Tag

Maartensgat

  • Maartensgat 1
    • Datering: 1850
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Empire
    • Postcode: 3311CK

     

    Omschrijving

    PAND met curieuze, gepleisterde laat Empire gevel met rijke bewerkte kroonlijst, door consoles gedragen (ca. 1850). Balkon met hek, waarin gesmeed acanthusbladornament.

    Fraai gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.

    Opmerking

    Achtergevel van Hooikade 5.


    Externe links


  • Maartensgat 5
    • Datering: XVII
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Postcode: 3311CK

     

    Omschrijving

    PAND met hoog schilddak, achter afgesloten door puntgevel (XVII). Voorgevel XIX c.

    Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.


    Externe links


  • Maartensgat 8
    • Datering: 1900-1925
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311CK

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis.

    Ligging

    Het pand is gelegen op de kop van een rij panden aan het Maartensgat, aan de achterzijde gelegen aan het water van het Maartensgat.

    Hoofdvorm

    Pand op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Tot het midden van de 17e eeuw was Dordrecht aan de rivierzijde gesloten met een stadsmuur. In de 17e eeuw ging het economisch voorspoedig in Dordrecht. De Oude en Nieuwe Haven voldeden niet meer en in 1647 besloot het stadsbestuur tot de aanleg van een nieuwe haven en handelskade. Maartensgat is vernoemd naar de aannemer Maerten Gillisz vander Pijpen. Aan het Maartensgat verrezen enkele graanpakhuizen, maar werd stilaan voor enkele rijke kooplieden een aantrekkelijke plek om te wonen.

    Gelet op de architectuur zal het pand in het eerste kwart van de twintigste eeuw zijn gebouwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is boven een hoge gepleisterde plint opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalf steens rollaag, met een getoogde onderrand, tussen kunststenen aanzetblokken en erboven een iets uitgemetselde metselgang. De lekdorpel is uitgevoerd in kunststeen.

    De gevel bestaat uit een klokgevel aan de linker zijde en aansluitend een langsgevel beëindigd met een op houten klossen uitkragende bakgoot.

    Aan de rechter zijde van de langsgevel bevindt zich een gevelopening met ver terugliggend de entree. In de pui bevindt zich centraal een paneeldeur met een zesruits raam en een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden van de deuropening bevindt zich op een lage borstwering een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam. Alle vensteropeningen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Voor de entree ligt een stoep van zeven kunststenen treden.

    Links en rechts van de entree bevindt zich op het niveau van de bel-etage een brede vensteropening. In het drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen, waarvan de laatste zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. Op de verdieping bevindt zich in de topgevel een deuropening met in het kozijn dubbele paneeldeuren met een ongedeeld raam. Voor de deuropening bevindt zich een houten hekwerk met gedraaide spijlen.

    De topgevel is voorzien van drie sierankers en een klein sierelement in baksteen. De gevelrand met een getrapte onderrand is uitgevoerd in kunststeen.

    Linker zijgevel

    De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. Een rollaag suggereert een plint. Ankers markeren de ligging van de balklaag van de eerste verdieping. De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    De gevel is deels afgedekt door een latere aankapping.

    Achtergevel

    De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. Een rollaag suggereert een plint. Ankers markeren de ligging van de balklaag van de eerste verdieping. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalf steens rollaag, met een getoogde onderrand en erboven een iets uitgemetselde metselgang. De lekdorpel is uitgevoerd als rollaag in baksteen.

    Op kelderniveau bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld raam.

    Op het niveau van de bel-etage bevindt zich aan de linker zijde een gecombineerde deur- en vensteropening. In de deuropening bevindt zich een gemoderniseerde deur. Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Aan de rechter zijde is de gevel voorzien van een rechthoekige houten erker. Boven een borstwering met bossingpanelen bevinden zich centraal ongedeelde stolpramen met aan weerszijden een ongedeeld raam. Boven het kalf bevinden zich vier bovenramen met een glas-in-loodvulling. Het houten hekwerk dat op de erker hoort, was ten tijde van de opname voor onderhoud afgenomen.

    Rechter zijgevel

    De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. Een rollaag suggereert een plint. Ankers markeren de ligging van de balklaag van de eerste verdieping. De gevel wordt beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    Kap

    De kap bezit een steil gedeelte in aansluiting op de goot, gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen. Een houten boeiboord vormt de overgang naar het platte dak.

    In het voordakvlak staat een dakkapel, voorzien van een ingesnoerd gedrukt spitsje, gedekt met leien en bekroond met een loden piron. Aan de voorzijde bevindt zich een tweelicht met ongedeelde ramen.

