Hallincqlaan
-
Hallincqlaan 2
- Datering: 1926
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Traditionalisme
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Halfvrijstaand woonhuis.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil en onderdeel van een complex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis op de hoek Singel - Hallincqlaan.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 10 april 1924 dient NV aannemersbedrijf v/h P.A. van Wijnen een aanvraag in voor de bouw van zeven woonhuizen naar ontwerp van architectenbureau Bakker en van Herwijnen. Het ontwerp omvat vier types huizen - A,B,C,D.
Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
Opmerkelijk is dat het aannemersbedrijf in eerste instantie een groter project voor ogen had. De bijgevoegde situatieschets toont naast de gerealiseerde huizen (Singel 68/70, Hallincqlaan 2, 4/6 en 8/10) ook het plan voor een pleintje haaks op de Hallinqlaan rechts naast Hallincqlaan 8/10 met daaraan zes vrijstaande villa's en een dubbele woonhuis.
Al tijdens de bouw moet men afgezien hebben van de realisatie van de zes vrijstaande villa's en een dubbel woonhuis, omdat er op 10 september 1926 vergunning wordt verkregen voor 'het plaatsen van een afscheidingshek tussen straat en voortuin tbv woningen in aanbouw', dat alleen het terrein van de zeven woningen afgrensde.
In 1951 wordt de begane grond gewijzigd: de doorgang tussen de vestibule en de woonkamer wordt dichtgezet, de scheiding tussen de eet- en de woonkamer, met schuifdeuren en twee kasten wordt weggebroken en er wordt een nieuwe schouw in woonkamer geplaatst.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel (zijde Hallincqlaan)
De gevel bestaat uit links een terugliggende éénlaags langsgevel, in het midden een asymmetrische topgevel en rechts een éénlaags uitbouw.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
In het linker deel bevond zich van oorsprong een deuropening met dubbele deuren met een vijfruits glaspaneel met horizontale roeden. Voor de deuropening bevond zich een terras, afgescheiden door een meter hoge muur, die doorliep voor de linker zijgevel. Deze muur fungeert in de huidige situatie als basis voor een uitbouw met plat dak. De wanden boven de muur zijn uitgevoerd als gekoppelde kozijnen met ongedeelde onderramen en per raam twee kleine vierkante bovenramen met geel gebobbeld glas.
De gevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met mastgoot.
De entree ligt aan de linker zijde van het middengedeelte. In een rechte deuropening is een deur afgehangen met een ijzeren schopplaat en een klein raam achter een smeedijzeren rooster. De deur is voorzien van opgelegd plaatwerk met sierwerk. Voor de deur ligt een met rode plavuizen afgewerkte stoep, begrensd door een steens schansmuur. Naast de deur bevindt zich een smal venster met glas-in-loodvulling.
Rechts van de deuropening bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling.
Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. Onder de vensteropening bevindt zich een houten gelijste bloembak op consoles. De gevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met gelijst boeiboord op de doorstekende gordingen en nok.
Het rechter geveldeel bezit een rondboogdeuropening met een deur van verticaal verwerkte delen met een klein rond raam. Geheel rechts bevindt zich direct onder het gelijste dakoverstek een vierkant raam in een kozijn dat doorloopt over de rechter zijgevel.
Linker zijgevel (zijde Singel)
De topgevel is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband.
Op de begane grond bevindt zich oorspronkelijk een vensteropening met een tweelicht met vierruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. Het kozijn is gewijzigd in een drielicht met een breed middengedeelte en smalle zijgedeelten, voorzien van een glas-in-loodvulling.
Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een drielicht met links en rechts een drieruits draaipramen en in het midden een vast raam, elk met een horizontale roedeverdeling. Onder de vensteropening bevindt zich een houten gelijste bloembak op consoles. De gevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met gelijst boeiboord op de doorstekende gordingen en nok.
Aan de rechter zijde bevond zich een terras, afgescheiden door een meter hoge muur, die doorliep voor de voorgevel. Deze muur fungeert in de huidige situatie als basis voor een uitbouw met plat dak. De wanden boven de muur zijn uitgevoerd als gekoppelde kozijnen met ongedeelde onderramen en per raam twee kleine vierkante bovenramen met geel gebobbeld glas.
Achtergevel
De gevel bestaat uit links een terugliggende éénlaags uitbouw met plat dak met rechts daarvan een asymmetrische topgevel en rechts daarvan een lagere asymmetrische topgevel en geheel rechts een iets terugliggende éénlaags langsgevel.
De gevel is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband. Het rechter geveldeel bezit een rondboogdeuropening met een deur van verticaal verwerkte delen met een klein raam. De gevel wordt beëindigd met het gelijste dakoverstek.
In de linker topgevel op de begane grond bevindt zich een hoog geplaatst tweelicht tweeruits met stolpramen, met oorspronkelijk elk met een horizontale roedeverdeling, die is verwijderd. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling.
De gevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met gelijst boeiboord op de doorstekende gordingen en nok.
De rechter topgevel bezit in de as van net boven het maaiveld tot boven de nok een uitgemetselde schoorsteen. Op de begane grond bevindt zich aan weerszijden van het kanaal een oorspronkelijk zesruits met een horizontale roedeverdeling, nu ongedeeld raam.
De gevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met gelijst boeiboord op de doorstekende gordingen en nok.
Het rechter terugliggend geveldeel is blind uitgevoerd en in de huidige situatie deels afgedekt door een schuurtje.
Rechter zijgevel
De gevel bestaat uit links een éénlaags uitbouw met plat dak en rechts daarvan de éénlaags langsgevel.
De gevel is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband.
In de uitbouw bevindt zich direct onder het gelijste dakoverstek een strook van vier vierkante ramen in een kozijn dat doorloopt over de voorgevel.In de langsgevel bevindt zich een deuropening met stolpdeuren met een tienruits glaspaneel, waarvan de verticale roede uit het midden naar buiten is geplaatst.
De gevel wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met mastgoot.
Kap
De steile dakvlakken van het zadeldak op T-vormig grondvlak zijn gedekt met rode verbeterd hollandse pannen.
In het voordakvlak staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde links een drielicht en rechts een dicht deel afgewerkt met gepotdekselde delen. De indeling van het drielicht is gewijzigd.
In het rechter dakvlak staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met oorspronkelijk tweeruits, nu ongedeelde ramen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
Onder de hal en de keuken bevindt zich een lage kelder.
Begane grond
Achter de entree bevindt zich de vestibule annex trappenhuis met de opgang naar de verdieping. Direct links van de voordeur bevindt zich het toilet. Links van de vestibule bevindt zich de woonkamer en achter de hal de eetkamer. De woon- en eetkamer zijn van elkaar gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten. De keuken bevindt zich rechts van de hal met aansluitend rechts in de uitbouw de berging.
De oorspronkelijke indeling is grotendeels gehandhaafd. Bij de verbouwing van 1951 is de doorgang tussen de vestibule en de woonkamer dichtgezet en zijn de schuifdeuren met kasten tussen de woon- en eetkamer weggebroken. Er is een nieuwe schouw in woonkamer geplaatst.
De vestibule is voorzien van een keramische tegelvloer met een dubbele zwarte bies, waar binnen grijze tegels en een middenornament in zwarte tegels. De wanden van de vestibule en toilet zijn tot halve hoogte betegeld. De binnendeuren resteren. De houten trap is ongewijzigd en in de keuken resteren de schouwkap en een servieskast met glasdeuren. Het plafond van de woon- en eetkamer zijn voorzien van balken, waar tussen kinderbintjes en vlakke velden.
Eerste verdieping
De trap van de begane grond leidt met een kwartslag halverwege tot de overloop op de verdieping. Rechts van de overloop bevindt zich de badkamer en links en achter ervan een slaapkamer.
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. De binnendeuren resteren en de houten trap is ongewijzigd.
Bijgebouwen beschrijving exterieur per gevel
De oorspronkelijke schuur is vervangen.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is als onderdeel van een complex van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een complex van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object heeft als onderdeel van een vrij liggend hoekcomplex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis een hoge stedenbouwkundige waarde.
Unieke waarde
In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121840.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 4
- Datering: 1926
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Woonhuis, onderdeel van dubbel woonhuis met Hallincqlaan 6.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil, is onderdeel van een complex van twee dubbele woonhuizen - Hallinqlaan 4-6 en 8-10 en één vrijstaande villa aan de Hallincqlaan 2 en één dubbel woonhuis, Singel 68-70.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap op T-vormig grondplan en een kleine éénlaagse uitbouw.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 10 april 1924 dient NV aannemersbedrijf v/h P.A. van Wijnen een aanvraag in voor de bouw van zeven woonhuizen naar ontwerp van architectenbureau Bakker en van Herwijnen. Het ontwerp omvat vier types huizen - A,B,C,D.
Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
Opmerkelijk is dat het aannemersbedrijf in eerste instantie een groter project voor ogen had. De bijgevoegde situatieschets toont naast de gerealiseerde huizen (Singel 68/70, Hallincqlaan 2, 4/6 en 8/10) ook het plan voor een pleintje haaks op de Hallinqlaan rechts naast Hallincqlaan 8/10 met daaraan zes vrijstaande villa's en een dubbele woonhuis.
Al tijdens de bouw moet men afgezien hebben van de realisatie van de zes vrijstaande villa's en een dubbel woonhuis, omdat er op 10 september 1926 vergunning wordt verkregen voor 'het plaatsen van een afscheidingshek tussen straat en voortuin tbv woningen in aanbouw', dat alleen het terrein van de zeven woningen afgrensde.
Oorspronkelijk was het linker gedeelte van de gevel teruggelegd. Bij de verbouwing van 1942 wordt de achtergevel op de begane grond recht getrokken.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bestaat uit links een terugliggende langsgevel in één bouwlaag, beëindigd door de aan de onderzijde betimmerde luifel en rechts een asymmetrische afgeplatte topgevel in twee bouwlagen, beëindigd door een gelijste bakgoot op bewerkte klossen.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
Voor de entree, die is gesitueerd in de langsgevel, ligt tot aan de lijn van de voorgevel een met rode plavuizen afgewerkt bordes, dat is overdekt met een houten plat afdak ter hoogte van de gootlijn. Het afdak rust aan de voorzijde op een houten kolom met een gefigureerd 'kapiteel' op een keermuurtje. Halverwege het bordes is een ronde bloembak opgemetseld, die aansluit op voornoemd keermuurtje. In de entree bevindt zich een kozijn met een onder- en bovendeur van staand verwerkte delen, afgehangen aan gesmede gehengen.
