht -Museumstraat. De binnengracht is in de middeleeuwen (waarschijnlijk in de 14e eeuw, maar mogelijk al eerder) aangelegd. De kerk is gebouwd op een perceel waarop het pand oorspronkelijk met de voorgevel naar de Augustijnenkamp stond. Het aanwezige huis dat volgens de teruggeplaatste gevelsteen uit 1597 dateerde is voor de nieuwbouw gesloopt. Het achtererf van huis liep - net als de buurpercelen - tot tegen de stadsbinnengracht.
De kerk met voorgevel en entree aan de Museumstraatzijde kon pas gebouwd worden, nadat de Lindengracht - oorspronkelijk ook Middelgracht genoemd - gedempt was. De demping van (dit stuk van) de gracht is ergens tussen 1880 en 1885 uitgevoerd. Na de kerk volgde al snel meer bebouwing aan deze kant van de Museumstraat: deze bebouwing staat dus op de voormalige achtererven, schuurtjes en bijgebouwen van percelen aan de Augustijnenkamp. De bewuste keuze voor een entree aan de Museumstraatzijde lijkt te wijzen op de groei van het belang/status van deze straat t.o.v. de Augustijnenkamp.
De naam Museumstraat - ipv Lindengracht en Lindenstraat - werd officieel ingevoerd in 1907 op verzoek van het bestuur van het Dordrechts Museum. Sinds de bouw in 1885, hebben verschillende kerkgemeenschappen gebruik gemaakt van deze kerk. De laatste kerkgangers waren lid van de Kerk van de Nazarener. De gemeente Dordrecht kocht het kerkgebouw in 2002 en sindsdien heeft het de naam Kunstkerk.
Arie Schmidt (1826-1905) is de ontwerper van het kerkgebouw. Hij was meer dan veertig jaar bouwkundig tekenaar bij gemeentewerken. Hij ontwierp onder meer deze kerk in de Museumstraat en het kerkgebouw van de Vrije Evangelische Gemeente (1886) aan de Vrieseweg.
In 1904 wordt de consistoriekamer, die tegen de achtergevel van de kerkzaal was aangebouwd, vergroot met de tot dan aan de zijde van het Augustijnenkamp gesitueerde open plaatsje.
In 1910 wordt een nieuwe galerij aan de kerkzaal toegevoegd ten behoeve van de plaatsing van het orgel.
In 1943 wordt aan de zijde van het Augustijnenkamp een deurkozijn dichtgemetseld.
In 1947 worden de vloeren in de kerk vernieuwd.
In 1948 wordt in de aanbouw tegen de rechter zijgevel een kelder voor de centrale verwarming gerealiseerd.
In 1957 wordt het dak van de consistorie geheel vernieuwd. Het zadeldak werd vervangen door een plat dak. In hetzelfde jaar worden in de voorgevel twee ventilatieopeningen gemaakt.
In de jaren zeventig is het pand inwendig ingrijpend gewijzigd, waardoor veel karakteristieke elementen verloren zijn gegaan.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De topgevel is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in Vlaams verband met platvol voegwerk (gewijzigd; vermoedelijk oorspronkelijk gesneden voegen). De gevel is voorzien van gepleisterde hoekpilasters met een basement en kapiteel en zijn voorzien van een casement met een bossingpaneel. De pilasters dragen de geprofileerde, zware dakrand, die wordt bekroond met een lage trede. Het middengedeelte van de gevel is tot halverwege het zolderniveau als risaliet een baksteen vooruitgeschoven. Het risaliet wordt bekroond met een kroonlijst. Het metselwerk is tussen de pilasters voorzien van een lage plint.
In het risaliet bevindt zich de entree tot de kerk. De rechte deuropening is omkaderd met geschilderde pilasters, die een hoofdgestel dragen. Het hoofdgestel bestaat uit een architraaf, waarboven een fries met bossingpanelen en een kroonlijst. De deuropening is voorzien van een kozijn, waarin dubbele paneeldeuren zijn afgehangen.
Boven de entree is de gevel voorzien van een rondboogvormige vensteropening, omkaderd met een zware lijst. In de opening bevindt zich een kozijn met een twintigruits onderraam en een bovenraam met een radiale roedeverdeling. De gevel aan weerszijden van het risaliet zijn identiek met een rondboog vensteropening, omkaderd met een zware lijst. In de opening bevindt zich een kozijn met een tweeëndertigruits onderraam en een bovenraam met een radiale roedeverdeling.