    In het linker dakvlak staan twee gemetselde schoorstenen. In het achterdakvlak staat een kleine dakkapel met een plat dat met aan de voorzijde een drielicht met ongedeelde ramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Souterrain

    Het pand is voorzien van een souterrain.

    Bel-etage

    Achter de entree bevindt zich de hal met het trappenhuis. In het plafond van het trappenhuis bevindt zich een daklicht. De wanden van het trappenhuis en de trapopgang zijn voorzien van witte facettegels. Aan de linker zijde bevindt zich een woonruimte van voor- tot achtergevel. De ruimte is gemoderniseerd. Aan de rechter zijde bevinden zich een kamer aan de voorzijde en een keuken aan de achterzijde. De binnendeuren hebben twee smalle bossingpanelen met erboven twee ongedeelde ruiten.

    Zolder

    De binnenmuren zijn uitgevoerd in hout met een beschieting van kraaldelen. Een schuifpui geeft toegang tot een kamer op de verdieping. Een deel van de binnenwanden was draaibaar om meer ruimte te scheppen. De plafonds zijn beschoten met kraaldelen.

    De kapconstructie bestaat uit hele en halfspanten met een kreupele stijl.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een vroeg 20e eeuws pand in een gebied dat halverwege de 17e eeuw ontstaan is als uitbreiding op de havens.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang door het totale ontwerp.

    Gaafheid

    Het pand is van belang door de gaafheid van de hoofdvorm en het exterieur. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als koppand van een rij panden aan het Maartensgat in beschermd stadsgezicht. Het pand heeft stedenbouwkundige waarde door de ligging aan het water van het Maartensgat.

    Bijlage


  • Maartensgat 12
    • Datering: 1892
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311CK

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis als onderdeel van een rij van drie woonhuizen.

    Ligging

    Linker pand van een blok van drie nagenoeg identieke panden (Maartensgat 12, 14, 16) op een perceel tussen het Maartensgat en de gelijknamige haven.

    Hoofdvorm

    Koppand op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    Tot het midden van de 17e eeuw was Dordrecht aan de rivierzijde gesloten met een stadsmuur. In de 17e eeuw ging het economisch voorspoedig in Dordrecht. De Oude en Nieuwe Haven voldeden niet meer en in 1647 besloot het stadsbestuur tot de aanleg van een nieuwe haven en handelskade. Maartensgat is vernoemd naar de aannemer Maerten Gillisz vander Pijpen. Aan het Maartensgat verrezen enkele graanpakhuizen, maar werd stilaan voor enkele rijke kooplieden een aantrekkelijke plek om te wonen.

    In 1892 wordt een vergunning verleend voor de bouw van een rij van drie 'burgerwoonhuizen'.

    In 1964 wordt de woning intern en voor wat betreft de gevels gewijzigd. Bij de verbouwing wordt de gang ingekort en sluit met een bajonetvorm om een toilet aan op een achterkamer over de volle breedte van het pand. Aan de voorzijde ligt naast de gang de keuken. De trap naar de verdieping ligt in de gang. Op de verdieping sluit de trap aan op een zolderruimte. Aan de voor- en achterzijde ligt een slaapkamer.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is opgetrokken in lichtrode baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. De plint is gepleisterd.

    In de gevel bevinden zich twee vensteropeningen, gesloten met een anderhalfsteens hanenkam met een opwaarts gebogen onderrand. In de hanenkammen zijn aanzetstenen en een sluitsteen opgenomen. De lekdorpels zijn gekoppeld tot een over de volle breedte van de gevel doorlopende gecementeerde waterslag. De vensteropeningen zijn bij de verbouwing van 1964 voorzien van een gepleisterde verhoogde borstwering afgesloten met keramische lekdorpelstenen. In de resterende vensteropening bevindt zich in het kozijn een negenruits raam.

    Onder de waterslag is in het metselwerk een hardstenen gevelsteen opgenomen met het opschrift 'Eerste steen gelegd door Catootje Bochardt oud 2 jaar 1 Maart 1892'.

    Aan de rechter zijde bevindt zich op de scheiding met het rechter buurpand een met het buurpand gecombineerde deuropening met terugliggend een pui met twee deuropeningen. In beide kozijnen bevindt zich een gemoderniseerde deur en een ongedeeld bovenlicht.

    Ter hoogte van de bovendorpel en de hoogte van de oorspronkelijke wisseldorpel is in het metselwerk een speklaag opgenomen, die iets uit het muurvlak steken.

