Dubbeldamseweg Zuid
Objecten met monumentenstatus.
-
Dubbeldamseweg Zuid 183 (complex "Essenhof")
- Datering: 1828
- Oorspronkelijke functie: Begraafplaats
- Postcode: 3314JD
Inleiding
Complex van de gemeentelijke begraafplaats 'Essenhof', bestaande uit een TOEGANGSPARTIJ, DIENSTWONING, HEULBRUG MET HEK, historische AANLEG met padenstelsel, grafvelden en graftekens en een AULA, gelegen binnen het zwartomlijnde gedeelte van de bijbehorende kaart.
De in 1828 aangelegde, op 1 juli 1829 in gebruik genomen algemene begraafplaats Essenhof ligt op het terrein van het voormalige landgoed Blauwhuis tussen de Dubbeldamseweg Zuid, de Mariastraat en de Nieuweweg. De begraafplaats is aangelegd volgend op het Koninklijke Besluit van 1827, waarin werd bepaald dat er in het vervolg niet meer in kerken begraven mocht worden. De entree van het oorspronkelijke deel van de begraafplaats aan de Dubbeldamseweg Zuid bevindt zich achter een hek en een dienstwoning, die deel uitmaakten van het voormalige landgoed en grenzen aan een vijverpartij met begroeide eilandjes. De eerste aanleg, met eenvoudige, rechthoekige perken, is ontworpen door J. Smits Jzn. Het ontwerp voor de toegangspartij en de heulbrug met hek (noordoostzijde) naar de begraafplaats was van H. Boet. In 1869 is aan de andere kant van de zuid-oostelijke begrenzing (Nieuweweg) van de algemene begraafplaats een Joodse begraafplaats aangelegd. In de jaren dertig en vijftig van de twintigste eeuw werd de begraafplaats aan de zuidzijde uitgebreid waarbij de zuidelijke omgrachting gedempt werd. Bij de eerste uitbreiding van de begraafplaats in 1938-1939 is aan het einde van de middenas van de oude aanleg, op de uitbreiding zelf, een door architect A.J. Argelo ontworpen aula gebouwd. Aan het eind van de twintigste eeuw werden op de uitbreiding van de begraafplaats een crematorium en een uitvaartcentrum gebouwd.
Omschrijving van het complex
Een complex van een vroeg negentiende-eeuwse algemene Begraafplaats, met een uit de aanlegtijd daterende toegangspartij (brug met hek). De aanleg van het beschermde gedeelte van de begraafplaats kenmerkt zich door een rechtlijnig assenstelsel, met op de grafvelden een grote diversiteit aan negentiende-, twintigste en zelfs eenentwintigste-eeuwse grafmonumenten. Op het historische deel zijn vanaf de jaren vijftig enkele nieuwe, verhoogde grafvelden aangelegd, de laatste in de jaren negentig. Deze delen zijn voor de bescherming van ondergeschikt belang. Aan het einde van de hoofdas is op de overgang naar de uitbreiding van de begraafplaats een aula uit de jaren dertig van de twintigste eeuw gesitueerd.
Waardering van het complex
Het complex is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, funerairhistorische, architectuurhistorische en de situationele waarde.
- Het complex heeft cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling in de geschiedenis van de ter aarde bestelling in Nederland.
- Het complex heeft funerairhistorische waarde als voorbeeld van een sobere aanleg met een ontwikkelingsgeschiedenis die tekenend is voor de funeraire cultuur in Nederland.
- Het complex heeft architectuurhistorische waarde vanwege de voor de bouwtijd karakteristieke gebouwde elementen en vanwege de vormgeving van de diverse graftekens, waarin de ontwikkeling van het grafteken in Nederland goed is te volgen.
- Het complex heeft ensemblewaarde vanwege de visuele en de functionele samenhang tussen de samenstellende onderdelen en vanwege de relatie met onderdelen van het voormalige landgoed.
- Het complex is tevens van belang vanwege de grote mate van gaafheid van een aantal negentiende-eeuwse onderdelen als wel vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis.
Publicaties
- Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
- A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
- De Monumentenlijst: Algemene Begraafplaats Essenhof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.53 2014.
Externe links
-
Dubbeldamseweg Zuid 183 (toegangspartij)
- Naam: Begraafplaats Essenhof
- Datering: 1828
- Oorspronkelijke functie: Toegangshek
- Postcode: 3314JD
Inleiding
TOEGANGSPARTIJ van de gemeentelijke begraafplaats.
Omschrijving
Met hardstenen beklede en gebosseerde hekpijlers, bekroond door hoofdgestellen (1829) waartussen een dubbel smeedijzeren hek. Aan weerszijden worden de pijlers geflankeerd door zijstukken. Het hek is voorzien van goud-kleurige pijlpunten.