Direct naast het risaliet bevindt zich een in 1957 gerealiseerd klein rond roosvenster.
In de geveltop bevindt zich een ronde vensteropening, omkaderd met een zware lijst. In de vensteropening bevindt zich een roosvenster.
Linker zijgevel
De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk en wordt beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot. Ankers markeren de ligging van de zolderbalklaag en de kapspanten.
Aan de linker zijde bevinden zich twee rondboogvormige vensteropeningen, gesloten met een anderhalfsteens rollaag, met een ijzeren twintigruits onderraam en een bovenraam met een radiale roedeverdeling.
Aan de rechter zijde bevinden zich twee met een anderhalfsteens segmentboog gesloten gevelopeningen, die zijn dichtgemetseld.
Achtergevel
De topgevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk en wordt beëindigd met een smeerlaag tegen de pannendekking. Ankers markeren de ligging van de zolderbalklaag, de kapspanten en de gordingen.
De gevel is deels afgedekt door de éénlaags voormalige consistorie.
In de gevel bevinden zich twee rondboogvensteropeningen, gesloten met een anderhalfsteens rollaag, met een ijzeren twintigruits onderraam en een bovenraam met een radiale roedeverdeling.
Tussen beide vensteropeningen bevindt zich een ronde vensteropening, die iets terugliggend met metselwerk is dichtgezet.
In de geveltop bevindt zich een kleine ronde vensteropening met een ijzeren roosvenster.
Hierboven bevindt zich een sterk gehavende gevelsteen met het opschrift: Rapen-segh-ick-is so, goeden-cruyt-al-die, werelt-is-om-rapen-wt, noeit-als-nu-A 1597.
Rechter zijgevel
De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk en wordt beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot. Ankers markeren de ligging van de zolderbalklaag en de kapspanten.
De gevel is grotendeels afgedekt door het buurpand. Een gemetselde schoorsteen is in 1948 tegen de gevel opgetrokken tot ruim boven de gootlijn.
Gevel voormalige consistorie
De gevels zijn opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk en worden beëindigd met een houten boeiboord van het in 1957 gerealiseerde platte dak. In de gevels bevinden zich brede gevelopeningen met een drielicht met centraal dubbele paneeldeuren met een ongedeeld bovenraam met een segmentboogvormige bovenrand. De beide zijvelden bezitten een vast paneel gelijkvormig aan de deuren. De vier bovenramen zijn ongedeeld met een segmentboogvormige bovenrand.
Kap
Het zadeldak is gedekt met gesmoorde verbeterd Hollandse pannen.
In het linker dakvlak staat een dakkapel met een plat dak, met aan de voorzijde een kozijn met een vierruits raam.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Begane grond
De kerkzaal is aangepast ten behoeve van de huidige functie. De ruimte is voorzien van een houten plafond met een vlak middengedeelte met een half tongewelf aan weerszijden aansluitend op de wanden. De voormalige consistorie is voorzien van een houten plafond van kraaldelen binnen een vierdeling met vlakke lijsten, met in het midden een klein ornament.
Zolder
De ruimte wordt bepaald door de zware balklaag, waar over loopplanken liggen, waarop de kapconstructie is geplaatst. Deze bestaat uit een makelaar onder de nok, die in het midden van de balklaag samenkomt met een schuin geplaatste schoor, die halverwege de overspanning het spantbeen steunt. Aan de binnenzijde zijn de spantvakken voorzien van een windverband van twee gekruiste houten liggers. Over de spantbenen liggen gordingen, waarover het beschot is aangebracht.
Beschrijving tuin
Het terrein is aan de zijde van het Augustijnenkamp afgesloten met een gemetselde steens muur, beëindigd met een ezelsrug op een muizentand.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het gebouw is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een kerkgebouw, gebouwd in het laatste kwart van de 19e eeuw in een straat die na de demping van de binnengracht zich aan het ontwikkelen was tot een voorname straat met markante panden.
Architectonische waarde
Het kerkgebouw heeft grote architectuurhistorische waarde door de kwaliteit van het ontwerp en de detaillering van het exterieur in neoclassicistische stijl. De entree, geflankeerd door pilasters en de grote rondboogvormige vensteropeningen zijn karakteristiek voor deze kerk. Het pand is van architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van de Dordtse architect A. Schmidt. De gevelsteen (1597) die bewaard is gebleven van het gesloopte pand is van bijzondere waarde.