    De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een gepleisterde architraaflijst en een vlak fries, waar boven een uitkragende houten kroonlijst.

    Achtergevel

    De gevel is bij een verbouwing nieuw opgetrokken in lichtrode baksteen in halfsteens verband met platvol voegwerk en wordt beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    De gevel is vrijwel over de volle breedte binnen de bouwmuren geopend en voorzien van een gemoderniseerde pui.

    Linker zijgevel

    De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. Aan de rechter zijde is de voorgevel over de breedte van een strek doorgezet in de zijgevel.

    De gevel is blind uitgevoerd en wordt beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    Kap

    Het schilddak is gedekt met gesmoorde Oudhollandse pannen.In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde in het kozijn ongedeelde stolpramen.

    In het linker zijdakvlak staat een moderne dakkapel onder een met pannen gedekte aankapping op de hoofdkap. Aan de voorzijde in het kozijn ongedeeld draairaam links en vaste ongedeelde beglazing rechts.

    Aan de achterzijde staat een moderne dakkapel met een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Geen opname.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het complex is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een laat 19e eeuws complex van eenvoudige burgerwoonhuizen, in een gebied dat halverwege de 17e eeuw ontstaan is als uitbreiding op de havens.

    Architectonische waarde

    Het complex is van architectuurhistorisch belang door het ontwerp van de voorgevel in neorenaissance stijl.

    Gaafheid

    De voorgevel van het complex is gaaf, behoudens de wijzigingen van de raampartijen van nummer 12 en 14. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van het complex Maartensgat 12, 14, 16.

    Het complex heeft stedenbouwkundige waarde als beeldbepalend element aan de zuidzijde van het Maartensgat in beschermd stadsgezicht en door de ligging aan het water van het Maartensgat.

    Publicaties

    • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.

    Bijlage


  • Maartensgat 14
    • Datering: 1892
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311CK

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis als onderdeel van een rij van drie woonhuizen.

    Ligging

    Middelste pand van een blok van drie nagenoeg identieke panden (Maartensgat 12, 14, 16) op een perceel tussen het Maartensgat en de gelijknamige haven.

    Hoofdvorm

    Tussenpand op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    Tot het midden van de 17e eeuw was Dordrecht aan de rivierzijde gesloten met een stadsmuur. In de 17e eeuw ging het economisch voorspoedig in Dordrecht. De Oude en Nieuwe Haven voldeden niet meer en in 1647 besloot het stadsbestuur tot de aanleg van een nieuwe haven en handelskade. Maartensgat is vernoemd naar de aannemer Maerten Gillisz vander Pijpen. Aan het Maartensgat verrezen enkele graanpakhuizen, maar werd stilaan voor enkele rijke kooplieden een aantrekkelijke plek om te wonen.

    In 1892 wordt een vergunning verleend voor de bouw van een rij van drie 'burgerwoonhuizen'.

    In 1922 wordt tegen de achtergevel een balkon gemaakt door 9 ijzeren balkjes aan bestaande ijzeren balk in de gevel te verbinden en daarop een betonnen balkon aan te brengen. De twee oorspronkelijke vensteropeningen met T-schuiframen worden verlengd tot deuropeningen met dubbele paneeldeuren en een ongedeeld bovenlicht.

    In 1946 worden de begane grond, de zolderverdieping en de achtergevel gewijzigd. In de achtergevel worden de in 1922 gerealiseerde deuropeningen gewijzigd. Uitgezonderd het brede onderraam zijn alle glasopeningen voorzien van een glas-in-loodvulling. Aan de rechter zijde komt een deuropening met in het kozijn een deur met een vierruits glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Bij de verbouwing wordt de gang ingekort en sluit aan op een achterkamer over de volle breedte van het pand. Aan de voorzijde ligt naast de gang de keuken. De trap naar de verdieping ligt loodrecht op de gang. Naast de trapopgang ligt het toilet. Op de verdieping sluit de trap aan op een zolderruimte. Aan de achterzijde ligt een slaapkamer.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is opgetrokken in lichtrode baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. De plint is gepleisterd.

    Aan de linker zijde bevindt zich op de scheiding met het linker buurpand een met het buurpand gecombineerde deuropening met terugliggend een pui met twee deuropeningen. In beide kozijnen bevindt zich een gemoderniseerde deur en een ongedeeld bovenlicht.

