Maasstraat
-
Maasstraat 11
- Naam: Biesboschhal
- Datering: 1949-1951
- Oorspronkelijke functie: Fabriekspand
- Bouwstijl: Functionalisme
- Postcode: 3313CR
Algemene beschrijving
Fabrieksgebouw, bestaande uit een hoge, dubbele fabriekshal en twee lagere hallen.
Historie gebied
De Staart, het gebied ten oosten van het centrum van Dordrecht stond vanaf de 17e eeuw bekend als de Merwegronden, waar door het aanslibben nieuw land ontstond op de locatie van de vroegere Grote Waard. Ten noorden begrensd door de Merwede en ten zuiden door de vaarweg naar Geertruidenberg (het Wantij), werd het gebied langzaam ingedijkt. Met het oog op uitbreiding van de stad en haar industriële activiteiten besloot de gemeente begin 20e eeuw de vrijwel onbebouwde Staart, de polders tot aan de spoorlijn Dordrecht-Geldermalsen, te ontwikkelen. De in 1910 feestelijk geopende Prins Hendrikbrug over het Wantij zorgde voor de ontsluiting van het gebied vanuit de stad. Na het aanleggen van de Eerste Merwedehaven kwam de vestiging van de bedrijven goed op gang. In het zuidelijk gedeelte werden volkswoningbouwcomplexen gerealiseerd: het Noorderkwartier (1914-1921) en de Rivierenbuurt (1933-1935).
Geheel west bevond zich het gors 'de Staart', oftewel de Kop van de Staart. Een groot deel van het terrein werd lange tijd verhuurd aan het Corps Pontonniers en de Dordrechtse Bond voor lichamelijke opvoeding. Van 1913 tot 1943 was er een 'gemeentelijke zweminrichting' die in open verbinding stond met de Merwede en het Wantij. Aan weerszijden van de nieuwe Maasstraat vestigden zich vanaf 1910 in de loop van de tijd diverse bedrijven, waaronder een betonfabriek, een hoefijzerfabriek en Scheepswerf en Machinefabriek de Biesbosch. Tussen de grote industriële complexen werden kantoren en enkele woningen gebouwd. In de huidige situatie is vrijwel alle bebouwing op de Kop van de Staart gesloopt om ruimte te maken voor de nieuwe woonwijk 'Stadswerven'.
Als restanten van het industrieel verleden zijn de kraanbaan aan de oever van de Merwede, de scheepshellingen en de in 1951 gebouwde fabriekshal van de Scheepswerf de Biesbosch blijven staan evenals de bebouwing op de zuidelijke hoek van de Maasstraat en Merwedestraat.
Ligging
De voormalige fabriek staat aan de zuidzijde van de Maasstraat met de nokken van de hallen evenwijdig aan de insteekhaven ten westen van het complex. De achterzijde (zuid) grenst aan het water van het Wantij.
Hoofdvorm
De machinefabriek bestaat uit vier gekoppelde hallen, opgebouwd uit twee hoge hallen voorzien van zadeldaken met aan weerszijden een secundaire hal van lagere hoogte. De hal geheel west is voorzien van een lessenaarsdak, de oostelijke hal heeft een zadeldak. De twee oostelijke fabriekshallen zijn minder diep en liggen op enige afstand van de Maasstraat, omdat destijds om een bestaande loods heen gebouwd werd. Het grondoppervlak van de hallen beslaat 44 x 75 meter. Aan de noordzijde zijn in de hoge hallen betonnen verdiepingsvloeren aangebracht ten behoeve van magazijnruimte en was- en kleedlokalen. Halverwege de lage, meest westelijke hal is eveneens een verdiepingsvloer aangebracht.
