Krispijnseweg
-
Krispijnseweg 14
- Datering: 1939
- Oorspronkelijke functie: Dokterswoning
- Bouwstijl: Delftse School
- Architect: Tillema
- Postcode: 3314KK
Algemene beschrijving
Vrijstaand woonhuis met vrijstaande garage en gemetselde erfafscheiding op de hoek van de Krispijnseweg en Amalia van Solmsstraat, in 1939 gebouwd als dokterswoning.
Historie gebied
Rond 1900 groeide de bevolking van Dordrecht zo snel, dat uitbreidingsmogelijkheden gezocht werden in het omringende polderland. Met de komst van de Woningwet in 1901 werd het maken van een stedenbouwkundig plan een verplichting voor iedere gemeente met meer dan 10.000 inwoners. De eerste buurten waren echter al gebouwd voordat het Plan van der Pek, van de Amsterdamse architect J.E van der Pek, in 1917 gereed was. Dit plan vormde de leidraad van de groei en ontwikkeling van Dordrecht in de jaren 1917-1930, al zijn er in 1932 aanzienlijke wijzigingen in aangebracht door Chr. G. Van Buuren, directeur Gemeentewerken van Dordrecht.
De ruimtelijke structuur van Krispijn, de uitbreiding ten zuiden van de stad, is het resultaat van de verschillende plannen uit 1917, 1932, 1946 en 1952. Op sommige plekken is er nog een relatie met de oorspronkelijke polderverkaveling: de Brouwersdijk, de Zuidendijk, de Patersweg en ook de Krispijnseweg (voorheen Spuiweg) dateren alle uit de 17e eeuw. Aan de westkant van de Krispijnseweg, het huidige Oud-Krispijn, verrezen tuindorp-achtige woonwijken met woningbouw van onder andere de architecten Van Bilderbeek, Van Buuren en bureau Bakker en Van Herwijnen. Het groene poldergebied ten oosten van de Krispijnseweg tot aan de Frederikstraat bleef lange tijd vrijwel onbebouwd. In het in 1932 vastgestelde Algemeen Plan van Uitbreiding was hier een monumentale aanleg met brede singels bedacht, maar die is nooit uitgevoerd. Aan deze zijde van de Krispijnseweg verrezen wel enkele vrijstaande gebouwen, zoals de gereformeerde Julianakerk (1927), de dokterswoning (1939) en de Marnixschool (1931, gesloopt). Na de oorlog werd deze straatwand bebouwd met portiek-etagewoningen.
De Krispijnseweg vormt niet alleen de scheiding tussen de wijken Oud- en Nieuw Krispijn, maar is ook een belangrijke verbindingsweg tussen de binnenstad en de zuidelijke uitbreidingswijken. Vanaf de Mauritsweg begrenst de weg het in 1948 aangelegde Weizigtpark dat een groene buffer vormt tussen het spoor en de bebouwing van Nieuw-Krispijn.
Ligging
De voormalige dokterswoning staat aan de oostzijde van de Krispijnseweg, met de nok evenwijdig aan de weg. Het vrijstaande pand vormt de hoekafsluiting met de Amalia van Solmsstraat. Deze weg was aangelegd ten tijde van de bouw van het woonhuis, maar werd pas na de oorlog aan weerszijden bebouwd met eensgezinswoningen. Aan zowel de Krispijnseweg als aan de Amalia van Solmsstraat ligt de rooilijn van het hoekpand terug ten opzichte van de omringende bebouwing.
Hoofdvorm
Het pand bestaat uit een hoofdvolume van twee bouwlagen op een rechthoekige plattegrond met een kapverdieping onder een zadeldak. Aan de achterzijde bevinden zich twee rechthoekige bouwmassa’s onder een plat dak: aan de kant van de Amalia van Solmsstraat in twee bouwlagen en geheel links een klein volume in één bouwlaag.
Daarbij is aan de rechterzijde het hoofdvolume verlengd met één bouwlaag, ter ondersteuning van een overdekt balkon.
