Tag

Merwelanden

  • Hel- en Zuilespolder (sluiscomplex)
    • Datering: 1864-1888
    • Postcode: 3313LE

     

    Inleiding

    Sluiscomplex Hel- en Zuilespolder, bestaande uit een SCHUTSLUIS ("Helsluis") uit 1864 en een SLUISWACHTERSWONING uit 1888. Het complex bevindt zich tussen de toenmalige Helpolder (nu een deel van de Zuilespolder) en de Polder Stededijk. De Helsluis ligt daar in de Helsloot, die een verbinding vormt tussen de Nieuwe Merwede en de Beneden Merwede. Over de noordelijke deuren van de sluis ligt een bijbehorende, ijzeren rolbrug.

    De aan de westkant van de sluis staande sluismeesterswoning was oorspronkelijk identiek aan de sluiswachterswoning, maar is, evenals de sluisdeuren in het begin van de jaren tachtig vernieuwd, en valt derhalve buiten de bescherming van rijkswege. Bij vernieuwingswerkzaamheden zijn ook een kaapstander en de ijzeren kraan voor het plaatsen van de schotbalken verwijderd.

    Omschrijving

    Het complex bestaat uit een groene schutsluis met een lensvormige groene kolk en een bijbehorende rolbrug, en een sluiswachterswoning aan de oostzijde van de sluis. Zowel de schuiven van de sluis als de rolbrug worden nog met de hand bediend. De sluis wordt gecompleteerd door remmingswerken aan weerszijden van de sluishoofden. De sluiswachterswoning is een eenvoudig, vanuit een rechthoekige plattegrond in baksteen opgetrokken woonhuis. Het pand staat op een met leilinden begroeide verhoging met een symmetrische, naar de sluiskolk gerichte langsgevel.

    Waardering

    Het sluiscomplex Hel- en Zuilespolder bestaande uit een schutsluis met rolbrug en een sluiswachterswoning is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde en de ensemblewaarde.

    • Het sluiscomplex heeft cultuurhistorische waarde vanwege het belang dat de sluis heeft voor de landschappelijke ontwikkeling en de waterhuishouding van het poldergebied bij Dordrecht. Vanwege de aanwezigheid van een groene kolk en een rolbrug is de sluis tevens van typologisch belang.
    • Het sluiscomplex heeft ensemblewaarde vanwege de samenhang tussen de sluis, de sluiswachterswoning en de rolbrug.
    • Het sluiscomplex is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de redelijke mate van gaafheid van zowel de sluis als de sluiswachterswoning en de rolbrug. 

    Externe links


  • Helsluis
    • Datering: 1864
    • Oorspronkelijke functie: Sluis
    • Postcode: 3313LE

     

    Omschrijving

    Inleiding

    SCHUTSLUIS ("Helsluis"), gebouwd in 1864 en hoofdonderdeel van het sluiscomplex Hel- en Zuilespolder. De sluis bevindt zich tussen de toenmalige Helpolder (nu een deel van de Zuilespolder) en de Polder Stededijk. De Helsluis ligt daar in de Helsloot, die een verbinding vormt tussen de Nieuwe Merwede en de Beneden Merwede. Over de noordelijke deuren van de sluis ligt een bijbehorende, ijzeren rolbrug.

    Zowel de schuiven van de sluis als de rolbrug worden nog met de hand bediend. De sluis wordt gecompleteerd door remmingswerken aan weerszijden van de sluishoofden.

    Omschrijving

    De Helsluis is een zogenaamde groene schutsluis. De sluis heeft in 1982 vernieuwde, gemetselde sluishoofden met hardstenen hoekstenen en haalkommen. De lensvormige sluiskolk heeft schuin aflopende kadewanden, die aan de onderkant met bazaltblokken zijn bekleed. In en voor de sluiskolk staan houten constructies met dukdalfen die als remmingswerken fungeren. Tussen de sluishoofden staan houten puntdeuren, die in 1982 zijn vernieuwd. De sluisdeuren met overloop en vergrendelstangen zijn door middel van rechte heugels verbonden met de in stalen kasten opgeborgen electrische bedieningsmechanismen op de sluishoofden. De sluiskleppen worden door middel van slingers met de hand bediend. De ijzeren rolbrug ligt op de westelijke oever van het noordelijke sluishoofd. De brug beweegt met twee stel stalen wielen over op bielzen liggende rails. De brug is samengesteld uit balustrades van geklonken vakwerkdelen en een op ijzeren liggers bevestigd houten brugdek met eveneens van hout vervaardigde aanbruggen. De aanbrug aan de rolbrug is hiermee met kettingen bevestigd. Aan de westzijde van het zuidelijke sluishoofd staat een open schotbalkenloods, waarbij een inmiddels verdwenen ijzeren kraan stond. Een ijzeren kaapstander is eveneens verdwenen. Nog wel aanwezig is een dubbele peilschaal, waarop ook de waterstand van de watersnoodramp van 1-2-1953 staat aangegeven.

    Waardering

    De schutsluis ("Helsluis"), hoofdonderdeel van het sluiscomplex Hel- en Zuilespolder, is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde en vanwege de ensemblewaarde.

    • De schutsluis heeft cultuurhistorische waarde vanwege het belang dat de sluis heeft voor de landschappelijke ontwikkeling en de waterhuishouding van het poldergebied bij Dordrecht. Vanwege de aanwezigheid van een groene kolk en een rolbrug is de sluis tevens van typologisch belang.
    • De schutsluis heeft ensemblewaarde vanwege de samenhang tussen de sluis, de sluiswachterswoning en de rolbrug.
    • De sluis is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de redelijke mate van gaafheid van zowel de sluis als de sluiswachterswoning en de rolbrug.

    Externe links


  • Merwelanden 7
    • Datering: 1936-1937
    • Oorspronkelijke functie: Pachterswoning
    • Bouwstijl: Interbellum-architectuur
    • Architect: Verheul
    • Postcode: 3313LE

     

    Algemene beschrijving

    Voormalige pachterswoning met schuur en betonnen loswal aan de Beneden-Merwede. Op het langgerekte perceel staan tevens een vervallen, tot woning verbouwde keet (nummer 5) en een kleine, houten woning (nummer 3). Deze twee opstallen vallen niet onder de bescherming.

    Historie gebied

    Het huidige gebied van de Sliedrechtse Biesbosch was eeuwenlang onderdeel van de 'Groote Waard', het achterland van de stad Dordrecht. Na de Sint Elisabethsvloeden van 1421 en 1424 veranderde het ondergelopen land in een zoetwater getijdengebied. Veel van de grote binnenzee werd in de loop van de tijd drooggelegd en ingepolderd. De eerste aanwassen zijn op 17e-eeuwse kaarten zichtbaar als 'opgecomen landen'. In de 18e, maar vooral vanaf begin 19e eeuw werden nieuwe polders aangelegd, grotendeels ontsloten door de bestaande watergangen. Met de aanleg van de Nieuwe Merwede halverwege de 19e eeuw werden in de Sliedrechtse Biesbosch alle aanwezige killen afgedamd. Zo werd overtollig water buiten de Biesbosch gehouden en weggeleid via de Beneden-Merwede en de Nieuwe Merwede. Door de Sliedrechtse Biesbosch liepen vele gebieds- en eigendomsgrenzen: het westelijk deel was Dordts grondgebied, het middendeel behoorde tot de gemeente Sliedrecht en de meest oostelijke punt met de Kop van de Oude Wiel, viel onder Werkendam.

    Na de gemeentelijke herindeling in 1970 en na de sluiting van het Haringvliet is men begonnen met de ontpoldering van landbouwenclaves in het kader van 'Ruimte voor de Rivier'. De huidige Sliedrechtse Biesbosch bestaat uit een combinatie van oude polders, moeras- en stiltegebieden met geheel westelijk het recreatiepark de 'Hollandsche Biesbosch'. Bebouwing is schaars en omvat een paar boerderijen, griendketen en opzichters- of dienstwoningen.