Aan de linker zijde in de topgevel bevindt zich op de begane grond, onder de deels over de gevel doorlopende gelijste dakrand van het afdak, een smalle erker op driehoekig grondplan met aan twee zijden een raam met een glas-in-loodvulling. Rechts hiervan bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met ramen met een glas-in-loodvulling. De buitenste velden van het drielicht zijn met houten luiken afsluitbaar.
De verdieping is boven de lijn van de lekdorpel uitgevoerd met gepotdekselde houten delen. Op dit niveau bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met ramen met een glas-in-loodvulling. Onder de vensteropening bevindt zich een houten gelijste bloembak op consoles.
Linker zijgevel
De gevel bestaat uit links een afgeplatte topgevel in twee bouwlagen, beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op bewerkte klossen en doorstekende gordingen en rechts een terugliggende langsgevel in één bouwlaag, beëindigd door een aan de onderzijde betimmerde luifel.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
Aan de linker zijde in de topgevel bevindt zich op de begane grond een hoog geplaatste vensteropening met stolpramen met een glas-in-loodvulling. Rechts hiervan bevindt zich in de as van de gevel een kleine vensteropening en geheel rechts een tweelicht met ramen met een glas-in-loodvulling. Nabij het maaiveld bevindt zich een kelderlicht met een tweeruits raam.
De verdieping is boven de lijn van de lekdorpel uitgevoerd met gepotdekselde houten delen. Op dit niveau bevindt zich een brede vensteropening met links stolpramen met een glas-in-loodvulling en rechts een enkel raam met een glas-in-loodvulling. In de langsgevel bevinden zich twee vensteropeningen met een raam met een glas-in-loodvulling aan weerszijden van een uitgemetseld rookkanaal dat door de luifel heen steekt.
Achtergevel
De gevel bezit één bouwlaag en wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met mastgoot.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband. Oorspronkelijk was het linker gedeelte van de gevel teruggelegd. De huidige situatie met het balkon is bij de verbouwing van 1942 gerealiseerd.
Aan de linker zijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren en aan weerszijden een vast raam. De ramen, deuren en bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.
De verdieping is aan de linker zijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met dubbele stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een melkmeisje met in het midden een deuropening met een deur met dicht onderpaneel en een glaspaneel met een glas-in-loodvulling, geflankeerd door een drieruits raam met een horizontale roedeverdeling met een glas-in-loodvulling.
Aan de rechter zijde bevindt zich op de begane grond een deuropening met een deur met dicht onderpaneel en een negenruits glaspaneel.
Kap
De steile dakvlakken van het schilddak op T-vormig grondvlak zijn gedekt met rode verbeterd hollandse pannen.
Hoog in het linker dakvlak staat een kleine dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met ramen met een glas-in-loodvulling. Rechts hiervan steekt een hoog opgemetselde schoorsteen door de luifel heen.
Hoog in het achterdakvlak staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde tweemaal stolpramen met een glas-in-loodvulling aan weerszijden van een dicht met gepotdekselde delen afgewerkt vlak. In de nok op de scheiding met het buurpand staat een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
Onder de hal bevindt zich een lage kelder.
Begane grond
Achter de entree bevindt zich de vestibule annex trappenhuis met de opgang naar de verdieping. Achter de vestibule bevindt zich een doorloop naar de keuken met links daarvan het toilet. Rechts van de vestibule bevinden zich de woonkamer en de eetkamer, van elkaar gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten.
De oorspronkelijke indeling is grotendeels gehandhaafd.
De vestibule is voorzien van een keramische tegelvloer met een dubbele zwarte bies, waarbinnen grijze tegels en een middenornament in zwarte tegels. De wanden van de vestibule en toilet zijn tot halve hoogte betegeld. De binnendeuren resteren. De vrije leuning van de houten trap is gewijzigd. Het plafond van de woon- en eetkamer is voorzien van balken, waartussen kinderbintjes en vlakke velden. De schuifdeuren met een glas-in-loodvulling en de kasten aan weerszijden resteren. De schouwen op de begane grond zijn verwijderd.
Eerste verdieping
De trap van de begane grond leidt met een kwartslag halverwege tot de overloop op de verdieping. Achter de overloop bevindt zich een slaapkamer en aan de voorzijde een bergruimte. Aan de overloop grenst een korte gang tussen de slaapkamers aan de voor- en achterzijde tegen de bouwmuur. Tussen beide kamers bevindt zich de badkamer.
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. De binnendeuren resteren en de houten trap is ongewijzigd.
Zolder
De trap van de verdieping leidt met een halve slag tot de zolder.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is als onderdeel van een complex van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een dubbel woonhuis binnen een complex van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object heeft als onderdeel van een vrij liggend hoekcomplex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis een hoge stedenbouwkundige waarde.
Unieke waarde
In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121841.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 6
- Datering: 1926
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Woonhuis, onderdeel van dubbel woonhuis met Hallincqlaan 4.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil, is onderdeel van een complex van twee dubbele woonhuizen - Hallinqlaan 4-6 en 8-10 en één vrijstaande villa aan de Hallincqlaan 2 en één dubbel woonhuis, Singel 68-70.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap op T-vormig grondplan en een kleine éénlaagse uitbouw.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 10 april 1924 dient NV aannemersbedrijf v/h P.A.van Wijnen een aanvraag in voor de bouw van zeven woonhuizen naar ontwerp van architectenbureau Bakker en van Herwijnen. Het ontwerp omvat vier types huizen - A,B,C,D.
Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
Opmerkelijk is dat het aannemersbedrijf in eerste instantie een groter project voor ogen had. De bijgevoegde situatieschets toont naast de gerealiseerde huizen (Singel 68/70, Hallincqlaan 2, 4/6 en 8/10) ook het plan voor een pleintje haaks op de Hallinqlaan rechts naast Hallincqlaan 8/10 met daaraan zes vrijstaande villa's en een dubbele woonhuis.
Al tijdens de bouw moet men afgezien hebben van de realisatie van de zes vrijstaande villa's en een dubbel woonhuis, omdat er op 10 september 1926 vergunning wordt verkregen voor 'het plaatsen van een afscheidingshek tussen straat en voortuin tbv woningen in aanbouw', dat alleen het terrein van de zeven woningen afgrensde.
In 1927 wordt in de zijgevel van de voorkamer een dubbele deur gemaakt. Hiervoor worden de bestaande vensters en de schoorsteen verwijderd.
In 1949 wordt een vergunning verleend om aan de achterzijde het terras bij de achterkamer te trekken. In de achtergevel zou een getoogd raam komen. Het getoogde raam is niet uitgevoerd.
In 1950 wordt een vrijstaande éénlaagse garage met een platdak gebouwd.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bestaat uit rechts een terugliggende langsgevel in één bouwlaag, beëindigd door een aan de onderzijde betimmerde luifel en links een asymmetrische afgeplatte topgevel in twee bouwlagen, beëindigd door een gelijst bakgoot op bewerkte klossen.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
Voor de entree, die is gesitueerd in de langsgevel, ligt tot aan de lijn van de voorgevel een met rode plavuizen afgewerkt bordes, dat is overdekt met een houten plat afdak ter hoogte van de gootlijn. Het afdak rust aan de voorzijde op een houten kolom met een gefigureerd 'kapiteel' op een keermuurtje. Halverwege het bordes is een ronde bloembak opgemetseld, die aansluit op voornoemd keermuurtje. In de entree bevindt zich een kozijn met een onder- en bovendeur van staand verwerkte delen, afgehangen aan gesmede gehengen.
Aan de rechter zijde in de topgevel bevindt zich op de begane grond, onder de deels over de gevel doorlopende gelijste dakrand van het afdak, een smalle erker op een driehoekig grondplan met aan twee zijden een raam met een glas-in-loodvulling. Links hiervan bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met ramen met een glas-in-loodvulling.
De verdieping is boven de lijn van de lekdorpel uitgevoerd met gepotdekselde houten delen. Op dit niveau bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met in het midden stolpramen en aan de buitenzijde draairamen, allen met een glas-in-loodvulling. Onder de vensteropening bevindt zich een houten gelijste bloembak op consoles.
Rechter zijgevel
De gevel bestaat uit rechts een afgeplatte topgevel in twee bouwlagen, beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op bewerkte klossen en doorstekende gordingen en links een terugliggende langsgevel in één bouwlaag, beëindigd door een aan de onderzijde betimmerde luifel.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
Aan de rechter zijde in de topgevel bevindt zich op de begane grond een hoog geplaatste vensteropening met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. Links hiervan bevindt zich in de as van de gevel een kleine vensteropening en geheel links een tweelicht, beide met ramen met een glas-in-loodvulling. Nabij het maaiveld bevindt zich een kelderlicht met een tweeruits raam.
De verdieping is boven de lijn van de lekdorpel uitgevoerd met gepotdekselde houten delen. Op dit niveau bevindt zich links een vensteropening met een drieruits raam met horizontale roedeverdeling met een glas-in-loodvulling en rechts een ongedeeld raam.
In de langsgevel bevindt zich een deuropening met deuren met glaspaneel.
Achtergevel
De gevel bezit één bouwlaag en wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met mastgoot.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
Aan de rechter zijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een vijfruits glaspaneel met een horizontale roedeverdeling en aan weerszijden een ongedeeld raam. De bovenramen zijn ongedeeld. De pui is voorzien van dubbele beglazing.
De verdieping is aan de rechter zijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met dubbele stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.
Aan de linker zijde bevindt zich op de begane grond een deuropening met een deur met dicht onderpaneel en een achtruits glaspaneel, waarvan de verticale roede naar de hangzijde is verschoven.
Kap
De steile dakvlakken van het schilddak op T-vormig grondvlak zijn gedekt met rode verbeterd hollandse pannen.
Hoog in het linker dakvlak staat een kleine dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met ongedeelde ramen. Rechts hiervan steekt een hoog opgemetselde schoorsteen door de luifel heen.