Waardering
TOEGANGSPARTIJ van algemeen belang:
- vanwege de ouderdom;
- vanwege de ornamentele waarde;
- als karakteristiek en functioneel onderdeel van de begraafplaats;
- vanwege de markering van de oorspronkelijke toegang tot de begraafplaats.
Publicaties
- De Monumentenlijst: Algemene Begraafplaats Essenhof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.53 2014.
Externe links
-
Dubbeldamseweg Zuid 183 (dienstwoning)
- Naam: Begraafplaats Essenhof
- Datering: 1802
- Oorspronkelijke functie: Dienstwoning
- Postcode: 3314JD
Inleiding
Achter het hek DIENSTWONING van alleen begane grond met schilddak (1802).
Omschrijving
Woonhuis uit 1802 dat gebouwd werd bij het landgoed Blauwhuis. Gevel van IJsselsteen met rode strekken. Symmetrische voorgevel bekroond met eenvoudige gootlijst. Naast de woning een houten schuur en daarachter een in eenvoudig metselwerk opgetrokken hok die voor de bescherming van ondergeschikt belang zijn.
Waardering
DIENSTWONING van architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang:
- vanwege de eenvoudige doch harmonische architectuur;
- vanwege de oudheidkundige waarde;
- vanwege de situering aan de Dubbeldamseweg;
- als karakteristiek en functioneel onderdeel van de begraafplaats.
Publicaties
- A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
Externe links
-
Dubbeldamseweg Zuid 183 (heulbrug met toegangshek)
- Naam: Begraafplaats Essenhof
- Datering: 1828
- Oorspronkelijke functie: Heulbrug
Inleiding
HEULBRUG met HEK, toegang gevend tot de grafvelden, gelegen achter de dienstwoning.
Omschrijving
De brug is een opgemetselde boogbrug van het type heulbrug met eveneens gemetselde borstweringen met vlechtingen, hardstenen dekplaten, smeedijzeren muurankers en het bouwjaar 1828 in de hardstenen sluitstenen van de bogen. Op het midden van de brug een eenvoudig dubbel smeedijzeren hek.
Waardering
HEULBRUG met HEK van architectuurhistorisch belang:
- vanwege de oudheidkundige waarde;
Publicaties
- Jan Willem Boezeman, Dordtse bruggen op de Rijksmonumentenlijst, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.50 2014.
- De Monumentenlijst: Algemene Begraafplaats Essenhof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.53 2014.
Externe links
-
Dubbeldamseweg Zuid 183 (aanleg)
- Naam: Begraafplaats Essenhof
- Datering: 1828
- Oorspronkelijke functie: Begraafplaats
- Architect: Smits
- Postcode: 3314JD
Inleiding
De AANLEG met padenstelsel, grafvelden en graftekens van het historische deel van de gemeentelijke begraafplaats Essenhof met bijbehorende toegangspartij, dienstwoning en brug, alsmede een aula op de latere uitbreiding. Gelegen op het terrein van het voormalige landgoed Blauwhuis tussen de Dubbeldamseweg Zuid, de Mariastraat en de Nieuweweg. De aanleg van de begraafplaats in 1828 volgde op het Koninklijke Besluit van 1827, waarin werd bepaald dat er in het vervolg niet meer in kerken begraven mocht worden. De eerste aanleg, met eenvoudige rechthoekige perken en een grote diversiteit aan bijzondere 19de en 20ste-eeuwse (familie)graftekens en grafkelders, is ontworpen door J. Smits Jzn.
Omschrijving
De toegang tot het oudste gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats wordt gevormd door respectievelijk een fors toegangshek en een brug met kleiner hek. De vijverpartij ten oosten van de entree is voorzien van begroeide eilandjes en maakte oorspronkelijk mogelijk deel uit van het oude landgoed. Het historische deel was bij de aanleg geheel omgeven door een gracht, waarvan het zuidelijk deel door de aanleg van een uitbreiding in de jaren dertig van de 20ste-eeuw gedempt is. Het beschermde deel van de begraafplaats bestaat uit rechthoekige, tussen rechte paden liggende grafperken, wat voor een stadsbegraafplaats uit die tijd een uiterst sobere inrichting is. De grafvelden bevatten vele enkele graven, gecombineerde graven en familiegraven, die zijn uitgevoerd in diverse materialen, zoals zandsteen, marmer, hardsteen, baksteen, smeed- en gietijzer. Een aantal familiegraven zijn uitgevoerd als grafkelder, andere worden door hekwerken omheind of zijn voorzien van een met beeldhouwwerk versierde tombe.