    Ligging

    De woning en de schuur staan op het meest noordoostelijk bebouwde terrein op het Eiland van Dordrecht op de oever van de Beneden-Merwede. De schuur ligt ten oosten van de woning met de nok evenwijdig aan de rivier. Het complex is alleen per boot bereikbaar vanaf de overzijde, Hardinxveld-Giessendam. De voormalige polder Aert Eloyenbosch aan de zuidzijde van de hoeve, is uitgegraven en heringericht als natuurgebied. Het langgerekte perceel langs de rivier wordt begraasd door schapen en koeien.

    Hoofdvorm

    De woning is gebouwd op een rechthoekige, bijna vierkante plattegrond in twee bouwlagen met de eerste verdieping en zolderverdieping onder een kap in de vorm van een gebroken tentdak. De schuur is gebouwd op een rechthoekige plattegrond in één bouwlaag, voorzien van zadeldak.

    Bouwgeschiedenis

    Het noorden van de Sliedrechtse Biesbosch is als 'opgecomen landen' zichtbaar op vroege kaarten na de Sint Elisabethsvloeden. Deze gronden waren van oudsher particulier eigendom en werden vanaf het begin van de 19e eeuw omkaad. De drie polders Kort en Lang Ambacht, Ruigten bezuiden de Peerenboom en Aert Eloyenbosch werden in de jaren dertig van de 20e eeuw in het kader van de werkverschaffing geschikt gemaakt voor de landbouw. In elk van de polders werd een grote schuur gebouwd met pachters- en arbeiderswoningen. De gronden en bijbehorende hoeves werden na een openbare inschrijving verpacht aan families uit Groningen en Aalsmeer.

    In de jaren negentig van de 20e eeuw werden de polders aangewezen als kleiwingebied voor de dijkverzwaring. De pachtovereenkomsten zijn toen ontbonden, zodat er een einde kwam aan deze landbouwbedrijven op de oever van de Beneden-Merwede. Alle bebouwing van de polder Kort en Lang Ambacht is gesloopt, maar is in de andere twee polders bewaard gebleven.

    De bebouwing die deel uitmaakte van de landbouwgronden in de polder Aert Eloyenbosch is gelegen op het noordelijk perceel dat bekend stond als Tilborg of Grobbendonk. Als oudste bebouwing is een tot woning verbouwde volkskeet aanwezig (nummer 5). De keet werd aangepast tot arbeiderswoning voordat de bouw van de schuur en de pachterswoning in 1937 van start ging. De verbouwde keet is zodanig vervallen dat deze niet onder de bescherming valt. De bouwvergunningen werden alle aangevraagd door H. Van Beek uit Rotterdam, eigenaar van de gronden. De schuur werd getekend en opgeleverd door F. Kloos en Zonen uit Kinderdijk. Deze firma leverde vanaf 1930 diverse types landbouwschuren, uitgevoerd in staalconstructies. Het woonhuis werd direct na voltooiing van de schuur gebouwd naar ontwerp van architect-aannemer C. Verheul uit Giessendam. De architectuur van het woonhuis is typerend voor de jaren dertig van de vorige eeuw en valt op door het uitgesproken ontwerp met de karakteristieke dakvorm. De woning is in de loop van de tijd enigszins aangepast, maar grotendeels in originele staat. De huidige eigenaar is een nazaat van de eerste pachter van de hoeve.

    Beschrijving exterieur woning

    De gevels zijn gemetseld in een roodbruine baksteen in Noors verband, door een rollaag gescheiden van het trasraam dat is uitgevoerd in een donkerder klinker in halfsteens verband. De gevels zijn onder de goot voorzien van een rollaag. Alle gevelopeningen worden aan de bovenzijde beëindigd door een anderhalf steens rollaag. Het grootste deel van de vensters is nog in originele staat en uitgevoerd met houten kozijnen en houten ramen, voorzien van een waterdorpel in zwarte, keramische steen. De vensters op begane grondniveau zijn alle uitgevoerd met bovenramen in helder glas-in-lood met een geometrisch patroon in de kleuren geel, blauw en rood. Het dak heeft aan alle zijden een fors overstek, dat rust op houten, wigvormige liggers. De onderzijde van het overstek is afgetimmerd met houten delen en voorzien van houten boeiboorden. Het royale dak beslaat de eerste verdieping en de zolderverdieping. Op de nok bevindt zich een gemetselde schoorsteen. De dakbedekking bestaat uit bitumenleien die later zijn aangebracht. De in de beginperiode aangebrachte dakpannen waren door de steile dakvorm niet bestand tegen de harde wind. De dakkapellen zijn alle uitgevoerd in hout onder plat dak met overstek en voorzien van houten boeiboord.

    De voorgevel aan de noordzijde heeft een rechthoekige, gemetselde erker die doorloopt in het dakvlak. Op begane grondniveau heeft de erker rondom een venster met bovenramen. Links van de erker bevindt zich de gemoderniseerde voordeur met zijlicht, beide voorzien van bovenraam. De erker eindigt op de verdieping als borstwering van het kleine balkon dat overdekt wordt door een plat dak, op de hoeken steunend op kolommen. De openslaande deuren zijn uitgevoerd met horizontale roeden. Links van het balkon, recht boven de voordeur, bevindt zich een dakkapel met gemoderniseerd kozijn.

    De oostgevel heeft links een vierkant venster in origineel kozijn met aangepaste ramen. Rechts bevinden zich twee kleine vensters met geheel rechts een smal hoog venster voorzien van glas-in-lood. Centraal bevindt zich ter hoogte van de verdieping een dakkapel met origineel kozijn voorzien van twee ramen met bovenlichten. Op het tweede dakvlak ter hoogte van de zolder is een dakkapel verwijderd en het dak dichtgezet.

    De achtergevel aan de zuidzijde heeft geheel rechts een gemoderniseerde deur die toegang geeft tot het voorportaal van de keuken. Links bevindt zich een groot venster uitgevoerd met een vierkant raam met aan weerszijden iets lagere ramen. Ook hier zijn alle bovenramen uitgevoerd in glas-in-lood. Ter hoogte van de verdieping zijn verdiept in het dakvlak twee kleine balkons aangebracht. De gemetselde zijkanten zijn vermoedelijk origineel, maar de openslaande deuren en hekwerken zijn later gewijzigd. In het dakvlak ter hoogte van de zolder is in de plaats van een dakkapel een modern dakraam geplaatst.

    De westgevel is voorzien van een rechthoekige erker met rondom een kozijn met bovenramen uitgevoerd in glas-in-lood. Links bevindt zicht een rechthoekig venster met een bovenraam voorzien van glas-in-lood.

    Beschrijving interieur woning

    Het interieur is grotendeels in de originele staat van de bouwperiode rond 1937. De woning heeft een royale hal met bij binnenkomst aan de linkerzijde de originele, houten trap naar de verdieping. De vloer van de hal is uitgevoerd in grijs terrazzo, afgezet met een zwarte bies. Aan het einde van de gang is de entree naar de keuken met gemoderniseerde keukeninrichting. Rechts van de hal bevindt zich de woonkamer. In de achterkamer is links tegen de muur een schoorsteen, uitgevoerd met een bruin marmeren schouw met dunne zwarte natuurstenen randen en een zwarte plint. De plafonds op de begane grond worden door houten latten in vakken verdeeld.

    De verdieping heeft de originele indeling met vier slaapkamers die alle uitkomen op een royale overloop. De deuren zijn uitgevoerd als paneeldeuren met drie panelen en een raam door horizontale roeden verdeeld. Aan het eind van de overloop bevindt zich de trap naar de zolder.