    In de gevel bevinden zich rechts twee vensteropeningen, gesloten met een anderhalfsteens hanenkam met een opwaarts gebogen onderrand. In de hanenkammen zijn aanzetstenen en een sluitsteen opgenomen.

    Ter hoogte van de lekdorpels van de beide buurpanden bevindt zich een doorlopende gepleisterde band. De vensteropeningen zijn bij de verbouwing van 1946 ingekort en voorzien van lekdorpels. In de resterende vensteropening bevindt zich in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam, voorzien van een glas-in-loodvulling. De ramen zijn voorzien van een voorzetbeglazing.

    Ter hoogte van de boven- en de wisseldorpel is in het metselwerk een speklaag opgenomen, die iets uit het muurvlak steekt.

    De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een gepleisterde architraaflijst en een vlak fries, waar boven een uitkragende houten kroonlijst.

    Achtergevel

    De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk en wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    Op de begane grond aan de linker zijde bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met ongedeelde onderramen en boven het kalf ongedeelde bovenramen. Uitgezonderd het brede onderraam zijn alle glasopeningen voorzien van een glas-in-loodvulling. Aan de rechter zijde bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een vierruits glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Voor de gevel bevindt zich over de volle breedte van het pand een betonnen balkon op liggers in profielijzer. Het balkon is begrensd met een lage gemetselde borstwering met twee ijzeren buizen tussen hoger opgetrokken kolommen.

    Kap

    Het schilddak is gedekt met gesmoorde Oudhollandse pannen.In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde in het kozijn ongedeelde stolpramen.

    In het achterdakvlak staat een dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde in het kozijn een ongedeeld raam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    De indeling zoals die in 1946 is gerealiseerd is nog aanwezig.

    Er resteren geen monumentale waarden behoudens het casco.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het complex is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een laat 19e eeuws complex van eenvoudige burgerwoonhuizen, in een gebied dat halverwege de 17e eeuw ontstaan is als uitbreiding op de havens.

    Architectonische waarde

    Het complex is van architectuurhistorisch belang door het ontwerp van de voorgevel in neorenaissance stijl.

    Gaafheid

    De voorgevel van het complex is gaaf, behoudens de wijzigingen van de raampartijen van nummer 12 en 14. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van het complex Maartensgat 12, 14, 16.

    Het complex heeft stedenbouwkundige waarde als beeldbepalend element aan de zuidzijde van het Maartensgat in beschermd stadsgezicht en door de ligging aan het water van het Maartensgat.  

    Bijlage


  • Maartensgat 16
    • Datering: 1892
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311CK

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis als onderdeel van een rij van drie woonhuizen.

    Ligging

    Rechterpand van een blok van drie nagenoeg identieke panden (Maartensgat 12, 14, 16) op een perceel tussen het Maartensgat en de gelijknamige haven.

    Hoofdvorm

    Koppand op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen, waarvan één in de kap en een aanbouw met een lessenaarsdak tegen het linker deel van de rechter zijgevel.

    Bouwgeschiedenis

    Tot het midden van de 17e eeuw was Dordrecht aan de rivierzijde gesloten met een stadsmuur. In de 17e eeuw ging het economisch voorspoedig in Dordrecht. De Oude en Nieuwe Haven voldeden niet meer en in 1647 besloot het stadsbestuur tot de aanleg van een nieuwe haven en handelskade. Maartensgat is vernoemd naar de aannemer Maerten Gillisz vander Pijpen. Aan het Maartensgat verrezen enkele graanpakhuizen, maar werd stilaan voor enkele rijke kooplieden een aantrekkelijke plek om te wonen.

    In 1892 wordt een vergunning verleend voor de bouw van een rij van drie 'burgerwoonhuizen'.

    In 1933 wordt een houten beschoeiing vervangen door gewapend beton.

    In 1976 wordt de sterk vervallen woning heringedeeld en aan de rechter zijde voorzien van een kleine uitbouw met een lessenaarsdak. In de rechter zijgevel wordt een vensteropening gemaakt.

    Bij de verbouwing worden in de aanbouw tegen de zijgevel een toilet en een berging gemaakt. Vanuit de gang wordt de verder niet ingedeelde begane grond bereikt, met een open keuken. Vanuit de achterkamer leidt de trap naar de verdieping. Op de verdieping sluit de trap aan op een overloop met in het verlengde daarvan aan de linker zijde een doucheruimte. Aan de voor- en achterzijde ligt een slaapkamer.