Tot de oudste graftekens op de begraafplaats behoort die van de familie van der Dussen (1830). Opvallend zijn onder meer de gebeeldhouwde graftekens boven de graven van de indoloog prof. P.J. Veth (1895) en J.W. Beversen uit 1897. De van noordoost naar zuid-west lopende as, die begint bij de brug over de omringende gracht, wordt aan de zuid-westzijde beëindigd door de aula uit 1938-39 aan de rand van de 20ste-eeuwse uitbreiding. Vermoedelijk was de oorspronkelijke aanleg alleen langs de randen en langs de panden voorzien van bomen. Doorgeschoten grafbeplanting en het aanplanten van een grote variatie aan loof- en naaldbomen en struiken heeft de qua structuur sobere begraafplaats een sfeervol landschappelijk en romantisch aanzien gegeven.
Op het historische deel zijn in de jaren vijftig, tachtig en negentig van de 20ste-eeuw een aantal verhoogde grafakkers aangelegd waardoor het karakter van dit deel sterk gewijzigd is. De zuidelijke grens van het beschermde deel loopt langs de paden die dwars op de aula staan en is op een bijgevoegde kaart aangegeven.
Waardering
De historische AANLEG van deze begraafplaats met padenstelsel, grafvelden en graftekens is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, funerairhistorische, architectuurhistorische en situationele waarde.
- De begraafplaats heeft cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling in de geschiedenis van de grafcultuur in Nederland.
- De begraafplaats heeft funerairhistorische waarde vanwege grote verscheidenheid aan graftekens uit de 19de- en 20ste-eeuw in relatie tot meer contemporaine uitingen.
- De begraafplaats heeft architectuurhistorische waarde vanwege de bijzondere, aan de diverse (bouw)stijlen gerelateerde vormgeving en de esthetische kwaliteiten van diverse graftekens, waarin tevens de ontwikkeling van het grafteken in Nederland goed is te volgen.
- De begraafplaats heeft ensemblewaarde vanwege de visuele en de functionele samenhang tussen de diverse onderdelen van het complex en de aula uit 1938-1939 en vanwege de relatie met onderdelen van het voormalige landgoed.
- De begraafplaats is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en gaafheid van zowel de negentiende-eeuwse aanleg als van de meeste graftekens.
- De begraafplaats is tevens van belang vanwege de typologische zeldzaamheid van een aantal graftekens.
Publicaties
- Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
- De Monumentenlijst: Algemene Begraafplaats Essenhof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.53 2014.
Externe links
-
Dubbeldamseweg Zuid 183 (aula)
- Naam: Thuredrith Aula
- Datering: 1938
- Oorspronkelijke functie: Rouwcomplex
- Bouwstijl: Neo-barok
- Architect: Argelo
- Postcode: 3314JD
Inleiding
De in 1938-1939 gebouwde AULA op de Algemene Begraafplaats Essenhof, onderdeel van het complex van de algemene begraafplaats, is gebouwd in een expressieve, aan de architectuur van S. van Ravesteijn verwante neo-barokke bouwstijl naar een ontwerp van de architect A.J. Argelo.
Het gebouw staat aan de noordwestelijke rand van de uitbreiding van de in 1828 aangelegde begraafplaats. Het sluit de verbinding met het 19de eeuwse deel van de begraafplaats af en onderbreekt de noordwest-zuidoost georiënteerde zichtas. Het glas-in-lood in het gebouw is afkomstig uit het atelier van de glazenier Toon Berg.
Omschrijving
Het gebouw is opgetrokken in met schone baksteen bekleed beton, vanuit een organische, min of meer kruisvormige plattegrond en staat onder platte daken met uitkragende randen van beton. De veelal gebogen muren worden verlevendigd door op beton lijkende accenten van "articon".
Het vooraanzicht en de achterzijde zijn symmetrisch. Het ronde, centrale gedeelte is hoger opgaand. De voorzijde bevat een ingangsportaal met een onder een concaaf gewelfde betonnen luifel staande dubbele deur. In de convex gewelfde geveldelen aan weerszijden staan drie vensters met glas-in-lood in de rechtgesloten stalen ramen. De deels concaaf gewelfde zijgevels, die het portaal verbinden met het hoog opgaande centrale deel, is blind. Het hoog opgaande, cilindervormige centrale bouwdeel heeft een transparante bovenbouw (tamboer), die is ingevuld met in stalen ramen gevat glas-in-lood en wordt bekroond door een eveneens cilindervormige lantaarn. In de smalle verbindingsmuren met de driekwart-ronde "vleugels" staat een uit zes gestapelde ramen samengesteld venster. De vleugels bevatten onder de dakrand een fries van ronde vensters met diep in de betonnen omlijsting liggende ramen. Aan de achterzijde ligt tussen de vleugels een lage uitbouw met in het midden een dubbele stalen deur. Aan weerszijden bevindt zich een portiek met in het midden een dubbele rondboogdeur en in de er dwars opstaande muren een met glas-in-lood ingevulde, dubbele deur. Het inwendige van het gebouwtje is vrijwel ongewijzigd gebleven. In beide vleugels bevindt zich een trap naar een lage verdieping.