Gaafheid
Het pand is van belang door de gaafheid in hoofdvorm en exterieur. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.
Situering
Het kerkgebouw heeft stedenbouwkundige waarde als markant onderdeel van de monumentale gevelreeks aan de Museumstraat in beschermd stadsgezicht.
Unieke waarde
De kerk heeft in typologisch, architectonisch en bouwkundig opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde.
Publicaties
- M.C. Dorst, Dordrecht Ondergronds 132: Museumstraat 65 - Een archeologische opgraving, 2021.
- Jacqueline Hoevenberg, Waarneming en bureauonderzoek Museumstraat 65a, 2007.
- Fred van Lieburg, Heilige plaatsen in een Hollandse stad: Duizend jaar religieuze gebouwen op het Eiland van Dordrecht, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2011.
- A. Nelemans en R. Wolst, Het kerkgebouw aan de Museumstraat, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2002.
- Dordtse Puienprijs 2023: Categorie 'Bedrijfspand', tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2023.
- Een eeuwenoude gevelsteen, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.65 2017.
Bijlage
-
9122468.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Museumstraat 67
- Naam: School voor Bijzonder Lager onderwijs
- Datering: 1909
- Oorspronkelijke functie: Schoolgebouw
- Bouwstijl: Traditionalisme
- Architect: van Driel
- Postcode: 3311XP
Algemene beschrijving
Schoolgebouw.
Ligging
Onderdeel van de gevelwand tussen de Nieuwstraat en de Kolfstraat, gesitueerd op de hoek Museumstraat / Kolfstraat.
Hoofdvorm
Gebouw op T-vormige plattegrond in twee bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
De huidige Museumstraat is ontstaan uit een samenvoeging van de gedempte stadsbinnengracht, hier Middel- of Lindengracht genoemd en de parallel lopende straat aan de oostzijde. Oorspronkelijk stond er alleen bebouwing aan de oostzijde van de Lindengracht - Museumstraat. De binnengracht is waarschijnlijk in de 14e eeuw, maar mogelijk al eerder aangelegd.
De demping is waarschijnlijk al vóór 1880 uitgevoerd, aangezien de eerste school hier werd gebouwd in 1880. Deze school werd gebouwd op een groot aantal percelen waarop panden oorspronkelijk met de voorgevel naar de Kolfstraat of de Nieuwstraat stonden. De achterven van al deze percelen grensden aan een tussenliggende zijtak of sprant van de stadsbinnengracht. Aan de huidige Museumstraatzijde lagen veel kleine percelen die vanuit kleine straatjes parallel aan de binnengracht toegankelijk waren. De eerste schol werd gesloopt in 1905. De huidige school is ook weer met voorgevel en entree aan de Museumstraatzijde gebouwd. De bewuste keuze voor een entree aan de Museumstraatzijde lijkt te wijzen op de groei van het belang/status van deze straat.
In 1909 wordt een vergunning verleend voor het slopen van twee schoolgebouwen en het bouwen van een schoolgebouw voor Bijzonder Lager onderwijs. Het schoolgebouw bestaat uit één vleugel evenwijdig aan de Museumstraat met een kleine éénlaags aanbouw aan de zijde van de Kolfstraat en in de as van het gebouw aan de achterzijde een uitgebouwd trappenhuis.
In 1929 wordt naar het plan van architectenbureau Bakker en van Herwijnen het trappenhuis aan de achterzijde verwijderd ten behoeve van de bouw van een vleugel in twee bouwlagen met kap. Het trappenhuis wordt verplaatst naar een nieuwe tweelaags aanbouw aan de zijde van de Kolfstraat.
In 1970 worden op de eerste verdieping twee lokalen bij elkaar getrokken.
In 1980 wordt in de vleugel van 1929 op de begane grond het lokaal vergroot ten koste van de entree en hal.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel is spiegelsymmetrisch over de middenas en bestaat uit een smalle travee in het midden, met daarin de entree, geflankeerd door twee identieke traveeën onder een lijst en een iets hoger opgetrokken travee met topgevel aan de uiteinden, die een baksteenkop is vooruitgeschoven.
De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De gevel is voorzien van een iets uitgebouwde plint in donker roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen, die wordt afgesloten met een hardstenen waterslag. Ter hoogte van de hardstenen lekdorpels is in het metselwerk een speklaag van twee metselgangen in hardrode strengperssteen opgenomen. De topgevels worden beëindigd met een hardstenen dekplaat, die aan de onderzijde trapsgewijs oploopt. De overige traveeën worden beëindigd met een op bewerkte houten klossen uitkragende geprofileerde houten bakgoot.
