Tag

Johan de Wittstraat

Objecten met monumentenstatus.

  • Johan de Wittstraat 2
    • Datering: 1912-1913
    • Oorspronkelijke functie: Bankgebouw
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Ek
    • Postcode: 3311KJ

     

    Inleiding

    In 1912-1913 naar ontwerp van de architect Anthonie Ek gebouwde SPAARBANK, in de stijl van het Eclecticisme. Het bankgebouw ligt binnen het beschermde stadsgezicht van Dordrecht, op het punt waar de Johan de Wittstraat samenkomt met de Bagijnhof.

    De spaarbank is nog steeds in gebruik als bankgebouw, maar heeft in de loop der jaren wel wijzigingen ondergaan. Zo is de gevel aan de zuidwestkant op de begane grond doorgebroken, omdat daar een uitbreiding is gerealiseerd. De zijgevel aan de Bagijnhof heeft een lage aanbouw uit 1935 in dezelfde stijl als het hoofdvolume.

    Omschrijving

    Vanuit een samengestelde plattegrond opgetrokken spaarbank, bestaande uit twee bouwlagen onder samengesteld dak, gedekt met leien in Rijn- of in Maasdekking. Het pand wordt grotendeels overkapt door een schilddak met zeeg, waarvan de nokuiteinden voorzien zijn van pironnen en in de dakschilden zijn dakkapellen met oeil de boeufs aangebracht. De ver overstekende gootlijst wordt ondersteund door klossen.

    De gevels zijn opgetrokken in schone baksteen op een geblokte graniten plint en worden horizontaal geleed door zandstenen speklagen. In de gevels smeedijzeren sierankers.

    Op de begane grond rondboogvensters onder zandstenen rondbogen, die tweeruits schuiframen bevatten met een drieruits glas-in-lood bovenlicht. Op de verdieping rechtgesloten vensters voorzien van een hardstenen waterdorpel, een zandstenen tussendorpel en een meerruits glas-in-lood bovenlicht. Deze vensters staan afwisselend onder een bakstenen strek, waarvan de aanzetstenen van zandsteen zijn, of onder een zandstenen latei.

    De voorgevel (noordwest) is symmetrisch ingedeeld, met de verdiept gelegen hoofdentree in het midden, twee kleine erkers op de verdieping en een dakruiter in de vorm van een lantaarntje midden op het dak. Het portaal van de hoofdingang wordt omgeven door rondbogen bestaande uit afwisselend baksteen en zandstenen lagen. De rondboog in het gevelvlak is geheel van zandsteen en bevat de tekst SPAARBANK.

    De zware houten paneeldeur is voorzien van ruiten met daarvoor een smeedijzeren deurrooster. Het bovenlicht heeft in het midden een cirkel van gewoon glas met daaromheen straalsgewijs lopende roeden die zijn opgevuld met glas-in-lood. De deur is te bereiken via een granieten stoep. Aan weerszijden van de entree twee vensters. Tussen elk paar vensters twee gekoppelde halfzuiltjes. Om de vijf bogen van de begane grond is een profiellijst aangebracht.

    Op de verdieping boven de entree vijf vensters met zandstenen tussenstijlen. Links en recht van deze vensters een driezijdige erker met in elke zijde een venster, eveneens voorzien van zandstenen tussenstijlen. De bakstenen, uitkragende basis van de erker ontspringt tussen de bogen van de vensters op de begane grond. De erker heeft een in het schilddak instekend eigen schilddakje met leien in Maasdekking en een piron.

    Naast de erkers tegen de hoeken van de voorgevel een rechtgesloten venster zonder bovenlicht, onder zandstenen rondboog, waarvan het boogveld is opgevuld met een siermotief en wapenschild.

    In het midden op het dak een achtkantige houten dakruiter onder achtkantig koperen koepeldak. De onderbouw is bekleed met leien in Maasdekking en wordt afgesloten door een houten kroonlijst. Op de hoeken van de kroonlijst staan acht Dorische zuiltjes, die een hoofdgestel dragen met bogen tussen de zuilen. Daarboven het koepeldak. De voorste zijde van de onderbouw is voorzien van een uurwerk.

    Tussen de erkerdaken in het dak drie dakkapellen met oeil de boeufs met een houten omlijsting. Op de verdieping is ter hoogte van het middelste venster een ijzeren vlaggenstokhouder aangebracht.

    De linker zijgevel (noordoost) bestaat uit een hoog gedeelte aan de rechterkant onder zadeldak en een lagere aanbouw aan de linkerkant onder plat dak.

    Het hoge gedeelte heeft zes vensterassen, waarbij het geveldeel van de meest linker vensteras en van de vijfde vensteras (het trappenhuis) is doorgetrokken op dakniveau en een rechte afsluiting heeft. Het platte dak van deze volumes steekt in het zadeldak. Deze geveldelen zijn voorzien van een hardstenen bekroning met twee bollen op de hoeken en een flauw geknikte middenbekroning.

    De linker vensteras heeft op de begane grond en op de verdieping een venster. Daarboven rondboog tweelingvensters met een zandstenen tussenstijl, een hardstenen waterdorpel en onder een bakstenen boog met zandstenen aanzetstenen.

    Rechts daarnaast op de begane grond drie vensters met twee deelzuiltjes. Op de verdieping drie vensters en in het dak drie dakkapellen. In de plint zijn voor de kelder drie cirkelvormige openingen aangebracht.

    De gevel van het trappenhuis risaleert iets. Deze gevel bevat op de begane grond twee rechtgesloten vensters onder een bewerkte zandstenen latei. De vensters zijn voorzien van diefijzers.

    Boven de vensters een zandstenen plaquette met het jaartal 1912. Op de verdieping twee kleine rechthoekige vensters met zandstenen tussenstijl. Daarboven de vier glas-in-lood traplichten: twee rechthoekige onder en twee rondboog vensters boven, waarbij de tussenstijl en de tussendorpel van zandsteen zijn. De rondboog vensters staan onder een bakstenen boog met zandstenen aanzetstenen.

    De rechter vensteras heeft een venster op de begane grond. Op de verdieping twee vensters met zandstenen tussenstijl en tussendorpel. In het dak een dakkapel.

    De gevel is voorzien van drie originele regenpijpen met vergaarbak op de verdieping. De pijpen komen uit in een halfronde granieten bak in de plint.

    De éénlaags aanbouw van de noordoostelijke zijgevel bestaat uit twee delen: links een iets hogere gevel met daarin een rechtgesloten venster onder een bewerkte hardstenen latei. Rechts, naast het hoofdvolume, een gevelvlak met drie rondboogvormige vensters met twee deelzuiltjes. In het middelste glas-in-loodbovenlicht is de datum 1935 aangebracht. Onder deze vensters in de plint drie cirkelvormige kelderopeningen. De zuidoostgevel van de hoge zijgevel is blind.

    De zijgevel (zuidwest) is voorzien van een tweelaags aanbouw op een rechthoekige plattegrond met een driezijdig uiteinde. De aanbouw wordt gedekt door een steekkap met zeeg, die aan de zuidwestzijde driezijdig gesloten is. In het westelijke dakschild steekt een achtkantig torentje in. De zijgevel van het hoofdvolume (zuidwest) heeft op de begane grond en op de verdieping een venster. De noordwestgevel van de aanbouw bevat op de begane grond een (tot geldautomaat omgebouwd) venster. Op de verdieping twee vensters met zandstenen tussendorpel en -stijl. In het dakschild een dakkapel.

    De driezijdige gevel heeft aan de westkant op de begane grond een (tot geldautomaat omgebouwd) rechtgesloten venster onder een bewerkte zandstenen latei. Daarboven het torentje. In de zuidwestgevel steekt op de begane grond de nieuwbouw in. Op de verdieping twee vensters met zandstenen tussendorpel en -stijl.

    Tegen de begane grond van de zuidgevel staat eveneens nieuwbouw. De gevel op de verdieping is blind. In het dakschild een gemetselde schoorsteen.

    Het hoofdvolume heeft rechts van de aanbouw in de gepleisterde zuidwestgevel twee rondboogvormige glas-in-loodvensters, die de daarachter gelegen overloop van het hoofdtrappenhuis verlichten. Het hoofdtrappenhuis heeft een plat dak met daarin een rechthoekige lichtkap met glas-in-lood. De gevels die aan drie zijden aan het platte dak grenzen zijn bepleisterd en voorzien van gewijzigde gevelopeningen.

    Het zuidoostelijke deel van het hoofdvolume bestaat uit een drielaags rechthoekig bouwdeel. De zuidwest gevel van dit bouwdeel heeft een rechtgesloten meerruits roedenvenster.

    In het interieur op de verdieping een nagenoeg gaaf bewaard gebleven zaal achter de hele breedte van de voorgevel, met onder meer een houten balkenplafond met vakken en een houten paneellambrizering voorzien van paneelpilasters met daarin zeshoeken. De pilasters gaan door tot aan het plafond. De kozijnstijlen met kraalprofiel. De radiatoren zijn weggewerkt in verwarmingskasten. De vergadertafel met bijbehorende stoelen maken deel uit van het oorspronkelijke interieur. Van het hoofdtrappenhuis is alleen de overloop op de verdieping nog intact. Deze overloop heeft een balkenplafond waarbij de balken steunen op hardstenen korbelen. Het trappenhuis wordt verlicht door rondboogvormige glas-in-loodramen en een traplicht. Er zijn nog een aantal originele houten deuren met ruiten. Boogvormige doorgangen met een hardstenen boog vanaf de overloop. In de garderobe een tegellambrizering. Naast de vergaderzaal een trappenhuis in originele staat, met trappaal met lantaarn. Een in hout gevatte glazen deur met ijzeren deurroosters geeft toegang tot het trappenhuis. De deur heeft een boogvormig houten kozijn met rechthoekige raampjes met roeden en een boogvormig bovenlicht met roeden.

    Waardering

    De spaarbank is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde: vanwege de oorspronkelijke en huidige functie als bankgebouw en vanwege de typologie van de gevel als uitdrukking van een bankgebouw.

    De spaarbank is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde: als gaaf en representatief voorbeeld uit het oeuvre van de architect Anthonie Ek en als variant van een Eclectische stijl.

    De spaarbank is van algemeen belang vanwege de stedebouwkundige waarde: vanwege de zeer beeldbepalende ligging op de hoek van de Johan de Wittstraat en de Bagijnstraat.

    De spaarbank is van algemeen belang vanwege de hoge mate van gaafheid in hoofdvorm, het materiaalgebruik en de detaillering van zowel het ex- als delen van het interieur.

    Publicaties

    • Elisabeth van Heiningen, Verhalen van Dordrecht 35: Architectuur in Dordrecht 1830-1950 - in het voetspoor van een zevental Dordtse bouwmeesters, 2018.
    • Elisabeth van Heiningen en Cees Esseboom, De naarstige hand en sparige tand: van Dordtse Spaarbank naar ABN AMRO 1818-2010, 2010.
    • Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.