Bouwgeschiedenis
De oorsprong van de Scheepswerf en Machinefabriek De Biesbosch ligt aan de andere zijde van de Maasstraat waar in 1901 de Scheepswerf Dordrecht geopend werd. Meer naar het oosten vestigde zich in 1917 machinefabriek De Biesbosch. In 1924 kwam De Biesbosch in handen van een Franse rederij die gespecialiseerd was in Rijnvaart. Deze maatschappij had overal langs de Rijn reparatiepunten en Dordrecht, waar zee- en riviervaart samenkwamen, werd een van de belangrijkste. In 1929 fuseerden beide bedrijven tot de NV Scheepswerf en Machinefabriek De Biesbosch. Vanaf dat moment richtte men zich naast scheepsreparatie en machinebouw ook op scheepsbouw. Het terrein aan de andere zijde van de Maasstraat werd overgenomen voor uitbreiding van het complex. Evenwijdig aan de Maasstraat stond een dubbele hal die door de werf in gebruik werd genomen. Naast en achter deze hal werd de huidige machinefabriek gebouwd. In de jaren vijftig ging De Biesbosch naast duwvaart en binnenvaartschepen ook zeeschepen bouwen. In de hoogtijdagen waren er meer dan 750 mensen in dienst en nam het fabrieks- en werfcomplex een groot deel van de Kop van de Staart in beslag. In 2000 moest De Biesbosch echter door gebrek aan opdrachten de poorten sluiten. Alle bebouwing van het complex is gesloopt op de machinefabriek uit 1949-1951 na.
Voor de machinefabriek, nu bekend als de Biesboschhal, werden in 1949-1950 drie vergunningen aangevraagd. De laatste twee betroffen aanpassingen op het plan waaronder het bijbouwen van een portiersloge met toiletgroep en het aanbrengen van een transformatorruimte. De eerste steen, teruggeplaatst in 2016, werd in 1950 gelegd door M.L. Veldhuijzen.
Na een periode van leegstand werd het exterieur van de Biesboschhal in 2011-2012 gerenoveerd door de gemeente Dordrecht. Dit betrof onder andere het schilderwerk van alle stalen kozijnen en het stalen skelet, vervanging van alle beglazing en het aanbrengen van nieuwe dakbedekking. Het interieur werd aangepast door Dordtyart, die de Biesboschhal tot 2020 huurt om ruimte te bieden aan moderne en hedendaagse beeldende kunst. Dit project werd uitgevoerd in samenwerking met 2012 architecten (nu Superuse Studios), een innovatief ontwerpbureau dat duurzaamheid en recycling koppelt aan design.
Beschrijving exterieur
De hallen bestaan uit een staalconstructie opgebouwd uit vakwerk kolommen en driehoekspanten waarop houten gordingen en dakbeschot met asfaltdakbedekking zijn aangebracht. Op de meest oostelijke hal en op een van de centrale fabriekshallen bevindt zich een verhoogde lichtstraat. Het staalskelet in de gevels is opgevuld met halfsteens metselwerk of met horizontale stroken van stalen kozijnen voorzien van helder glas of draadglas.
Voorgevel (noord)
De voorgevel bestaat links uit de terugliggende kopgevels van de oostelijke hal en van een van de twee hoge fabriekshallen. De lage hal is verdeeld in drie traveeën en voorzien van een horizontale strook met glas. De hoge hal is verdeeld in vier traveeën en heeft twee lichtstroken met geheel rechts, in de oksel van het gebouw, een stalen trap die leidt naar een dubbele deur op het niveau van de tweede verdieping. Onder de trap is een gemetselde gevel waarin dubbele toegangsdeuren in getoogde gevelopening. In beide kopgevels is het metselwerk tot de onderste stalen regel in 2012 aangebracht na sloop van het bouwdeel waarin zich onder andere de portiersloge en toiletgroepen bevonden.