Hoog in het achterdakvlak staat een (gemoderniseerde) dakkapel met plat dak met aan de voorzijde tweemaal stolpramen met een glas-in-loodvulling aan weerszijden van een dicht met gepotdekselde delen afgewerkt vlak.
In de nok op de scheiding met het buurpand staat een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
Onder de hal bevindt zich een lage kelder.
Begane grond
Achter de entree bevindt zich de vestibule annex trappenhuis met de opgang naar de verdieping. Achter de vestibule bevindt zich een doorloop naar de keuken met rechts daarvan het toilet. Links van de vestibule bevinden zich de woonkamer en de eetkamer, van elkaar gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten.
De oorspronkelijke indeling is grotendeels gehandhaafd.
De vestibule en de keuken zijn voorzien van een keramische tegelvloer met een dubbele zwarte bies, waarbinnen grijze tegels en een middenornament in zwarte tegels. De vloer van de voor- en achterkamer is uitgevoerd in parket in blokmotief. De wanden van de vestibule en toilet zijn tot halve hoogte betegeld. De binnendeuren resteren. Het plafond van de woon- en eetkamer is voorzien van balken, waartussen kinderbintjes en vlakke velden. De schuifdeuren met ongedeeld glas en de kasten aan weerszijden resteren.
Eerste verdieping
De trap van de begane grond leidt met een kwartslag halverwege tot de overloop op de verdieping. Achter de overloop bevindt zich een slaapkamer en aan de voorzijde een bergruimte. Aan de overloop grenst een korte gang tussen de slaapkamers aan de voor- en achterzijde tegen de bouwmuur. Tussen beide kamers bevindt zich de badkamer.
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. De binnendeuren resteren en de houten trap is ongewijzigd.
Zolder
De trap van de verdieping leidt met een halve slag tot de zolder.
Bijgebouwen beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband en wordt beëindigd met het betimmerde dakoverstek. Het metselwerk is wit geschilderd.
De gevel is grotendeels geopend onder een korfboog. In de doorgang zijn dubbele deuren aan gesmede gehengen afgehangen. De deuren zijn voorzien van een bekleding van delen, die onder een hoek van 45 graden zijn verwerkt.
Linker zijgevel
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband en wordt beëindigd met het betimmerde dakoverstek.
Geheel links bevindt zich een rondboogdeuropening met een deur van opgeklampte staand verwerkte delen. Rechts daarvan zijn in het muurwerk twee drieruits betonnen segmentboogvensters opgenomen.
Kap
Het platte dak is met bitumen afgewerkt.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is als onderdeel van een complex van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een dubbel woonhuis binnen een complex van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object heeft als onderdeel van een vrij liggend hoekcomplex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis een hoge stedenbouwkundige waarde.
Unieke waarde
In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121842.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 8
- Datering: 1926
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Woonhuis, onderdeel van dubbel woonhuis met Hallincqlaan 10, aan de achterzijde een halfvrijstaande garage.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil, is onderdeel van een complex van twee dubbele woonhuizen - Hallinqlaan 4-6 en 8-10 en één vrijstaande villa aan de Hallincqlaan 2 en één dubbel woonhuis, Singel 68-70.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap op T-vormig grondplan en een kleine éénlaagse uitbouw. Garage in één bouwlaag met plat dak.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 10 april 1924 dient NV aannemersbedrijf v/h P.A. van Wijnen een aanvraag in voor de bouw van zeven woonhuizen naar ontwerp van architectenbureau Bakker en van Herwijnen. Het ontwerp omvat vier types huizen - A,B,C,D.
Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
Opmerkelijk is dat het aannemersbedrijf in eerste instantie een groter project voor ogen had. De bijgevoegde situatieschets toont naast de gerealiseerde huizen (Singel 68/70, Hallincqlaan 2, 4/6 en 8/10) ook het plan voor een pleintje haaks op de Hallinqlaan rechts naast Hallincqlaan 8/10 met daaraan zes vrijstaande villa's en een dubbele woonhuis.
Al tijdens de bouw moet men afgezien hebben van de realisatie van de zes vrijstaande villa's en een dubbel woonhuis, omdat er op 10 september 1926 vergunning wordt verkregen voor 'het plaatsen van een afscheidingshek tussen straat en voortuin tbv woningen in aanbouw', dat alleen het terrein van de zeven woningen afgrensde.
In 1939 wordt het terras bij de achterkamer getrokken.
Vrijstaand op het terrein wordt in 1957 een éénlaagse garage met plat dak gebouwd. Deze garage wordt in 1966 naar achteren verlengd.
Beschrijving exterieur per gevel
(aangezien geen mogelijkheid is geboden tot een opname is de beschrijving opgesteld vanaf de openbare weg, vanaf aangrenzende percelen én op basis van archiefgegevens)
Voorgevel
De gevel bestaat uit links een terugliggende langsgevel in één bouwlaag, beëindigd door een aan de onderzijde betimmerde luifel en rechts een asymmetrische afgeplatte topgevel in twee bouwlagen, beëindigd door een gelijste bakgoot op bewerkte klossen.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
Voor de entree, die is gesitueerd in de langsgevel, ligt tot aan de lijn van de voorgevel een met rode plavuizen afgewerkt bordes, dat is overdekt met een houten plat afdak ter hoogte van de gootlijn. Het afdak rust aan de voorzijde op een houten kolom met een gefigureerd 'kapiteel' op een keermuurtje. Halverwege het bordes is een ronde bloembak opgemetseld, die aansluit op voornoemd keermuurtje. In de entree bevindt zich een kozijn met een onder- en bovendeur van staand verwerkte delen.
Aan de linker zijde in de topgevel bevindt zich op de begane grond, onder de deels over de gevel doorlopende gelijste dakrand van het afdak, een smalle erker op driehoekig grondplan met aan twee zijden een raam met een glas-in-loodvulling. Rechts hiervan bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met ramen met een glas-in-loodvulling.
De verdieping is boven de lijn van de lekdorpel uitgevoerd met gepotdekselde houten delen. Op dit niveau bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met in het midden stolpramen en in de buitenste velden een draairaam, alle met een glas-in-loodvulling. Onder de vensteropening bevindt zich een houten gelijste bloembak op consoles.
Linker zijgevel
De gevel bestaat uit links een afgeplatte topgevel in twee bouwlagen, beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op bewerkte klossen en doorstekende gordingen en rechts een terugliggende langsgevel in één bouwlaag, beëindigd door een aan de onderzijde betimmerde luifel.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
Aan de linker zijde in de topgevel bevindt zich op de begane grond een hoog geplaatste vensteropening met stolpramen. Rechts hiervan bevindt zich in de as van de gevel een kleine vensteropening en geheel rechts een tweelicht met ramen. Nabij het maaiveld bevindt zich een kelderlicht met een tweeruits raam.
De verdieping is boven de lijn van de lekdorpel uitgevoerd met gepotdekselde houten delen. Op dit niveau bevindt zich een brede vensteropening met links stolpramen en rechts een enkel raam. In de langsgevel bevinden zich twee vensteropeningen met een raam met een glas-in-loodvulling aan weerszijden van een uitgemetseld rookkanaal dat door de luifel heen steekt.
Achtergevel
De gevel bezit één bouwlaag en wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met mastgoot.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband. Aan de linker zijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren en aan weerszijden een vast raam. De ramen, deuren en bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.
De verdieping is aan de linker zijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met dubbele stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een vensteropening met een vierlicht met ramen met een glas-in-loodvulling.
Aan de rechter zijde bevindt zich op de begane grond een deuropening met een deur met dicht onderpaneel en een negenruits glaspaneel.
Kap
De steile dakvlakken van het schilddak op T-vormig grondvlak zijn gedekt met rode verbeterd hollandse pannen.
Hoog in het linker dakvlak staat een kleine dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met ongedeelde ramen. Rechts hiervan steekt een hoog opgemetselde schoorsteen door de luifel heen.
In het achterdakvlak staat een (vergrote) dakkapel met plat dak met aan de voorzijde tweemaal drieruits stolpramen boven en aan weerszijden van een dicht met gepotdekselde delen afgewerkt vlak.
In de nok op de scheiding met het buurpand staat een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
(aangezien geen mogelijkheid is geboden tot een opname is de beschrijving opgesteld op basis van archiefgegevens)
Kelder
Onder de hal bevindt zich een lage kelder.
Begane grond
Achter de entree bevindt zich de vestibule annex trappenhuis met de opgang naar de verdieping. Achter de vestibule bevindt zich een doorloop naar de keuken met links daarvan het toilet. Rechts van de vestibule bevinden zich de woonkamer en de eetkamer, van elkaar gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten.
Eerste verdieping
De trap van de begane grond leidt met een kwartslag halverwege tot de overloop op de verdieping. Achter de overloop bevindt zich een slaapkamer en aan de voorzijde een bergruimte. Aan de overloop grenst een korte gang tussen de slaapkamers aan de voor- en achterzijde tegen de bouwmuur. Tussen beide kamers bevindt zich de badkamer.
Zolder
De trap van de verdieping leidt met een halve slag tot de zolder.
Bijgebouwen beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband en wordt beëindigd met het betimmerde dakoverstek. Het metselwerk is wit geschilderd.
De gevel is grotendeels geopend onder een korfboog. In de doorgang zijn dubbele deuren aan gesmede gehengen afgehangen. De deuren zijn voorzien van een bekleding van delen, die onder een hoek van 45 graden zijn verwerkt.
Rechter zijgevel
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in lichtbruine baksteen in halfsteens verband en wordt beëindigd met het betimmerde dakoverstek.
Geheel rechts bevindt zich een rondboogdeuropening met een deur van opgeklampte staand verwerkte delen. Links daarvan zijn in het muurwerk twee drieruits betonnen segmentboogvensters opgenomen.
Kap
Het platte dak is met bitumen afgewerkt.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is als onderdeel van een complex van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een dubbel woonhuis binnen een complex van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object heeft als onderdeel van een vrij liggend hoekcomplex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis een hoge stedenbouwkundige waarde.
Unieke waarde
In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121843.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 10
- Datering: 1926
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Woonhuis, onderdeel van dubbel woonhuis met Hallincqlaan 8.