    Externe links


  • Johan de Wittstraat 4-18
    • Datering: 1929
    • Oorspronkelijke functie: Woon-winkelpand
    • Bouwstijl: Nieuwe Haagse School
    • Architect: van Bilderbeek & Reus
    • Postcode: 3311KJ

     

    Algemene beschrijving

    Een complex met vier verkoopruimten op de begane grond en vijf bovenwoningen op de verdiepingen.

    Ligging

    Het pand is gelegen op een driehoekig perceel, op de hoek van de Johan de Wittstraat met de Vest aan de buitenrand van het historische centrum, aan een in het derde kwart van de negentiende eeuw gerealiseerde verbinding met het station.

    Hoofdvorm

    Bouwblok op van noord naar zuid smaller wordend rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap en deels onderkelderd.

    Bouwgeschiedenis

    Om de verbinding tussen het station en de binnenstad mogelijk te maken ontstond in 1874 de route vanaf de nieuwe Stationsstraat, de nieuwe Johan de Wittbrug over de Spuihaven naar het Bagijnhof. Deze verbinding doorbreekt zowel de structuur van de 19e eeuwse schil als de middeleeuwse structuur van de historische binnenstad. Het werd een belangrijke verkeersverbinding. Dit weerspiegelde/weerspiegelt zich in de bebouwing die sinds 1874 langs deze route gerealiseerd is. Johan de Wittstraat 4-18 en Vest 207 werden eerst nog bebouwd met een rij herenhuizen, die in 1929 al weer plaats maakten voor het huidige gebouwcomplex.

    In januari 1929 wordt een vergunning verleend aan het Bestuur van de Spaarbank Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor 'het bouwen op 4 perceelen van 4 winkelhuizen en 5 bovenwoningen', naar het ontwerp van architectenbureau Van Bilderbeek & Reus.

    B. van Bilderbeek (Amsterdam 1876-Dordrecht 1955) werd opgeleid en gevormd tot architect in Amsterdam. In Dordrecht kreeg Van Bilderbeek tal van mogelijkheden om zijn liefde voor het vak voor behoud van historisch erfgoed tot uitdrukking te brengen. Naast het realiseren van nieuwe werken nam hij zitting in diverse beroeps- en culturele commissies in Dordrecht waarbij onder meer aandacht werd gevraagd voor de oude stad. Ook was hij betrokken bij de restauraties van diverse monumentale kerken, kerktorens en poortgebouwen. Behalve het ontwerp voor architectonische projecten was Van Bilderbeek ook actief als interieurarchitect en ontwierp hij tal van meubels, hang- en sluitwerkonderdelen en lampen.

    In 1917 associeerde van Bilderbeek zich met architect H.A. Reus (1872-1935). Reus was opgeleid aan de Rotterdamse Academie voor Bouwkunst en al vanaf 1892 werkzaam in Dordrecht. Het duo werkte niet alleen tientallen jaren samen aan tal van projecten in Dordrecht maar verrichtten ook veel restauratiewerkzaamheden. Reus en van Bilderbeek ontwierpen diverse beeldbepalende sociale woningbouwprojecten in Dordrecht.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Aan de linker zijde van het complex was in het ontwerp aan de achterzijde van een bestaande uitbouw van het naastliggend bankgebouw een toegang tot dit bankgebouw opgenomen.

    Voorgevel complex

    De gevel in drie bouwlagen is opgetrokken in bruinrode baksteen in kettingverband met diep terugliggend voegwerk. De hoge begane grond is verdeeld in twee inpandige entreeportalen aan weerszijden geflankeerd door een winkelpui. Het naar de zuidzijde iets oplopende maaiveldniveau weerspiegelt zich in de iets hogere ligging van het rechter portaal en een sprong in het balkon op de verdieping.

    De vloeren van beide portalen zijn afgewerkt met een mozaïek van kleine keramische tegels met binnen een kader van zwarte tegels geometrische patronen van trapsgewijs schuin lopende banen van een enkele rij zwarte en gele tegels, waar tussen twee rijen afwisselend blauwe en grijze tegels. De wanden worden gevormd door vier gekoppelde deuropeningen, bestaande uit een blank gelakt kozijn op hardstenen neuten en dorpel, waarin een blank gelakte deur is afgehangen. De winkeldeur aan de linker en rechter zijde is voorzien van een lage dichte onderzone en een ongedeeld raam.

    De kozijnen van de deuren naar de twee bovenwoningen zijn enigszins schuin naar binnen geplaatst. De deuren zijn voorzien van twee opgelegde vlakke panelen aan weerszijden van een smalle strook met twee opgelegde lijsten, waar tussen vijf smalle gestapelde ramen met een glas-in-loodvulling zijn opgenomen. Boven een doorlopend geprofileerd kalf bevindt zich een tweeruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Het plafond bestaat uit een betonnen plaat, die tevens als latei boven de doorgang tot het portaal dient.

    Het muurwerk rond de winkelpuien is uitgevoerd als pilasters, waar tussen enigszins terugliggend op een lage borstwering een kozijn met een ongedeeld winkelraam, afgesloten met een zware uitkragende betonnen latei. De latei vormt de basis van een stenen kader voorzien van een achtruits bovenraam met een horizontale roedeverdeling met een glas-in-loodvulling. De omkadering is tot het niveau van de bovenlichten bekleed met donkere platen natuursteen.

    De begane grond wordt afgesloten met uitkragende betonvloer, die aan de linker zijde de basis vormt voor een erker. De erker kraagt uit voorbij de linker zijgevel en bezit aan die zijde een halfronde beëindiging. Boven de gemetselde borstwering bevindt zich een doorlopend kozijn met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen met een glas-in-loodvulling. Om de twee ramen bevindt zich een smalle strook met een ongedeeld onderaam en een tweeruits bovenraam met een glas-in-loodvulling. De erker is voorzien van een plat dak.

    Rechts van de erker vormt de betonvloer de basis voor een doorlopend balkon, begrensd door een gemetselde borstwering.

    In de gevel die grenst aan het balkon bevinden zich negen gevelopeningen. de eerste, 4e, en 7e opening betreffen een deuropening met in het kozijn stolpdeuren met een glaspaneel en tweemaal een tweeruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    de tweede, 3e, 5e, 6e, 8e en 9e opening betreffen een vensteropening met ongedeelde stolpramen onder en boven het gelijste kalf twee tweeruits bovenramen met een glas-in-loodvulling.

    Aan de rechter zijde wordt het balkon begrensd door de vooruitgeschoven gevel, waarin een vensteropening met ongedeelde stolpramen onder en boven het gelijste kalf twee tweeruits bovenramen met een glas-in-loodvulling. In het geveldeel grenzend aan het balkon bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld onderraam en boven het gelijste kalf een tweeruits bovenramen met een glas-in-loodvulling.

    De tweede verdieping bezit in de zone boven het balkon een doorlopende vensterstrook, bestaande uit een aaneengesloten lekdorpel, waar boven kozijnen met zesruits stolpramen afgewisseld door penanten bekleed met blauwgrijze tegels. De gevel wordt afgesloten met een houten fries en met een aan de onderzijde betimmerde forse dakoverstek op bewerkte klossen.

    In het vooruitgeschoven geveldeel aan de rechter zijde wordt de strook voortgezet met een vensteropening met een zesruits raam en rechts daarvan een vensteropening met ongedeelde stolpramen onder en boven het gelijste kalf twee tweeruits bovenramen met een glas-in-loodvulling.

    Het vooruitgeschoven geveldeel aan de rechter zijde is hoger opgetrokken en wordt op het niveau van de derde verdieping beëindigd met een doorlopende vensterstrook, die de voortzetting vormt van een doorlopende dakkapel aan de linker zijde, afgedekt met een plat dak. De vensterstrook bestaat uit kozijnen met drieruits stolpramen.

    Kopgevel complex (hoek Johan de Wittstraat / Vest)

    De gevel in vijf bouwlagen is opgetrokken in bruinrode baksteen in kettingverband met diep terugliggend voegwerk. De hoge begane grond bezit twee winkelpuien (één aan de zijde van de Johan de Wittstraat en één aan de zijde van de Vest) en aan de rechter zijde een entreeportaal. De uitvoering is identiek aan die van de voorgevel.

    De zijwanden van het portaal zijn betegeld met zwarte, blauwe en rode tegels in een geometrisch patroon. De achterwand wordt gevormd door een deuropening, bestaande uit een blank gelakt kozijn op hardstenen neuten en dorpel, waarin een blank gelakte deur is afgehangen. De deur is voorzien van twee opgelegde vlakke panelen aan weerszijden van een smalle strook met twee opgelegde lijsten, waar tussen vijf smalle gestapelde ramen met een glas-in-loodvulling zijn opgenomen. Boven een doorlopend geprofileerd kalf bevindt zich een tweeruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Het plafond bestaat uit een betonnen plaat. De doorgang tot het portaal is afgesloten met een natuurstenen latei. In het metselwerk boven de latei zijn drie spleetopeningen gespaard.

    De begane grond wordt afgesloten met uitkragende betonvloer, die de basis vormt voor de vooruitgeschoven gevel (zijde Johan de Wittstraat) en een balkon (zijde Vest), aan de rechter zijde begrensd door een erkeruitbouw.

    De eerste en tweede verdieping zijn identiek van opzet. Aan de zijde van de Johan de Wittstraat bevindt zich een vensteropening, die doorloopt aan de zijde van de Vest, met een drielicht met een ongedeeld onderraam en boven het geprofileerde kalf een drieruits bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening in dezelfde uitvoering. Op de eerste verdieping bevindt zich hier een deuropening met stolpdeuren met een ongedeeld raam en boven het kalf een drieruits bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Aan de rechter zijde bevindt zich in de driezijdige erkeruitbouw boven de gemetselde borstwering een doorlopend drielicht met een ongedeeld onderraam en een drieruits bovenraam.

    De derde verdieping is aan de zijde van de Johan de Wittstraat teruggelegd achter een balkon met een gemetselde borstwering. Aan het balkon grenst een deuropening met in het kozijn stolpdeuren met een glaspaneel en tweemaal een tweeruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Aan de zijde van de Vest bevindt zich een vensteropening met een drielicht met ongedeelde ramen. Boven het venster kraagt de gevel een baksteenstrek uit.

    In de erkeruitbouw bevindt zich aan de voorzijde een vensteropening met een ongedeeld raam. De vierde verdieping heeft aan beide zijden een smalle vensterstrook tussen een doorlopende in natuursteen uitgevoerde lekdorpel en latei, met drie ramen. De gevel wordt beëindigd met keramische dekplaten.

    De hoek Johan de Wittstraat/Vest is verbijzonderd met een pilasterachtige uitbouw, waarin aan drie zijden een ongedeeld raam, waarboven een met keramische tegels beklede bekroning, waarop het bouwjaar "AD 1929" is vermeld.