    Beschrijving schuur

    De schuur is opgebouwd uit een staalconstructie met een vrije overspanning van 22 meter. De kopgevels zijn uitgevoerd in een stalen vakwerk met halfsteens metselwerk dat onder elke stalen ligger voorzien is van een rollaag. Aan de binnenzijde zijn windverbanden aangebracht. De zijgevels worden door de kolommen van de spanten in twaalf muurvelden verdeeld van metselwerk in staand en halfsteens verband, beëindigd door een rollaag. Het dak is gedekt met rode Opnieuw Verbeterde Hollandse pannen. Deze zijn later dan de bouwperiode aangebracht. De goten zijn gemoderniseerd.

    De oostgevel, een kopgevel, heeft geheel links een gemoderniseerde garagedeur met daarboven een in staal uitgevoerd horizontaal frame. Geheel rechts bevindt zich een houten schuifdeur. In de top is een vensteropening dichtgemetseld. Daaronder is een moderne, horizontale lichtstraat aangebracht. De westgevel is identiek gespiegeld uitgevoerd.

    De noordgevel is voorzien van originele, hoge, houten schuifdeuren aan horizontale, stalen geleiders. In de tussenliggende geveldelen bevindt zich per muurveld één venster met betonnen latei, voorzien van een stalen kozijn. De roeden zijn bij de meeste ramen verdwenen. De zuidgevel heeft rechts hoge schuifdeuren, uitgevoerd zoals aan de voorzijde. In de gevel bevinden zich verder houten staldeuren en vensters.

    De schuur heeft door de vrije overspanning een geheel vrij oppervlak dat gebruikt wordt als stalling. Aan de zuidzijde bevinden zich stalruimtes conform oorspronkelijke situatie.

    Beschrijving perceel

    Het perceel rondom de woning en de schuur is deels geasfalteerd en deels ingericht met gras en bomen. Het buitendijkse terrein achter de kade is ter plaatse van en deels rondom de bebouwing verhoogd. Achter de woning bevindt zich een kleine siertuin en een schuurtje dat niet onder de bescherming valt. In 1959 is de beschoeiing deels vernieuwd door het aanleggen van een nieuwe loswal in beton. Deze loswal is onlosmakelijk verbonden met de toegankelijkheid van het terrein vanaf Hardinxveld-Giessendam en met de voormalige functie als agrarisch bedrijf. De loswal en het verhoogde terrein rondom de bebouwing vallen onder de bescherming.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het ensemble van woning met schuur en loswal is van cultuurhistorisch belang als herinnering aan het agrarisch verleden van dit gebied, dat door een werkverschaffingsproject in de jaren dertig van de vorige eeuw tot stand is gekomen.

    Het ensemble is tevens van cultuurhistorisch belang als zogenaamde vaarboerderij, die alleen over het water bereikbaar is.

    De schuur heeft een hoge cultuurhistorische waarde als een door Kloos en Zonen geleverde landbouwschuur met een grote, vrije overspanning.

    Architectonische waarde

    De woning heeft architectuurhistorische waarde door de karakteristieke kwaliteit van het ontwerp met het royale, gebroken tentdak. Zowel exterieur als interieur zijn grotendeels origineel bewaard gebleven. Van belang zijn onder andere de kozijnen met de bovenramen uitgevoerd in glas-in-lood, de hal met terrazzovloer en het originele trappenhuis, de marmeren schouw en de oorspronkelijke indeling van de woning.

    Situering

    De woning, schuur en loswal hebben ensemblewaarde in relatie tot het resterende perceel van het voormalig landbouwbedrijf. Het perceel langs de oever is ingericht met enkele bijgebouwen. De gronden worden begraasd door het vee dat hier nog gehuisvest is. Het complex heeft landschappelijke waarde als markante bebouwing in verder onbebouwd gebied en is vanaf de Beneden-Merwede en vanaf de overkant in Hardinxveld-Giessendam een karakteristiek herkenningspunt.

    Gaafheid

    De woning en de schuur zijn van belang door de redelijke gaafheid van exterieur en interieur. De schuur is vrijwel in originele staat en is slechts gewijzigd door nieuwe garagedeuren en enkele vensteropeningen. De dakbedekking van het woonhuis in de later aangebrachte bitumenleien verstoort in enige mate de kwaliteit van de dakvorm.

    Unieke waarde

    Het ensemble heeft een unieke waarde als voormalig landbouwbedrijf op een afgelegen, maar vanaf de overzijde, opvallende locatie in de Sliedrechtse Biesbosch.Het ensemble heeft een unieke waarde als vaarboerderij, dat herinnert aan het specifieke agrarische verleden van dit gebied.

    Publicaties

    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.

    Bijlage


  • Merwelanden 15
    • Datering: 1937
    • Oorspronkelijke functie: Pachterswoning
    • Bouwstijl: Interbellum-architectuur
    • Architect: Vorkink
    • Postcode: 3313LE

     

    Algemene beschrijving

    Voormalige pachterswoning (Merwelanden 15) met loswal op terp aan de Beneden- Merwede. Op het perceel staat een bijbehorende, grote schuur (Merwelanden 11 en 13), die in 1963 na een brand op de oude fundering is herbouwd. De schuur valt niet onder de bescherming.

    Historie gebied

    Het huidige gebied van de Sliedrechtse Biesbosch was eeuwenlang onderdeel van de 'Groote Waard', het achterland van de stad Dordrecht. Na de Sint Elisabethsvloeden van 1421 en 1424 veranderde het ondergelopen land in een zoetwater getijdengebied. Veel van de grote binnenzee werd in de loop van de tijd drooggelegd en ingepolderd. De eerste aanwassen zijn op 17e-eeuwse kaarten zichtbaar als 'opgecomen landen'. In de 18e, maar vooral vanaf begin 19e eeuw werden nieuwe polders aangelegd, grotendeels ontsloten door de bestaande watergangen. Met de aanleg van de Nieuwe Merwede halverwege de 19e eeuw werden in de Sliedrechtse Biesbosch alle aanwezige killen afgedamd. Zo werd overtollig water buiten de Biesbosch gehouden en weggeleid via de Beneden-Merwede en de Nieuwe Merwede. Door de Sliedrechtse Biesbosch liepen vele gebieds- en eigendomsgrenzen: het westelijk deel was Dordts grondgebied, het middendeel behoorde tot de gemeente Sliedrecht en de meest oostelijke punt met de Kop van de Oude Wiel, viel onder Werkendam.

    Na de gemeentelijke herindeling in 1970 en na de sluiting van het Haringvliet is men begonnen met de ontpoldering van landbouwenclaves in het kader van 'Ruimte voor de Rivier'. De huidige Sliedrechtse Biesbosch bestaat uit een combinatie van oude polders, moeras- en stiltegebieden met geheel westelijk het recreatiepark de 'Hollandsche Biesbosch'. Bebouwing is schaars en omvat een paar boerderijen, griendketen en opzichters- of dienstwoningen.

    Ligging

    De woning ligt op de oever van de Beneden-Merwede. De schuur ligt ten oosten van de woning met de nok loodrecht op de rivier. De woning is alleen per boot bereikbaar vanaf de overzijde, Hardinxveld-Giessendam. De voormalige polder Ruigtens bezuiden den Perenboom is in de jaren negentig van de 20e eeuw grotendeels ontgraven. De noordelijke strook van de polder is gehandhaafd door archeologisch onderzoek naar de gestelde aanwezigheid van behoudenswaardige resten (kerk) van het in 1421 verdronken dorp Houweningen.

    Hoofdvorm

    De woning is gebouwd op een L-vormige plattegrond in twee bouwlagen met een zolder onder asymmetrisch zadeldak. Aan de achterzijde bevindt zich een kleine aanbouw van één bouwlaag onder asymmetrisch zadeldak als voorportaal naar de keuken.