    In 1977 wordt het houten balkonhek vervangen door een afscheiding in halfsteens metselwerk.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is opgetrokken in lichtrode baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. De plint is gepleisterd. In de gevel bevinden zich links twee vensteropeningen, gesloten met een anderhalfsteens hanenkam met een opwaarts gebogen onderrand. In de hanenkammen zijn aanzetstenen en een sluitsteen opgenomen. De lekdorpels zijn gekoppeld tot een over de volle breedte van de gevel doorlopende waterslag. In de vensteropeningen bevindt zich in het kozijn een T-schuifvenster.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een deuropening met terugliggend een pui met een gemoderniseerde deur en een ongedeeld bovenlicht.

    Ter hoogte van de boven- en wisseldorpel is in het metselwerk een speklaag opgenomen, die iets uit het muurvlak steekt.

    De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een gepleisterde architraaflijst en een vlak fries, waar boven een uitkragende houten kroonlijst.

    Achtergevel

    De topgevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk.

    Aan de linker zijde op de begane grond bevindt zich een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur met een meerruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een gemoderniseerd meerruits raam.

    Op zolderniveau bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een gemoderniseerde invulling.

    In de achtergevel van de aanbouw tegen de rechter zijgevel bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een ongedeeld glaspaneel.

    Rechter zijgevel

    De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. Aan de linker zijde is de voorgevel over de breedte van een strek doorgezet in de zijgevel. Ankers markeren de ligging van de balklaag van de zolderverdieping.

    De gevel was oorspronkelijk blind uitgevoerd. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    Bij de verbouwing van 1976 is tegen de linker zijde van de gevel een aanbouw onder een lessenaarsdak opgetrokken in licht roodbruine baksteen in halfsteens verband met een platvolle voeg. In de zijgevel van de aanbouw bevindt zich een vensteropening met in het tweelicht ongedeelde ramen.

    Aan de rechter zijde is in 1976 een vensteropening gemaakt met in het kozijn een twaalfruits raam.

    Kap

    Het schilddak is gedekt met gesmoorde Oudhollandse pannen.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde in het kozijn een ongedeeld raam.

    In het linker en rechter zijdakvlak staat een moderne dakkapel onder een met pannen gedekte aankapping op de hoofdkap. Aan de voorzijde in het kozijn ongedeeld draairaam links en vaste ongedeelde beglazing rechts.

    De aanbouw is gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Geen opname.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het complex is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een laat 19e eeuws complex van eenvoudige burgerwoonhuizen, in een gebied dat halverwege de 17e eeuw ontstaan is als uitbreiding op de havens.

    Architectonische waarde

    Het complex is van architectuurhistorisch belang door het ontwerp van de voorgevel in neorenaissance stijl.

    Gaafheid

    De voorgevel van het complex is gaaf, behoudens de wijzigingen van de raampartijen van nummer 12 en 14. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van het complex Maartensgat 12, 14, 16.

    Het complex heeft stedenbouwkundige waarde als beeldbepalend element aan de zuidzijde van het Maartensgat in beschermd stadsgezicht en door de ligging aan het water van het Maartensgat.  

    Bijlage


  • Maartensgat 21
    • Datering: XVIII-d
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Postcode: 3311CK

     

    Omschrijving

    PAND met hoge lijstgevel (XVIII d). Gepleisterd. Gebosseerde hoekpilasters, gesneden deurkalf met bovenlicht. De consoles boven de hoekpilasters zijn van elders afkomstig en bij de restauratie (ca. 1961) aangebracht. Ook de schuiframen dateren van deze restauratie.

    In de hal verfijnd Lodewijk XVI stucwerk met medaillons boven de deuren, waarin de vier jaargetijden. Achterkamer met stuc, Lodewijk XVI en gesneden deurkalven.

    Boven de POORT naast het huis (no 19) goed gesmeed hek (XVIII).

    Gebouw van algemeen belang wegens oudheidkundige en kunsthistorische waarde.


    Externe links


  • Mazelaarsbrug
    • Datering: 1868
    • Oorspronkelijke functie: Brug

     

    Omschrijving

    Mazelaarsbrug. Enkele gietijzeren DRAAIBRUG, na 1868, over de toegang tot het Maartensgat tussen Korte Geldersekade en Mazelaarsstraat. De brug heeft gietijzeren balusterleuningen.

    Object van belang uit oogpunt van oudheidkundige en volkskundige waarde.

    Publicaties

    • Jan Willem Boezeman, Dordtse bruggen op de Rijksmonumentenlijst, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.50 2014.
    • Jan Willem Boezeman, Gladstone en draaibruggen, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.72 2019.

    Externe links



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).