    De hoek aan de rechter zijde is verbijzonderd met een zeszijdig uitgebouwde schoorsteen, bekroond met een geprononceerde dekplaat rustend op twee muurdammen en twee bollen.

    De erkeruitbouw vormt op dit niveau de basis voor een balkon. De gemetselde borstwering is afgewerkt met keramische dekplaten.

    Rechter zijgevel complex

    De gevel in vijf bouwlagen is opgetrokken in bruinrode baksteen in kettingverband met diep terugliggend voegwerk. De gevel is tot de derde bouwlaag afgedekt door het buurpand.

    Op de derde verdieping zijn enige kleine vensteropeningen gespaard. De gevel wordt beëindigd met keramische dekplaten.

    Op de vierde verdieping is de gevel teruggelegd voor een balkon. De gemetselde borstwering is afgewerkt met keramische dekplaten. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een deuropening met een deur met een glaspaneel.

    Achtergevel complex

    De gevel in vier bouwlagen is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met platvol voegwerk.

    De gevel is aan de linker zijde met meerdere sprongen teruggelegd. In het meest linkse smalle geveldeel, dat loodrecht aansluit op de gevel van het buurpand, bevindt zich op de begane grond een vensteropening. Het onderraam is verwijderd en de vensteropening is een deuropening geworden, die inpandig binnen een latere aanbouw valt.

    Op de drie verdiepingen hierboven bevindt zich een vensteropening met een vierruits onderraam en boven het kalf een tweeruits bovenraam.In het rechts hiervan aansluitende tweede geveldeel bevindt zich op de begane grond een vensteropening met ongedeelde stolpramen onder en boven het kalf een zesruits bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een zesruits glaspaneel en zesruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Het onderraam is verwijderd en de vensteropening is een deuropening geworden, die inpandig binnen een latere aanbouw valt.

    Op de eerste en tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met een drielicht met een ongedeeld onderraam en boven het kalf een ongedeeld, oorspronkelijk tweeruits, bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich een smalle vensteropening met een ongedeeld onderraam en boven het kalf een ongedeeld, oorspronkelijk tweeruits, bovenraam.

    Op de derde verdieping bevindt zich een vensteropening met drieruits stolpramen. Rechts hiervan bevindt zich een smalle vensteropening met een tweeruits raam.In het derde geveldeel bevond zich op de begane grond een kleine vensteropening met ongedeeld raam. Het venster is dichtgezet voor een latere aanbouw. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur met een zesruits glaspaneel en zesruits bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met ongedeelde stolpramen en boven het kalf een tweeruits bovenraam, waarvan de verticale roede uit het midden is geplaatst, voorzien van een glas-in-loodvulling. Rechts hiervan bevindt zich een smalle vensteropening met een ongedeeld onderraam en boven het kalf een tweeruits bovenraam gelijk aan het voorgaande.

    Op de derde verdieping versmalt de gevel zich aan de linker zijde. In de gevel bevindt zich een vensteropening met drieruits stolpramen. Rechts hiervan bevindt zich een smalle vensteropening met een tweeruits raam.

    Het resterende vierde geveldeel telt vijf assen. Op de begane grond en de eerste verdieping bevinden zich in de eerste, 2e en vijfde as een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde stolpramen en boven het kalf een achtruits bovenraam, voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Op de begane grond in de eerste as zijn de stolpramen vervangen door een ongedeelde vaste beglazing. In de tweede as is het kalf vervangen en zijn de stolpramen vervangen door een ongedeelde vaste beglazing. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Op de tweede verdieping bevinden zich in de eerste, 2e en vijfde as een vensteropening met een tweelicht met zesruits stolpramen.

    De gevel is in de derde en vierde as vooruitgeschoven. Op de begane grond bevindt zich in beide assen een deuropening met stolpdeuren met een zesruits raam en een tweelicht als bovenraam met vierruits ramen met een glas-in-loodvulling. Op de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met ongedeelde stolpramen en boven het kalf een vierruits bovenraam, voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Op de tweede verdieping vormt de uitbouw de basis voor een balkon, begrensd door een niet oorspronkelijk houten spijlenhekwerk. Aan het balkon grenst in beide assen een deuropening met achtruits stolpramen.

    Vanaf het balkon is op de scheiding van beide assen een schoorsteen uitgebouwd, die door de gootlijst heen hoger is opgetrokken.

    Op de derde verdieping bevindt zich in alle assen een vensteropening met een drielicht met drieruits ramen met een horizontale roedeverdeling.

    De gevel wordt afgesloten met een houten fries en met een aan de onderzijde betimmerde forse dakoverstek op bewerkte klossen.

    Linker zijgevel complex

    De gevel bestaat uit een lijstgevel in drie bouwlagen met aan de rechter zijde een topgevel in vier bouwlagen. De gevel is opgetrokken in bruinrode baksteen in kettingverband met diep terugliggend voegwerk. De gevel is tot de tweede bouwlaag afgedekt door het buurpand.

    Op de tweede verdieping is aan de rechter zijde op de hoek een halfronde erker uitgebouwd. De basis voor de erker vormt een uitkragende betonvloer. Boven de gemetselde borstwering bevindt zich een doorlopend kozijn met ongedeelde onderramen en zesruits bovenramen met een glas-in-loodvulling. Om de twee ramen bevindt zich een smalle strook met een ongedeeld onderraam en een tweeruits bovenraam met een glas-in-loodvulling. De erker is voorzien van een plat dak.

    Op de derde verdieping bevinden zich in het rechter geveldeel twee vensteropeningen met links drieruits stolpramen en rechts een zesruits raam. Het linker geveldeel wordt op dit niveau beëindigd met een houten fries en met een aan de onderzijde betimmerde forse dakoverstek op bewerkte klossen.In de topgevel bevindt zich een liggende vensteropening met aan weerszijden van een in hout uitgevoerd middenstuk een ongedeeld raam.

    Aan de linker zijde is de aanzet van de top verbijzonderd met een brede hoog opgetrokken schoorsteen, die in nieuwe baksteen is herbouwd. De gevel wordt beëindigd door de kantpannen van de dakbedekking.

    Kap complex

    De kap bestaat aan de voorzijde uit een zadeldak, met een verticaal ondergedeelte, dat aan de achterzijde net onder de nok aansluit op een plat dak. Aan de achterzijde aan de rechter kant sluit een lessenaarsdak aan op het platte dak. Het hoofddak loopt hier dieper door. Alle dakvlakken zijn gedekt met gesmoorde verbeterde hollandse pannen.

    De platte daken aan de achterzijde en op het kopgedeelte van het complex zijn afgewerkt met dakleer.

    In het dakvlak aan de voorzijde staat net boven het verticale gedeelte een doorlopende dakkapel met aan de voorzijde negen maal een tweelicht met zesruits ramen, afgewisseld met een dicht paneel.

    In de nok staan op de scheiding van de bovenwoningen een gemetselde schoorsteen.

    Beschrijving interieur per adres

    Nummer 4

    Kelder

    Onder de (winkel)ruimte aan de voorzijde bevindt zich een kelderruimte, die toegankelijk is vanuit het portaal op de begane grond.

    Begane grond

    Vanuit het portaal wordt de (winkel)ruimte aan de voorzijde betreden. Oorspronkelijk was achter het winkelraam een etalage afgescheiden, die niet meer aanwezig is. Vanuit de winkelruimte is een kantoorruimte aan de achterzijde bereikbaar. Vanuit het portaal leidt een steektrap naar de kelder.

    De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. Binnen(paneel)deuren met een zesruits bovenraam resteren.

    Nummer 6

    Begane grond

    Achter de entree bevindt zich een klein portaal met aansluitend de rechte steektrap naar de eerste verdieping.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond komt uit op een overloop, waar zich ook het toilet bevindt. De trap naar de tweede verdieping met een onderkwart ligt boven de trap vanaf de begane grond. Achter de overloop bevindt zich de keuken met een kooknis. Vanuit de overloop zijn de woonkamer aan de voorzijde bereikbaar en de eetkamer aan de achterzijde. De beide kamers zijn met elkaar verbonden middels achtruits schuifdeuren met een glas-in-loodvulling met kasten aan weerszijden. Beide kamers hebben een schouw en zijn voorzien van een stucplafond met een eenvoudige perklijst. De woonkamer is aan de voorzijde voorzien van een erker en grenst aan een balkon. Alle deuren zijn als paneeldeur met drie panelen uitgevoerd.

    Tweede verdieping

    De trap van de eerste verdieping komt met een bovenkwart uit op een overloop, waar zich ook het toilet bevindt. De trap naar de zolderverdieping met een onderkwart ligt boven de trap vanaf de eerste verdieping. Achter de overloop bevindt zich een slaapkamer met aangrenzend een balkon. Vanuit de overloop zijn een slaapkamer aan de voorzijde, een badkamer en een slaapkamer aan de achterzijde bereikbaar. De voorkamer bezit een schouw. Beide kamers hebben een schouw en zijn voorzien van een stucplafond met een eenvoudige perklijst. Alle deuren zijn als paneeldeur met drie panelen uitgevoerd.

    Zolder

    De trap van de tweede verdieping komt met een bovenkwart uit op een overloop evenwijdig aan de voorgevel. Aan de achterzijde bevinden zich twee slaapkamers en aan de voorzijde een zolderruimte.

    De oorspronkelijke indeling en detaillering van de hele woning zijn gehandhaafd.

    Nummer 8

    Geen opname.

    Nummer 10-12

    Kelder

    Onder de (kantoor)ruimte aan de achterzijde bevindt zich een kelderruimte, die toegankelijk is vanuit het portaal op de begane grond.

    Begane grond

    Vanuit het portaal wordt de (winkel)ruimte aan de voorzijde betreden. Oorspronkelijk was achter het winkelraam een etalage afgescheiden, die niet meer aanwezig is. Vanuit het portaal leidt een steektrap naar de kelder.De oorspronkelijke indeling van nummer 10 is in 1935 gewijzigd. De winkel- en de kantoorruimte en het portaal zijn samengetrokken. Nadien is tussen de winkelruimten van nummer 10 en 12 een verbinding gemaakt.

    Enkele binnen(paneel)deuren met een zesruits bovenraam resteren.

    Nummer 14

    Begane grond

    Achter de entree bevindt zich een klein portaal met aansluitend de rechte steektrap naar de eerste verdieping.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond komt met een bovenkwart uit op een overloop, waar zich tegen de achtergevel het toilet bevindt. De trap naar de tweede verdieping met een onderkwart ligt boven de trap vanaf de begane grond. Dwars achter de overloop bevindt zich de keuken met een kooknis. Vanuit de overloop zijn de woonkamer aan de voorzijde bereikbaar en de eetkamer aan de achterzijde. De beide kamers zijn met elkaar verbonden middels achtruits schuifdeuren met een glas-in-loodvulling met kasten aan weerszijden. Beide kamers hebben een schouw en zijn voorzien van een stucplafond met een eenvoudige perklijst. De woonkamer grenst aan de voorzijde aan een balkon. Alle deuren zijn als paneeldeur met drie panelen uitgevoerd.