    Bouwgeschiedenis

    Het noorden van de Sliedrechtse Biesbosch is als 'opgecomen landen' zichtbaar op vroege kaarten na de Sint Elisabethsvloeden. Deze gronden waren van oudsher particulier eigendom en werden vanaf het begin van de 19e eeuw omkaad. De drie polders Kort en Lang Ambacht, Ruigten bezuiden de Peerenboom en Aert Eloyenbosch werden in de jaren dertig van de 20e eeuw in het kader van de werkverschaffing geschikt gemaakt voor de landbouw. In elk van de polders werd een grote schuur gebouwd met pachters- en arbeiderswoningen. De gronden en bijbehorende hoeves werden na een openbare inschrijving verpacht aan families uit Groningen en Aalsmeer.

    In de jaren negentig van de 20e eeuw werden de polders aangewezen als kleiwingebied voor de dijkverzwaring. De pachtovereenkomsten zijn toen ontbonden, zodat er een einde kwam aan deze landbouwbedrijven op de oever van de Beneden-Merwede. Alle bebouwing van de polder Kort en Lang Ambacht is gesloopt, maar is in de andere twee polders bewaard gebleven.

    Voor de polder Ruigten bezuiden den Perenboom werd in 1937 een ontwerp gemaakt voor twee woningen naast een bestaande schuur door de Amsterdamse architect P. Vorkink. Ook voor de polder Kort en Lang Ambacht ontwierp hij alle bebouwing. Het is opmerkelijk dat deze redelijk bekende Amsterdamse School architect betrokken raakte bij de bebouwing in de Sliedrechtse polders. Aannemelijk lijkt dat de eigenaar van de gronden, de heer F. Kranenburg, door zijn nevenfuncties in het culturele leven bekend was met de architect. Vorkink, begonnen als medewerker van Berlage, had enkele prestigieuze gebouwen op zijn naam staan, waaronder het landhuis het 'Reigersnest' in Oostvoorne en het conservatorium in Amsterdam. Hij werkte tot 1925 samen met J. Ph. Wormser aan projecten die typerend zijn voor de Amsterdamse School architectuur. Het ontwerp voor de hoeves in de Sliedrechtse Biesbosch is soberder van karakter en laat invloeden zien van de Delftse School, waarin architecten op zoek gingen naar schoonheid in eenvoud.

    De twee vrijstaande, gespiegelde woningen, één ten oosten en de ander ten westen van de schuur, werden gepacht door twee broers die samen de bijbehorende landen bewerkten. De bestaande schuur werd eveneens in 1937 vervangen door een grote schuur. Deze schuur brandde in 1962 geheel af en werd kort daarna herbouwd. De meest oostelijke woning is gesloopt. Na de ontbinding van de pacht kwamen de grond en de opstallen in eigendom van Staatsbosbeheer. De voormalige pachter die vanaf zijn geboorte hier woonde, komt nog bijna dagelijks naar de woning toe om de tuin te onderhouden.

    Beschrijving exterieur

    De gevels zijn gemetseld in een roodbruine baksteen in halfsteens verband. De rollagen boven de gevelopeningen zijn verbijzonderd door de afwisseling van twee staande koppen en twee liggende koppen. De dakvlakken zijn gedekt met een rode OVH pan. Aan de achterzijde bevinden zich twee gemetselde schoorstenen. De daken zijn uitgevoerd met een licht overstek, eindigend in een bakgoot. De muurplaten achter de goten in de voor- en achtergevel zijn witgeschilderd. De kozijnen zijn uitgevoerd in hout en bijna alle nog origineel. De ramen zijn gemoderniseerd, waarbij de oorspronkelijke roedeverdeling niet is teruggebracht.

    De voorgevel aan de rivierzijde bestaat door de L-vormige plattegrond uit twee delen die verbonden worden door het dakvlak. In het vooruitstekende, lagere gedeelte bevindt zich onder een bovenlicht de originele voordeur, bestaande uit houten verticale delen en een klein raam. De entree is verhoogd met een in baksteen gemetseld bordes. Rechts naast de deur is een groot venster door twee stijlen verdeeld. Centraal in het dak bevindt zich een originele dakkapel onder plat dak met overstek. Het naar achteren gelegen deel heeft een gemetselde gevel over twee bouwlagen voorzien van hoge, rechthoekige vensters.

    De kopgevel aan de zuidoostzijde heeft op begane grond niveau links een breed venster. Rechts daarvan is een hoog venster aanwezig. Op de verdieping bevinden zich twee van deze vensters. De aanbouw aan de keuken springt hier iets terug ten opzichte van het metselwerk van de gevel. Aan de andere, iets hogere zijde van de aanbouw bevindt zich in de hoek een deur met rechts een klein venster.

    De achtergevel heeft op begane grond niveau links een grote pui die gemoderniseerd is. Boven de pui bevindt zich een balkon met toegang via een openslaande deur. Aan weerszijden van de deur is een even groot raam aangebracht, alle drie door een kalf gescheiden van het bovenlicht. Rechts op begane grond niveau bevindt zich een venster onder een klein, houten afdak. De twee vensters daarboven zijn geheel gemoderniseerd. De kopgevel aan de noordwestzijde heeft in de top een breed venster. Op begane grond niveau is geheel links en geheel rechts een hoog venster aanwezig.

    In de gevel van de herbouwde schuur was een gevelsteen aanwezig met daarop een levensboom met links een mannelijk figuur en rechts een vrouwelijk figuur. Boven in de hoeken is '19' en '37' gebeiteld. Onderin staat de tekst 'De Ruigtens'. De gevelsteen bevindt zich nu op een onbekende locatie.

    Beschrijving interieur

    Van het interieur is geen opname gemaakt.

    Beschrijving perceel

    Het perceel rondom de woning en de schuur is deels bekleed met stelcon platen en deels ingericht met gras en bomen. Aan de voorzijde van de op een terp gelegen woning staat een monumentale kastanjeboom. Aan de achterzijde bevindt zich een sier- en moestuin met een monumentale linde. Beide bomen zijn door de laatste pachter in de jaren veertig van de vorige eeuw geplant. Bij de rivier bevindt zich een loswal. De terp, de loswal en de genoemde bomen zijn van monumentale waarde.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    De woning en de loswal zijn van cultuurhistorisch belang als herinnering aan het agrarisch verleden van dit gebied, dat door een werkverschaffingsproject in de jaren dertig van de vorige eeuw tot stand is gekomen. De woning en loswal zijn tevens van cultuurhistorisch belang als onderdeel van een zogenaamd vaarboerderijcomplex, dat alleen over het water bereikbaar is.

    Architectonische waarde

    De woning heeft architectuurhistorische waarde door de kwaliteit van het ontwerp en als onderdeel van het oeuvre van de Amsterdamse architect P. Vorkink (1878-1960). Van belang zijn de zorgvuldig vormgegeven volumes en gevels. Nader onderzoek naar de waarden van het interieur is wenselijk gezien het belang van het object als onderdeel van de gerealiseerde werken van P. Vorkink.

    Situering

    De woning heeft ensemblewaarde in relatie tot het resterende perceel van het voormalig landbouwbedrijf. De op een terp gelegen woning wordt gemarkeerd door de monumentale bomen aan voor- en achterzijde en is toegankelijk vanaf het water. De loswal, de twee bomen en de terp zijn van belang, gezien hun onlosmakelijke relatie tot elkaar. De woning heeft landschappelijk waarde als vrijstaande bebouwing in verder onbebouwd gebied.

    Gaafheid

    De volumes en de gevels van het woonhuis zijn in originele staat. Alle gevelopeningen zijn oorspronkelijk en zijn aan de voorzijde en in de zijgevels van de woning voorzien van de originele houten kozijnen. De modernisering van de ramen heeft de kwaliteit van het gevelbeeld aangetast.