De gevel direct aan de Maasstraat bestaat links uit de kopgevel van de tweede hoge hal met rechts de gevel van de lagere hal onder lessenaarsdak. De hoge hal bestaat uit vier traveeën waarin twee lichtstroken zijn aangebracht. De gevel is per travee voorzien van eenvoudig siermetselwerk in ruitvorm. Geheel links en geheel rechts bevindt zich een stalen toegangsdeur. Naast de rechterdeur is in 2016 de hardstenen gevelsteen teruggeplaatst met daarop de tekst: 'Eerste steen gelegd door M.L. Veldhuijzen 10 nov. 1950'. De heer Veldhuijzen was destijds directeur van scheepswerf De Biesbosch. Op de gevel is in losse, witte hoofdletters de naam 'De Biesbosch' aangebracht. De gevel van de lage hal bestaat uit twee traveeën met daarin een stalen pui die voor de helft beglaasd is en voor de helft voorzien van dichte ijzeren panelen.
Zijgevel (west)
De westgevel is de lange gevel van de lage hal langs de insteekhaven. De gevel bestaat links uit metselwerk onder en boven, gescheiden door een lichtstrook en onderbroken door twee hoge schuifdeuren. Rechts hiervan bevindt zich een hoge schuifdeur tot aan de gootlijn waarna de gevel bestaat uit een lichtstrook aan de bovenzijde en een kleinere lichtstrook op begane grond niveau. De westgevel van de achterliggende hoge hal bestaat uit een lichtstrook boven metselwerk en, vanaf de lichtstraat op het dak, een volledig beglaasde gevel, opgebouwd uit stalen stijlen en kozijnen.
Achtergevel (zuid)
De achtergevel ligt direct aan het Wantij en bestaat links uit de gevel van de lage hal waarin later stalen schuifdeuren zijn geplaatst. De gevels van de hoge hallen daar direct naast zijn ook gewijzigd; de schuifdeuren in de linker hal waren oorspronkelijk hoger. Over de hele lengte van de achtergevel is vanaf de bovenkant van deze loods deuren golfplaten gevelbekleding aangebracht. Hieronder bevindt zich een lichtstrook en metselwerk. Tegen de gevel aan bevindt zich een kraaninstallatie. De achtergevel van de oostelijke hal is aangepast en loopt schuin in de lijn van de oever.
Zijgevel (oost)
Deze gevel betreft de gevel van de lage hal die bestaat uit metselwerk met daarboven een hoge lichtstrook, onderbroken door schuifdeuren. De oostgevel van de achterliggende hoge hal bestaat uit een lichtstrook boven metselwerk en uit een volledig beglaasde gevel, opgebouwd uit stalen stijlen en kozijnen.
Beschrijving interieur
Tijdens de jaren van leegstand (2000-2011), is veel van het interieur gesloopt of verdwenen. Tijdens de renovatie in 2012 zijn enkele aanpassingen gedaan voor het gebruik van het complex als expositie- en ontvangstruimte. De hallen zijn zoveel mogelijk intact gelaten met als grootste ingreep de verbouwing van het voorste gedeelte waarin zich de verdiepingsvloeren bevinden van de magazijnruimte en waslokalen. Dit deel wordt door een pui, die oorspronkelijk aanwezig was, maar nu voorzien is van dubbel glas, gescheiden van de hallen. De ruimten worden verwarmd door vloerverwarming. De herinrichting betreft een keuken, ontvangstruimte, balie, kantoor- en vergaderruimte met op de tweede verdieping een tentoonstellingsruimte. Deze ruimte naar ontwerp van kunstenaar Krijn de Koning wordt gebruikt voor het tentoonstellen van video's. De complete inrichting is gemaakt van hergebruikt materiaal, onder andere afkomstig van het Erasmus ziekenhuis en de DAF-fabrieken.
