Tag

Kasperspad

  • Kasperspad 88-90
    • Datering: 1913
    • Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: van Beek
    • Postcode: 3311ZG

     

    Algemene beschrijving

    Bedrijfsruimte met bovenwoning. De woning maakt deel uit van een ensemble van drie panden, te weten Kasperspad 88 t/m 94.

    Ligging

    Pand is onderdeel van een ensemble (Kasperspad 88 tot en met 94) en maakt deel uit van een nagenoeg aaneengesloten straatwand, lopend van de Sint Jorisweg tot de Vrieseweg.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Vanaf 1860 begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Met behoud van oudere structuurelementen als de Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg werd het gebied snel bebouwd. Secundaire structurele elementen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.

    In maart 1913 wordt door K. Bothof vergunning aangevraagd voor het wegbreken van de bestaande panden en het ter plaatse bouwen van drie woningen, naar ontwerp van architect A. van Beek.

    In 1951 worden van alle drie de woningen de houten balkons aan de achterzijde vervangen door balkons in gewapend beton.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel is asymmetrisch van opzet met links een smal gedeelte beëindigd met een kroonlijst en een breder gedeelte rechts beëindigd met een geveltop.

    Boven een iets uitgemetselde plint in donkerrode baksteen, begrensd met een waterslag van geglazuurde profielsteen, is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. Speklagen in gele baksteen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters.

    De kroonlijst is uitgevoerd met een ladderfries in gele steen, waartussen siermetselwerk in oranjerode en gele baksteen, afgesloten met een gelijste houten bakgoot op bewerkte klossen.

    De geveltop is voorzien van een gecementeerde geprononceerde gelijste dekplaat. De top is voorzien van één gemetselde trede, die van halverwege de top is uitgemetseld.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een segmentboogvormige sluiting in de vorm van een koppen rollaag waarop een metselgang van koppen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met siermetselwerk in oranjerode en gele baksteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een lekdorpel in geglazuurde profielsteen.

    Op de begane grond aan de linkerzijde is de entree tot de bovenwoning gesitueerd. In het kozijn bevindt zich een houten paneeldeur met aan de bovenzijde een zesruits glaspaneel en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Rechts hiervan bevindt zich een hoog geplaatste kleine vensteropening met een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich de entree tot de bedrijfsruimte. In het kozijn bevindt zich een houten paneeldeur met aan de bovenzijde een zesruits glaspaneel en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht. Geheel rechts bevindt zich een hoog geplaatste kleine vensteropening met een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Tussen de deuropening en het meest rechtse venster bevindt zich een brede muurdam met tweemaal vijf gestapelde kraagstenen, die de basis vormt voor de erker op de verdieping. In de driezijdige gemetselde erker, waarvan de zijkanten iets naar binnen staan, bevindt zich in elke zijde een smalle hoge vensteropening met een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een bovenraam met glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevinden zich nog drie bredere vensteropeningen met een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een bovenraam met glas-in-loodvulling.

    De erker dient op zolderniveau als balkon en wordt beëindigd met een gelijste boeiboord op bewerkte klossen, waarop een ijzeren smeedijzeren hekwerk met sierlijke Jugendstilmotieven. Aan het balkon grenst in de gevel een pui met dubbele deuren met elk een glaspaneel.

    Sierankers zijn opgenomen ter hoogte van de zolderbalklaag en de gordingen in de kap.

    Achtergevel

    Boven de plint in donkerrode baksteen, begrensd met een rollaag van koppen, is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd door de houten gootlijst van de goot die op de muur ligt.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een segmentboogvormige sluiting in de vorm van een koppen rollaag waarop een metselgang van koppen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met siermetselwerk in identieke baksteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een lekdorpel in baksteen.

    Op de begane grond is aan de linker zijde een deuropening gesitueerd. In het kozijn bevonden zich oorspronkelijk houten paneeldeuren met twee glaspanelen. Rechts hiervan bevindt zich een hoog geplaatste vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen. Geheel rechts bevindt zich een deuropening, die dichtgezet is met plaatwerk.

    De overgang naar de verdieping wordt gevormd door een balkon, dat over de volle breedte van de drie huizen doorloopt.

    Het oorspronkelijke houten balkon werd gedragen door houten kolommen. Aan de buitenzijde was het begrensd met een houten hekwerk met een onder- en bovenregel, waar tussen spijlen. Het balkon was overdekt door een lessenaarsdak, dat aan de voorzijde werd gedragen door een doorgaande boogstelling op kolommen.

    Dit balkon is in 1951 vervangen door het huidige balkon in beton op stalen I-profielen, met een begrenzing van ijzeren buizen tussen gemetselde palen.