Waardering
De AULA is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de situationele waarde.
- De aula heeft cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling.
- De aula heeft architectuurhistorische waarde vanwege de esthetische kwaliteiten van het bijzondere ontwerp en vanwege de samenhang tussen exterieur en interieur.
- De aula heeft ensemblewaarde vanwege de visuele en de functionele samenhang met de verschillende delen van de begraafplaats, waartussen het een verbindend element is.
- De aula is tevens van belang vanwege de grote mate van gaafheid van zowel het interieur als het exterieur.
Publicaties
- Aula Essenhof in oude luister hersteld, DiEP Magazine nr.14 2010.
- Jeanine Katsman en Arie van 't Zelfde, Bijzondere restauraties: Oude monumenten krijgen nieuw leven, DiEP Magazine nr.15 2010.
- De Monumentenlijst: Algemene Begraafplaats Essenhof, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.53 2014.
Externe links
-
Dubbeldamseweg Zuid 231
- Naam: Huis De Vierpolders
- Datering: 1875
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Traditionalisme
- Postcode: 3312KR
Algemene beschrijving
Vrijstaand woonhuis aan de Dubbeldamseweg Zuid, bekend als het Huis de Vierpolders. Het perceel wordt aan de voorzijde van de openbare weg gescheiden door een smeedijzeren hekwerk.
Historie gebied
De Dubbeldamseweg was na de inpoldering van de Oud-Dubbeldamse polder (1603) de grote verbindingsweg tussen Dordrecht en Dubbeldam. Langs deze weg ontstonden in de 17e eeuw diverse buitenplaatsen waarvan alleen Dordwijk nog bestaat. Tot ver in de 19e eeuw bestond de schaarse bebouwing langs de weg uit een aantal buitenhuizen met bijbehorende boerderijen, enkele woningen en molens. De Raamkil langs de Twintighoevenweg is nog aanwezig als herkenbaar overgebleven kreekrestant. De Raamkil en in het verlengde de Molenvliet waren oorspronkelijke onderdelen van het afwateringsstelsel van de polder op buitendijks gebied.
De aanleg van de spoorlijn naar Breda in 1872 was een forse ingreep in het landelijke gebied van Dubbeldam. De gemeente Dubbeldam werd hierbij gedwongen grond te ruilen met de stad Dordrecht, zodat een deel van de Dubbeldamseweg aan Dordrecht toekwam.
In 1903 volgde een nieuwe grenswijziging tot aan de Twintighoevenweg.
De oude Dubbeldamseweg is tegenwoordig verdeeld in de Dubbeldamseweg Noord en Zuid, de Dordwijklaan en Dubbelsteynlaan Oost en West. De Dubbeldamseweg Zuid loopt bij de achterzijde van het Centraal Station vanaf de Markettenweg tot aan de Randweg de N3.
Vanaf de Markettenweg zijn aan weerszijden van de Dubbeldamseweg Zuid twee vroeg 20e-eeuwse buurten: ten westen de Oranjebuurt, ten Oosten de Bloemenbuurt. Voorbij de spoorweg kwam in de jaren dertig de tuindorpachtige wijk het ‘Land van Valk’ tot stand. Aan de andere zijde van de weg bevond zich de buitenplaats Noordzicht. Het huis en de bijbehorende tuinen verdwenen in 1968 om plaats te maken voor nieuwbouw.
Tussen de Eemsteynstraat en Twintighoevenweg bestaat de bebouwing voornamelijk uit vrijstaande woningen en twee-onder-één kapwoningen uit de 19e en vroeg 20e eeuw, waarvan de nummers 231 (Huis de Vierpolders), 233 (voormalig café en woonhuis) en 362 (vrijstaande woning) het meest karakteristiek zijn.
Ligging
De vrijstaande woning staat aan de zuidwestzijde van de Dubbeldamseweg Zuid met de nok evenwijdig aan de straat. Aan de rechterzijde bevindt zich een doorgang naar de achtertuin.
Hoofdvorm
De woning is gebouwd op een rechthoekige plattegrond van één bouwlaag en een zolderverdieping. Het samengestelde dak bestaat uit twee schilddaken die aan de voorzijde gekoppeld worden door een doorlopend dakschild. Aan de voorzijde is de woning naar links toe in dezelfde bouwstijl uitgebreid met een aanbouw van één bouwlaag onder een plat dak. Aan de achterzijde bevindt zich rechts een kleine rechthoekige aanbouw uit de bouwperiode.
