Jonge Janswaard
-
Jonge Janswaard (schotbalksluis)
- Datering: 1927-1936
- Oorspronkelijke functie: Sluis
- Bouwstijl: Traditionalisme
Algemene beschrijving
Dubbele betonnen schotbalksluis in polderdijk.
Beschrijving sluizen
Een sluis is een waterbouwkundig kunstwerk ter regulering van de waterstand en voorzien van afsluitmiddelen als wegneembare kering.
Op het Eiland van Dordrecht hebben de meeste sluizen de functie van een in- en uitwateringssluis. De is het oudste sluistype. Een dergelijke sluis zorgt voor de afvoer van overtollig binnenwater - regenwater uit lucht of kwelwater via een dijk - uit een polder of boezem, meestal op een waterweg zoals een benedenrivier, een zeearm of op zee. Het kan ook overtollig buitenwater keren: bij eb staan sluisdeuren open, bij vloed zijn ze gesloten. De meeste sluizen hebben de mogelijkheid met schotbalken dichtgezet te worden voor het geval de sluis drooggelegd moet worden voor onderhouds-werkzaamheden. De schotbalken worden meestal opgeslagen in speciale schuren.
Elke polder of waard heeft minstens één sluis, aangelegd in de omringende polderdijk of waardkade: deze elementen zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. De functie of het type sluis kan om verschillende waterhuishoudkundige redenen wijzigen, soms zelfs geheel verloren gaan. Op het Eiland van Dordrecht, dat gekenmerkt wordt door elkaar opvolgende inpolderingen, hebben bijvoorbeeld vrijwel alle sluizen in de oudste polders - en binnen de zeewerende dijken - hun oorspronkelijke eb- en vloeddeuren verloren: veel sluizen zijn duikers of bruggen geworden. Hierdoor vallen ze in hun omgeving vaak minder op.
In de Biesbosch, het gebied buiten de zeewerende dijken, verbeterde de waterhuishouding - met name de waterafvoer - aanzienlijk met de aanleg van de Nieuwe Merwede tussen 1859 en 1897. Niet alleen werden daarvoor vele killen in het gebied afgedamd, ook werden veel schotbalksluizen gebouwd om het waterpeil in elke polder en waard afzonderlijk te kunnen beheersen. Een schotbalksluis hoeft niet persé in een waterweg te liggen, hij kan ook onderdeel van een dijk zijn. Vooral in de 20e eeuw is dit type sluis veel aangelegd. Afsluiting van de sluis vond plaats door het aanbrengen van meerdere schotbalken, die werden verwijderd als het water moest worden afgevoerd. Dit kan geleidelijk door telkens één balk weg te halen. Het water vloeit dan langzaam weg, zodat bijvoorbeeld bezonken slib kan achterblijven en voor de nodige bemesting zorgt.
Het sluiten van de Haringvlietsluizen in 1970 leidde direct tot veel geringere verschillen tussen hoog en laag water: de getijwerking is daarmee zo goed als verloren gegaan. De meeste schotbalksluizen hebben daarmee hun functie verloren.
Historie gebied
De Sliedrechtse Biesbosch is net als de Dordtse Biesbosch ontstaan na de Sint Elisabethsvloed van 1421. Veel van de grote binnenzee werd in de loop van de tijd drooggelegd en ingepolderd. De eerste aanwassen worden op 17e-eeuwse kaarten aangeduid als Opgecomen landen.
Door het aanleggen van de Nieuwe Merwede (1859-1879) werden de Brabantse en Zuidhollandse Biesbosch van elkaar gescheiden. Dwars door de Sliedrechtse Biesbosch liepen gebieds- en eigendomsgrenzen: het westelijk deel was Dordts grondgebied, het middendeel behoorde tot de gemeente Sliedrecht en de meest oostelijke punt, de Kop van de Oude Wiel behoorde tot Werkendam. De begrenzing van het gebied vormen de Beneden Merwede, de Nieuwe Merwede, het Wantij en de Sionsloot.