    In de gevel bevinden zich twee gevelopeningen, links een brede met een pui met centraal stolp(paneel)deuren met een glaspaneel en aan weerszijden halfhoge ongedeelde ramen en drie ongedeelde bovenramen. Rechts bevindt zich in de gevelopening een pui met links een paneeldeur met een tweeruits glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht en rechts daarvan een T-schuifvenster.

    In de linkerpui zijn de deuren verwijderd, is een borstwering opgemetseld en is centraal een ongedeeld raam geplaatst.

    Kap

    Het steile ondergedeelte van de mansardekap met de nok evenwijdig aan de straat is gedekt met gesmoorde kruispannen. Het vlakke gedeelte is afgewerkt met zink.

    In het voordakvlak staat links van de geveltop een kleine dakkapel, afgedekt met een aankapping met pannen op het hoofddak. Aan de voorzijde bevinden zich ongedeelde stolpramen. In het zijdakvlak en het vlakke deel van het dak staat een gemetselde schoorsteen.

    In het achterdakvlak staat rechts een kleine dakkapel, afgedekt met een aankapping met pannen op het hoofddak. Aan de voorzijde bevinden zich ongedeelde stolpramen. Links staat een gelijkvormige brede dakkapel met aan de voorzijde tweemaal ongedeelde stolpramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Achter de voordeur ligt een hal met een terrazzovloer aansluitend op de trapopgang naar de verdieping tegen de linker bouwmuur. Grenzend aan de hal bevindt zich een vertrek met een vloer van keramische tegels. Rechts daarvan ligt een gang, die vanuit de voordeur van het bedrijfsgedeelte leidt naar een grote ruimte tegen de achtergevel en een kleine voorkamer. Alle binnen(paneel)deuren resteren.

    Eerste verdieping

    De trap vanaf de begane grond met twee kwarten geeft toegang tot een overloop, waaraan het toilet ligt. De overloop geeft toegang tot een kleiner voorkamer en de keuken aan de achterzijde en de kamer en suite aan de rechterzijde.

    Alle binnen(paneel)deuren resteren. De schuifdeuren met facetgeslepen glas staan in de bedrijfsruimte op de begane grond. In de keuken resteert de kooknis.

    Zolder

    De trap vanaf de eerste verdieping met twee kwarten geeft toegang tot een overloop, die toegang geeft tot meerdere kamers aan de voor- en achterzijde. Alle binnen(paneel)deuren resteren.

    Boven het trappenhuis bevindt zich in het dak een daklicht met eronder in het plafond een liggend negenruits raam.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuur-historische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is intern gering en extern op het balkon na niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden grotendeels bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde. Bovendien resteert in deze straat van de oorspronkelijke bebouwing verder vrijwel niets.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


    Externe links


  • Kasperspad 92
    • Datering: 1913
    • Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: van Beek
    • Postcode: 3311ZG

     

    Algemene beschrijving

    Bedrijfsruimte met bovenwoning. Het pand is onderdeel van een ensemble van drie panden, te weten Kasperspad 88 t/m 94.

    Ligging

    Pand is onderdeel van een nagenoeg gesloten straatwand, lopend van de Sint Jorisweg tot de Vrieseweg.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Vanaf 1860 ontwikkelde het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil zich binnen de oudere stedenbouwkundige structuur van Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg. Secundaire wegen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.

    In het eerste kwart van de twintigste eeuw worden meerdere bestaande gebouwen vervangen door kwalitatief betere panden. De bouw van panden loopt nog door tot de Tweede Wereldoorlog.

    In maart 1913 wordt door K. Bothof vergunning aangevraagd voor het wegbreken van de bestaande panden en het ter plaatse bouwen van drie woningen, naar ontwerp van architect A. van Beek.

    In 1951 worden van alle drie de woningen de houten balkons aan de achterzijde vervangen door balkons in gewapend beton.In 1963 wordt de achtergevel op de verdieping gewijzigd en worden de voor- en achterkamer samengevoegd.

    In 1991 zijn de vensterindelingen op de eerste verdieping aan de achterzijde gewijzigd en de Tuiles du Nord, vervangen door betonnen dakpannen.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel is asymmetrisch van opzet met links een smal gedeelte beëindigd met een kroonlijst en een breder gedeelte rechts beëindigd met een geveltop.

    Boven een iets uitgemetselde plint in donkerrode baksteen, begrensd met een waterslag van geglazuurde profielsteen, is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. Speklagen in gele baksteen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters.