Ligging
Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil, is onderdeel van een complex van twee dubbele woonhuizen - Hallincqlaan 4-6 en 8-10 en één vrijstaande villa aan de Hallincqlaan 2 en één dubbel woonhuis, Singel 68-70.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap op T-vormig grondplan en een éénlaagse uitbouw met kap aan de rechter zijde achter.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 10 april 1924 dient NV aannemersbedrijf v/h P.A. van Wijnen een aanvraag in voor de bouw van zeven woonhuizen naar ontwerp van architectenbureau Bakker en van Herwijnen. Het ontwerp omvat vier types huizen - A,B,C,D.
Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
Opmerkelijk is dat het aannemersbedrijf in eerste instantie een groter project voor ogen had. De bijgevoegde situatieschets toont naast de gerealiseerde huizen (Singel 68/70, Hallincqlaan 2, 4/6 en 8/10) ook het plan voor een pleintje haaks op de Hallincqlaan rechts naast Hallincqlaan 8/10 met daaraan zes vrijstaande villa's en een dubbele woonhuis.
Al tijdens de bouw moet men afgezien hebben van de realisatie van de zes vrijstaande villa's en een dubbel woonhuis, omdat er op 10 september 1926 vergunning wordt verkregen voor 'het plaatsen van een afscheidingshek tussen straat en voortuin ten behoeve van woningen in aanbouw', dat alleen het terrein van de zeven woningen afgrensde.
In 1931 wordt een garage op de erfscheiding gebouwd en wordt het bestaande schuurtje naar achteren verplaatst.
In 1943 wordt het terras aan de achterzijde bij de woning getrokken.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bestaat uit links een asymmetrische afgeplatte topgevel in twee bouwlagen, beëindigd door een gelijste bakgoot op bewerkte klossen, rechts daarvan een terugliggende langsgevel in één bouwlaag, beëindigd door een aan de onderzijde betimmerde luifel en geheel rechts de voorzijde van de uitbouw in één bouwlaag, beëindigd door de gelijste bakgoot.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband.
Voor de entree, die is gesitueerd in de langsgevel, ligt tot aan de lijn van de voorgevel een met rode plavuizen afgewerkt bordes, dat is overdekt met een houten plat afdak ter hoogte van de gootlijn. Het afdak rust aan de voorzijde op een houten kolom met een gefigureerd 'kapiteel' op een keermuurtje. Halverwege het bordes is een ronde bloembak opgemetseld, die aansluit op voornoemd keermuurtje. In de entree bevindt zich een kozijn met een deur met een klein raam.
Aan de rechter zijde in de topgevel bevindt zich op de begane grond, onder de deels over de gevel doorlopende gelijste dakrand van het afdak, een smalle erker op driehoekig grondplan met aan twee zijden een raam met een glas-in-loodvulling. Links hiervan bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met ramen met een glas-in-loodvulling.
De verdieping is boven de lijn van de lekdorpel uitgevoerd met gepotdekselde houten delen. Op dit niveau bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met ramen met een glas-in-loodvulling. Onder de vensteropening bevindt zich een houten gelijste bloembak op consoles.
Aan de voorzijde van de uitbouw bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ramen met een glas-in-loodvulling.
Rechter zijgevel
De gevel bestaat uit rechts een afgeplatte topgevel in twee bouwlagen, beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op bewerkte klossen en doorstekende gordingen en links een terugliggende langsgevel in één bouwlaag, beëindigd door een aan de onderzijde betimmerde luifel. Aan de rechter zijde bevindt zich de zij(top)gevel van de uitbouw, beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op bewerkte klossen en doorstekende gordingen.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband. Aan de linker zijde in de topgevel bevindt zich op de begane grond een hoog geplaatste vensteropening met een tweelicht, met beide ramen met een glas-in-loodvulling. Nabij het maaiveld bevindt zich een kelderlicht met een tweeruits raam.
De verdieping is boven de lijn van de lekdorpel uitgevoerd met gepotdekselde houten delen. Op dit niveau bevindt zich links een vensteropening met een drieruits raam met horizontale roedeverdeling met een glas-in-loodvulling. In de langsgevel bevinden zich twee vensteropeningen met een raam met een glas-in-loodvulling aan weerszijden van een uitgemetseld rookkanaal dat door de luifel heen steekt.
In de topgevel van de uitbouw bevindt zich een deuropening met (gemoderniseerde) vierruits stolpdeuren. Boven de gootlijn is de geveltop uitgevoerd met gepotdekselde houten delen.
Achtergevel
De gevel bezit één bouwlaag en wordt beëindigd door het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek met mastgoot. Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in mangaansteen (plint) en lichtbruine baksteen (opgaand werk) in halfsteens verband. Het metselwerk van de begane grond is wit geschilderd.
Aan de rechter zijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een glaspaneel en aan weerszijden een ongedeeld raam. De bovenramen zijn ongedeeld. De ramen voorzien van een glas-in-loodvulling.
De verdieping is aan de rechter zijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met dubbele stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een melkmeisje met in het midden een deuropening met een deur met dicht onderpaneel en een ongedeeld glaspaneel, geflankeerd door een ongedeeld raam. De ramen zijn voorzien van een glas-in-loodpaneel.
Aan de linker zijde bevindt zich op de begane grond een deuropening met een deur met dicht onderpaneel en een vierruits glaspaneel met een horizontale roedeverdeling, gecombineerd met een halfhoge vensteropening met een drieruits raam met een horizontale roedeverdeling.
Geheel links bevindt zich een vensteropening met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling.
Kap
De steile dakvlakken van het schilddak op T-vormig grondvlak zijn gedekt met rode verbeterd Hollandse pannen.
Hoog in het linker dakvlak staat een kleine dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met ongedeelde ramen. Rechts hiervan steekt een hoog opgemetselde schoorsteen door de luifel heen.
In het achterdakvlak staat een oorspronkelijke dakkapel met plat dak met aan de voorzijde drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling.
In de nok op de scheiding met het buurpand staat een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
Onder de hal bevindt zich een lage kelder.
Begane grond
Achter de entree bevindt zich de vestibule annex trappenhuis met de opgang naar de verdieping. Achter de vestibule bevindt zich een doorloop naar de keuken met rechts daarvan het toilet. Links van de vestibule bevindt zich de woonkamer. De en suite indeling is verwijderd.
De originele binnendeuren zijn nog aanwezig. De vrije leuning van de trapopgang naar de verdieping is verwijderd.
De oorspronkelijke indeling is op hoofdlijnen gehandhaafd.
Eerste verdieping
De trap van de begane grond leidt met een kwartslag halverwege tot de overloop op de verdieping. Achter de overloop bevindt zich een slaapkamer en aan de voorzijde een bergruimte. Aan de overloop grenst een korte gang tussen de slaapkamers aan de voor- en achterzijde tegen de bouwmuur. Tussen beide kamers bevindt zich de badkamer.
De originele binnendeuren zijn nog aanwezig en ook de houten trap is ongewijzigd.
Zolder
De trap van de verdieping leidt met een halve slag tot de zolder.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is als onderdeel van een complex van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een dubbel woonhuis binnen een complex van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object heeft als onderdeel van een vrij liggend hoekcomplex van drie dubbele woonhuizen en één vrijstaand woonhuis een hoge stedenbouwkundige waarde.
Unieke waarde
In architectonisch- en bouwkundig opzicht bezit het object zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121844.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 12
- Datering: 1928
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Vrijstaande villa.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil in een rij van villa's en dubbele woonhuizen met tuinen rondom aan de Hallincqlaan tussen de Singel en de Groenedijk.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in twee bouwlaag met schilddak (hierin ook nog twee lagen) en een éénlaagse uitbouw aan de rechterzijde achter.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
In november 1928 wordt het plan voor het bouwen van landhuis naar ontwerp van NV aanneming mij Groeneveld vergund.
In 1929 wordt de voortuin afgescheiden van de openbare weg.
Bij de bouw waren de ramen voorzien van roedenverdeling, dit is vervangen door glas-in-lood.
In 1940 wordt een dubbele deur in de rechter zijgevel enigszins uitgebouwd tot gemetselde borstwerking met raam.
In 1942 wordt de huidige garage aan de linker zijde tegen de garage van het buurpand opgetrokken. Een bestaand schuurtje wordt hiervoor gesloopt.
In 1947 wordt de serre bij de achterkamer getrokken.
In 1984 is de keuken verbouwd.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel telt twee bouwlagen met aan de rechter zijde een geveltop en is opgetrokken in roodbruine baksteen in Noors verband met een platvolle voeg. In de ongeveer één meter hoge plint is elke derde metselgang iets uitgemetseld. Eenzelfde metselgang markeert de ligging van de verdiepingsvloer en is ter hoogte van de onderregel van de vensters op de verdieping toegevoegd. Het muurwerk wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde goot- respectievelijk dakoverstek op klossen.
Aan de linker zijde is de gevel geopend met een paraboolboog, waarachter zich een portaal bevindt met de entree. Voor het portaal ligt een trap van drie gemetselde treden, aan de linker zijde begrensd door een bloembak met een spitsboog-grondvlak. De entree bestaat uit een deuropening met in het kozijn een deur met een opgelegd vlak paneel met drie liggende ruiten met een naar boven toenemende breedte. Aan de linker zijde gekoppeld aan het kozijn bevindt zich in de lijn met de bovenregel van het deurkozijn een klein raam met een glas-in-loodvulling.
Rechts van de entree is een rechthoekige erker gebouwd, met boven de borstwering een kozijn met onder ongedeelde ramen een uitkragend bovengedeelte met aan de zij- en voorkant één respectievelijk drie bovenramen. De beglazing is vervangen in dubbele beglazing, waarbij de horizontale roedeverdeling in de bovenramen is verwijderd.
Op de verdieping bevindt zich aan de linker zijde een driehoekige erker met aan beide zijden een smal drieruits raam. Onder de erker is een houten bloembak op consoles aangebracht. Aan de rechter zijde is het muurwerk van de erker hoger opgetrokken als borstwering voor een balkon. De rand is afgewerkt met een metselgang van hardrode strengperssteen.