De huidige Sliedrechtse Biesbosch bestaat uit een combinatie van oude polders, moeras- en stiltegebied en recreatiepark de Hollandsche Biesbosch.
De Jonge Janswaard is één van de vele grienden, waarden en polders in de Sliedrechtse Biesbosch. De waard ligt direct ten westen van de Kop van het Oude Wiel - de uiterste punt van het Eiland van Dordrecht - en is pas tussen 1842 en 1849 van een lage kade voorzien. De waard is inmiddels samen met de westelijk aansluitende polder Aert Eloyenbosch omdijkt. Deze grotere polder heeft zijn oorspronkelijk agrarische functie inmiddels verloren en is grotendeels ontpoldert voor waterberging. Bij de polder hoort één boerderij die rond 1936 net buitendijks op de Merwede-oever is gebouwd.
Ligging
De sluis ligt in de noordelijke kade/dijk van de Jonge Janswaard. Deze kade volgt in grote lijnen de (oude) oever van de rivier de Merwede. De sluis waterde direct uit op buitenwater.
Hoofdvorm
Geheel betonnen schotbalksluis met twee afschotbare in- en uitlaten, gescheiden door een betonnen middenstijl.
Bouwgeschiedenis
Vermoedelijk is de sluis gebouwd kort vóór 1936 gebouwd want ze wordt voor het eerst vermeld op een kaart uit dat jaar. In deze periode werd de waard als werkverschaffingsproject onder handen genomen. Daarbij werd de waard een grotere polder, de kade een dijk, het land landbouwgrond, werd ook de waterhuishouding opnieuw geregeld en werd een boerderij gebouwd.
In het begin van de 21e eeuw is de waard ontpolderd en heeft de sluis geen functie meer. De beide schotbalkruimtes zijn ter vervanging van de verwijderbare houten schotbalken definitief dichtgezet met twee betonwanden. Hiermee is de sluis onderdeel van de dijk geworden.
Beschrijving exterieur
De sluis is geheel in beton opgetrokken: zowel de binnenfrontmuur als de buitenfrontmuur als alle vleugelmuren.
De hoeken van de frontmuur zijn afgerond, waardoor het bouwwerk wat vriendelijker oogt. De middenstijl wordt door twee ijzeren beugels extra versterkt.
De schotbalksponningen zijn nog aanwezig, maar de beide doorlaten zijn inmiddels door betonnen wanden definitief dichtgezet.
De middenstijl en de bovenkant van de vleugelmuren zijn nog net te zien, maar maken de sluis nogal onzichtbaar.
Aan de binnenzijde van de sluis is grond opgebracht en loopt de polder als het ware tot hoog tegen de sluis door.
Beschrijving perceel
De sluis ligt in de polderdijk van de Jonge Janswaard en maakt daar nu onderdeel van uit. De sluis staat als het ware 'op het droge'.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
De sluis is een onlosmakelijk onderdeel van de vroeger agrarische polder Jonge Janswaard. Zij is ook een herinnering aan het werkverschaffingsproject ten tijde waarvan deze gebouwd is. De sluis was bereikbaar en werd bediend vanuit de enige boerderij in de polder (Merwelanden 7).
Architectonische waarde
Voorbeeld van een betonnen dubbele schotbalksluis.
Ensemblewaarde / Situering
De sluis was een integraal deel van de agrarische polder en werd bediend vanuit de enige - nu nog aanwezige - boerderij. De boerderij, de polder en de sluis zijn alleen vanaf het water, via de Beneden Merwede toegankelijk.
Gaafheid
De sluis is redelijk gaaf en vrijwel compleet. Alleen de oorspronkelijk losse houten schotbalken zijn vervangen door vaste betonnen wanden. De binnenzijde van de sluis is grotendeels aan het oog onttrokken doordat de in- en uitlaat is opgevuld met gras begroeide grond. De houten loopplanken die de dijk - doorlopend over de sluis - verbindt, zijn ook vervangen door beton.
Unieke waarde
Dit is de enige betonnen schotbalksluis op het Eiland van Dordrecht.
Bijlage
-
9123005.pdf (opent in een nieuw venster)