Bouwgeschiedenis
In 1939 werd de vergunning voor de dokterswoning aangevraagd in opdracht van dokter Hertstein. Architect was Jan Albert Cornelis Tillema (1904-1999), die in 1939 ook werkzaam was voor de gemeente Rotterdam. Het ontwerp voor de dokterswoning is door zijn traditionele bouwstijl sterk beïnvloed door de Delftse school, ontstaan rondom de Delftse hoogleraar Granpré Molière. Er zijn weinig werken van Tillema bekend; na het bombardement van Rotterdam in 1940 werkte hij samen met andere architecten aan het herstel van de stad. Na de bevrijding werd hij directeur Gemeentewerken Rotterdam tot zijn afscheid in 1969. In die periode was hij verantwoordelijk voor de uitvoering van het Basisplan, het wederopbouwplan voor de stad en de haven.
Het woonhuis is tot in de jaren 1980 in gebruik geweest als dokterswoning. In de huidige situatie wordt het pand gebruikt als woonhuis en Bed and Breakfast.
Beschrijving exterieur
De gevels zijn gemetseld in een roodbruine steen in staand verband. De kopgevels zijn uitgevoerd als trapgevels met gemetselde ezelsruggen. Het steile zadeldak is gedekt met rode Hollandse pannen en heeft een gemetselde schoorsteen op de nok. De vensters worden aan de bovenzijde beëindigd door een strek en zijn voorzien van baksteen onderdorpels. De originele, witgeschilderde houten kozijnen en ramen zijn in verschillende varianten aanwezig. Het meest voorkomend type is een rechthoekig zesruits venster met uitzetraam en stolpstel.
De brede voorgevel aan de Krispijnseweg heeft vijf traveeën. De middentravee is uitgevoerd als Vlaamse gevel, waarbij het metselwerk van de voorgevel doorloopt in het gevelvlak van de bescheiden dakkapel. De gevel eindigt hier als tuitgevel, met stenen afdekplaten op de schouders en de hals. In het midden is een rond venster, aan de onderzijde voorzien van een stenen sluitsteen met gootje. Centraal bevindt zich de verdiepte entree in een boogvormig portiek, waarbij de entree benadrukt wordt door grote aanzetstenen. De blank gelakte houten deur heeft aan weerszijden een raam met een smeedijzeren sierrooster. Boven de entree is een gevelsteen opgenomen in het metselwerk met daarin een esculaap. Asclepius is een Griekse halfgod, die wordt geassocieerd met astrologie, medicijnen en genezing. Het symbool esculaap bestaat uit een slang, die zich rond een staf draait. De slang staat voor genezing.
Rondom staat de tekst: “Merwilstu doen na minenraet ic seldi segghen waert op staet.”
Boven de gevelsteen zijn twee kleine vensters met een uitzetraam.
Aan de linkerzijde van de entree zijn drie smalle, hoge vensters vensters, gescheiden door een muurdam. Rechts bevinden zich drie kleinere vensters. Dit is de enige uitzondering op de verder symmetrisch ontworpen gevel. Boven deze venstergroepen is een zesruitsvenster. De twee buitenste traveeën zijn eveneens voorzien van zesruitsvensters, twee per bouwlaag en gescheiden door een muurdam.
De trapgevel aan de rechterzijde is aan de rechterzijde voorzien van een hoge gemetselde schoorsteen die is door gemetseld vanaf de onderste trap. Centraal in de top zijn twee vensters met een stolpraam. Hieronder bevindt zich de overkapping van het balkon, bestaande uit een met pannen bekleed lessenaarsdak. Het dak wordt ondersteund door een houten constructie met stijlen en schoren, die met een betonnen poer rusten op de gemetselde borstwering. Het overige deel van deze gevel is aan het zicht onttrokken door een aanbouw van latere datum.
De linkerzijgevel is een symmetrische trapgevel met centraal een rond venster waaronder twee zesruitsvenster. Op de begane grond bevinden zich drie uitzetramen, waarvan de middelste lijkt aangepast. Het metselwerk loopt door in de gevel van het bouwvolume onder plat dak aan de achterzijde. Per bouwlaag is een venstergroep aangebracht. De onderste groep bestond oorspronkelijk uit drie smalle, hoge vensters met uitzetraam. Het rechtervenster is later vervangen door een deur. De aanhelingen in het metselwerk voor de gewijzigde gevelopening zijn goed zichtbaar door de afwijkende kleur baksteen.