Aan het balkon grenst een gevelopening met een pui met centraal een deur met glaspaneel en aan weerszijden een raam en voorzien van drie bovenramen. Alle ramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.
In de top bevindt zich op een betonnen basis een kleine driehoekige erker met aan beide zijden een smal raam met glas-in-loodvulling. De erker is afgedekt met een betonnen dekplaat.
De rechter zijde van de gevel is hoger opgetrokken als schoorsteen.
Linker zijgevel
De gevel telt twee bouwlagen met centraal een vooruitgeschoven en drie bouwlagen tellend risaliet en is opgetrokken in roodbruine baksteen in Noors verband met een platvolle voeg. In de ongeveer één meter hoge plint is elke derde metselgang iets uitgemetseld. Eenzelfde metselgang markeert de ligging van de verdiepingvloer en is ter hoogte van de onderregel van de vensters op de verdieping toegevoegd. Het muurwerk wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde gootoverstek op klossen.
Op de begane grond aan de linker zijde bevindt zich een van de achtergevel doorlopende luifel, waaronder een om de hoek met de achtergevel doorlopend kozijn met aan deze zijde vier ramen met een glas-in-loodvulling.
In het risaliet is in de plint een klein kelderlicht opgenomen. Hogerop bevinden zich schuin boven elkaar twee kleine vensteropeningen met een raam met een glas-in-loodvulling. Het onderste aan de rechter zijde gesitueerde venster loopt om de hoek van het risaliet door en bezit daar een klein raam met een glas-in-loodvulling.
Rechts van het risaliet bevinden zich twee hoog geplaatste kleine vensteropeningen met een raam met een glas-in-loodvulling.
Geheel rechts is de gevel boven de plint met een paraboolboog geopend naar het portaal voor de entree.
Op de verdieping aan de linker zijde bevindt zich direct onder het gootoverstek een om de hoek met de achtergevel doorlopend kozijn met aan deze zijde twee ramen met een glas-in-loodvulling. Onder het venster is een houten bloembak op consoles aangebracht, die doorloopt over de achtergevel.
In het risaliet bevinden zich drie hoog geplaatste kleine vensteropeningen met een raam met een glas-in-loodvulling. De beide buitenste kozijnen lopen om de hoek van het risaliet door en bezitten daar een klein raam met een glas-in-loodvulling. Het kozijn is rechts van het risaliet doorgezet met een kleine vensteropening met een raam met een glas-in-loodvulling.
Rechts daarvan bevindt zich een vensteropening met een raam met een glas-in-loodvulling.
Direct onder het gootoverstek van het risaliet bevindt zich een doorlopende vensterstrook met aan de zij- en voorkant één respectievelijk drie ramen met een glas-in-loodvulling. De vensterstrook loopt door aan de rechter zijde in een dakkapel.
Achtergevel
De afgetopte topgevel telt drie bouwlagen en is opgetrokken in roodbruine baksteen in Noors verband met een platvolle voeg. In de ongeveer één meter hoge plint is elke derde metselgang iets uitgemetseld. Eenzelfde metselgang markeert de ligging van de verdiepingsvloer en is ter hoogte van de onderregel van de vensters op de verdieping toegevoegd. Het muurwerk wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde dakoverstek op klossen.
Aan de linker zijde is de gevel met een rechthoekige erker uitgebouwd, met een pui met centraal dubbele deuren met een achtruits glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden bevindt zich een ongedeeld onder- en bovenraam.
Rechts van de erker bevindt zich een luifel, die doorloopt over de linker zijgevel, in de buitenhoek gesteund door een ijle kolom op een gemetselde poer. Onder de luifel bevindt zich in de hoek tegen de erker een deuropening met een deur met een glaspaneel. Boven de luifel bevindt zich een bovenlicht met matglas aan de binnenzijde en glas-in-lood aan de buitenzijde. Geheel rechts direct onder de luifel bevindt zich een om de hoek met de linker zijgevel doorlopend kozijn met aan deze zijde een raam met een glas-in-loodvulling.
Op de verdieping is het muurwerk van de erker hoger opgetrokken als borstwering voor een balkon. Het balkon is afgewerkt met een betonnen rand.
Aan het balkon grenst onder een uitstekende betonnen latei een gevelopening met een pui met centraal een deur met achtruits glaspaneel en aan weerszijden een achtruits raam en voorzien van drie tweeruits bovenramen. Aan de rechter zijde bevindt zich direct onder de aanzet van het dakoverstek een om de hoek met de linker zijgevel doorlopend kozijn met aan deze zijde een raam met een glas-in-loodvulling. Onder het venster is een houten bloembak op consoles aangebracht, die doorloopt over de linker zijgevel.
In de top bevindt zich onder een uitstekende betonnen latei een brede vensteropening met een drielicht met vierruits ramen. Onder de vensteropening bevindt zich een houten bloembak op klossen.
Rechter zijgevel
De gevel telt twee bouwlagen en is opgetrokken in roodbruine baksteen in Noors verband met een platvolle voeg. In de ongeveer één meter hoge plint is elke derde metselgang iets uitgemetseld. Eenzelfde metselgang markeert de ligging van de verdiepingvloer en is ter hoogte van de onderregel van de vensters op de verdieping toegevoegd. Het muurwerk wordt beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde gootoverstek op klossen.
Aan de linker zijde op de begane grond is een bloembak segmentboogvormig uitgemetseld tot halverwege de hoogte van de plint. Hierboven bevindt zich onder een gebogen houten plat dakje een vensteropening met een kozijn, dat licht naar buiten is gebogen, met een drieruits raam met horizontale roedeverdeling en gebogen glas.
Rechts hiervan bevindt zich een oorspronkelijke deuropening, die in 1940 is gewijzigd in een vensteropening. De oorspronkelijk dubbele deuren met een achtruits glaspaneel zijn verwijderd en het muurwerk is over de hoogte van de plint een kop vooruitspringend dichtgemetseld. Hierop is een iets uit het muurwerk stekend kozijn met een ongedeeld raam geplaatst. Een met zink afgewerkt afdakje sluit aan op het oorspronkelijke kalf, waarboven beide oorspronkelijke bovenramen met glas-in-loodvulling zijn gehandhaafd.
In de as van de gevel bevindt zich op de verdieping in het door de gootlijn heen stekende muurwerk een vensteropening met een raam met een glas-in-loodvulling. Onder de vensteropening bevindt zich een houten bloembak op klossen. De gootlijst is hier onderbroken en beëindigt het hoger opgetrokken muurwerk.
Aan de linker zijde van de gevel bevindt zich een hoog opgetrokken schoorsteen.
Kap
De dakvlakken van het schilddak met de nok loodrecht op de straat, het halve schilddak boven het risaliet aan de linker zijde en de aankapping op de topgevel aan de voorzijde zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen.
In het uiteinde van de nok aan de achterzijde staat een gemetselde schoorsteen. Aan de voorzijde is de nok verder doorgetrokken boven een driehoekig dakraam.
Aan de linker zijde staat halverwege het dakvlak een lage dakkapel met plat dak. Het kozijn met twee ramen met een glas-in-loodvulling sluit aan op de raamstrook bovenin het risaliet.
In het rechter dakvlak staat halverwege een brede dakkapel met aan de voorzijde een zeslicht met glas-in-lood.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
Onder het trappenhuis bevindt zich een kelder.
Begane grond
Achter de entree ligt een vestibule, gescheiden door een tochtdeur van de hal annex trappenhuis. Tussen de trap en de vestibule is het toilet gesitueerd. Achter de hal bevindt zich de keuken. Deze is te bereiken vanuit de achterkamer.
Aan de rechter zijde bevinden zich de voor- en achterkamer 'en suite'. De voorkamer heeft een moderne gashaard met en strakke schouw. In de achterkamer is geen schouw aanwezig. De achterkamer is door een binnenpui gescheiden van de serre.
Bij de verbouwing van 1947 is de binnenpui tussen de achterkamer en de serre verwijderd.
De vestibule en hal zijn voorzien van de oorspronkelijke vloer van rode keramische tegels binnen een dubbele kantstrook van zwarte tegels. Enige binnendeuren met een meerruits glaspaneel resteren.
Eerste verdieping
De trap loopt met twee kwarten van de begane grond naar de overloop op de verdieping. Aan de overloop grenst aan de voorzijde de badkamer en aan de achterzijde een slaapkamer. Aan de rechter zijde bevinden zich twee slaapkamers. Tussen beide kamers bevinden zich de steektrap naar de zolder en één kast.
Tweede of kapverdieping
Een rechte steektrap leidt van de verdieping naar de overloop op zolder. Aan de voor- en achterzijde bevindt zich een slaapkamer. Achter de overloop bevindt zich aan de linker zijde een kamer, in gebruik als wasruimte. Hier bevindt zich de vlizotrap naar de zolder.
Zolder
Opslagruimte met in het midden een hoogte van ca. 3 meter.
Bijgebouwen beschrijving exterieur per gevel
Aan de linker zijde van het perceel staat een garage, die in 1942 is opgetrokken tegen de zijmuur van de garage van Hallincqlaan 10.
Voorgevel
De gevel is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in onregelmatig klezorenverband met een platvolle voeg. De voorzijde is vrijwel geheel onder een segmentboog geopend. De deuropening is afgesloten met dubbele vlakke deuren aan gesmede gehengen.
Rechter zijgevel
De gevel is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in onregelmatig klezorenverband met een platvolle voeg. In de gevel zijn twee hoog geplaatste segmentboogvensteropeningen opgenomen.
Kap
Het platte dak is met bitumen afgewerkt.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand met rondom tuin is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is stedenbouwkundig van waarde vanwege de vrijstaande ligging, die typerend is voor dit deel van de Hallincqlaan.
Unieke waarde
In architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het object een hoge zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121845.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 14
- Datering: 1928
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Rechter huis van een dubbel woonhuis met Hallincqlaan 16.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil in een rij van villa's en dubbele woonhuizen met tuinen rondom aan de Hallincqlaan tussen de Singel en de Groenedijk.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap op T-vormig grondplan.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 29 oktober 1928 doet Aannemingsbedrijf v/h P.A.v.Wijnen de aanvraag voor het bouwen van een dubbel landhuis naar het ontwerp van Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen.
Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bestaat uit een asymmetrische topgevel in drie bouwlagen, beëindigd door een houten boeiboord.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in roodbruine baksteen in halfsteens verband met terugliggend donker voegwerk.
Aan de linker zijde is de gevel geopend met een paraboolboog, waarachter zich een portaal bevindt met de entree. Het portaal wordt aan de linker zijde begrensd door een halfhoge gemetselde muur. De vloer van het portaal is afgewerkt met rode keramische plavuizen en het plafond met houten delen. Voor het portaal ligt een gemetselde trede. De entree bestaat uit een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel een deur met twee opgelegde vlakke panelen, waartussen een smal ongedeeld raam. In de gevel aan de rechter zijde van het portaal bevindt zich een gevelopening met oorspronkelijk een deur met een horizontale roedeverdeling, die is gewijzigd. De roedeverdeling is opgenomen in de dubbele beglazing.
Rechts van de doorgang naar de entree bevindt zich een smal venster met een ongedeeld raam. Rechts is de gevel uitgebouwd met een driezijdige erker. Op de gemetselde borstwering bevindt zich een kozijn dat het driezijdig grondplan volgt. Aan de voorzijde hierin een ongedeeld onderraam en een ongedeeld bovenraam met een glas-in-loodvulling en aan beide zijkanten een lager ongedeeld raam.
Het bovenraam aan de voorzijde moet later zijn toegevoegd. De horizontale roedeverdeling in de zijramen is verwijderd. De erker vormt de basis voor een balkon op de verdieping, begrensd door het hoger opgetrokken muurwerk van de erker. In de gevel bevindt zich een gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een zesruits glaspaneel met een horizontale roedeverdeling, aan weerszijden geflankeerd door een smal vierruits raam met een horizontale roedeverdeling.
In de top bevindt zich een smalle vensteropening met een tweeruits raam.
Linker zijgevel
De gevel bestaat uit een topgevel in drie bouwlagen, beëindigd door een houten boeiboord.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in roodbruine baksteen in halfsteens verband met terugliggend donker voegwerk.
Op de begane grond bevindt zich een vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam. Rechts hiervan bevindt zich op maaiveldniveau een kleine vensteropening met een tweeruits raam. In de as van de gevel bevinden zich twee kleine hoog geplaatste smalle vensteropeningen met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een tweeruits raam. Het rechter raam is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Geheel rechts bevindt zich een vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling.
Op de verdieping bevinden zich in de as twee vensteropeningen met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. Het rechter raam is voorzien van een glas-in-loodvulling.
Aan weerszijden van deze vensters bevinden zich een smalle vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een drieruits raam met een horizontale roedeverdeling.
In de top bevindt zich een smalle vensteropening met een tweeruits raam.
Achtergevel
De gevel bezit twee bouwlagen en wordt aan de linker zijde beëindigd door het houten boeiboord van de goot die op het muurwerk ligt en aan de rechter zijde door een mastgoot op beugels.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in roodbruine baksteen in halfsteens verband met terugliggend donker voegwerk.
Aan de linker zijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met oorspronkelijk een pui met centraal stolpdeuren met een zesruits glaspaneel met een horizontale roedeverdeling, aan weerszijden geflankeerd door een smal vierruits raam met een horizontale roedeverdeling. De pui is gewijzigd. Boven een doorlopende gecementeerde lekdorpel is een kozijn geplaatst met centraal een breed ongedeeld raam en aan weerszijden een smal ongedeeld raam.
Onder de lekdorpel is het restant van de oorspronkelijke deuropening dichtgezet.Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel een vernieuwde deur met een ongedeeld raam.
De verdieping is aan de linker zijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het betonnen balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een zesruits glaspaneel met een horizontale roedeverdeling, aan weerszijden geflankeerd door een smal vierruits raam met een horizontale roedeverdeling.
Aan de rechter zijde is de gevel blind uitgevoerd.
Kap
De steile dakvlakken van de twee in elkaar geschoven op ruim een meter van de voet ingesnoerde schilddaken zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. In de nok staat op de scheiding van beide panden een gemetselde schoorsteen.
In het achterdakvlak staan twee identieke dakkapellen met plat dak met aan de voorzijde tweemaal drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. Aan de rechter zijde staat een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
In de keuken bevindt zich een kleine kelderkast.
Begane grond
Achter de entree ligt de hal met de trapopgang naar de verdieping in de vorm van een steektrap met bovenkwart, waarvan de treden aan de onderzijde zijn verdreven.
Deels onder de trap bevindt zich het toilet en aan de achterzijde de keuken.
Rechts van de hal zijn de voor- en achterkamer (en-suite) gesitueerd. De kastenwand op de scheiding aan de rechter zijde is in beide kamers oorspronkelijk voorzien van een hoekschouw (verwijderd).
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd.
De hal is voorzien van een keramische tegelvloer met een dubbele zwarte bies, waarbinnen grijze tegels en een middenornament in zwarte tegels. De wanden van het toilet zijn tot halve hoogte betegeld. De stucplafonds in de voor- en achterkamer, de binnendeuren en de schuifdeuren resteren en de houten trap is ongewijzigd.
Eerste verdieping
De trap leidt tot een haaks op de zijgevel gelegen overloop met in het verlengde daarvan de steektrap naar de zolder. Aan de voorzijde grenzen aan de overloop de badkamer en de slaapkamer aan de voorzijde. Aan de achterzijde liggen een grote en een kleine slaapkamer.
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. De binnendeuren resteren en de houten trap is ongewijzigd.
Zolder
De zolder is niet ingedeeld.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand met tuin rondom is als onderdeel van een dubbel woonhuis van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een dubbel woonhuis van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is extern enigszins gewijzigd en intern vooral op de begane grond, maar er zijn toch nog cultuurhistorische en architectonische waarden bewaard gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is als onderdeel van een dubbel woonhuis stedenbouwkundig van waarde vanwege de vrijstaande ligging, die typerend is voor dit deel van de Hallincqlaan.
Unieke waarde
In architectonisch, stedenbouwkundig en bouwkundig opzicht bezit het object een zekere zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121846.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 16
- Datering: 1928
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Linker huis van een dubbel woonhuis met Hallincqlaan 14.
Ligging
Het pand is gelegen in de negentiende-eeuwse schil in een rij van villa's en dubbele woonhuizen met tuinen rondom aan de Hallincqlaan tussen de Singel en de Groenedijk.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap op T-vormig grondplan.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 29 oktober 1928 doet Aannemingsbedrijf v/h P.A. v. Wijnen de aanvraag voor het bouwen van een dubbel landhuis naar het ontwerp van Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen.
Paulus Adrianus van Wijnen nam op 29-jarige leeftijd het besluit om zijn eigen bedrijf te beginnen. Tot dan toe was hij werkzaam als timmerman bij aannemingsbedrijf Van Dongen & Van Hoven in Dordrecht. Het eerste werk dat hij in 1907 aannam was de verbouwing van de Krimdrogisterij te Dordrecht. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog had Van Wijnen overwegend werken van bescheiden omvang, maar met veel inzet en goed vakmanschap slaagt hij erin het bedrijf uit te bouwen. Het gezin Van Wijnen verhuist naar de Nieuwstraat, waar zij een bovenwoning betrekken met daaronder een timmermanswerkplaats 'De Timmerwinkel' genaamd.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
In 1949 wordt een zolderraam in de zijgevel gewijzigd.
In 1970 vinden diverse wijzigingen plaats, onder andere in de woonkamer. De twee oorspronkelijke hoekschouwen worden verwijderd en een nieuwe schouw wordt geplaatst. Ook de suiteseparatie verdwijnt en de openslaande deuren met roedenverdeling.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bestaat uit een asymmetrische topgevel in drie bouwlagen, beëindigd door een houten boeiboord.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in roodbruine baksteen in halfsteens verband met terugliggend donker voegwerk.
Aan de rechter zijde is de gevel geopend met een paraboolboog, waarachter zich een portaal bevindt met de entree. Het portaal wordt aan de rechter zijde begrensd door een halfhoge gemetselde muur. De vloer van het portaal is afgewerkt met rode keramische plavuizen en het plafond met houten delen. Voor het portaal ligt een gemetselde trede. De entree bestaat uit een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel een deur met twee opgelegde vlakke panelen, waartussen een smal ongedeeld raam achter een smeedijzeren rooster. In de gevel aan de rechter zijde van het portaal bevindt zich een gevelopening met dubbele deuren met oorspronkelijk een horizontale roedeverdeling, die is verwijderd en vervangen door dubbele beglazing waarin de roeden zijn verwerkt.
Links van de doorgang naar de entree bevindt zich een smal venster met een raam met een glas-in-loodvulling. Links is de gevel uitgebouwd met een driezijdige erker. Op de gemetselde borstwering bevindt zich een kozijn dat het driezijdig grondplan volgt. Aan drie zijden bevindt zich hierin een ongedeeld raam. De buitenste ramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.
De erker vormt de basis voor een balkon op de verdieping, begrensd door het hoger opgetrokken muurwerk van de erker. In de gevel bevindt zich een gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een zesruits glaspaneel, aan weerszijden geflankeerd door een smal vierruits raam. Alle glasopeningen zijn voorzien van voorzetbeglazing.
In de top bevindt zich een smalle vensteropening met een tweeruits raam.
Rechter zijgevel
De gevel bestaat uit een topgevel in drie bouwlagen, beëindigd door een houten boeiboord.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in roodbruine baksteen in halfsteens verband met terugliggend donker voegwerk.
Op de begane grond geheel links bevindt zich een vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling. In de as van de gevel bevinden zich twee kleine hoog geplaatste smalle vensteropeningen met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een tweeruits raam met een glas-in-loodvulling. Links hiervan bevindt zich op maaiveldniveau een kleine vensteropening met een tweeruits raam. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam.
Op de verdieping bevinden zich in de as twee vensteropeningen met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met drieruits stolpramen met een horizontale roedeverdeling. Aan weerszijden van deze vensters bevinden zich smalle vensteropeningen met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een ongedeeld raam.
In de top bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld stolpraam.