Bouwgeschiedenis
Het woonhuis staat bekend als het ‘Huis de Vierpolders’ door het wapenschild op de voorgevel. De Vierpolders is het waterschap dat in 1718 werd opgericht als samenwerkingsverband van de vier oudste polders op het Eiland van Dordrecht. Het vermoeden bestaat dat het bestuur van de Vierpolders in de 19e eeuw hier een kamer huurde voor vergaderingen. In de archieven is echter niets gevonden over de vroegste bouwgeschiedenis van het woonhuis en het gebruik van een kamer als bestuurskamer.
Eind 19e eeuw werd het woonhuis door de erven Valk verkocht aan W.F. Volgraaf, kantoorbediende. Zijn zoon Louis Volgraaf verbouwde in 1937 de woning. Aan de achterzijde werd toen een voormalige stal bij de woonkamer getrokken en voorzien van een nieuwe pui. Tussen de voor- en nieuwe achterkamer werden kasten en deuren en-suite gemaakt. De aangebouwde schuur werd bijkeuken en stookplaats voor CV. Alle bedsteden werden verwijderd en tussen de voorkamer en opkamer kwam een nieuwe trap naar de zolder. Op de zolder werden twee kleine kamers gemaakt met centraal een dakkapel.
In 1948 werd het woonhuis uitgebreid met een kleine aanbouw aan de linkerzijde waarin een keuken en een entree met portaal werden gemaakt, vermoedelijk om extra inwoning mogelijk te maken. Bijzonder is dat de gevel aan de voorzijde, waarin één venster, geheel in de stijl van de bestaande gevel werd uitgevoerd, zodat op het eerste gezicht het verschil niet zichtbaar is.
In 1954 werd het pand gekocht door het bestuur van de polder de Vierpolders voor het gezin van hun nieuwe ‘fabrijk en landmeter’, de heer Cornelisse. Een aantal jaar later werd ook het buurpand, nummer 229 door het waterschap gekocht. In 1969 werd het waterschap opgeheven en werd het onderdeel van de polder de Dordtse Waard, later door samenvoeging de Groote Waard.
De op de begane grond in 1937 gerealiseerde badkamer is verwijderd en de zolder is geheel nieuw ingedeeld met slaapkamers en een badkamer.
Beschrijving exterieur woonhuis
De voorgevel is gemetseld in een roodbruine baksteen in staand verband met een gesneden voeg. De gevel bestaat uit een lichtgrijs geschilderde plint, een witgeschilderde borstwering met spaarvelden en houten T-vensters. De oorspronkelijke gevel is symmetrisch van opzet door een centrale entree met aan weerszijde twee vensters.
De hoeken van de voorgevel worden nu geaccentueerd door licht uitstekende pilasters, gepleisterd in blokverband. De gevel beëindiging bestaat uit een fries met paneelverdeling en een geprofileerde kroonlijst, op de hoeken ondersteund door kunststenen ornamenten. De voorgevel is in 1948 aan de linkerzijde met één travee verlengd met een vrijwel identieke detaillering en afwerking. Ook de beëindiging van de hoek middels een pilaster is hier nogmaals toegepast.
Op de linkerpilaster van de oorspronkelijke gevel is het wapenbord van De Vierpolders bevestigd. Het is niet bekend of dit bord van oudsher aanwezig was of dat het wellicht na aankoop in 1954 en afkomstig van een andere locatie, op deze gevel is geplaatst. Op het wapenbord staan de wapens van de oude ambachten Dubbeldam, Merwede, Tolluysen en de Mijl, in het midden afgedekt door het wapen van Dordrecht.
De voordeur wordt verbijzonderd door een omlijsting, bestaande uit pilasters en een gepleisterd muurveld, beëindigd door een geprofileerde lijst. De deur zelf is vervangen door een houten paneeldeur en wordt door een kalf gescheiden van het lichtgetoogde bovenlicht, voorzien van glas-in-lood in geometrisch motief (1937). De T-vensters bestaan uit houten kozijnen met een schuifraam. In de bovenramen bevindt zich glas-in-lood in een identiek patroon als boven de voordeur. Boven de kozijnen zijn de 19e-eeuwse houten kappen nog aanwezig ter bescherming van de oorspronkelijk aanwezige houten jaloezieën of rolluiken.
In het midden van het dakvlak bevindt zich een dakkapel met twee openslaande ramen en halfrond bovenlicht, alle drie voorzien van eenvoudig glas-in-lood. De dakkapel heeft een houten, geprofileerde omlijsting met aan weerszijden klauwstukken. Op het dak bevinden zich twee hoge gemetselde schoorstenen. De dakbedekking bestaat uit geglazuurde Hollandse pannen.
De gemetselde zijgevels en achtergevel zijn wit gekeimd. Alle vensters zijn hier voorzien van moderne rolluiken. De rechterzijgevel heeft één venster en is grotendeels aan het zicht onttrokken door begroeiing. De linkerzijgevel bestaat uit de gevels van de in 1948 gerealiseerde aanbouw en de oorspronkelijke zijgevel met drie vensters, aangebracht in 1937.