    Tweede verdieping

    De trap van de eerste verdieping komt met een bovenkwart uit op een overloop, waar zich aan de achterzijde het toilet bevindt. De trap naar de zolderverdieping met een onderkwart ligt boven de trap vanaf de eerste verdieping. Dwars achter de overloop bevindt zich een slaapkamer. Vanuit de overloop zijn een slaapkamer aan de voorzijde, een badkamer en een slaapkamer aan de achterzijde bereikbaar. De voorkamer bezit een schouw. Beide kamers bezitten een schouw en zijn voorzien van een stucplafond met een eenvoudige perklijst. Alle deuren zijn als paneeldeur met drie panelen uitgevoerd.

    Zolder

    De trap van de tweede verdieping komt met een bovenkwart uit op een overloop evenwijdig aan de voorgevel. Aan de achterzijde bevinden zich twee slaapkamers en aan de voorzijde een smalle zolderruimte. De oorspronkelijke indeling en detaillering is gehandhaafd.

    Nummer 16

    Begane grond

    Achter de entree bevindt zich een klein portaal met aansluitend de rechte steektrap naar de eerste verdieping.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond komt met een anderhalf bovenkwart uit op een overloop, met aansluitend een korte gang. Boven de trap bevindt zich het toilet. De spiltrap naar de tweede verdieping ligt boven de trap vanaf de begane grond. Achter de gang bevindt zich de keuken met een kooknis. Vanuit de gang zijn de eetkamer (zijde Johan de Wittstraat) en de woonkamer (zijde Vest) bereikbaar. De zitkamer ligt naast de woonkamer tegen de rechter zijgevel. De woon- en eetkamer zijn met elkaar verbonden middels achtruits schuifdeuren met een glas-in-loodvulling met kasten aan weerszijden. Beide kamers hebben een schouw en zijn voorzien van een stucplafond met een eenvoudige perklijst. De eetkamer grenst aan de voorzijde aan een balkon. Alle deuren zijn als paneeldeur met drie panelen uitgevoerd.

    Tweede verdieping

    De spiltrap van de eerste verdieping loopt direct door naar de zolderverdieping.

    Zolder

    De trap van de tweede verdieping komt uit op een overloop loodrecht op - en aansluitend een gang evenwijdig aan de voorgevel. Aan de voorzijde bevinden zich een slaapkamer, een zolder, een badkamer en een slaapkamer. De oorspronkelijke indeling en detaillering is gehandhaafd.

    Nummer 18

    Kelder

    Aan de achterzijde bevindt zich een kelderruimte, die toegankelijk is vanuit het portaal op de begane grond.

    Begane grond

    Vanuit het portaal wordt de (winkel)ruimte aan de voorzijde betreden. Oorspronkelijk was achter de winkelramen een etalage afgescheiden, die niet meer aanwezig is. Vanuit de winkelruimte is een kantoorruimte aan de achterzijde bereikbaar. Links naast de kantoorruimte bevindt zich een portaal met het toilet en rechts een magazijn. Vanuit het portaal leidt een steektrap naar de kelder.

    De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. Enige binnen(paneel)deuren met een zesruits bovenraam resteren.

    Aan de achterzijde is de tuin deels voorzien van een éénlaags aanbouw.

    Vest 207

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    De tuin heeft geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een complex waarin commerciële ruimte gecombineerd wordt met woonruimte, gebouwd in de jaren twintig van de vorige eeuw en als pand dat de in de 19e eeuw gerealiseerde nieuwe entree naar de stad markeert.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang door de kwaliteit van het ontwerp en de detaillering in de stijl van de Nieuwe Haagse School. Bijzondere elementen zijn de verbijzondering van de hoeken, de vormgeving en indeling van de verschillende bouwmassa's en de details in het metselwerk.

    Het pand is van architectuurhistorisch belang door de bewaard gebleven samenhang tussen exterieur en interieur. De oorspronkelijke indeling met binnendeuren, schouwen, tegelwerk, kasten en suite en bijna al het glas-in-lood is bewaard gebleven.

    Het pand is tevens van architectuurhistorisch belang als onderdeel van het oeuvre van het Dordtse architectenbureau Van Bilderbeek en Reus.

    Gaafheid

    Het pand is van belang door de gaafheid van vorm, exterieur en interieur. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft hoge stedenbouwkundige waarde als markante bouwmassa gelegen op de hoek Vest en Johan de Wittstraat. Het complex markeert de entree naar de binnenstad.

    Het pand heeft een zekere ensemblewaarde met het aan de linkerzijde gelegen bankgebouw, dat oorspronkelijk verbonden was met het complex.

    Unieke waarde

    Het pand heeft in architectuurhistorisch opzicht een hoge zeldzaamheidswaarde, mede door de gaafheid van het complex.

    Bijlage


  • Johan de Wittstraat 31
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Kantoorpand
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311KG

     

    Algemene beschrijving

    Hoekpand als onderdeel van een gesloten bebouwing.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil in een gesloten bebouwing op de hoek van de Johan de Wittstraat en de Matthijs Balenstraat.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Na de aanleg van de spoorlijn Rotterdam / Breda en het station Dordrecht (1872), werd de Stationsweg aangelegd, die aansluitend met de Johan de Wittstraat de verbinding met het Bagijnhof en de binnenstad vormde. Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelt in de bebouwing.

    Het woonhuis moet omstreeks 1900 zijn gebouwd.

    In 1910 wordt de top van de achtergevel afgebroken en opnieuw identiek opgetrokken.

    In 1947 wordt de woonfunctie gewijzigd in atelier/kleermakerij. Hiertoe worden de begane grond (winkelruimte op de hoek) en de bel-etage (paskamer) middels een brede trap verbonden. Aan de achterzijde wordt een trap vanuit de tuin naar de bel-etage verwijderd en vervangen door een balkon met trap, vanuit de kleine zijkamer bereikbaar middels een nieuwe deur.

    Een aanvraag uit 1949 voor het plaatsen van een bergplaats voor fietsen met een uitgang naar het Beverwijcksplein, bestemd voor personeel wordt niet gerealiseerd.

    In 1953 wordt het pand in gebruik genomen als consultatiebureau. De trap uit 1949 wordt verwijderd en de achterkamer op de bel-etage wordt verdeeld in twee vertrekken.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel bezit drie bouwlagen en is voorzien van een basement met tot aan het niveau van de bel-etage. Het basement bestaat uit een hardstenen plint met erboven een vlak gepleisterde strook voorzien van een bepleistering met een voegverdeling met blokken met een gebouchardeerd oppervlak. Pilasters zijn toegevoegd aan weerszijden van de afgeronde hoek met de zijgevel. Het basement wordt afgesloten met een doorlopende waterslag.

    Het muurwerk boven het basement is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegen. Gecementeerde speklagen met een hoogte van drie metselgangen zijn opgenomen ter hoogte van de onder- en bovendorpel van de kozijnen en de wisseldorpel van de ramen. Direct onder de lekdorpels van de bel-etage en de tweede verdieping zijn vier metselgangen uitgevoerd in een mozaïek van grijze, rode en oranje strengperssteen.

    De gevel wordt beëindigd door een hoofdgestel, bestaande uit een architraaf van twee uitgemetselde metselgangen en een fries uitgevoerd in een mozaïek van grijze, rode en oranje strengperssteen, waarboven de gelijste houten bakgoot uitkragend op bewerkte klossen.

    Aan de linker zijde op de begane grond bevindt zich de entree. Diep terugliggend achter een hardstenen stoep bevindt zich een kozijn met een moderne deur.

    Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.

    De segmentboogvensteropeningen op de bel-etage én de tweede verdieping zijn gesloten met een segmentboog in grijze, rode en oranje strengperssteen tussen gecementeerde aanzetblokken en een dito sluitsteen. De zwik boven de rechte kozijnen is uitgevoerd met siermetselwerk in rode, witte en zwarte baksteenkoppen. In het kozijn bevindt zich een ongedeeld onder- en bovenraam.

    De beglazing is gewijzigd uitgevoerd in dubbele beglazing, waarvoor glaslatten zijn toegepast.

    Gevel afgeronde hoek

    De opbouw van de gevel is gelijk aan die van de voorgevel. Pilasters zijn toegevoegd aan weerszijden van de afgeronde hoek. Op de begane grond bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Op de bel-etage en de tweede verdieping bevindt zich een segmentboogvensteropeningen, identiek aan die in de voorgevel. Het kozijn en de ramen volgen de gebogen vorm van de gevel.

    De gevel is hoger opgetrokken als Vlaamse gevel, beëindigd met een geveltop. In de gevel bevindt zich een iets uitkragend gecementeerd Frans balkon, begrensd met een smeedijzeren hekwerk. De segmentboogdeuropening is gevat tussen pilasters in rode strengperssteen, die uitsteken boven de gevellijn. In de deuropening bevindt zich een kozijn met dubbele deuren met een ongedeeld raam. De beglazing is gewijzigd uitgevoerd in dubbele beglazing, waarvoor glaslatten zijn toegepast.

    Rechter zijgevel

    De opbouw van de gevel is gelijk aan die van de voorgevel. Aan de rechter zijde is de gevel voorzien van een pilaster.

    Op de begane grond bevinden zich drie vensteropeningen met een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Op de bel-etage en de tweede verdieping bevinden zich twee segmentboogvensteropeningen, identiek aan die in de voorgevel.

    De beglazing is gewijzigd uitgevoerd in dubbele beglazing, waarvoor glaslatten zijn toegepast.

    Achtergevel

    De opbouw van de topgevel is gelijk aan die van de voorgevel. Het hoofdgestel van de zijgevel is op de achtergevel doorgezet als strook met twee gecementeerde speklagen, waar tussen het mozaïek van de fries.

    De begane grond is geheel afgedekt door een moderne uitbouw met een balkon op de bel-etage. Op de bel-etage bevindt zich aan de linker zijde een grote segmentbooggevelopening met daarin een drielicht. In het midden bevinden zich dubbele deuren met onder een dicht paneel en boven een ongedeeld glaspaneel en een drieruits bovenraam. In smalle gedeelten aan weerszijden bevindt zich een vast deel met onder een dicht paneel en boven een ongedeeld glaspaneel.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een gecombineerde venster- en deuropening, die in 1947 is gerealiseerd ter plaatse van een oorspronkelijke vensteropening. In de deuropening bevindt zich een deur met onder een dicht paneel en boven een ongedeeld glaspaneel en in de vensteropening een ongedeeld raam. Het oorspronkelijke bovenraam is ongedeeld.