    Unieke waarde

    De woning heeft een unieke waarde als laatste overgebleven object van een ensemble van bebouwing in de polders Kort en Lang Ambacht en de Ruigtens bezuiden den Perenboom, dat ontworpen werd door de Amsterdamse architect P. Vorkink.

    De woning en de loswal hebben een unieke waarde als onderdeel van een voormalig vaarboerderijcomplex, dat herinnert aan het specifieke agrarische verleden van dit gebied.

    Publicaties

    • Landschapsbeheer Zuid-Holland. Cultuurhistorische objecten IJsselmonde en Dordrecht. Tweede druk. Waddinxveen 2011.
    • R. Haan, R. Jacquet en R. Van Jeveren. De Biesbosch in de twintigste eeuw. Raamdonksveer 2003.
    • W. van Wijk. Ik hoor hier. Portret van de Biesbosch en zijn bewoners. Kampen 1989.

    Bijlage


  • Merwelanden 33
    • Datering: 1888
    • Oorspronkelijke functie: Sluiswachterswoning
    • Postcode: 3313LE

     

    Inleiding

    In 1888 gebouwde SLUISWACHTERSWONING, onderdeel van het sluiscomplex Hel- en Zuilespolder. De grotendeels in oorspronkelijke staat verkerende sluiswachterswoning staat aan de oostzijde van de schutsluis.

    De aan de westkant van de sluis staande, oorspronkelijk identieke sluismeesterswoning is in het begin van de jaren tachtig vernieuwd, en valt derhalve buiten de bescherming van rijkswege.

    Omschrijving

    De sluiswachterswoning staat op een fundering van 64 houten palen. Het betreft een eenvoudig, vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken, op een met leilinden begroeide verhoging staand verdiepingloos woonhuis onder een met Hollandse pannen gedekt zadeldak. Het huis heeft een gepleisterde plint, rechtgesloten gevelopeningen en een symmetrische, naar de sluiskolk gerichte langsgevel met een deur onder bovenlicht en een met een luik behangen venster aan weerszijden. Het huis draagt een gevelsteen waarop de waterhoogte op 1-2-1953 staat aangegeven.

    Waardering

    De sluiswachterswoning, onderdeel van het sluiscomplex Hel- en Zuilespolder, is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde en de vanwege de ensemblewaarde.

    • De schutsluis heeft cultuurhistorische waarde als onderdeel van een sluiscomplex, dat van belang is voor de landschappelijke ontwikkeling en de waterhuishouding van het poldergebied bij Dordrecht.
    • De woning heeft ensemblewaarde vanwege de functionele en de visuele samenhang met de sluis.
    • De woning is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de redelijke mate van gaafheid.

    Externe links


  • Merwelanden 37
    • Datering: ca. 1810
    • Oorspronkelijke functie: Opzichterswoning
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3313LE

     

    Algemene beschrijving

    Voormalige opzichterswoning, nu in gebruik als woning. De vrijstaande woning staat op een terp in de Helpolder nabij de oever van de Beneden-Merwede.

    Historie gebied

    Het huidige gebied van de Sliedrechtse Biesbosch was eeuwenlang onderdeel van de 'Groote Waard', het achterland van de stad Dordrecht. Na de Sint Elisabethsvloeden van 1421 en 1424 veranderde het ondergelopen land in een zoetwater getijdengebied. Veel van de grote binnenzee werd in de loop van de tijd drooggelegd en ingepolderd. De eerste aanwassen zijn op 17e-eeuwse kaarten zichtbaar als 'opgecomen landen'. In de 18e, maar vooral vanaf begin 19e eeuw werden nieuwe polders aangelegd, grotendeels ontsloten door de bestaande watergangen. Met de aanleg van de Nieuwe Merwede halverwege de 19e eeuw werden in de Sliedrechtse Biesbosch alle aanwezige killen afgedamd. Zo werd overtollig water buiten de Biesbosch gehouden en weggeleid via de Beneden-Merwede en de Nieuwe Merwede. Door de Sliedrechtse Biesbosch liepen vele gebieds- en eigendomsgrenzen: het westelijk deel was Dordts grondgebied, het middendeel behoorde tot de gemeente Sliedrecht en de meest oostelijke punt met de Kop van de Oude Wiel, viel onder Werkendam.

    Na de gemeentelijke herindeling in 1970 en na de sluiting van het Haringvliet is men begonnen met de ontpoldering van landbouwenclaves in het kader van 'Ruimte voor de Rivier'. De huidige Sliedrechtse Biesbosch bestaat uit een combinatie van oude polders, moeras- en stiltegebieden en het recreatiepark de 'Hollandsche Biesbosch'. Bebouwing is schaars en omvat een paar boerderijen, griendketen en opzichters- of dienstwoningen.

    Ligging

    De vrijstaande woning staat als enige bebouwing in de Helpolder op een terp tegen de noordelijke dijk. Het terrein rondom de terp wordt door water gescheiden van de rest van de polder. De Helpolder maakt deel uit van het recreatiegebied de 'Hollandse Biesbosch'. Een fietspad en buitendijkse gronden vormen de begrenzing van de dijk en de Beneden- Merwede.

    Hoofdvorm

    Het pand is gebouwd op een rechthoekige plattegrond in één bouwlaag en een zolder onder zadeldak. Aan de oostelijke zijde is de woning in 1978 uitgebreid met een aanbouw. Deze uitbreiding valt niet onder de bescherming.

    Bouwgeschiedenis

    De Helpolder werd in 1804 omkaad. De polder was in eigendom van de familie Repelaer van Spijkenisse. Vermoedelijk werd direct een woning gebouwd als onderkomen voor de beheerder van de gronden die in gebruik waren als hooiland. Op de kadastrale kaarten van 1832 is de bebouwing te zien die waarschijnlijk bestond uit een schuur met woning. Eind jaren twintig van de vorige eeuw is deze bebouwing vervangen door de huidige woning. Gerrit Wagenmakers, opzichter van de polder, woonde hier lange tijd. Hij onderhield de dijken en de sloten en hield toezicht op het vee in de polders. Bij hoog water werden de dieren naar de hoge vluchtheuvel van de woning gebracht. In 1978 is de woning verbouwd en uitgebreid. De uitbreiding kwam in de plaats van oude bebouwing die de opzichter als schuur gebruikte. Bij de renovatie van de woning werd het interieur ingrijpend gewijzigd. Kozijnen en ramen zijn gemoderniseerd.

    Beschrijving exterieur

    De gevels zijn gemetseld in kruisverband. Rondom bevindt zich boven het trasraam metselwerk uitgevoerd in één rollaag. Vensteropeningen worden aan de bovenzijde beëindigd door een strek van anderhalve steen. Aan de onderzijde bevinden zich raamdorpels uitgevoerd in baksteen. Aan alle zijden zijn ter hoogte van de verdiepingsvloer smeedijzeren muurankers aangebracht.

    De dakbedekking van zowel de woning als de uitbreiding bestaat uit blauwe kruispannen. Mogelijk is hier sprake geweest van hergebruik. Op het midden van het dak staat een oude gemetselde schoorsteen. De windveren zijn aan beide zijden vernieuwd.

    Voorgevel

    De voorgevel (noord) heeft op begane grondniveau twee vensters. Geheel links is de voormalige voordeur dichtgemetseld. In de top bevindt zich centraal één venster.

    Achtergevel

    De achtergevel is op begane grondniveau voorzien van een brede, nieuwe pui. Rechts is de voormalige entree naar de keuken dichtgemetseld. In de top bevindt zich centraal één venster. Rechts bevond zich de wc in een kleine uitbouw onder plat dak. Bij de renovatie is het dakvlak zowel aan de voor- als achterzijde doorgetrokken tot de grens van deze uitbouw.

    Zijgevels

    De westgevel heeft geheel links een smal venster en rechts een breder venster. Boven de rollaag bevinden zich diverse haken in de gevel. Volgens de huidige bewoner werd hier het vee verzameld en aan de haken vastgemaakt bij hoog water. De dakkapel dateert van 1978.