De achtergevel had voor de verbouwing in 1937 een staldeur en enkele stalramen. In 1937 werd links een grote pui gemaakt, deze is later voorzien van dubbelglas. In de achtergevel werd een rond stalraam gehandhaafd, in de aanbouw waarin voorheen een schuur en bakoven was, bleef een halfrond stalraam aanwezig. De dakkapel is geheel gemoderniseerd en verbreed.
Beschrijving interieur
De woning heeft centraal een hal, met rechts de toegang tot de woonkamer en-suite. In de achterkamer is de schouw vernieuwd. De en-suite kasten zijn gemoderniseerd, waarbij de oude deuren zijn gehandhaafd. In de voorkamer bevindt zich een bruin marmeren schoorsteenmantel, die vermoedelijk origineel is. Aan de linkerzijde van de hal bevindt zich een voorkamer, door de trap naar zolder gescheiden van de opkamer. De indeling aan de achterzijde is door de eigenaren gewijzigd ten behoeve van de keuken en de garderobe.
De zolderverdieping is gemoderniseerd en opnieuw ingericht met kamers en een badkamer. Door het dubbele dak zijn er twee dakconstructies aanwezig. Van een van de spanten is de trekbalk verhoogd.
Het interieur van de woning heeft weinig monumentale waarde. Ook van de verbouwing uit 1937 is weinig herkenbaar gebleven. Van belang is de indeling met de centrale hal en de opkamer en het originele casco.
Beschrijving tuin
De woning heeft een voor- en een achtertuin. Aan de voorzijde wordt de tuin door een smeedijzeren hekwerk gescheiden van de openbare weg. In de achtertuin staat een door de eigenaar gebouwde schuur, die valt niet onder de bescherming. Het perceel heeft geen monumentale waarde, maar het hekwerk maakt wel deel uit van de bescherming.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het woonhuis (ca. 1875) heeft cultuurhistorische waarde als 19e-eeuwse bebouwing aan de Dubbeldamseweg Zuid. Het woonhuis is van belang door de relatie met het polderbestuur van de Vierpolders, waarvan niet met zekerheid te zeggen is of deze relatie al vanaf de begintijd aanwezig was. Wel is bekend dat het waterschap het woonhuis in 1954 kocht als onderkomen voor haar personeel. Door het wapenschild op de voorgevel staat het woonhuis bekend als het ‘Huis de Vierpolders.’
Architectonische waarde
Het woonhuis is van architectuurhistorisch belang door de kwaliteit van het ontwerp van de voorgevel in neoclassicistische stijl. Van bijzondere waarde zijn de verbijzonderde entree, de vensters, de kroonlijst, de geblokte pilasters en de dakkapel aan de voorzijde.
Overige restanten van de 19e eeuw zijn zichtbaar aan de achterzijde, waaronder de aanbouw en de stalramen.
Het interieur is van belang wat betreft het casco en restanten van de oorspronkelijke indeling, waaronder de centrale gang en de opkamer.
Situering
Het vrijstaande woonhuis heeft ensemblewaarde in relatie tot de 19e-eeuwse bebouwing aan de Dubbeldamseweg Zuid 217-229. Het woonhuis heeft stedenbouwkundige waarde als afwijkende bebouwing op een relatief breed perceel. De voortuin wordt door een smeedijzeren hekwerk gescheiden van de openbare weg.
Gaafheid
De voorgevel van het woonhuis is grotendeels gaaf. Aan de linkerzijde is het woonhuis in 1948 in dezelfde stijl verbreed. De verbouwing van 1937 bestond uit het wijzigen van de achter- en zijgevel en het interieur. Het interieur is grotendeels gemoderniseerd.
Publicaties
- Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
Bijlage
-
9123685.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Dubbeldamseweg Zuid 233
- Datering: 1914
- Oorspronkelijke functie: Horeca met bovenwoning
- Bouwstijl: Overgangsarchitectuur
- Postcode: 3312KR
Algemene beschrijving
Vrijstaand woonhuis met hergebruikte 19e-eeuwse serre, in 1914 gebouwd als café met woning, op de hoek van de later aangelegde Romboutslaan en de Dubbeldamseweg Zuid.
Historie gebied
De Dubbeldamseweg was na de inpoldering van de Oud-Dubbeldamse polder (1603) de grote verbindingsweg tussen Dordrecht en Dubbeldam. Langs deze weg ontstonden in de 17e eeuw diverse buitenplaatsen waarvan alleen Dordwijk nog bestaat. Tot ver in de 19e eeuw bestond de schaarse bebouwing langs de weg uit een aantal buitenhuizen met bijbehorende boerderijen, enkele woningen en molens. De Raamkil langs de Twintighoevenweg is nog aanwezig als herkenbaar overgebleven kreekrestant. De Raamkil en in het verlengde de Molenvliet waren oorspronkelijke onderdelen van het afwateringsstelsel van de polder op buitendijks gebied.