Achtergevel
De gevel bezit twee bouwlagen en wordt aan de rechter zijde beëindigd door het houten boeiboord van de goot die op het muurwerk ligt en aan de linker zijde door een mastgoot op beugels.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in roodbruine baksteen in halfsteens verband met terugliggend donker voegwerk.
Aan de rechter zijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een glaspaneel van dubbel glas aan weerszijden geflankeerd door een smal ongedeeld raam.
Links hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel een vernieuwde deur met een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenlicht. De verdieping is aan de rechter zijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het betonnen balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een zesruits glaspaneel, aan weerszijden geflankeerd door een smal vierruits raam. Alle glasopeningen zijn voorzien van voorzetbeglazing.
Aan de linker zijde is de gevel blind uitgevoerd.
Kap
De steile dakvlakken van de twee in elkaar geschoven op ruim een meter van de voet ingesnoerde schilddaken zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. In de nok staat op de scheiding van beide panden een gemetselde schoorsteen.
In het achterdakvlak staat een grote dakkapel met plat dak en een drielicht met centraal ongedeelde stolpramen. Rechts hiervan bevindt zich een dakraam. Aan de linker zijde staat een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
In de keuken bevond zich een kleine kelderkast. Deze is dichtgemaakt.
Begane grond
Achter de entree ligt de hal met de trapopgang naar de verdieping in de vorm van een steektrap met een draai, waarvan de treden aan de onderzijde zijn verdreven.
Deels onder de trap bevindt zich het toilet en aan de achterzijde bevindt zich de keuken.
Links van de hal zijn de samengevoegde voor- en achterkamer gesitueerd. Vanuit de woonkamer is een doorgang naar de keuken gemaakt. Ook is een opening gemaakt tussen de woonkamer en de gang, hierin een kozijn met glas geplaatst.
De binnendeuren resteren; de schuifdeuren en schouwen zijn verwijderd en de houten trap is gewijzigd.
Eerste verdieping
De trap leidt tot een haaks op de zijgevel gelegen overloop met in het verlengde daarvan de steektrap naar de zolder. De toegangsdeur voor de houten steektrap naar zolder is verwijderd. De trap is verbreed en gewijzigd in een trap met een draai.
Aan de voorzijde grenzen aan de overloop de badkamer en de slaapkamer aan de voorzijde. Aan de achterzijde liggen een grote en een kleine slaapkamer.
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. De binnendeuren resteren en de houten trap is ongewijzigd.
Zolder
De zolder is opgedeeld in meerdere ruimten.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand met tuin rondom is als onderdeel van een dubbel woonhuis van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een dubbel woonhuis van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is extern enigszins gewijzigd en intern vooral op de begane grond, maar er zijn toch nog cultuurhistorische en architectonische waarden bewaard gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is als onderdeel van een dubbel woonhuis stedenbouwkundig van waarde vanwege de vrijstaande ligging, die typerend is voor dit deel van de Hallincqlaan.
Unieke waarde
In architectonisch, stedenbouwkundig en bouwkundig opzicht bezit het object een zekere zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121847.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 18
- Datering: 1931
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Rechter huis van een dubbel woonhuis met Hallincqlaan 20.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil in een rij van villa's en dubbele woonhuizen met tuinen rondom aan de Hallincqlaan tussen de Singel en de Groenedijk.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met kap op T-vormig grondplan.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 2 januari en nogmaals op 28 januari 1931 doet Firma Gebr. Hubers de aanvraag voor het bouwen van een dubbel landhuis naar het ontwerp van Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen.
G.H. Hubers staat in 1915 geregistreerd als metselaar en aannemer, gevestigd aan het Matena's pad 5 te Dordrecht.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
Opmerkelijk is dat het ontwerp identiek is aan dat van Hallincqlaan 14/16, dat in 1928 door Aannemingsbedrijf v/h P.A. v. Wijnen werd gerealiseerd.
In vergelijk met de tweekapper Hallincqlaan 14/16 is Hallincqlaan 18/20 ruim een meter dieper uitgebouwd. Hierdoor werd binnen meer ruimte gecreëerd, waardoor de trap naar de verdieping minder steil werd.
In 1949 wordt vergunning verleend voor het aanbrengen van een dakvenster in het voordakvlak en het plaatsen van 2 drijfsteenwandjes op de zolder naar het ontwerp van architectenbureau Van Bilderbeek & Basters te Dordrecht.
B. van Bilderbeek (Amsterdam in 1876 / Dordrecht in 1955) werd opgeleid en gevormd tot architect in Amsterdam waar hij met name bij het architectenbureau van de gebroeders Van Gendt de kneepjes van het vak leerde. In Dordrecht kreeg Van Bilderbeek tal van mogelijkheden om zijn liefde voor het vak voor behoud van historisch erfgoed tot uitdrukking te brengen. Naast het realiseren van nieuwe werken nam hij zitting in diverse beroeps- en culturele commissies in Dordrecht waarbij onder meer aandacht werd gevraagd voor de oude stad. Ook was hij betrokken bij de restauraties van diverse monumentale kerken, kerktorens en poortgebouwen in den lande.
Van Bilderbeek werd geboren in Amsterdam en volgde er zijn opleiding aan de Ambachtsschool en aan de tekenschool. Hij begon zijn carrière rond 1895 als architect bij het architectenbureau Van Gendt waar hij ongeveer 11 tot 12 jaar werkte. Wonend en werkzaam in Amsterdam was hij jarenlang lid van het Genootschap Architectura et Amicia dat in die tijd onder voorzitterschap stond van H.P. Berlage. Hier ontmoette hij tal van architecten uit het Amsterdamse circuit.
Van Bilderbeek vestigde zich in 1906 in Dordrecht aan de Buiten Walevest. De belangrijkste reden voor zijn verhuizing was het feit dat hij de leiding voerde over de bouw van een bijkantoor voor De Nederlandsche Bank aan de Wijnstraat in Dordrecht naar ontwerp van A.D.N. en J.G. van Gendt. Na voltooiing van dit monumentale pand met diverse historiserende onderdelen bleef Van Bilderbeek in Dordrecht wonen. Er volgden tal van nieuwe opdrachten in Dordrecht zoals het in opdracht van zijn oom ontwerpen van huize Cronenburch in 1906 en de in traditionalistische stijl ontworpen villa Berckensteyn aan in 1912. Behalve het ontwerp voor architectonische projecten was Van Bilderbeek ook actief als interieurarchitect en ontwierp hij tal van meubels, hang- en sluitwerkonderdelen en lampen.
In 1917 associeerde Van Bilderbeek zich met architect H.A. Reus (1872-1935). Reus was opgeleid aan de Rotterdamse Academie voor Bouwkunst en al vanaf 1892 werkzaam in Dordrecht. Het duo werkte niet alleen tientallen jaren samen aan tal van projecten in Dordrecht maar verrichtten ook, met name restauratiewerkzaamheden, buiten de stad.
Na de oorlog in 1945, toen Reus inmiddels was overleden, werd C.C. Basters de nieuwe compagnon van Van Bilderbeek. Het bureau droeg tot 1956 de naam Van Bilderbeek & Basters. Later werd het bureau Basters en De Vries en tegenwoordig heet het bureau Lugten Malschaert Architecten.
In 1976 wordt in de tuin een vrijstaande schuur gebouwd.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bestaat uit een asymmetrische topgevel in drie bouwlagen, beëindigd door een houten boeiboord.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in bruinrode baksteen in halfsteens verband met terugliggend voegwerk.
Aan de linker zijde is de gevel geopend met een paraboolboog, waarachter zich een portaal bevindt met de entree. Het portaal wordt aan de linker zijde begrensd door een halfhoge gemetselde muur. De vloer van het portaal is afgewerkt met rode keramische plavuizen en het plafond met houten delen. Voor het portaal ligt een gemetselde trede. De entree bestaat uit een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel een deur met twee opgelegde vlakke panelen, waartussen een smal ongedeeld raam achter een siersmeedijzeren rooster. In de gevel aan de rechter zijde van het portaal bevindt zich een gevelopening met twee deuren met horizontale roedeverdeling.
Rechts van de doorgang naar de entree bevindt zich een smal venster met een ongedeeld raam. Rechts is de gevel uitgebouwd met een driezijdige erker. Op de gemetselde borstwering bevindt zich een kozijn dat het driezijdig grondplan volgt. Aan drie zijden bevindt zich hierin een ongedeeld raam.
De erker vormt de basis voor een balkon op de verdieping, begrensd door het hoger opgetrokken muurwerk van de erker. In de gevel bevindt zich een gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een ongedeeld glaspaneel, aan weerszijden geflankeerd door een smal ongedeeld raam.
In de top bevindt zich een smalle vensteropening met een ongedeeld raam.
Linker zijgevel
De gevel bestaat uit een topgevel in drie bouwlagen, beëindigd door een houten boeiboord.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in bruinrode baksteen in halfsteens verband met terugliggend voegwerk.
Op de begane grond bevinden zich van links naar rechts: raam met bovenraam met daarin glas-in-lood, het schoorsteenkanaal, een smalle vensteropening met een tweeruitsraam met glas-in-lood, op maaiveldniveau een kleine vensteropening, tweelicht met glas-in-lood ramen.
Rechts van de as van de gevel bevindt zich een kleine hoog geplaatste smalle vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een tweeruits raam.
Geheel rechts bevindt zich een vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een tweelicht met ongedeelde ramen met een glas-in-loodvulling.
Op de verdieping bevinden zich in vier vensteropeningen met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met ongedeelde ramen. Het tweede raam van links bezit met een horizontale drieruits roedeverdeling en is voorzien van een glas-in-loodvulling.
In de top bevindt zich een smalle vensteropening met een ongedeeld raam.
Achtergevel
De gevel bestaat uit twee bouwlagen en wordt aan de linker zijde beëindigd door het houten boeiboord van de goot die op het muurwerk ligt en aan de rechter zijde door een mastgoot op beugels.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in bruinrode baksteen in halfsteens verband met terugliggend voegwerk. Aan de linker zijde bevindt zich een pui met centrale stolpdeuren en aan beide zijden een raam. Hierboven zit glas-in-lood.
Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel een vernieuwde deur met een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een ongedeeld onderraam en bovenraam met een glas-in-loodvulling.