    De kroonlijst is uitgevoerd met een ladderfries in gele steen, waartussen siermetselwerk in oranjerode en gele baksteen, afgesloten met een gelijste houten bakgoot op bewerkte klossen.

    De geveltop is voorzien van een gecementeerde geprononceerde gelijste dekplaat. De top is voorzien van één gemetselde trede, die van halverwege de top is uitgemetseld.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een segmentboogvormige sluiting in de vorm van een koppen rollaag waarop een metselgang van koppen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met siermetselwerk in oranjerode en gele baksteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een lekdorpel in geglazuurde profielsteen.

    Op de begane grond aan de linkerzijde is de entree gesitueerd. In het kozijn bevindt zich een houten paneeldeur met aan de bovenzijde drie glaspanelen met geribd glas en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht. Rechts hiervan bevinden zich drie hoog geplaatste kleine vensteropeningen met elk een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Tussen het tweede en derde venster bevindt zich een brede muurdam met tweemaal vijf gestapelde kraagstenen, die de basis vormen voor de erker op de verdieping. In de driezijdige gemetselde erker, waarvan de zijkanten iets naar binnen staan, bevindt zich in elke zijde een smalle hoge vensteropening met een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Op de verdieping bevinden zich nog drie bredere vensteropeningen met een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    De erker dient op zolderniveau als balkon en wordt beëindigd met een gelijst boeiboord op bewerkte klossen, waarop een ijzeren smeedijzeren hekwerk met sierlijke Jugendstilmotieven. Aan het balkon grenst in de gevel een pui met een deur met glaspaneel en links daarvan een ongedeeld halfhoog raam. Deze pui betreft een wijziging op de oorspronkelijke situatie met dubbele deuren met elk een glaspaneel.

    Sierankers zijn opgenomen ter hoogte van de zolderbalklaag en de gordingen in de kap.

    Achtergevel

    Boven de plint in donkerrode baksteen, begrensd met een rollaag van koppen, is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd door de houten gootlijst van de goot die op de muur ligt.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een segmentboogvormige sluiting in de vorm van een koppen rollaag waarop een metselgang van koppen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met siermetselwerk in identieke baksteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een lekdorpel in baksteen.

    Oorspronkelijk was op de begane grond aan de linkerzijde een brede deuropening gesitueerd. In het kozijn bevonden zich dubbel houten paneeldeuren met twee glaspanelen en boven het kalf een drieruits bovenlicht. Rechts hiervan bevond zich een deuropening met in het kozijn een houten paneeldeur met twee glaspanelen. De dubbele deuren en de enkele deur zijn verwijderd en in de ontstane grote gevelopening is een pui met een deur met glaspaneel en vast glas geplaatst.

    Geheel rechts bevindt zich een hoog geplaatste vensteropening met een kozijn met een tweeruits raam.

    De overgang naar de verdieping wordt gevormd door een balkon, dat over de volle breedte van de drie huizen doorloopt.

    Het oorspronkelijke houten balkon werd gedragen door houten kolommen. Aan de buitenzijde was het begrensd met een houten hekwerk met een onder- en bovenregel, waartussen spijlen. Het balkon was overdekt door een lessenaarsdak, dat aan de voorzijde werd gedragen door een doorgaande boogstelling op kolommen.

    Dit balkon is in 1951 vervangen door het huidige in beton op stalen I-profielen, met een begrenzing van ijzeren buizen tussen gemetselde palen.

    In de gevel bevinden zich twee gevelopeningen, links een brede met een pui met centraal stolp(paneel)deuren met een glaspaneel en aan weerszijden halfhoge ramen met bovenramen. Indeling vensters uit 1991, ongeveer als bij de buurpanden. Rechts bevindt zich in de gevelopening een pui met links een paneeldeur met een tweeruits glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht en rechts daarvan een T-schuifvenster.

    In de linkerpui zijn de deuren verwijderd, is een borstwering opgemetseld en is centraal een ongedeeld raam geplaatst.

    Kap

    Het steile ondergedeelte van de mansardekap met de nok evenwijdig aan de straat is gedekt met betonpannen. Het vlakke gedeelte is afgewerkt met zink.

    In het voordakvlak staat links van de geveltop een kleine dakkapel, afgedekt met een aankapping met pannen op het hoofddak. Aan de voorzijde bevinden zich ongedeelde stolpramen.

    In het vlakke deel van het dak staat een gemetselde schoorsteen.

    In het achterdakvlak staat rechts een kleine dakkapel, afgedekt met een aankapping met pannen op het hoofddak. Aan de voorzijde bevinden zich ongedeelde stolpramen. Links staat een gelijkvormige brede dakkapel met aan de voorzijde tweemaal ongedeelde stolpramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Oorspronkelijk was de begane grond als bedrijfsruimte in gebruik en vormde één geheel met de begane grond van nummer 94. Achter de voordeur ligt een hal met aansluitend de trapopgang naar de verdieping tegen de bouwmuur met nummer 88/90.