De aanleg van de spoorlijn naar Breda in 1872 was een forse ingreep in het landelijke gebied van Dubbeldam. De gemeente Dubbeldam werd hierbij gedwongen grond te ruilen met de stad Dordrecht, zodat een deel van de Dubbeldamseweg aan Dordrecht toekwam. In 1903 volgde een nieuwe grenswijziging tot aan de Twintighoevenweg.
De oude Dubbeldamseweg is tegenwoordig verdeeld in de Dubbeldamseweg Noord en Zuid, de Dordwijklaan en Dubbelsteynlaan Oost en West. De Dubbeldamseweg Zuid loopt bij de achterzijde van het Centraal Station vanaf de Markettenweg tot aan de Randweg de N3.
Vanaf de Markettenweg zijn aan weerszijden van de Dubbeldamseweg Zuid twee vroeg 20e-eeuwse buurten: ten westen de Oranjebuurt, ten Oosten de Bloemenbuurt. Voorbij de spoorweg kwam in de jaren dertig de tuindorpachtige wijk het ‘Land van Valk’ tot stand. Aan de andere zijde van de weg bevond zich de buitenplaats Noordzicht. Het huis en de bijbehorende tuinen verdwenen in 1968 om plaats te maken voor nieuwbouw.
Tussen de Eemsteynstraat en Twintighoevenweg bestaat de bebouwing voornamelijk uit vrijstaande woningen en twee-onder-één kapwoningen uit de 19e en vroeg 20e eeuw, waarvan de nummers 231 (Huis de Vierpolders), 233 (voormalig café) en 362 (vrijstaande woning) het meest karakteristiek zijn.
Ligging
Het vrijstaande woonhuis ligt aan de zuidwestzijde van de Dubbeldamseweg Zuid, op de hoek van de Romboutslaan met de nok haaks op de Dubbeldamseweg. Het hoekperceel wordt door een haag gescheiden van de openbare weg.
Hoofdvorm
Het woonhuis is gebouwd op een rechthoekige plattegrond van twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een mansardedak. Aan de achterzijde bevindt zich over de volle breedte van de gevel een serre onder plat dak. Tegen de serre aan is een berging annex werkplaats gebouwd. De berging valt niet onder de bescherming.
Bouwgeschiedenis
In 1913 vroeg A. Corpeleijn een bouwvergunning aan voor een nieuw te bouwen café met woonhuis. Op deze locatie was hij al gevestigd met een café, gebouwd in 1903. In 1910 had C. Corpeleijn een vergunning aangevraagd voor het plaatsen van een serre. De eerste aanvraag, waarbij de serre aan de voorzijde geplaatst zou worden, werd afgewezen. Op de tekeningen van deze aanvragen is te zien dat het de serre betreft die in de huidige situatie achter het woonhuis staat. Volgens de overlevering was deze serre afkomstig van een woning aan de Voorstraat. In 1914 liet Corpelein het nieuwe café bouwen op de bestaande fundering, en heeft waarschijnlijk de (tijdelijk opgeslagen?) serre aan de achterzijde laten plaatsen. De serre was gedeeltelijk open met aan weerszijden van de open ruimte grote geëtste ruiten van de Dordtse glasfabriek Bouvy.
De nieuwbouw werd ontworpen in de stijl van de overgangsarchitectuur, waarbij traditionele elementen zoals schuiframen vermengd werden met modernere elementen onder invloed van Berlage, zoals de verbindende lateien en de aanzetstenen van de rollagen. Door de functie van café worden de voor- en zijgevel gedomineerd door de grote vensters op begane grond niveau. Het perceel was toen aanzienlijk groter en besloeg ook een deel van de later aangelegde Romboutslaan.
In 1969 werden alle vergunningen ingetrokken en kwam het pand leeg te staan. Het interieur van het café is op de begane grond verbouwd tot woning.
Beschrijving exterieur
De gevels zijn gemetseld in een roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voeg. De vensters op begane grond niveau bestaan uit grote segmentboogvormige houten kozijnen die door twee stijlen en een kalf verdeeld worden. De bovenramen zijn voorzien van geel glas-in-lood met daarin een bescheiden geometrisch motief. De aanzetstenen van de rollagen zijn witgeschilderd en met elkaar verbonden door een speklaag. De begane grond wordt visueel van de verdieping gescheiden door de toepassing van eenzelfde witgeschilderde speklaag die de onderdorpels van de vensters met elkaar verbindt. Deze vensters zijn rechthoekig en bestaan uit houten kozijnen met schuiframen. De bovenramen zijn uitgevoerd in glas-in-lood. De vensters worden geaccentueerd door een witgeschilderde stenen latei die bij de gegroepeerde vensters in de voorgevel uit één stuk zijn uitgevoerd. Lateien, spekbanden en aanzetstenen waren oorspronkelijk niet geschilderd.