De achtergevels van de uitgebouwde volumes zijn geheel blind uitgevoerd. Links van de rechter bouwmassa zijn drie vensters zichtbaar waarin glas-in-lood is aangebracht. In het dakvlak bevinden zich op goothoogte vier dakkapellen onder een met pannen gedekt lessenaarsdak. Van de twee rechterdakkapellen zijn de ramen gewijzigd. De andere twee zijn voorzien van vierruits stolpramen. Hoog in het dak is een smallere dakkapel gemaakt, voorzien van een enkel vierruitsvenster.
Beschrijving interieur
Van het interieur is geen opname gemaakt, maar hier zijn monumentale onderdelen te verwachten. Op de tekeningen is te zien dat links van de entree alle ruimten waren ingedeeld ten behoeve van de huisartsenpraktijk met onder andere een spreekkamer, een onderzoekskamer en een laboratorium. De ingang ontsloot een grote hal met de entree tot de woning.
Beschrijving tuin, erf, perceel
Het woonhuis heeft rondom een tuin, met uitzondering van de achterzijde. Hier wordt door een schutting en de blinde gevel het perceel gescheiden van het perceel aan de Amalia van Solmsstraat. Langs deze straat en langs de Krispijnseweg is een laag muurtje gemetseld, voorzien van een ezelsrug. Het muurtje wordt onderbroken door hoger gemetselde hekpijlers. Deze erfafscheiding maakt deel uit van het ontwerp en valt onder de bescherming, evenals de vrijstaande garage aan de rechterzijde van het perceel. Het later op het muurtje geplaatste sierhekwerk, voorzien van zeildoek, maakt geen deel uit van de bescherming, evenals de overkapping die later tegen de garage is aangebouwd.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Krispijnseweg 14 heeft cultuurhistorische waarde als voormalige dokterswoning, waarbij de dokterspraktijk volledig was geïntegreerd in het ontwerp. De gevelsteen met de esculaap benadrukt hierbij de functie van het gebouw. Het hoekpand heeft eveneens bijzondere waarde als vooroorlogs vrijstaand gebouw in de uitbreidingswijk Nieuw-Krispijn die destijds volop in ontwikkeling was, maar na herziening van de uitbreidingsplannen pas in de naoorlogse jaren kon worden gerealiseerd.
Architectonische waarde
De dokterswoning heeft architectonische waarde door de traditionele en sobere bouwstijl, geïnspireerd door de Delftse school. Karakteristiek aan deze bouwstijl is het gebruik van baksteen, de hoge gootlijn en de hoge met pannen beklede daken tussen topgevels. Het ontwerp is van belang als zeldzaam werk in het oeuvre van de Rotterdamse architect J.A.C. Tillema (1904-1999) die als directeur Gemeentewerken verantwoordelijk was voor de wederopbouw van Rotterdam. Het woonhuis heeft architectonische waarde door de kwaliteit van het ontwerp met bijzondere aandacht voor de entree met gevelsteen, de trapgevels en de vensters.
Situering
De dokterswoning heeft ensemblewaarde in relatie tot de gemetselde erfafscheiding en de vrijstaande garage op het perceel die deel uitmaken van het oorspronkelijk ontwerp. Het perceel met de opstallen heeft eveneens ensemblewaarde in relatie tot de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg. Beide zijn vrijstaande vooroorlogse complexen in een wijk die pas na de oorlog tot ontwikkeling kwam.
Het ensemble van woonhuis met erfafscheiding heeft stedenbouwkundige waarde als hoekafsluiting van de Krispijnseweg en de Amalia van Solmsstraat. De hoek wordt benadrukt door de afwijkende bouwmassa en terug liggende rooilijn ten opzichte van de omringende bebouwing aan beide straten.
Gaafheid
De gevels zijn in vrijwel originele staat. De bijzondere vensters, waaronder de zesruitsvensters met uitzetraam en stolpstel zijn op enkele uitzonderingen na origineel.
Wijzigingen betreffen de deur in de linkerzijgevel met zichtbare aanhelingen en de aanbouw tegen het balkon aan de rechterzijde
Unieke waarde
De voormalige dokterswoning heeft in een unieke waarde in typologisch opzicht door de integratie van dokterspraktijk en woonhuis in één ontwerp.
Bijlage
-
9123690.pdf (opent in een nieuw venster)