    Op de tweede verdieping bevindt zich aan de linker zijde een grote segmentbooggevelopening met onder een ijzeren profielligger een drielicht. In het midden bevindt zich een Frans balkon met dubbele deuren met onder een dicht paneel en boven een ongedeeld glaspaneel en een drieruits bovenraam. In de smalle gedeelten aan weerszijden bevindt zich een vast deel met onder een dicht paneel en boven een ongedeeld glaspaneel.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met onder ongedeelde stolpramen en boven een ongedeeld bovenraam.

    De geveltop wordt beëindigd met een gecementeerde deklijst met een getrapte onderrand tussen gecementeerde schouders en een toptrede. Op de schouders en trede staat een piron.

    In de top bevindt zich een rondboogvensteropening met onder ongedeelde stolpramen en boven een ongedeeld bovenraam.

    De beglazing is gewijzigd uitgevoerd in dubbele beglazing, waarvoor glaslatten zijn toegepast.

    Tegen de gevel is een brandladder met balkons en spiltrap geplaatst.

    Kap

    De dakvlakken van het omlopende schilddak en de aankapping op de Vlaamse gevel en de dakkapellen zijn voorzien van gesmoorde kruispannen. Een V-vorm in rode kruispannen is ingedekt onder de nok, die is afgewerkt met een rand van ijzeren sierelementen.

    Aan de voorzijde en de zijkant staat een dakkapel met aan de voorzijde onder een met hout beklede top een kozijn met ongedeelde stolpramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (aangezien geen mogelijkheid is geboden tot een opname, is de beschrijving gebaseerd op archiefgegevens; het pand is intern meermalen verbouwd, waardoor de beschreven situatie waarschijnlijk is gewijzigd)

    Kelder

    Aan de achterzijde bevond zich een kleine kelder.

    Begane grond

    Achter de entree bevond zich een vestibule met aansluitend een tot de achtergevel doorlopende gang met aan de linker zijde de trapopgang naar de verdieping en in het verlengde daarvan een toilet, de toegang tot de kelder en twee kasten.

    Aan de linker zijde bevonden zich een voorkamer, een keuken en een achterkamer.

    Bel-etage

    De trap vanaf de begane grond sloot met een bovenkwart aan op een overloop. De trap naar de tweede verdieping lag boven de andere trap. Aan de voorzijde bevond zich over de breedte van het pand een voorkamer, met daar achter een tussenkamer en aan de achterzijde een grote en een kleine kamer.

    Tweede verdieping

    Over dit niveau zijn geen gegevens bekend.

    Zolder

    Over dit niveau zijn geen gegevens bekend.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil aan de nieuwe entree tot de stad woningbouw voor de hogere middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een redelijk gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

    Gaafheid

    Het object is extern op een deel van de beglazing en de brandtrap aan de achterzijde na nagenoeg niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden grotendeels bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object ondersteunt als onderdeel van een vrijwel gave gevelwand het stadsbeeld ter plaatse.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Johan de Wittstraat 33
    • Datering: 1875
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neoclassicisme
    • Postcode: 3311KG

     

    Algemene beschrijving

    Oorspronkelijk woonhuis in een gesloten gevelwand.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil en deel van een aaneengesloten bebouwing tussen de Oudenhovenstraat en Matthijs Balenstraat.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Na de aanleg van de spoorlijn Rotterdam / Breda en het station Dordrecht (1872), werd de Stationsweg aangelegd, die samen met de Johan de Wittstraat de verbinding tussen station en stad vormde. Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelt in de bebouwing.

    Het woonhuis is waarschijnlijk omstreeks 1875 zijn gebouwd.

    In november 1898 wordt vergunning verleend voor de verbouwing van het herenhuis. Het oorspronkelijk tweebeukige pand wordt verbreed met de open ruimte tussen het pand en het linker buurpand. Het huidige trappenhuis wordt gerealiseerd en aan de achterzijde wordt het oorspronkelijke pand met ongeveer twee meter uitgebreid en wordt een serre aangebouwd.

    In 1912 wordt vergunning verleend voor het wijzigen in de achtergevel van een kozijn met dubbele deuren en zijramen in een pui met dubbele deuren en bovenramen.

    De fundering wordt in 1952 verbeterd en versterkt en gescheurde muren worden hersteld.

    In 1979 wordt de functie gewijzigd van kantoor met woning naar kantoor. Hiervoor wordt de indeling gewijzigd. De achtergevel is hersteld naar de situatie van 1912.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel telt twee bouwlagen en is boven een plint van hardstenen platen geheel gepleisterd met een blokverdeling. Aan weerszijden bevinden zich pilasters met een kapiteel ter hoogte van de eerste verdieping, die als cordonband doorlopen over de gevel. De pilasters zijn voorzien van een casement met een cirkelvormig ornament halverwege.

    De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een architraaflijst waarboven een fries met een casement met een cirkelvormig ornament halverwege en een uitkragende kroonlijst/bakgoot. Op de pilasters is ter hoogte van het hoofdgestel op de consoles een acanthusbladmotief aangebracht.

    Aan de linker zijde is naast de pilaster een smal geveldeel dat de verbreding van het pand in 1898 markeert. Dit geveldeel is afgesloten met een vlakke lijst.

    De gevel telt vier assen. In de eerste, derde en vierde as bevindt zich op beide niveaus een vensteropening met afgeronde bovenhoeken, die boven de hardstenen lekdorpel is omkaderd met een gecementeerde lijst. Bovenin is de lijst voorzien van een schelpmotief. In de vensteropening bevindt zich in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    In de tweede as van links bevindt zich op de begane grond de entree. Binnen de deuropening met afgeronde bovenhoeken, die is omkaderd met een gecementeerde lijst, bevindt zich een kozijn op hardstenen neuten en dorpel met een paneeldeur en een ongedeeld bovenlicht.

    Op de verdieping bevindt zich in deze as een vensteropening gelijk aan de overige.

    Achtergevel

    De gevel is in twee bouwlagen opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met gesneden voegen en wordt afgesloten met de houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

    Op de begane grond is in het laatste kwart van de twintigste eeuw de gevel aan de linkerzijde over ongeveer 2/3 breedte voorzien van een éénlaagse uitbouw. Rechts van de uitbouw bevindt zich in de gevel een oorspronkelijk brede gevelopening, die is dichtgezet, met in de dichtzetting een deur- en een vensteropening.

    Op de verdieping bevindt zich aan de linkerzijde een brede gevelopening met in het midden dubbele deuren met een tienruits raam en een achtruits bovenlicht. Aan weerszijden hieraan gekoppeld bevindt zich op een lage borstwering een schuifvenster met een negenruits onder- en bovenraam.

    Aan de rechterzijde bevinden zich twee vensteropeningen met segmentboog met een gemoderniseerd venster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Tussen beide vensteropeningen bevindt zich een deuropening met segmentboog en een gemoderniseerde deur en ongedeeld bovenlicht.

    Kap

    De dakvlakken van het schilddak zijn gedekt met gesmoorde Hollandse pannen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Achter de entree ligt een vestibule met een marmeren vloer en een stucplafond. Aansluitend bevindt zich een korte gang met loodrecht daarop het trappenhuis. De gang heeft een marmeren vloer en een stucplafond. Een meerruits tochtdeur scheidt de vestibule van de gang. De trap naar de verdieping bestaat uit twee steektrappen met een bordes halverwege. De balustrade is vernieuwd in oude stijl. Onder het bordes bevindt zich een toilet.

    Links van de entree ligt een kamer met een stucplafond, dat is later tijd is aangebracht. Aan de rechter zijde ligt een kamer met een lage lambrisering. Tussen de enkelvoudige balklaag bevindt zich een beschildering met wolken. De vensteropeningen zijn afsluitbaar met binnenluiken. Achter deze kamer ligt een kamer met een nieuw stucplafond en aansluitend de uitbouw met eenzelfde plafond. In het verlengde van de gang ligt een kamer met een nieuw stucplafond.

    De binnendeuren betreffen paneeldeuren die deels origineel zijn en deels een kopie.

    Eerste verdieping

    Op het niveau van het bordes van de trap bevindt zich een toilet.

    De trap sluit aan op een overloop met T-vormig grondplan. Aan de voor- en achterzijde bevinden zich twee vertrekken. Tegenover de trap bevindt zich een tussenkamer. Alle vertrekken hebben een verlaagd plafond.

    Het grootste vertrek aan de achterzijde bezit een lage lambrisering met bossingpanelen. Tegen de bouwmuur staat een brede marmeren schouw met een houten mantel met een spiegel en een niet-oorspronkelijk schilderstuk. Boven een houten lijst bevindt zich een gestuukte vlakke koof in overgang naar het van een perklijst voorziene vlakke plafond. Aan elke zijde bevindt zich in het midden van de koof een stucornament. In het midden van het plafond bevindt zich een eenvoudig middenornament.

    Zolder

    De kapconstructie bestaat uit hele en halve Philibertspanten waarover gordingen en de nok liggen. De kap is beschoten.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit behoudens de omranding van een terras in hardsteen geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de route station - stad woningbouw voor de hogere middenklasse werd gerealiseerd. Bovendien is dit het huis waar de bekende Dordtse schrijfster Top Naeff een groot deel van haar leven heeft gewoond en de meeste van haar boeken heeft geschreven.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een redelijk gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

    Gaafheid

    Het object is extern op de uitbouw aan de achterzijde en de vensters in de achtergevel na nagenoeg niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goeddeels bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object ondersteunt als onderdeel van een vrijwel gave gevelwand het stadsbeeld ter plaatse.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde. Mede door het interieur.  

    Publicaties

    • Jan de Geus, Bewoningsgeschiedenis van Johan de Wittstraat 33, 2021.
    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Johan de Wittstraat 43
    • Datering: XIX-d
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311KH

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis als onderdeel van aaneengesloten gevelwand.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil in een gesloten bebouwing tussen de Oudenhovenstraat en Matthijs Balenstraat.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Na de aanleg van de spoorlijn Rotterdam / Breda en het station Dordrecht (1872), werd de Stationsweg aangelegd, die met de Johan de Wittstraat de verbinding met het Bagijnhof en de binnenstad vormde. Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelt in de bebouwing.

    Het woonhuis is waarschijnlijk in het laatste kwart van de negentiende eeuw gebouwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is boven de gecementeerde plint opgetrokken in licht bruinrode baksteen in staand verband met een gesneden voeg.

    De lijst gevel telt drie assen en wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een gecementeerde architraaf en fries, die voorzien is van smalle casementen, waarboven een houten gelijste bakgoot op bewerkte consoles. Ter hoogte van de verdiepingvloer bevindt zich een nieuwe, verbrede cordonband met daarop de naam van het bedrijf. De gevelopeningen, met afgeronde bovenhoeken, zijn omkaderd met een gecementeerde lijst met aan de bovenzijde een palmet als sierelement. De lekdorpels zijn in hardsteen uitgevoerd.