De fabriekshallen zijn vrijwel ongewijzigd. De enorme afmetingen en de stalen constructie, nog voorzien van kraanbanen bepalen de ruimte. De kwaliteit van dit interieur wordt onder andere bepaald door de ruimtelijke beleving van het vrije vloeroppervlak van 44 x 50 meter. De vloerafwerking bestaat uit betonnen klinkers die vlak voor de renovatie al waren aangebracht. De wanden van de gevels, voor zover deze aan de buitenzijde bestaan uit metselwerk, zijn wit gesausd. De verdiepingsvloer in de westelijke hal wordt door een wand gescheiden van de hallen. Deze wand is door kunstenaar Jason van der Woude voor een deel voorzien van een raampartij, gemaakt van hergebruikte kozijnen en ramen. De verdieping wordt ontsloten door stalen trappen.
Beschrijving perceel
Aan de westzijde ligt het complex naast de insteekhaven waar zich nog restanten bevinden die herinneren aan de scheepswerf, waaronder twee steigers en houten meerpalen. Deze vallen niet onder de bescherming. De kraaninstallatie tegen de achtergevel, bestaande uit bovenloopkraan met kraankat, dateert van na 1970, maar valt wel onder de bescherming als herinnering aan de functie van de fabriekshal.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
De Biesboschhal heeft cultuurhistorische waarde als herinnering aan het industrieel verleden op de Kop van de Staart en als herinnering aan de Scheepswerf en Machinefabriek de Biesbosch, een groot scheepsbouw- en reparatiebedrijf dat een belangrijk onderdeel vormt van de historie van de scheepvaartindustrie, een bedrijfstak die eeuwenlang verbonden was met de ontwikkeling van de stad Dordrecht.
Architectonische waarde
De Biesboschhal heeft architectuurhistorische waarde door het materiaalgebruik, de constructie en vormgeving van de hallen, karakteristiek voor de utilitaire bouw in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Van belang zijn de staalconstructie, de invulling van de gevels met de stalen kozijnen en raampartijen en de kenmerkende hoge loods deuren.
Situering
De Biesboschhal heeft stedenbouwkundige waarde door de markante verschijningsvorm aan de Maasstraat en het Wantij. Vanuit de stad, aan de overzijde van het Wantij, is het hallencomplex van belang door de grote herkenbaarheid. Door de sloop van alle omringende, industriële bebouwing op de Kop van de Straat, zal in de toekomst de Biesboschhal een uitzondering vormen op de geplande nieuwbouw en daarmee stedenbouwkundig een grote rol spelen door de afwijkende schaal en verschijningsvorm. De Biesboschhal heeft ensemblewaarde in relatie tot het water van het Wantij en de insteekhaven ten westen van het complex.
Gaafheid
De Biesboschhal is van belang door de gaafheid van de constructie en de gevels. De renovatie van 2012 heeft toegevoegde waarde door het uitgevoerde herstel aan alle beglazing en staalwerk aan de buitenzijde. De minimale ingrepen in het interieur zijn doordacht uitgevoerd op een wijze passend bij de herbestemming van een dergelijk complex.
Unieke waarde
De Biesboschhal heeft een unieke waarde als enig overgebleven industrieel gebouw op de Kop van de Staart. Voor de stad Dordrecht zijn fabriekshallen uit deze bouwperiode inmiddels zeldzame objecten.
Publicaties
- Sjoerd de Meer, Verhalen van Dordrecht 31: Van zeil naar stoom en diesel - Dordrecht en de binnenvaart, 2015.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Scheepswerf en Machinefabriek "De Biesbosch-Dordrecht" 75 jaar 1917-1992, tijdschrift nr.1 1992.
- Jan van 't Verlaat, In 100 jaar van scheepswerven naar Stadswerven: historie scheepswerf "De Biesbosch", 2017.
- J. Zondervan-van Heck en C.J.P. Grol, Buyten de Sluyspoort op Merwedegrond buytendyks: Een onderzoek naar het gebied Noordendijk/Lijnbaan, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2001.
- Gerard Zwinkels, Arie de Heer: pijpfitter op Scheepswerf De Biesbosch, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 2023.
Bijlage
-
9123582.pdf (opent in een nieuw venster)