De entree in de smalle travee bestaat uit een deuropening met in het kozijn dubbele paneeldeuren met een negenruits bovenraam met een bovenrand, die een segmentboog beschrijft. De deuropening is gesloten met een kunststenen latei, waarboven vier met een kop breed deelzuiltje van elkaar gescheiden rondboogopeningen, voorzien van een glas-in-loodvulling. Boven de vier openingen ligt een zware kunststenen latei. Op de eerste verdieping kraagt het metselwerk aan weerszijden van een vensteropening een kop uit op een hardstenen kraagsteen. De vensteropening is voorzien van een tweelicht met onder het kalf een ongedeeld raam en erboven een zesruits raam. Op het niveau van de zolderniveau bevindt zich een vensteropening met een drielicht met zesruits ramen.
De travee is boven de gootlijn hoger opgetrokken en beëindigd met een hardstenen deklijst met sierelementen op de buitenhoeken. In het metselwerk is binnen een ondiep casement een tegeltableau met het jaartal 1910 opgenomen.
Elk van de drie traveeën aan weerszijden van de smalle travee bezit op de begane grond drie middels een tweesteens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen gesloten met een anderhalfsteens segmentboog. Op de verdieping zijn de drie rechte vensteropeningen opgenomen in een ondiep met een steens segmentboog gesloten casement, dat onder de lekdorpel dieper doorloopt en aan de onderzijde is voorzien van een koppenrollaag in hardrode strengperssteen. In de vensteropeningen bevindt zich een kozijn met onder het kalf een negenruits onderraam en erboven een zesruits bovenraam.
Linker zijgevel
De gevel bestaat uit links een geveldeel onder een lijst (uitbreiding 1929) en links een iets hoger geveldeel onder een lijst, die een baksteenkop is vooruitgeschoven. Beide geveldelen zijn opgetrokken in roodbruine baksteen (links iets lichter dan rechts) in kruisverband met gesneden voegen. Het rechter geveldeel is voorzien van een iets uitgebouwde plint in donker roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen, die wordt afgesloten met een hardstenen waterslag. De geveldelen zijn beëindigd met een op bewerkte houten klossen uitkragende geprofileerde houten bakgoot.
In het linker geveldeel bevinden zich aan de linker zijde op de begane grond twee vensteropeningen met een ongedeeld raam. Aan de rechter zijde bevindt zich een met een parabool gesloten gevelopening, waarin terugliggend een deuropening met dubbele houten paneeldeuren met twee staande panelen en een vierlicht-bovenlicht met ongedeelde ramen. De vloer van het portaal is afgewerkt met gele keramische tegels.
Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde twee smalle hoge vensteropeningen en aan de rechter zijde een kleinere vensteropening, allen voorzien van een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling. Het rechter geveldeel is blind uitgevoerd.
Achtergevel - linker gedeelte inclusief de achtervleugel
De gevels zijn opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De gevel van de in 1929 toegevoegde vleugel is opgetrokken in iets lichtere baksteen.
De gevel van het bouwvolume tegen de hoofdvleugel wordt beëindigd met een houten boeiboord van het platte dak. De gevel van de hogere hoofdvleugel en de vleugel uit 1929 worden beëindigd met een op bewerkte houten klossen uitkragende geprofileerde houten bakgoot.
De gevel van het bouwvolume tegen de hoofdvleugel bestaat uit twee traveeën met een identieke indeling. Op de begane grond bevindt zich links een brede segmentboog-vensteropening met in het drielicht ongedeelde ramen onder en boven het kalf. Rechts hiervan bevinden zich drie kleine vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf. Boven deze vensteropeningen bevindt zich een gevelopening voorzien van een rooster. Op de verdieping bevindt zich links een brede vensteropening met in het drielicht ongedeelde ramen onder en boven het kalf. Rechts hiervan bevinden zich drie kleine vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam.
In de gevel van de in 1929 toegevoegde vleugel bevinden zich op de begane grond en de verdieping aan de linker zijde drie vensteropeningen met in het tweelicht ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen.
Achtergevel - rechter gedeelte inclusief de achtervleugel
De gevels zijn opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. De gevel van de in 1929 toegevoegde vleugel is opgetrokken in iets lichtere baksteen.De gevel van het bouwvolume tegen de hoofdvleugel wordt beëindigd met een houten boeiboord van het platte dak.