    In de linker as op de begane grond bevindt zich de entree met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel, een dubbele deur en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht met een gietijzeren levensboom. De paneeldeuren zijn voorzien van een dicht paneel onder en boven een glaspaneel achter een gietijzeren rooster.

    Rechts van de entree bevinden zich twee identieke vensteropeningen met in het kozijn een T-schuifvenster met ongedeelde ramen. Drie gelijkvormige vensteropeningen met vensters bevinden zich op de verdieping. De beglazing op de verdieping is gewijzigd in dubbel glas.

    Achtergevel

    De gevel is boven de gecementeerde plint opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg.

    De gevel is op de begane grond over ongeveer tweederde van de gevelbreedte aan de linker zijde afgedekt door een serre.

    De serre is uitgevoerd in hout op een lage plint in hardsteen. De voorzijde is spiegelsymmetrisch over de verticale as. De voorzijde is middels ranke houten kolommen verdeeld in drie vakken. Centraal bevindt zich een deuropening met een paneeldeur met twee dichte bossingpanelen onder en boven een ongedeeld glaspaneel met een segmentboogvormige bovenrand. Aan weerszijden van de deuropening bevindt zich een dichte borstwering met zes bossingpanelen en boven een ongedeeld glaspaneel met een segmentboogvormige bovenrand. De serre wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een architraaf en fries met casementen, waarboven een gelijste rand op consoles.

    Onder het hoofdgestel bevindt zich een strook van rechthoekige ramen met een glas-in-loodvulling.

    De zogenaamde vatenbank en kastjes, die aan de serre waren bevestigd, zijn verwijderd en strak afgetimmerd.

    De linkerzijde van de serre is gesloten. De rechter zijde heeft eenzelfde opzet als de voorzijde met drie delen met een dichte vlakke borstwering en boven een ongedeeld glaspaneel met een segmentboogvormige bovenrand, voorzien van geëtst glas. Het hoofdgestel en de strook ramen eronder zijn identiek.

    Rechts van de serre bevindt zich een gecombineerde deur- en vensteropening. In het deurkozijn is een (gemoderniseerde) paneeldeur met boven een ongedeeld glaspaneel afgehangen. De vensteropening is voorzien van een schuifraam met een tweeruits onder- en bovenraam en boven de doorlopende bovendorpel van de deuropening een identiek minder hoog schuifvenster.

    De serre fungeert op de verdieping als balkon met een modern roestvrij stalen hekwerk. Aan het balkon grenst een deuropening met segmentboog met in het kozijn dubbele paneeldeuren met boven een tweeruits glaspaneel en boven het kalf een tweeruits bovenlicht. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met segmentboog met een zesruits schuifvenster.

    De beglazing op de verdieping is gewijzigd in dubbele beglazing.

    De gevel wordt beëindigd met een gelijste houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde goot.

    Kap

    Het schilddak is gedekt met gesmoorde verbeterd hollandse pannen.

    In het voordakvlak staat een dakkapel met platdak met aan de voorzijde een tweelicht met tweeruits ramen.

    Het achterdakvlak kent een verticaal deel, afgewerkt met dakleer, waarin twee dakkapellen staan. De dakkapellen met een plat dak bezit aan de voorzijde een schuifvenster met ongedeelde ramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Aan de voorzijde onder de entree en trap bevindt zich een kleine kelder. De vloer is afgewerkt met rode plavuizen. Het plafond bestaat uit gepleisterde troggewelven tussen ijzeren liggers.

    Begane grond

    Achter entree bevindt zich een hal met aansluitend een gang met links daarvan de trap met onderkwart naar de verdieping en de trap naar de kelder en het toilet. In de hal is een nieuwe meterkast geplaatst en ook het toilet is vernieuwd.

    Aan de achterzijde is de voormalige keuken, met het oorspronkelijke doorgeefluik van kelder naar keuken. In de keuken bevindt zich een kooknis en een veevoederbak op de plek van het vroegere aanrecht.

    Aan de rechterzijde bevinden zich de voor- en achterkamer (en-suite) met aan de achterzijde de serre.

    De hal en gang zijn voorzien van een vloer van marmeren tegels en een eenvoudig stucplafond. De trapopgang is in originele staat.

    De voor- en achterkamer hebben een witgeschilderd stucplafond met bijbehorende schoorsteenboezems. De schouwen zijn in verschillende stijlen uitgevoerd en oud maar niet origineel. De serre is voorzien van glas-in-lood in de bovenramen. De serredeuren bevatten oorspronkelijke sloten met handgreep. In de serre zijn een nieuwe vloer en een nieuw plafond aangebracht.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond sluit met een bovenkwart aan op een overloop tussen een kleine voor- en achterkamer. Eén van de kleine kamers doet dienst als badkamer en de andere kleine kamer is nu een keuken.

    Aan de rechterzijde bevinden zich de voor- en achterkamer met aan de achterzijde het balkon. Oorspronkelijk was er tussen de voor- en achterkamer een ruimte, deze deed onder andere dienst als badkamer. Nu is de totale ruimte verdeeld over twee kamers. In drie van de vier kamers zijn de geornamenteerde stucplafonds verwijderd en vervangen door gladde plafonds. De achterkamer heeft nog een stucplafond met een middenornament, een perklijst en hoekornamenten. En er resteren nog enige paneeldeuren.

    De vensterbanken zijn vervangen door moderne en ook de originele schoorsteenmantels zijn verwijderd.

    Zolder

    Aan de voorzijde is een kamertje afgescheiden met daarin een houten bedstede met po-luikje. Aan de achterzijde bevinden zich twee kamers.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de verbinding tussen station en stad woningbouw voor de hogere middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet is karakteristiek voor de bouwstijl van het object.

    Gaafheid

    Het object is extern op een deel van de beglazing na nagenoeg niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden grotendeels bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object ondersteunt als onderdeel van een vrijwel gave gevelwand het stadsbeeld ter plaatse.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde, mede door een aantal karakteristieke interieurelementen.  

    Bijlage


  • Johan de Wittstraat 47
    • Datering: XIX-d
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311KH

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis in een gesloten gevelwand.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil in een aaneengesloten bebouwing tussen de Oudenhovenstraat en Matthijs Balenstraat.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Na de aanleg van de spoorlijn Rotterdam - Breda en het station Dordrecht (1872), werd de Stationsweg aangelegd, die aansluitend met de Johan de Wittstraat de verbinding met het Bagijnhof en de binnenstad vormde. Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelt in de bebouwing.

    Het woonhuis is waarschijnlijk in het laatste kwart van de negentiende eeuw gebouwd.

    In 1904 wordt een veranda aan de achterzijde aangebouwd.

    In 1931 wordt de verdiepingshoogte van het souterrain van 1,9 naar 2,15m. vergroot, wordt de keuken verplaatst en wordt een kamer in het souterrain vergroot.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel telt een souterrain en twee bouwlagen en is volledig gepleisterd.

    De gevel bezit een hoofdindeling met boven een hardstenen plint een basement, met een horizontale voegverdeling, begrensd door een doorgaande lijst. Een kordonlijst bevindt zich ter hoogte van de verdiepingsvloer. De lekdorpels van de vensters op beide niveaus lopen over de volle breedte van de gevel door. De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, dat bestaat uit een architraaf, een fries en een houten uitkragende gelijste bakgoot op consoles.

    Alle gevelopeningen zijn omkaderd met een geprononceerde lijst.

    Aan de linker zijde op de begane grond bevindt zich binnen een segmentboog-deuropening de entree. In het kozijn zijn dubbele houten paneeldeuren afgehangen en boven het kalf een tweeruits bovenlicht geplaatst. De deuren zijn voorzien van een dicht onderpaneel en daarboven drie glaspanelen achter een smeedijzeren hekwerk. Aan de rechter zijde bevinden zich in het basement twee kleine vensteropeningen, met in het kozijn een ongedeeld raam. Het rooster in de dagopening is later aangebracht.

    Op het niveau van de bel-etage bevinden zich twee segmentboog-vensteropeningen met in het kozijn een T-schuifvenster met ongedeelde ramen.

    Twee gelijkvormige vensteropeningen bevinden zich op de verdieping. Hiervan is de linker breder dan de rechter. In het midden bevindt zich een segmentboog-deuropening met in het kozijn een stolpdeur met een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenlicht. Voor de deuropening bevindt zich een balkon op bewerkte consoles. Het profiel van de cordonband loopt door in de gelijste rand van het balkon. Het balkon wordt begrensd door houten kolommen, waar tussen een houten leuning en gedraaide houten spijlen.

    Achtergevel

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving gebaseerd op waarnemingen vanaf de openbare weg)

    De gevel is op de begane grond over de volle breedte in één bouwlaag uitgebouwd. De zijwanden van de uitbouw zijn opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voegen en worden beëindigd met een gemetselde opengewerkte balustrade op de verdieping.

    De voorzijde is voorzien van een houten pui met drie gelijke delen. In elk deel bevinden zich centraal dubbele deuren met een dicht onderpaneel en een ongedeeld glaspaneel en aan weerszijden een ongedeeld raam boven een dichte borstwering en bovenramen met een glas-in-loodvulling.

    De uitbouw wordt beëindigd met een op klossen uitkragende lijst, waarboven een houten balkonhek.Boven de begane grond is de gevel geheel gepleisterd. De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, dat bestaat uit een architraaf, een fries en een houten uitkragende gelijste bakgoot. In de gevel bevindt zich centraal op de verdieping een segmentboog deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een dicht onderpaneel en een tweeruits glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een segmentboogvensteropening met een zesruits schuifvenster.

    Kap

    Het steile ondergedeelte van de omlopende mansardekap is voorzien van leien in een maasdekking. De overgang naar het vlakkere met zink afgewerkte gedeelte van de kap wordt gevormd door een houten geprofileerde lijst, waarop aan de voorzijde een sierrand in smeedijzer staat.

    In het voordakvlak staan twee dakkapellen met een plat dak. De voorzijde is tussen twee gecanneleerde pilasters voorzien van een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De dakrand is voorzien van een sierrand.

    In het achterdakvlak staan twee dakkapellen met een plat dak.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (er is geen mogelijkheid geboden tot opname; derhalve is de beschrijving van het interieur gebaseerd op archiefgegevens)

    Souterrain

    Vanuit de hal achter de entree leidt een korte trap naar het souterrain. In het verlengde van de entree ligt een gang die eindigt bij een vertrek dat grenst aan de achtergevel. Aan de linkerzijde van de gang liggen een trap naar de begane grond, een toilet en een goederenliftje.

    Aan de rechter zijde ligt een kamer aan de voorzijde, met daarachter twee bergruimten en een kamer aan de achterzijde.

    Bel-etage

    Vanuit de hal achter de entree leidt een trap naar de bel-etage. In het verlengde van de entree ligt een gang die eindigt bij de keuken die grenst aan de achtergevel. Aan de linkerzijde van de gang liggen het trappenhuis, een toilet en een goederenliftje.