    De blind uitgevoerde oostgevel wordt grotendeels aan het zicht onttrokken door de aanbouw.

    Beschrijving interieur

    Het interieur is geheel gemoderniseerd en heeft geen monumentale waarde.

    Beschrijving perceel

    De woning staat op een terrein dat omgeven wordt door water. Vermoedelijk is de aanleg van de brede waterzone van latere datum. Het perceel wordt ontsloten door een pad vanaf de weg langs de Beneden-Merwede. De terp op het perceel is aan de westzijde verstevigd door betonnen platen.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    De woning is van cultuurhistorisch belang als voormalige opzichterswoning in de Helpolder, gebouwd in de jaren twintig van de vorige eeuw. De bebouwing op de terp vervangt een oudere woning die vermoedelijk vanaf de ontginning van de polder aanwezig was.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde in relatie tot de in 1805 aangelegde terp die als vluchtheuvel diende voor het vee bij hoog water. Het pand heeft ensemblewaarde in relatie tot de nog aanwezige structuur van de Helpolder. Het pand heeft landschappelijke waarde als vrijstaande woning op hoger gelegen grond in een geheel onbebouwde omgeving. De terp valt ook onder de bescherming.

    Gaafheid

    Het exterieur is ten dele gaaf bewaard gebleven. De gevelopeningen voorzien van strekken zijn in originele staat.

    Publicaties

    • Landschapsbeheer Zuid-Holland. Cultuurhistorische objecten IJsselmonde en Dordrecht. Tweede druk. Waddinxveen 2011.
    • R. Haan, R. Jacquet en R. Van Jeveren. De Biesbosch in de twintigste eeuw. Raamdonksveer 2003.
    • W. van Wijk. Het Biesboschboek. Zwolle 2009.
    • W. van Wijk. Zes eeuwen Biesbosch in 78 kaarten. Historische Atlas van de Biesbosch. Dordrecht 2013.

    Bijlage


  • Merwelanden 39
    • Naam: Zuileshoeve
    • Datering: 1829
    • Oorspronkelijke functie: Hoeve
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Postcode: 3313LE

     

    Algemene beschrijving

    Voormalige hoeve, ook wel bekend als de 'Zuileshoeve', op een terp in de Zuilespolder aan de Kikvorschkil, bestaande uit een woning met stenen schuur. De hoeve is niet meer in gebruik. Het Parkschap Nationaal Park de Biesbosch is voornemens de hoeve met een nieuwe bestemming te exploiteren.

    Historie gebied

    Het huidige gebied van de Sliedrechtse Biesbosch was eeuwenlang onderdeel van de 'Groote Waard', het achterland van de stad Dordrecht. Na de Sint Elisabethsvloeden van 1421 en 1424 veranderde het ondergelopen land in een zoetwater getijdengebied. Veel van de grote binnenzee werd in de loop van de tijd drooggelegd en ingepolderd. De eerste aanwassen zijn op 17e-eeuwse kaarten zichtbaar als 'opgecomen landen'. In de 18e, maar vooral vanaf begin 19e eeuw werden nieuwe polders aangelegd, grotendeels ontsloten door de bestaande watergangen. Met de aanleg van de Nieuwe Merwede halverwege de 19e eeuw werden in de Sliedrechtse Biesbosch alle aanwezige killen afgedamd. Zo werd overtollig water buiten de Biesbosch gehouden en weggeleid via de Beneden-Merwede en de Nieuwe Merwede. Door de Sliedrechtse Biesbosch liepen vele gebieds- en eigendomsgrenzen: het westelijk deel was Dordts grondgebied, het middendeel behoorde tot de gemeente Sliedrecht en de meest oostelijke punt met de Kop van de Oude Wiel, viel onder Werkendam.

    Na de gemeentelijke herindeling in 1970 en na de sluiting van het Haringvliet is men begonnen met de ontpoldering van landbouwenclaves in het kader van 'Ruimte voor de Rivier'. De huidige Sliedrechtse Biesbosch bestaat uit een combinatie van oude polders, moeras- en stiltegebieden en het recreatiepark de 'Hollandsche Biesbosch'. Bebouwing is schaars en omvat een paar boerderijen, griendketen en opzichters- of dienstwoningen.

    Ligging

    De hoeve staat als enige bebouwing in de Zuilespolder op een terp op de zuidoostelijke dijk. De hoeve grenst met de achterzijde aan het water van de Kikvorschkil. De noordzijde, de voorkant, grenst aan een fietspad dat de hoeve scheidt van de hoogstamboomgaard en weilanden die deel uitmaken van het recreatiepark de 'Hollandse Biesbosch'. Direct ten westen van de terp bevindt zich een oude sluis.

    Hoofdvorm

    De woning is gebouwd op een rechthoekige plattegrond in één bouwlaag met een zolder onder zadeldak. Aan de achterzijde bevindt zich een aanbouw in één bouwlaag onder plat dak. De schuur is met de nokrichting loodrecht op de nokrichting van de woning gebouwd en wordt door een smalle gang, gedeeltelijk onder plat dak, verbonden met de woning. De hoge schuur op rechthoekige plattegrond is voorzien van een asymmetrisch zadeldak. De voorzijde heeft hierdoor een hogere gevel die in het verlengde van de noordelijke kopgevel van de woning is gebouwd.

    Bouwgeschiedenis

    De Zuilespolder werd in 1829 ingedijkt. Het gebied maakte van oorsprong deel uit van het 'Meerkoetennest' waarbinnen al enkele kleine polders waren omkaad. De gronden waren in bezit van de familie van Zuylen en van enkele aannemers uit Sliedrecht, waaronder Schram, Kalis en Van Haaften. De Zuilespolder is later samengevoegd met de Helpolder tot de Zuiles- en Helpolder. Op de minuutplannen van 1832 is goed te zien dat op de huidige locatie van de Zuileshoeve vanaf deze periode al bebouwing aanwezig was. De nieuw aangelegde dijk werd beëindigd door de terp die aan de westelijke zijde begrensd werd door een al aanwezige watergang. De sluis in dit water werd tegelijkertijd gebouwd. Hoogstwaarschijnlijk was de bewoner van de hoeve tevens polderwachter en zorgde hij voor de gronden en de waterhuishouding.

    J.L. van Haaften diende in 1916 een bouwaanvraag in ter vervanging van een bestaande houten schuur. Deze werd geheel afgebroken en op de bestaande fundering herbouwd. Op de bijbehorende tekening is de woning in zijn huidige vorm al aanwezig. Aan de achterzijde van de woning werd in 1916 een karnhuis gerealiseerd. De hoeve is vanaf de begintijd tot de overname door het Parkschap bewoond geweest door de familie Bos die hier van oorsprong een gemengd bedrijf had gevestigd. De woning is in 1982 verbouwd. Gevels werden gewijzigd en het interieur is ingrijpend verbouwd. De aanbouw aan de achterzijde, het karnhuis, werd bij de woning getrokken.

    Beschrijving exterieur woning

    De gevels zijn gemetseld in kruisverband. Vensteropeningen worden aan de bovenzijde beëindigd door een strek van anderhalve steen. De kopgevels aan de voor- en achterzijde zijn uitgevoerd als tuitgevels. In de top bevinden zich smeedijzeren muurankers ter hoogte van de dakconstructie. Zowel de kop- als zijgevels hebben muurankers ter hoogte van de zoldervloer. Kozijnen en ramen zijn, voor zover nog aanwezig, gemoderniseerd. De dakbedekking is vernieuwd.

    Voorgevel, noord

    De voorgevel heeft in het midden op beide niveaus een vensteropening, dichtgezet vanwege vandalisme. Het metselwerk is langs de dakranden uitgevoerd als vlechtwerk.