De verdieping is aan de linker zijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het betonnen balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een ongedeeld glaspaneel, aan weerszijden geflankeerd door een smal ongedeeld raam.
In het dak dat uitsteekt naast het balkon zijn twee dakramen aangebracht.
Aan de rechter zijde is de gevel blind uitgevoerd.
Kap
De steile dakvlakken van de twee in elkaar geschoven op ruim een meter van de voet ingesnoerde schilddaken zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. In de nok staat op de scheiding van beide panden een gemetselde schoorsteen.
In het voordakvlak staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een tweelicht met ongedeelde ramen. In het achterdakvlak staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een drielicht met ongedeelde ramen.
Aan de rechter zijde staat een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
Begane grond
Wijzigingen op de oorspronkelijke indeling: de serre is verwijderd en de keuken heeft nu een open verbinding met de achterkamer.
Achter de entree ligt de hal met een tochtdeur naar de gang en daar is de trapopgang naar de verdieping in de vorm van een steektrap met bovenkwart, waarvan de treden aan de onderzijde zijn verdreven.
Deels onder de trap bevindt zich het toilet en de deur naar de kelder. Aan de achterzijde bevindt zich de keuken. In de keuken bevindt zich nog een originele servieskast, links naast de schouw. Rechts van de hal zijn de voor- en achterkamer (en-suite) gesitueerd. Beide met stucplafonds en hoekschouwen.
De hal is voorzien van een keramische tegelvloer met een dubbele zwarte bies, waarbinnen grijze tegels en een middenornament in zwarte tegels. De wanden zijn, evenals de hal, de gang en de overloop, langs de trap zijn tot halve hoogte betegeld.
Eerste verdieping
De trap leidt tot een haaks op de zijgevel gelegen overloop met in het verlengde daarvan de steektrap naar de zolder. Aan de voorzijde grenzen aan de overloop een kleine en een grote slaapkamer. Aan de achterzijde liggen een grote slaapkamer en de badkamer.
De binnendeuren resteren en de houten trap is ongewijzigd.
Zolder
De zolder was oorspronkelijk niet ingedeeld. In 1949 is de ruimte heringedeeld.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand met tuin rondom is als onderdeel van een dubbel woonhuis van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een dubbel woonhuis van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is als onderdeel van een dubbel woonhuis stedenbouwkundig van waarde vanwege de vrijstaande ligging, die typerend is voor dit deel van de Hallincqlaan.
Unieke waarde
In architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het object een zekere zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121848.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Hallincqlaan 20
- Datering: 1931
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Engelse Landschapstijl
- Architect: Bakker & van Herwijnen
- Postcode: 3311SC
Algemene beschrijving
Linker huis van een dubbel woonhuis met Hallincqlaan 18.
Ligging
Het pand is gelegen in de 19e eeuwse schil in een rij van villa's en dubbele woonhuizen met tuinen rondom aan de Hallincqlaan tussen de Singel en de Groenedijk.
Hoofdvorm
Nagenoeg rechthoekig grondplan in één bouwlaag met 2 lagen in de kap op T-vormig grondplan.
Bouwgeschiedenis
De ontwikkeling van het gebied tussen de Oranjelaan en de Groenedijk wordt gestimuleerd wanneer de Oranjelaan, na de sloop in 1919 van het buiten Noordhove, als ontsluitingsweg richting de Staart wordt aangelegd. In een korte periode tussen 1919 en 1930 ontstaat een soort villawijk met daarin vooral vrijstaande en dubbele woonhuizen.
Op 2 januari en nogmaals op 28 januari 1931 doet Firma Gebr. Hubers de aanvraag voor het bouwen van een dubbel landhuis naar het ontwerp van Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen.
G.H. Hubers staat in 1915 geregistreerd als metselaar en aannemer, gevestigd aan het Matena's pad 5 te Dordrecht.
Architectenbureau A. Bakker & L. van Herwijnen was gevestigd in Dordrecht. Zij ontwierpen onder andere de Julianakerk op de hoek van de Mauritsweg - Krispijnseweg in 1928.
Opmerkelijk is dat het ontwerp identiek is aan dat van Hallincqlaan 14/16, dat in 1928 door Aannemingsbedrijf v/h P.A.v.Wijnen werd gerealiseerd.
In vergelijk met de tweekapper Hallincqlaan 14/16 is Hallincqlaan 18/20 ruim een meter dieper uitgebouwd. Hierdoor werd binnen meer ruimte gecreëerd en kon de trap naar de verdieping minder steil worden.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel bestaat uit een asymmetrische topgevel in drie bouwlagen, beëindigd door een houten boeiboord.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in bruinrode baksteen in halfsteens verband met terugliggend voegwerk.
Aan de rechter zijde is de gevel geopend met een paraboolboog, waarachter zich een portaal bevindt met de entree. Het portaal wordt aan de rechter zijde begrensd door een halfhoge gemetselde muur. De vloer van het portaal is afgewerkt met rode keramische plavuizen en het plafond met houten delen. Voor het portaal ligt een gemetselde trede. De entree bestaat uit een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel een deur met twee opgelegde vlakke panelen, waartussen een smal ongedeeld raam. In de gevel aan de linker zijde van het portaal bevindt zich een groot tweeruits raam met dubbel glas.
Links van de doorgang naar de entree bevindt zich een smal venster met een ongedeeld raam. Links is de gevel uitgebouwd met een driezijdige erker. Op de gemetselde borstwering bevindt zich een kozijn dat het driezijdig grondplan volgt. Aan drie zijden bevindt zich hierin een ongedeeld raam.
De erker vormt de basis voor een balkon op de verdieping, begrensd door het hoger opgetrokken muurwerk van de erker. In de gevel bevindt zich een gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een ongedeeld glaspaneel, aan weerszijden geflankeerd door een smal ongedeeld raam.
In de top bevindt zich een smalle vensteropening met een ongedeeld raam.
Rechter zijgevel
De gevel bestaat uit een topgevel in drie bouwlagen, beëindigd door een houten boeiboord.Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in bruinrode baksteen in halfsteens verband met terugliggend voegwerk. Op de begane grond bevindt zich geheel links een vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een tweelicht met ongedeelde ramen.
Links van de as van de gevel bevindt zich een kleine hoog geplaatste smalle vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een tweeruits raam.Het resterende deel van de gevel is op de begane grond afgedekt door een schuurtje.
Rechts kraagt een gemetseld schoorsteenkanaal uit.
Op de verdieping bevinden zich in vier vensteropeningen met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met ongedeelde ramen. Het tweede raam van links bezit met een horizontale drieruits roedeverdeling.
Alle ramen in deze gevel met dubbel glas en het glas-in-lood erachter in een lijstje.
In de top bevindt zich een smalle vensteropening met een ongedeeld raam.
Achtergevel
De gevel bezit twee bouwlagen en wordt aan de rechter zijde beëindigd door het houten boeiboord van de goot die op het muurwerk ligt en aan de linker zijde door een mastgoot op beugels.
Het muurwerk is opgetrokken in spouwmuur in bruinrode baksteen in halfsteens verband met terugliggend voegwerk.
Aan de rechter zijde bevindt zich op de begane grond een brede gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een ongedeeld glaspaneel, aan weerszijden geflankeerd door een smal ongedeeld raam.
Links hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn op hardstenen neuten en dorpel een vernieuwde deur met een ongedeeld raam en een ongedeeld bovenlicht. Geheel links bevindt zich een vensteropening met boven de gecementeerde lekdorpel een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam.
De verdieping is aan de rechter zijde teruggelegd met een balkon binnen een dakinsnijding. Het betonnen balkon wordt begrensd door een houten hekwerk met stijlen, een leuning en twee tussenregels. In de gevel bevindt zich een gevelopening met een pui met centraal stolpdeuren met een ongedeeld glaspaneel, aan weerszijden geflankeerd door een smal ongedeeld raam.
Aan de linker zijde is de gevel blind uitgevoerd.
Kap
De steile dakvlakken van de twee in elkaar geschoven op ruim een meter van de voet ingesnoerde schilddaken zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. In de nok staat op de scheiding van beide panden een gemetselde schoorsteen.
In het achterdakvlak staat een dakkapel met plat dak met aan de voorzijde een drielicht met ongedeelde ramen. Links hiervan bevindt zich een dakraam. Aan de linker zijde staat een gemetselde schoorsteen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
In de keuken bevindt zich een kleine kelderkast.
Begane grond
Achter de entree ligt de hal met de trapopgang naar de verdieping in de vorm van een steektrap met bovenkwart, waarvan de treden aan de onderzijde zijn verdreven.Deels onder de trap bevindt zich het toilet en aan de achterzijde bevindt zich de keuken.
Rechts van de hal zijn de voor- en achterkamer (en-suite) gesitueerd. Achter de achterkamer bevindt zich een serre, die ook via schuifdeuren bereikbaar is. De kastenwand op de scheiding is aan de linker zijde oorspronkelijk in beide kamers voorzien van een hoekschouw (verwijderd).
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. De hal is voorzien van een keramische tegelvloer met een zwarte bies, waarbinnen rode tegels. De stucplafonds in de voor- en achterkamer, de binnendeuren en de schuifdeuren resteren en de houten trap is ontdaan van de vrije leuning. De schouw in de voorkamer is gemoderniseerd, in de achterkamer is geen schouw meer aanwezig.
Eerste verdieping
De trap leidt tot een haaks op de zijgevel gelegen overloop met in het verlengde daarvan de steektrap naar de zolder. Aan de voorzijde grenzen aan de overloop de badkamer en de slaapkamer. Aan de achterzijde liggen een grote en een kleine slaapkamer.
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. De binnendeuren resteren en de houten trap is ongewijzigd.
Zolder
De zolder is ingedeeld in twee kamers.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand met tuin rondom is als onderdeel van een dubbel woonhuis van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de middenklasse werd gebouwd.
Architectonische waarde
Het pand is als onderdeel van een dubbel woonhuis van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet en detaillering van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.
Gaafheid
Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het object is als onderdeel van een dubbel woonhuis stedenbouwkundig van waarde vanwege de vrijstaande ligging, die typerend is voor dit deel van de Hallincqlaan.
Unieke waarde
In architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het object een zekere zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121849.pdf (opent in een nieuw venster)