    Aan de rechter zijde liggen een voor- en achterkamer (en-suite). Aan de keuken en de achterkamer grenst de dichte veranda.

    Eerste verdieping

    Van dit niveau zijn gegevens bekend.

    Zolder

    Van dit niveau zijn gegevens bekend.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil langs de route station - stad woningbouw voor de hogere middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet is karakteristiek voor de bouwstijl van het object.

    Gaafheid

    Het object is extern nagenoeg niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden grotendeels bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het object ondersteunt als onderdeel van een vrijwel gave gevelwand het stadsbeeld ter plaatse.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Johan de Wittstraat 49
    • Datering: 1901
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311KH

     

    Algemene beschrijving

    Hoekpand, voormalig woonhuis, nu café met bovenwoning.

    Ligging

    Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil, op de straathoek met de Oudenhovenstraat, als beëindiging van de gevelwand tussen de Oudenhovenstraat en Matthijs Balenstraat.

    Hoofdvorm

    Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Na de aanleg van de spoorlijn Rotterdam / Breda en het station Dordrecht (1872), werd de Stationsweg aangelegd, die samen met de Johan de Wittstraat de verbinding met de stad vormde. Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelt in de bebouwing.

    Op 24 april 1901 wordt vergunning aangevraagd voor de bouw van "pand no. 37 aan Johan de Wittstraat van mejuffrouw U.J.v.Reus".

    In 1922 worden intern enige wijzigingen doorgevoerd: er wordt een zolderkamer gemaakt, er worden toiletten op de begane grond en de verdieping gemaakt en aan de achterzijde wordt rechts van de bestaande dakkapel een nieuwe geplaatst.

    In 1931 wordt de functie van het pand gewijzigd in hotel-restaurant. Op de begane grond worden de voor- en achterkamer samengevoegd en de doorgang naar de serre verbreed. Er komen extra ramen aan de zijde van de Oudenhovenstraat.

    In 1937 wordt op de hoek een entree gemaakt en wordt intern een toilet op de begane grond onder de trap gemaakt.

    In 1977 wordt de entree op de hoek uit 1937 weer gewijzigd in een venster.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is volledig gepleisterd.

    De gevel bezit een hoofdindeling met een basement begrensd door een doorgaande lijst en pilasters met een casement op de hoeken van de gevel. De pilasters dragen een cordonlijst ter hoogte van de verdiepingsvloer en het hoofdgestel dat de gevel beëindigt. Het hoofdgestel bestaat uit een architraaf, een fries en een houten uitkragende gelijste bakgoot op consoles.

    Enigszins rechts uit het midden is de entree gesitueerd. Binnen de deuropening bevindt zich een kozijn met dubbele paneeldeuren met in elke deur een glaspaneel achter een gietijzeren rooster en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht.

    Aan weerszijden van de entree bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder en bovenraam. Het rechter venster is smaller dan het linker.

    Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen, waarvan de linker iets breder is dan de overige twee. In de vensteropening bevindt zich in het kozijn een T-schuifvenster met ongedeelde ramen. Alle gevelopeningen zijn omkaderd met een geprononceerde lijst; die op de verdieping aan de bovenzijde zijn voorzien van een sierelement.

    Gevel (hoek)

    De hoek tussen de voor- en zijgevel is op de begane grond afgeschuind en op de verdieping afgerond.

    De gevel telt twee bouwlagen en is volledig gepleisterd.

    De gevel bezit een hoofdindeling met een basement begrensd door een doorgaande lijst en pilasters met een casement op de hoeken van de gevel. De pilasters dragen een cordonlijst ter hoogte van de verdiepingsvloer en het hoofdgestel dat de gevel beëindigt. Het hoofdgestel bestaat uit een architraaf, een fries en een houten uitkragende gelijste bakgoot op consoles.

    De begane grond bezit twee vlakke pilasters waartussen een vensteropening met een schuifvenster met ongedeelde ramen.

    Op de verdieping bevindt zich een balkon met een afgeronde voorrand op bewerkte consoles. Het profiel van de cordonband loopt door in de gelijste rand van het balkon. Het balkon wordt begrensd door houten kolommen, waar tussen een houten leuning en een gietijzeren hekwerk.

    Aan het balkon grenst een deuropening met een kozijn dat de ronding van de gevel volgt. In het kozijn bevinden zich dubbele paneeldeuren met in elke deur een glaspaneel en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht.

    Beide gevelopeningen zijn omkaderd met een geprononceerde lijst; die op de verdieping aan de bovenzijde van een sierelement zijn voorzien.

    Linker zijgevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is volledig gepleisterd met een horizontale voegverdeling.

    De gevel bezit een hoofdindeling met een basement begrensd door een doorgaande lijst en pilasters met een casement op de hoeken van de gevel, die zijn lopen door in het basement. De pilasters dragen een cordonlijst ter hoogte van de verdiepingsvloer en het hoofdgestel dat de gevel beëindigt. Het hoofdgestel bestaat uit een architraaf, een fries en een houten uitkragende gelijste bakgoot op consoles.

    Aan de linker zijde bevindt zich een éénlaagse uitbouw, die identiek van opzet is. De hoekpilaster is hoger opgetrokken als kolom van de begrenzing van het balkon tegen de achtergevel.

    Oorspronkelijk bevond zich op beide niveaus links van het midden een vensteropening. Bij de verbouwing van 1931 is op de begane grond aan weerszijden een vensteropening toegevoegd.

    De vensteropeningen hebben een kozijn met een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het bovenraam van het venster op de verdieping is voorzien van een glas-in-loodvulling.

    In de uitbouw bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een onderraam met twee smalle zijstroken voorzien van een (figuratieve) glas-in-loodvulling en het middengedeelte met een glas-in-loodvulling met rechte ruiten. Het bovenraam bezit een driedeling en is voorzien van een (figuratieve) glas-in-loodvulling.Alle gevelopeningen zijn omkaderd met een geprononceerde lijst; die op de verdieping zijn voorzien aan de bovenzijde van een sierelement.

    Achtergevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is volledig gepleisterd en wordt beëindigd met een hoofdgestel, dat bestaat uit een architraaf, een fries en een houten uitkragende gelijste bakgoot.

    Aan de rechterzijde bevindt zich een éénlaagse uitbouw, die fungeert als balkon op de verdieping. In de uitbouw bevindt zich een brede gevelopening met een pui met centraal dubbele deuren (vernieuwd) en een bovenlicht en aan weerszijden een dichte borstwering waarboven een onder- en bovenraam. In één van de zijramen bevindt zich een geëtste glasplaat met een Jugendstilfiguratie, gesigneerd P. Zimmerman. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Links van de uitbouw is een latere uitbouw gerealiseerd. Op de verdieping bevinden zich links twee vensteropeningen met in het kozijn ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenraam. Aan de rechterzijde bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een glas-in-loodvulling en een bovenraam met een glas-in-loodvulling.

    Kap

    De dakvlakken van het schilddak zijn gedekt met gesmoorde verbeterd hollandse pannen.

    In het voordakvlak bevinden zich twee dakramen.

    In het achterdakvlak staan twee dakkapellen met plat dak met aan de voorzijde een ongedeeld raam.

    Aan de linkerzijde staat een in metselwerk hoog opgetrokken schoorsteen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Kelder

    Het pand is geheel onderkelderd.

    Begane grond

    Achter de entree ligt een hal met in het verlengde daarvan de opgang naar de verdieping en daarnaast een gang, die oorspronkelijk doorliep tot de achtergevel (nu tot de nieuwe aanbouw). Tegen de linker zijgevel waren oorspronkelijk de voor- en achterkamer (en-suite) gesitueerd, met aan de achterzijde de serre. In de huidige situatie zijn de kamers samengevoegd.

    Het interieur is in de zeventiger jaren van de twintigste eeuw volledig verbouwd.

    Eerste verdieping

    De trap van de begane grond komt met een bovenkwart uit op de overloop. Aan de voor- en achterzijde bevinden zich in het verlegde van de overloop een vertrek. Achter de trap bevindt zich een badkamer en tegen de linker zijgevel waren oorspronkelijk de voor- en achterkamer (en-suite) gesitueerd. De linker zijgevel waren oorspronkelijk de voor- en achterkamer (en- suite) gesitueerd.

    Het interieur is in de zeventiger jaren van de twintigste eeuw volledig verbouwd. Paneelbinnendeuren en de trapopgang resteren.

    Zolder

    Van oorsprong waren op de zolder enige vertrekken afgescheiden. In de zeventiger jaren van de twintigste eeuw is de zolder volledig verbouwd.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil aan de nieuwe entree tot de stad woningbouw voor de hogere middenklasse werd gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

    Gaafheid

    Het object is extern nagenoeg niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden grotendeels bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

    Situering

    Het object ondersteunt als hoekpand en als onderdeel van een vrijwel gave gevelwand het stadsbeeld ter plaatse.

    Unieke waarde

    Het object bezit in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.

    Bijlage


  • Johan de Wittstraat 53-75
    • Datering: 1951
    • Oorspronkelijke functie: Appartementencomplex
    • Bouwstijl: Wederopbouwarchitectuur
    • Architect: R.G.M. v.d. Valk
    • Postcode: 3311KH

     

    Algemene beschrijving

    Appartementencomplex met twaalf woningen (Johan de Wittstraat 53 tot en met 75)

    Ligging

    Het complex is gelegen tussen de Oudenhovenstraat en de Singel.

    Hoofdvorm

    Gebouw op rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    Om de verbinding tussen het station en de binnenstad mogelijk te maken ontstond in 1874 de route vanaf het Bagijnhof via de Johan de Wittstraat, de brug over de Spuihaven en de Stationsstraat. Deze route werd een belangrijke verbinding, hetgeen zich weerspiegelde in de bebouwing.

    In 1951 wordt het ontwerp van architectenbureau R.G.M. van der Valk (Zwijndrecht) voor het bouwen van 12 flatwoningen met bijbehorende “vrije fietsenschuurtjes” goedgekeurd.

    Het appartementengebouw is gebouwd op een locatie die sedert de realisatie van de Johan de Wittstraat onbebouwd was gebleven. Het gebouw sloot de al bestaande bebouwing aan zowel de Singel als de Oudenhovenstraat af.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Het gehele complex is beschreven.

    Het complex is opgebouwd uit drie bouwlagen en afgedekt met een schilddak. Vanuit het midden zijn het twee dezelfde blokken. Het complex staat op een in mangaansteen gemetselde plint en is verder opgetrokken uit bruinrode baksteen in kruisverband met een enigszins terug liggende voeg. Gevelbeëindiging door een doorgaand vlak fries met erboven het dakoverstek op houten klossen.

    Voorgevel

    De gevel is spiegelsymmetrisch ten opzichte van de centrale as en de linker- en rechterbeuk zijn zelf ook weer spiegelsymmetrisch ten opzichte van hun centrale as.