De gevel van de hogere hoofdvleugel en de vleugel uit 1929 worden beëindigd met een op bewerkte houten klossen uitkragende geprofileerde houten bakgoot.
In de gevel van de in 1929 toegevoegde vleugel bevinden zich op de begane grond en de verdieping aan de linker zijde drie vensteropeningen met in het drielicht ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen.
Rechts hiervan bevindt zich op de begane grond een entree die bij de verbouwing van 1980 buiten gebruik is geraakt. Onder een luifel bevinden zich in het kozijn dubbele houten paneeldeuren. Boven de luifel bevindt zich een drieruits bovenlicht. Op de verdieping bevinden zich boven de entree twee vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf. Rechts hiervan bevinden zich op de begane grond en de verdieping links een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam onder het kalf en erboven een zesruits raam. Rechts bevindt zich een vensteropening met in het tweelicht ongedeelde ramen onder het kalf en erboven zesruits ramen.
Geheel rechts bevindt zich het restant van het in 1929 verwijderde trappenhuis met op de begane grond een deuropening met een nieuwe invulling. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met in het tweelicht ongedeelde ramen onder het kalf en erboven zesruits ramen. De glasopeningen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.
Op de begane grond van de gevel van het bouwvolume tegen de hoofdvleugel bevinden zich drie kleine vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf. Boven deze vensteropeningen bevindt zich een gevelopening voorzien van een rooster. Rechts hiervan bevindt zich links een brede segmentboog-vensteropening met in het drielicht ongedeelde ramen onder en boven het kalf. Geheel rechts bevinden zich drie kleine vensteropeningen als voren.
Op de verdieping bevinden zich drie kleine vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam onder en boven het kalf. Rechts hiervan bevindt zich een brede vensteropening met in het drielicht ongedeelde ramen onder en boven het kalf. Geheel rechts bevinden zich drie kleine vensteropeningen als voren.
In de zijgevel van het in 1929 toegevoegde trappenhuis bevinden zich op de verdieping twee smalle hoge vensteropeningen voorzien van een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling.
In de achtergevel van het trappenhuis bevindt zich op de begane grond een deuropening met gemoderniseerde deuren met een glaspaneel. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met ongedeelde ramen.
Rechter zijgevel
De gevel bestaat uit links een geveldeel onder een lijst, die een baksteenkop is vooruitgeschoven en rechts een iets lager geveldeel onder een lijst. Beide geveldelen zijn opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen en voorzien van een iets uitgebouwde plint in donker roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen, die wordt afgesloten met een hardstenen waterslag. De geveldelen worden beëindigd met een op bewerkte houten klossen uitkragende geprofileerde houten bakgoot.
Het linker geveldeel is blind uitgevoerd.
In het rechter geveldeel bevindt zich een met een segmentboog gesloten deuropening met in hert kozijn dubbele paneeldeuren en een achtruits bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een kleine vensteropening met een achtruits raam.
Op de verdieping bevindt zich links een tweelicht met ongedeelde onderramen en boven het kalf tweeruits bovenramen. Rechts hiervan bevindt zich een kleine vensteropening met een achtruits raam.
Kap
Het zadeldak op de hoofdvleugel, dat is omgezet tot tegen de topgevels, is gedekt met rode Tuiles-du-Nordpannen. In het voordakvlak van de hoofdvleugel staat in de as van beide traveeën aan weerszijden van de middelste travee staat in het voordakvlak een dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met zesruits ramen. In het linker- en het rechter dakvlak staat een identieke dakkapel. In het midden van de nok staat een gemetselde schoorsteen. Aan de achterzijde staan twee schoorstenen.
Het lagere bouwdeel aan de achterzijde tegen de hoofdvleugel is voorzien van een plat dak.
Het zadeldak op de achtervleugel is eveneens gedekt met rode Tuiles-du-Nordpannen. In de nok staat een gemetselde schoorsteen. In beide dakvlakken staat een dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met zesruits ramen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Begane grond
Achter de hoofdingang ligt een vestibule met aansluitend een hal, die overgaat in een gang die langs de achtergevel doorloopt over de volle lengte van het gebouw. Aan de gang grenzen aan de voorgevel zes klaslokalen en aan de achterzijde zesmaal een toilet.