    Achtergevel, zuid

    De achtergevel van de woning wordt deels aan het zicht onttrokken door de aanbouw van één bouwlaag. De gevel is gepleisterd en voorzien van één venster in de top. De aanbouw, het voormalige karnhuis, is ook geheel gepleisterd. Het platte dak is geheel vernieuwd. De grote pui aan de achterzijde en de vensteropeningen in de westgevel van de aanbouw dateren van 1982.

    Zijgevels

    De westgevel is in 1982 voorzien van een nieuwe entree, ongeveer op de plaats waar zich twee vensters bevonden. Rechts naast de deur is een gevelsteen geplaatst met de tekst: Verbouwing. April t/m sept. 1982 Jacoba Bos. De gepleisterde oostgevel wordt door een smalle gang gescheiden van de schuur en is geheel blind uitgevoerd. De toegang naar de schuur was oorspronkelijk mogelijk via een kleine doorgang vanuit het karnhok.

    Beschrijving exterieur schuur

    De gevels zijn gemetseld in kruisverband. Op enkele plekken is het metselwerk aangeheeld. De oorspronkelijke vensteropeningen zijn alle nog aanwezig, voorzien van een rollaag en waterdorpels in klinkers. De vensters zijn dichtgezet in verband met vandalisme. Achter de platen bevinden zich gietijzeren stalramen, deels origineel, deels vervangen door gelijkende exemplaren. Alle originele gevelopeningen zijn getoogd uitgevoerd. De houten delen van de opgeklampte deuren zijn vervangen met behoud van de originele gehengen. De dakbedekking bestaat uit blauw gesmoorde kruispannen. Vermoedelijk is dit de originele dakbedekking, aangevuld met hergebruikte pannen.

    Voorgevel, noord

    In het midden van de gevel bevinden zich twee hoge schuifdeuren, deze zijn na de jaren tachtig aangebracht. Geheel links is een deur naar de stal. Geheel rechts is een entree van latere datum met links een venster.

    Achtergevel, zuid

    De gevel heeft symmetrisch verdeeld vier stalramen. Geheel rechts is het metselwerk vernieuwd.

    Kopgevels

    Onregelmatig verdeeld over de oostgevel bevinden zich twee deuren en vier vensters. In de top is in het midden een klein venster aanwezig. Smeedijzeren muurankers zijn aangebracht ter hoogte van de dakconstructie en op het niveau van de voormalige hooizolder. Het metselwerk is langs de dakranden uitgevoerd als vlechtwerk.De westgevel is geheel blind uitgevoerd en gepleisterd. In de gevel is een eerste steen aanwezig met de tekst: M. Bos. 1/7-1916.

    Beschrijving interieur woning

    Het interieur is in de jaren tachtig geheel gemoderniseerd. Door de leegstand is zoveel mogelijk eruit gesloopt. De huidige indeling heeft geen monumentale waarde. Wel onder de bescherming valt het casco van de woning met zoldervloer en kapconstructie.

    Beschrijving interieur schuur

    De schuur is in 1916 gebouwd als koeienstal. De constructie van de schuur bestaat uit twee vierbeukige dwarsgebinten met schaarspant op betonnen poeren. In de zuidelijke beuk bevonden zich de koeienstallen, evenals aan de oostzijde met daarnaast een kleine paardenstal. Aan de noordzijde was de toegang tot de deel middels de hoge mendeuren. In de bestrating van de schuur is deze indeling nog deels zichtbaar in originele straatklinkers, evenals de 'grup' (mestgoot) van de stallen.

    Beschrijving perceel

    De hoeve staat op een heuvel die enigszins is aangetast door de asfaltering voor de hoeve en het fietspad. De terreininrichting rondom de hoeve is niet oorspronkelijk.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    De voormalige hoeve is van cultuurhistorisch belang als opvolger van oudere bebouwing op de heuvel die vanaf de inpoldering van de Zuilespolder in 1829 op deze locatie gestaan heeft. De hoeve is van belang als herinnering aan het agrarisch verleden van dit gebied en door de van oudsher bestaande relatie met de polder als enige soort bebouwing die hier aanwezig was.

    Architectonische waarde

    De hoeve is van architectuurhistorisch belang als voorbeeld van een vroeg twintigste-eeuwse hoeve met koeienstal en aparte woning. Karakteristiek aan de traditionele gevels is het vlechtwerk in de kopgevels. Het interieur van de schuur is van belang door de vierbeukige dwarsgebinten en de overgebleven originele bestrating. Het casco van de woning en dat van de aanbouw zijn van belang als originele elementen uit de verbouwing van 1916 of eerder. Bouwhistorisch onderzoek naar het casco van de woning, de aanbouw en de schuur, waarvoor mogelijk hergebruik van hout voor de gebinten heeft plaatsgevonden, is wenselijk.

    Situering

    De hoeve heeft ensemblewaarde in relatie tot de in 1829 aangelegde terp waarop de eerste bebouwing werd gerealiseerd. De hoeve heeft ensemblewaarde en landschappelijke waarde in relatie tot de naastgelegen poldergronden, het water en de in 1829 aangelegde sluis. Als enige vorm van bebouwing in de wijde omgeving heeft het pand landschappelijke waarde als markant herkenningspunt, zowel vanuit het recreatiepark als vanaf de Kikvorschkil.

    Gaafheid

    Het exterieur van de woning is ten dele gaaf bewaard gebleven. Het metselwerk en enkele gevelopeningen zijn origineel. Het interieur is geheel verdwenen, maar de constructie van vloer en zolder is in originele staat. Het exterieur van de schuur is grotendeels origineel. Van latere datum zijn herstelwerkzaamheden aan metselwerk en vervangen stalramen. Detonerend zijn de grote schuifdeuren die aan de voorzijde zijn aangebracht. Het interieur van de schuur is vrijwel ongewijzigd.  

    Publicaties

    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.

    Bijlage


  • Merwelanden 43
    • Naam: Het Scholversnest
    • Datering: 1936
    • Oorspronkelijke functie: Zomerhuis
    • Bouwstijl: Chaletstijl
    • Architect: Reus
    • Postcode: 3313LE

     

    Algemene beschrijving

    Houten zomerhuis, genaamd "Het Scholversnest", van één bouwlaag onder schilddak, ontworpen door architect H.A. Reus in 1935. Gebouwd op rechthoekige grondslag en gelegen aan de oever van de Nieuwe Merwede op het terrein van de voormalige zalmzegenvisserij.

    Historie gebied

    Het huidige gebied van de Sliedrechtse Biesbosch was eeuwenlang onderdeel van de 'Groote Waard', het achterland van de stad Dordrecht. Na de Sint Elisabethsvloeden van 1421 en 1424 veranderde het ondergelopen land in een zoetwater getijdengebied. Veel van de grote binnenzee werd in de loop van de tijd drooggelegd en ingepolderd. De eerste aanwassen zijn op 17e-eeuwse kaarten zichtbaar als 'Opgecomen landen'. In de 18e, maar vooral vanaf begin 19e eeuw werden nieuwe polders aangelegd, grotendeels ontsloten door de bestaande watergangen. De Kikvorsch- of Otterpolder is in deze tijd ontstaan uit de gorzen ten zuiden van de Nieuwe Zuilespolder tussen de Kikvorschkil, de Rookekil en het Wantij.

    Met de aanleg van de Nieuwe Merwede tussen 1850 en 1897 werden in de Sliedrechtse Biesbosch alle aanwezige killen afgedamd. Zo werd overtollig water buiten de Biesbosch gehouden en weggeleid via de Beneden Merwede en de Nieuwe Merwede. Hiervoor legde Rijkswaterstaat in 1863-1864 een 600 meter lange dam en kanaal aan tussen de Boompolder en de polder Nieuwe Kat waarmee het Wantij en de Kikvorschkil werden afgesloten. Beide killen bleven bereikbaar voor de scheepvaart via de Ottersluis. Sinds de gemeentelijke herindeling in 1970 valt de Sliedrechtse Biesbosch onder de gemeente Dordrecht.