    Centraal in beide geveldelen bevindt zich een smalle entreezone, met daarachter het trappenhuis. De entreepartijen zijn uitgevoerd als een soort middenrisaliet en zijn geheel omlijst en hebben borstweringen in de vorm van dubbele panelen. Omlijsting en borstwering van kunststeen. Op de begane grond bevindt zich de entree gevormd door een stalen pui met een deuren in glas en staal in het midden en aan weerszijden zijramen. De onderzone is dicht en links en rechts zijn brievenbussen aangebracht, rechts boven de brievenbussen het belbord.

    Aan weerszijden van de middenzone bevindt zich op elke verdieping een rechthoekige vensteropening, die is beëindigd met een betonnen, geprofileerde latei. Alle vensters aan weerszijden van het trappenhuis hebben lekdorpels van rode keramische lekdorpelstenen. De vensters bestaan uit een stalen drielicht met een lage strook ongedeelde ramen onderin, erboven ongedeelde ramen, waarvan de buitenste draaibaar zijn en bovenlichten met glas-in-loodvulling.

    De ramen in de bredere vensterstroken uiterst links en rechts ten opzichte van de centrale trappenhuizen hebben een kunststenen geprofileerde omlijsting. Op de begane grond zijn alle ramen in drieën gedeeld, met een breed middendeel. Op de verdiepingen zijn over de gehele vensterbreedte ondiepe balkons met een ijzeren hekwerk. De stalen pui is verticaal in vieren gedeeld met in het midden twee deuren en aan weerszijden een vast raam. De onderzijde is dichtgezet met staal en de bovenramen hebben een glas-in-loodvulling.

    Linker zijgevel

    De gevel bestaat uit drie bouwlagen met aan de achterzijde een éénlaagse gevel met erachter de bergingen. De gevel van de bergingen wordt beëindigd door een uitkragende houten bakgoot op klossen.

    In de gevel van de bergingen bevindt zich links een rechte deuropening met een vlakke deur en rechts een deuropening met segmentboog. Deze deur is afgewerkt met overhoeks verwerkte houten delen.

    In de kopgevel van het appartementengebouw op de begane grond bevindt zich links een brede vensteropening met een omlijsting in kunststeen. Stalen venster verticaal in drieën gedeeld met een breed middendeel en smalle zijramen. Bovenlicht met glas-in-loodvulling Erboven op de 1e verdieping over de gehele vensterbreedte ondiepe balkons met een ijzeren hekwerk. De stalen pui is verticaal in vieren gedeeld met in het midden twee deuren en aan weerszijden een vast raam. De onderzijde is dichtgezet met staal en de bovenramen hebben een glas-in-loodvulling.

    Op de tweede verdieping links is een kleine vensteropening met een segmentboogvormige onder- en bovendorpel, omlijst met een kunststenen geprofileerde rand, met vierruits stalen raam.

    Aan de rechter zijde bevindt zich op elke verdieping een rechthoekige vensteropening, die is beëindigd met een betonnen latei. Op een lekdorpel van rode keramische lekdorpelstenen staat een stalen tweelicht met ongedeelde ramen onderin en bovenin een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling.

    Achtergevel

    De gevel is spiegelsymmetrisch ten opzichte van de centrale as en in beide geveldelen zijn de linker- en rechterbeuk zelf ook spiegelsymmetrisch ten opzichte van hun centrale as.

    In de as tussen de beuken bevindt zich op de begane grond een muur die haaks op de gevel staat. Op beide verdiepingen bevindt zich een betonnen balkon op consoles met in de as rug aan rug twee bergingen achter een gemetselde muur. De bergingen zijn op de tweede verdieping beëindigd met een vlak zadeldakje haaks op de gevel. Tegen de kopwand van de bergingen is over de hoogte van de 1e en 2e verdieping een ijzeren vluchttrap met een kooiladder en plateaus aangebracht. Aan de linkerzijde leidt een uitklapbare ladder naar de begane grond.

    Op de begane grond bevindt zich in aan de binnenzijde van de beuken een deuropening met in het deurkozijn een deur met een dicht onderpaneel en een tweeruits bovenpaneel met een horizontale roede ter hoogte van de onderregel van het naastliggende venster en een ongedeeld bovenraam. In de vensteropening bevindt zich een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    In het midden bevindt zich een gecombineerde venster- en deuropening met in het deurkozijn een deur met een dicht onderpaneel en een tweeruits bovenpaneel met een horizontale roede ter hoogte van de onderregel van vensters op dit niveau en een ongedeeld bovenraam. In de vensteropening bevindt zich een vierruits onderraam met een horizontale roede ter hoogte van de onderregel van het venster aan de binnenzijde en een ongedeeld bovenraam.

    In de buitenste beuken bevindt zich aan de buitenzijde een deuropening met in het deurkozijn een deur met een dicht onderpaneel en een tweeruits bovenpaneel met een horizontale roede ter hoogte van de onderregel van het venster aan de binnenzijde en een ongedeeld bovenraam.

    In de binnenste beuken bevindt zich hier een gecombineerde venster- en deuropening met in het deurkozijn een deur met een dicht onderpaneel en een tweeruits bovenpaneel met een horizontale roede ter hoogte van de onderregel van vensters op dit niveau en een ongedeeld bovenraam. In de vensteropening bevindt zich een vierruits onderraam met een horizontale roede ter hoogte van de onderregel van het venster aan de binnenzijde en een ongedeeld bovenraam.

    Op de eerste en tweede verdieping bevindt zich aan de buitenzijde een vensteropening met een drielicht met ongedeelde onder- en bovenramen.

    In het midden van de beuk bevindt zich op beide verdiepingen een gecombineerde venster- en deuropening met in het deurkozijn een deur met een dicht onderpaneel en een ongedeeld bovenpaneel en een ongedeeld bovenraam. In de vensteropening bevindt zich een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam.

    Aan de binnenzijde van de beuk bevindt zich op beide verdiepingen een gecombineerde venster- en deuropening met in het deurkozijn een deur met een dicht onderpaneel en een ongedeeld bovenpaneel en een ongedeeld bovenraam. In de vensteropening bevindt zich een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Sommige vensters zijn voorzien van dubbele beglazing. In ieder geval van nummer 59 en 63.

    Rechter zijgevel

    De gevel bestaat uit drie bouwlagen met aan de achterzijde een éénlaagse gevel met erachter de bergingen. De gevel van de bergingen wordt beëindigd door een uitkragende houten bakgoot op klossen.

    In de gevel van de bergingen bevindt zich links een deuropening met segmentboog. Deze deur is afgewerkt met overhoeks verwerkte houten delen. Rechts een paneeldeur, waarbij de panelen zijn vervangen door een spijlenhekwerk.

    In de kopgevel van het appartementengebouw op de begane grond bevindt zich rechts een brede vensteropening met een omlijsting in kunststeen. Stalen venster verticaal in drieën gedeeld met een breed middendeel en smalle zijramen. Bovenlicht met glas-in-loodvulling. Erboven op de 1e verdieping over de gehele vensterbreedte ondiepe balkons met een ijzeren hekwerk. De stalen pui is verticaal in vieren gedeeld met in het midden twee deuren en aan weerszijden een vast raam. De onderzijde is dichtgezet met staal en de bovenramen hebben een glas-in-loodvulling.

    Op de tweede verdieping rechts is een kleine vensteropening met een segmentboogvormige onder- en bovendorpel, omlijst met een kunststenen geprofileerde rand, met vierruits stalen raam.

    Aan de linker zijde bevindt zich op elke verdieping een rechthoekige vensteropening, die is beëindigd met een betonnen latei. Op een lekdorpel van rode keramische lekdorpelstenen staat een stalen tweelicht met ongedeelde ramen onderin en bovenin een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling.

    Gevels bergingen

    De gevels tellen één bouwlaag en zijn boven de in mangaansteen opgetrokken pling gemetseld in bruinrode baksteen in kruisverband met een enigszins terugliggende voeg. In de gevel bevindt zich per berging een deur van opgeklampte verticaal verwerkte houten delen met daarin een klein raam.

    Kap

    Het schilddak met de nok evenwijdig aan de straat op het complex en de voordakvlakken van de zadeldaken op de bergingen in het verlengde van de zijgevels zijn gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. In de nok staan drie gemetselde schoorstenen.

    In het voordakvlak van het complex staan in lijn met de trappenhuizen een dakkapel met aan de voorzijde een deur van overhoeks verwerkte houten delen.

    In het achterdakvlak van het complex staan twee gemetselde schoorstenen.

    De zadeldaken van de bergingen zijn aan de achterzijde bedekt met dakleer.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond, eerste verdieping, tweede verdieping

    Het centrale trappenhuis is gesitueerd direct achter de voorgevel. Betonnen steektrappen verbinden de verschillende niveaus. De trappen en overlopen worden begrensd met een houten blank gelakte leuning op een ijzeren spijlenhekwerk. De vloeren zijn afgewerkt met lichtgrijze keramische tegels en de wanden tot ongeveer 1 meter hoog met blauwgroene keramische tegels.

    De woningplattegronden zijn identiek. Vanuit het trappenhuis wordt een entree met aansluitend een centraal gesitueerde hal betreden, van waaruit alle vertrekken te bereikbaar zijn. Grenzend aan de hal tegen het trappenhuis ligt aan de voorzijde een (eet)kamer. Daarnaast bevindt zich de woonkamer tot halverwege de diepte van de woning. Tussen de eet- en de woonkamer bevindt zich een houten pui met schuifdeuren met een ongedeeld glaspaneel met een glas-in-loodvulling.

    Aan de achterzijde liggen de keuken en een kleine slaapkamer en aan de buitenzijde de grootste slaapkamer.

    De natte cel, bestaande uit een doucheruimte en separaat een toilet, is gesitueerd tegen de bouwmuur direct achter het centrale trappenhuis.

    Zolder

    De zolder op het rechterdeel van het complex is één grote ruimte en doet dienst als bergruimte voor nummer 61.

    Intern verkeert het appartement nog vrijwel in oorspronkelijke toestand.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is als onderdeel van een appartementencomplex van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse is gerealiseerd.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

    De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl. Het pand is een fraai voorbeeld van Wederopbouwarchitectuur later toegevoegd aan reeds bestaande bebouwing in de negentiende-eeuwse schil.

    Gaafheid

    Het object is nagenoeg ongewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden zowel extern als intern goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het complex heeft een markante gevelwand en heeft door zijn hoekligging voor twee straten en de ligging in de oorspronkelijke rooilijn aan het ter plaatse verbrede wegprofiel grote stedenbouwkundige waarde.

    Unieke waarde

    Door de ligging en opzet van het complex in een voor Dordrecht niet algemeen voorkomende bouwstijl bezit het object in architectonisch, stedenbouwkundig en bouwkundig opzicht een zekere zeldzaamheidswaarde.

    Bijlage



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).