Oorspronkelijk lag in de as van het gebouw aan de achterzijde een korte trap naar een bordes met aansluitend evenwijdig aan de achtergevel links en rechts steektrappen naar de verdieping.
Bij de verbouwing van 1929 is aan het uiteinde van de gang aan de linker zijde een trappenhuis toegevoegd. Ter plaatse van het oorspronkelijke trappenhuis is de gang verbreed tot hal. In de in 1929 toegevoegde vleugel bevindt zich een korte gang met aangrenzend een klein en een groot lokaal.
Tussen de vestibule en hal bevindt zich een tochtpui, waaruit de deuren zijn verwijderd. Boven het kalf bevindt zich een vierruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling. De wanden in de vestibule, hal en gang zijn voorzien van een hoge lambrisering van tegels op een hardstenen plint. In de hal zijn de openingen in de bouwmuren uitgevoerd met een steens boog in hardrode strengperssteen op hardstenen geprofileerde blokken. De binnendeuren zijn uitgevoerd met twee verticale onderpanelen en een ongedeeld glaspaneel boven. De deuropeningen zijn gesloten met een rollaag in hardrode strengperssteen met daarboven in dezelfde steen een ontlastingsboog.
In de lokalen steken door de later aangebrachte systeemplafonds de hangschouwen van de oorspronkelijke kachels.
Het in 1929 toegevoegde trappenhuis wordt gevormd door steektrappen in natuursteen. Het bordes is afgewerkt met een terrazzovloer. De wanden zijn voorzien van een afwerking van keramische tegels, die trapsgewijs met de trap oploopt. De muur tussen de trappen in loopt eveneens trapsgewijs op en is afgewerkt met natuurstenen platen.
Eerste verdieping
Tegen de achtergevel ligt een gang die doorloopt over de volle lengte van het gebouw. Aan de gang grenzen aan de voorgevel zes klaslokalen en een opslag en aan de achterzijde zesmaal een toilet. Twee lokalen zijn in 1970 samengevoegd.
Oorspronkelijk lagen in de as van het gebouw aan de achterzijde twee steektrappen met een tussenbordes, die aansloten op de gang.
Bij de verbouwing van 1929 is aan het uiteinde van de gang aan de linker zijde een trappenhuis toegevoegd. Ter plaatse van het oorspronkelijke trappenhuis is de gang verbreed tot hal. In de in 1929 toegevoegde vleugel bevindt zich een korte gang met aangrenzend een kantoorruimte, een opslagruimte, toiletten en een groot lokaal.
De gang in het nieuwe trappenhuis is afgewerkt met een terrazzovloer. In het plafond van de hal bevindt zich een vierruits venster, voorzien van een glas-in-loodvulling. De lokalen hebben stucplafonds, waarin de met stucwerk omgeven balken op consoles zijn geplaatst.
Zolder
Dit niveau is niet in gebruik. Op de enkelvoudige zolderbalklaag liggen loopstroken voorzien van houten delen. Haaks over de balklaag ligt een houten balk waarop de spanten staan. De spanten bestaan uit een A-spant met kreupele stijlen, waarover gordingen en de nok liggen. Hierover is het beschot aangebracht.
Beschrijving tuin
Het terrein heeft geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een schoolgebouw, gebouwd in het eerste kwart van de 20e eeuw in een straat die na de demping van de binnengracht zich aan het ontwikkelen was tot voorname straat met markante panden.
Architectonische waarde
Het pand is van architectuurhistorisch belang door de hoge kwaliteit van het ontwerp en de detaillering van het exterieur en het interieur. De wijzigingen van 1929 doen geen afbreuk aan het ontwerp. De verbijzondering van de hoofdentree en de opzet van de raampartijen van de voorgevel zijn karakteristieke elementen van het pand. In het interieur zijn originele vloeren (terrazzo), het trappenhuis (1929), de lambrisering uitgevoerd in tegelwerk en diverse glas-in-lood ramen bewaard gebleven.
Gaafheid
Het pand is van belang door de gaafheid in vorm, exterieur en interieur. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als markant onderdeel van de monumentale gevelreeks aan de Museumstraat en door de ligging op de hoek van de Museumstraat en de Kolfstraat.
Unieke waarde
Het schoolgebouw heeft in typologisch en architectonisch opzicht een zeldzaamheidswaarde.
Publicaties
- Angenetha Balm, Pieter van Driel, een gedegen aannemer en architect, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.48 2013.
Bijlage
-
9122469.pdf (opent in een nieuw venster)