    De huidige Sliedrechtse Biesbosch bestaat uit een combinatie van oude polders, moeras- en stiltegebieden en het recreatiepark de 'Hollandsche Biesbosch'. Bebouwing is schaars en omvat een paar boerderijen, griendketen en opzichters- of dienstwoningen.

    Ligging

    Het zomerhuis ligt op een open terrein aan de noordoever van de Nieuwe Merwede en is geplaatst op een kunstmatige heuvel van de voormalige zalmvisserij. Op deze heuvel stond oorspronkelijk de stoommachine die voor de zalmzegenvisserij de netten binnenhaalde. Enkele restanten hiervan, bestaande uit een blok van baksteen en beton en een betonnen plaat, staan nog in de tuin. Het is niet bekend waarvan dit de restanten zijn en waar het gebouw stond. De oever van het terrein maakte deel uit van de zegenkade waarlangs de netten over een ijzeren rail werden getrokken. Het stuk zegenkade vanaf het zomerhuis naar de oostelijker gelegen boetkeet op de polder De Oude Kat is verwilderd en onbereikbaar. Het huis ligt buitendijks.

    Beschrijving

    Het houten huis staat op een kunstmatige heuvel en is gebouwd op een rechthoekige plattegrond van één bouwlaag onder een schilddak. Aan de voorzijde is in het midden een 5-hoekige serre-uitbouw, aan de rechter achterzijde een later toegevoegd schuurtje. De nok van het dak ligt parallel aan de Nieuwe Merwede. Het zomerhuis is symmetrisch van opzet. Rondom is een terras van klinkers omgeven door een laag muurtje. Bouwgeschiedenis In 1935 vroeg Teije de Jong bij de gemeente Sliedrecht, waar het gebied destijds onder viel, vergunning voor het bouwen van een houten zomerhuisje aan de Noordwal van de Nieuwe Merwede. Hij schakelde het architectenbureau van Bilderbeek & Reus in, dat een tekening leverde in februari 1935. Vermoedelijk was Reus de architect. In de bouwtekeningen en bestekken wordt overal de naam van het bureau genoemd en niet een van beide architecten afzonderlijk. Een aanwijzing dat Reus de architect was, is een foto waarop hij de sluis oversteekt, waarschijnlijk op weg naar zijn project. Reus overleed weliswaar op 24 oktober van dat jaar, maar het ontwerp is van februari. Van de bouw is een bestek bewaard gebleven waarin details over materialen en maten vermeld staan. Wanneer het schuurtje aan de rechter achterzijde is gebouwd, is niet bekend. Evenmin is bekend of de luiken rondom al bij de bouw aanwezig waren, of dat deze in een later stadium zijn aangebracht. In het bestek wordt er geen melding van gemaakt. De betimmering van de borstwering en de deur van de serre zijn vernieuwd.

    Mogelijk heeft Teije de Jong een relatie met de zalmzegenvisserij gehad. In 1895 vormde M.C. de Jong samen met anderen de maatschap Nieuwe Merwede. In 1906 nam W. de Jong uit IJsselmonde de failliete visserij over. De naam zou verband kunnen houden met Teije de Jong, die het Scholversnest liet bouwen.

    Beschrijving exterieur

    Het houten zomerhuis is gebouwd op een gemetselde fundering en plint op een bestaande kunstmatige heuvel. Boven de plint is het huis opgetrokken uit houten stijlen en liggers met een beschieting van rabatdelen en een beschieting aan de binnenzijde. De rabatdelen zijn geteerd en de terugliggende groeven zijn witgeschilderd. De serre heeft verticale houten delen. Bijna alle vensters hebben een houten opliggend kozijn en zijn voorzien van houten luiken met zandlopermotief in rood en wit. In het bestek wordt geen melding gemaakt van luiken.

    Dak

    Het dak van het huis en de serre is belegd met bitumen en op de nok van de serre en zinken piron waarop een windwijzer staat in de vorm van een vogel. Het dak is rondom afgewerkt met een wit boeiboord. De goot loopt rondom het hoofdhuis, niet rondom de serre. Het schuurtje aan de achterzijde heeft een lessenaardak.

    Voorgevel

    In de symmetrische voorgevel ligt de vijfhoekige serre centraal in het midden, links en rechts ernaast is een dubbel venster en op de beide uiterste hoeken van de gevel een enkel venster dat aansluit op een hoekvenster in de korte zijgevels. De serre is voorzien van om en om drie smalle en drie brede vensters boven vertikaal gelede houten de borstwering. In het rechter vlak is een buitendeur die met vier stenen treden toegang biedt tot het terras. Langs het trapje is een getrapt stenen muurtje gemetseld.

    Linker zijgevel

    Dit is een gesloten gevelwand met alleen op de rechter hoek een venster dat aansluit op het hoekvenster van de voorgevel.

    Achtergevel

    De achtergevel heeft van rechts naar links een deur, een smal venstertje zonder luik ter plaatse van de wc, een dubbel en een enkel venster met luiken. Het schuurtje heeft een deur in de korte rechter zijgevel (in de hoek met de achtergevel van het huis), twee vensters zonder luiken in de achtergevel en een dubbel venster met luiken in de linker zijgevel.

    Rechter zijgevel zonder schuurtje

    In de rechter hoek bevindt zich een buitendeur die met een trapje van 3 treden toegang tot het terras biedt. In de linker hoek een venster dat aansluit bij het hoekvenster van de voorgevel.

    Beschrijving interieur

    Van het interieur is geen opname gemaakt.

    Beschrijving perceel

    Het zomerhuis staat op een kustmatige heuvel en is rondom omgeven door een stenen terras met stenen muurtje en daar omheen een grasveld dat doorloopt tot de noordoever van de Nieuwe Merwede. Op het terrein zijn enkele restanten van het gebouw van de stoommachine voor de zalmzegenvisserij. Met deze stoommachine werden machinaal de 200 meter lange netten binnengehaald waarmee de vis gevangen werd. De oever langs het terrein maakt onderdeel uit van de zegenkade waarlangs de netten over een rail getrokken werden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het zomerhuis is van cultuurhistorische waarde als representant van vooroorlogse houten zomerhuizen in Nederland. Vermoedelijk kan het huis in verband gebracht worden met de zalmzegenvisserij ter plaatse, omdat het zomerhuis op een terrein staat dat onderdeel was van het visserijcomplex. Relicten daarvan zijn te herkennen in een restant van het gebouwt voor de stoommachine waarmee de netten met vis werden binnengehaald, een betonnen (funderings)plaat in het gazon en het feit dat de oever langs het terrein onderdeel is van de zegenkade.

    Architectonische waarde

    Het zomerhuis is van architectuurhistorisch belang als (vermoedelijk) ontwerp van de Dordtse architect H.A. Reus en is typerend voor de chaletstijl die voor houten zomerhuizen vaak toegepast werd.

    Situering

    Het zomerhuis heeft ensemblewaarde in relatie tot het in het landschap zichtbare restant van de voormalige zalmzegenvisserij zoals de relicten in de tuin en het stuk van de voormalige zegenkade.

    Gaafheid

    Het casco van het zomerhuis is grotendeels in originele staat. De bouwkundige staat is goed.

    Unieke waarde

    Het zomerhuis is een van de weinige originele houten (zomer)huizen op het eiland van Dordrecht en als een van de weinige vooroorlogse houten huizen in Nederland. De ligging op het voormalige complex van de zalmzegenvisserij is uniek.  

    Publicaties

    • Wim van Wijk, Heden en verleden van zalm en zegen in de Biesbosch, 1991.

    Bijlage



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).