    Eerste verdieping

    De trap vanaf de begane grond met twee kwarten geeft toegang tot een overloop, waaraan het toilet ligt. De overloop geeft toegang tot een kleine voorkamer en de keuken aan de achterzijde en de kamer en suite aan de rechterzijde.

    De voor- en achterkamer zijn bij de verbouwing van 1963 samengevoegd. Er resteren nog enige paneeldeuren.

    Zolder

    De trap vanaf de eerste verdieping met twee kwarten geeft toegang tot een overloop, die toegang geeft tot meerdere kamers aan de voor- en achterzijde. Boven het trappenhuis bevindt zich in het dak een daklicht met eronder in het plafond een liggend negenruits raam.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is intern gering en extern op het balkon na niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden grotendeels bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde. Bovendien resteert in deze straat van de oorspronkelijke bebouwing verder vrijwel niets.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Kasperspad 94
    • Datering: 1913
    • Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: van Beek
    • Postcode: 3311ZG

     

    Algemene beschrijving

    Bedrijfsruimte met bovenwoning. De woning maakt deel uit van een ensemble van drie panden, te weten Kasperspad 88 t/m 94.

    Ligging

    Pand is onderdeel van een nagenoeg aaneengesloten straatwand, lopend van de Sint Jorisweg tot de Vrieseweg.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Vanaf 1860 ontwikkelde het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil zich binnen de oudere stedenbouwkundige structuur van Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg. Secundaire wegen als het Matena's pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid.

    In het eerste kwart van de twintigste eeuw worden meerdere bestaande gebouwen vervangen door kwalitatief betere panden. De bouw van panden loopt nog door tot de Tweede Wereldoorlog.

    In maart 1913 wordt door K. Bothof vergunning aangevraagd voor het wegbreken van de bestaande panden en het ter plaatse bouwen van drie woningen, naar ontwerp van architect A. van Beek.

    In 1951 worden van alle drie de woningen de houten balkons aan de achterzijde vervangen door balkons in gewapend beton.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel is asymmetrisch van opzet met links een smal gedeelte beëindigd met een kroonlijst en een breder gedeelte rechts beëindigd met een geveltop.

    Boven een iets uitgemetselde plint in donkerrode baksteen, begrensd met een waterslag van geglazuurde profielsteen, is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. Speklagen in gele baksteen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel en de wisseldorpel van de vensters.

    De kroonlijst is uitgevoerd met een ladderfries in gele steen, waartussen siermetselwerk in oranjerode en gele baksteen, afgesloten met een gelijste houten bakgoot op bewerkte klossen.

    De geveltop is voorzien van een gecementeerde geprononceerde gelijste dekplaat. De top is voorzien van één gemetselde trede, die van halverwege de top is uitgemetseld.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een segmentboogvormige sluiting in de vorm van een koppen rollaag waarop een metselgang van koppen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met siermetselwerk in oranjerode en gele baksteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een lekdorpel in geglazuurde profielsteen.

    Op de begane grond aan de linkerzijde is de entree gesitueerd. In het kozijn bevindt zich een houten paneeldeur met aan de bovenzijde drie glaspanelen met geribt glas en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht. Rechts hiervan bevinden zich drie hoog geplaatste kleine vensteropeningen met elk een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Tussen het tweede en derde venster bevindt zich een brede muurdam met tweemaal vijf gestapelde kraagstenen, die de basis vormen voor de erker op de verdieping. In de driezijdige gemetselde erker, waarvan de zijkanten iets naar binnen staan, bevindt zich in elke zijde een smalle hoge vensteropening met een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een bovenraam met glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevinden zich nog drie bredere vensteropeningen met een schuifvenster met een ongedeeld onderraam en een bovenraam met glas-in-loodvulling.

    De erker dient op de tweede verdieping als balkon en wordt beëindigd met een gelijst boeiboord op bewerkte klossen, waarop een ijzeren smeedijzeren hekwerk met sierlijke Jugendstilmotieven. Aan het balkon grenst in de gevel een pui met dubbele deuren met elk een glaspaneel. Op deze tweede of zolderverdieping zijn alle ramen vernieuwd, de indeling met (nu naar buiten draaiende) stolpramen is daarbij gehandhaafd.

    Sierankers zijn opgenomen ter hoogte van de zolderbalklaag en de gordingen in de kap.

    Rechter zijgevel

    De gevel is boven een iets uitgemetselde plint in donkerrode baksteen, begrensd met een waterslag van geglazuurde profielsteen, opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt afgesloten met een gelijste houten bakgoot op bewerkte klossen.

    De gevelopeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een segmentboogvormige sluiting in de vorm van een koppen rollaag waarop een metselgang van koppen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met siermetselwerk in identieke baksteen.

    Op de begane grond aan de linkerzijde zijn twee deuropeningen gesitueerd. In het kozijn bevindt zich een houten paneeldeur met een glaspaneel met aan de onderzijde hiervan twee kleine glaspanelen en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht. Sierankers zijn opgenomen ter hoogte van de zolderbalklaag.

    Achtergevel

    Boven de plint in donkerrode baksteen, begrensd met een rollaag van koppen, is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd door de houten gootlijst van de goot die op de muur ligt.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een segmentboogvormige sluiting in de vorm van een koppen rollaag waarop een metselgang van koppen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met siermetselwerk in identieke baksteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een lekdorpel in baksteen.

    Op de begane grond bevinden zich drie vensteropeningen met in het kozijn aan weerszijden van de middenstijl een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenraam.

    De overgang naar de verdieping wordt gevormd door een balkon, dat over de volle breedte van de drie huizen doorloopt.

    Het oorspronkelijke houten balkon werd gedragen door houten kolommen. Aan de buitenzijde was het begrensd met een houten hekwerk met een onder- en bovenregel, waartussen spijlen. Het balkon was overdekt door een lessenaarsdak, dat aan de voorzijde werd gedragen door een doorgaande boogstelling op kolommen.

    Dit balkon is in 1951 vervangen door het huidige in beton op stalen I-profielen, met een begrenzing van ijzeren buizen tussen gemetselde palen.

    In de gevel op de verdieping bevinden zich twee gevelopeningen, links een brede met een pui met centraal stolp(paneel)deuren met een glaspaneel en aan weerszijden halfhoge ongedeelde ramen en drie ongedeelde bovenramen met glas-in-loodvulling. Rechts bevindt zich in de gevelopening een pui met links een paneeldeur met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht en rechts daarvan een T-schuifvenster.

    Kap

    Het steile ondergedeelte van de mansardekap met de nok evenwijdig aan de straat is gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen. Het vlakke gedeelte is afgewerkt met zink.

    In het voordakvlak staat links van de geveltop een kleine dakkapel, afgedekt met een aankapping met pannen op het hoofddak. Aan de voorzijde bevinden zich ongedeelde stolpramen.

    In het zijdakvlak en het vlakke deel van het dak staat een gemetselde schoorsteen.

    In het achterdakvlak staat rechts een kleine dakkapel, afgedekt met een aankapping met pannen op het hoofddak. Rechter dakkapel met nieuwe (nu naar buiten draaiende) ongedeelde stoplramen. Links staat een gelijkvormige brede dakkapel met een nieuw ongedeeld draairaam en een nieuw uitklapraam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Oorspronkelijk was de begane grond als bedrijfsruimte in gebruik en vormde één geheel met de begane grond van nummer 94. Achter de voordeur ligt een hal met aansluitend de trapopgang naar de verdieping tegen de bouwmuur met nummer 92.

    Eerste verdieping

    De trap vanaf de begane grond met twee kwarten geeft toegang tot een overloop, waaraan het toilet ligt. De overloop geeft toegang tot een kleine voorkamer en de keuken aan de achterzijde en de kamer en suite aan de rechterzijde. De paneeldeuren resteren op de meeste plaatsen nog, één is uitgevoerd met glas. In de meerruits schuifdeuren is facetgeslepen glas geplaatst.

    Alle ruimten hebben nog een stucplafond; in de voor- en achterkamer met een middenornament in Jugendstil.

    Zolder

    De trap vanaf de eerste verdieping met twee kwarten geeft toegang tot een overloop, die toegang geeft tot meerdere kamers aan de voor- en achterzijde. De paneeldeuren resteren nog.

    Boven het trappenhuis bevindt zich in het dak een daklicht met eronder in het plafond een liggend negenruits raam.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is intern gering en extern op het balkon na niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden grotendeels bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

    Unieke waarde

    Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde. Bovendien resteert in deze straat van de oorspronkelijke bebouwing verder vrijwel niets.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Kasperspad 154
    • Datering: 1927
    • Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
    • Bouwstijl: Amsterdamse school
    • Postcode: 3311ZH

     

    Opmerking

    Als hoekpand is Kasperspad 154 een onderdeel van het gemeentelijk monument Vrieseweg 60.

    Bijlage



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).