Het mansardedak wordt aan weerszijden beëindigd door een omtimmerde goot op bewerkte, houten klossen. De dakbedekking bestaat uit blauw gesmoorde Tuile du Nordpannen.
De voorgevel aan de Dubbeldamseweg heeft een symmetrische opzet met centraal de entree en aan weerszijden een segmentboogvormig venster. Het kozijn van de entree bestaat uit een paneeldeur met glas, twee zijramen en bovenramen. Hierboven bevindt zich een rechthoekige erker onder een schuin dak, rustend op witgeschilderde stenen consoles. De erker heeft aan alle drie de zijden vensters met schuiframen. Aan weerszijden van de erker bevindt zich een schuifraam met daarboven een bescheiden accent van siermetselwerk. Boven de erker bevinden zich drie vensters met schuiframen.
Het dak wordt beëindigd door een houten windveer. In de top van de gevel is een met houten latten beschoten paneel aangebracht. De donkere kleur van dit houtwerk is niet origineel, op een oude foto is te zien dat alles in een lichte kleurstelling was geschilderd.
De zijgevel aan de Romboutslaan bestaat uit drie grote vensters op begane grond niveau. Op verdiepingsniveau is geheel rechts één venster met schuifraam aanwezig.
Midden op het dakvlak staat een originele, getoogde dakkapel met geprofileerd boeiboorden en voorzien van twee door roeden verdeelde ramen. Rechts van de dakkapel is een hoge gemetselde schoorsteen aanwezig. Zowel links als rechts bevindt zich een modern dakraam.
De rechterzijgevel is geheel blind uitgevoerd.
De achtergevel heeft over de volle breedte een serre, bestaande uit een houten constructie met geprofileerde stijlen. Aan de bovenzijde is een vensterstrook aangebracht waarin vierkante vensters afgewisseld worden met een rond raam in een gesneden paneel. Op de oude tekeningen is te zien dat een aanpassing van het ritme noodzakelijk was om de serre te laten passen op de breedte van de achtergevel. De dakgoot rust op bewerkte houten klossen waartussen een paneelbetimmering is aangebracht. In de zijgevel grenzend aan de Romboutslaan is een geëtste ruit zichtbaar van de Dordtse glasfabriek Bouvy.
Boven de serre bevinden zich in de achtergevel enkele vensters van verschillende afmetingen. In de top is één venster aanwezig met daarin een schuifraam. De dak beëindiging is identiek aan de voorzijde.
Beschrijving interieur
Van het interieur is geen opname gemaakt.
Beschrijving tuin, erf, perceel
Oorspronkelijk was het perceel dieper en breder dan in de huidige situatie. Het werd van de Dubbeldamseweg gescheiden door een hekwerk, geleed door gemetselde hekpalen.
Het pand beschikt in de huidige situatie over een voor-, zij- en achtertuin. Voor de entree zijn nog twee restanten van de hekpalen zichtbaar. Het perceel heeft geen monumentale waarde.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het woonhuis, gebouwd in 1914, heeft cultuurhistorische waarde door de voormalige functie als café dat bijna zeventig jaar op deze locatie gevestigd was. Deze functie is nog afleesbaar aan de gevelindeling op begane grond niveau.
Architectonische waarde
Het woonhuis heeft architectuurhistorische waarde door de kwaliteit van het gevelontwerp in overgangsarchitectuur. Van belang zijn onder andere de originele vensters, uitgevoerd met bovenramen in glas-in-lood. De 19e-eeuwse serre aan de achterzijde heeft bijzondere waarde door het hergebruik en de integratie in de nieuwbouw van 1914. Van belang zijn nog de aanwezige geëtste ruiten, vervaardigd door de bekende Dordtse glasfabriek Bouvy.
Situering
Het woonhuis heeft ensemblewaarde in relatie tot de nog aanwezige 19e-eeuwse en vroeg 20e-eeuwse bebouwing aan deze zijde van de Dubbeldamseweg.
Het woonhuis heeft stedenbouwkundige waarde door het afwijkende volume ten opzichte van de omringende bebouwing, waarbij vooral de hoogte van het pand karakteristiek is.
Door de later aangelegde Romboutslaan is het woonhuis een hoekpand geworden.
Gaafheid
De gevels zijn vrijwel gaaf bewaard gebleven. Afwijkend ten opzichte van de originele situatie zijn de later geschilderde speklagen, lateien en aanzetstenen en de kleurstelling van het schilderwerk van onder andere de windveren en het bijbehorende houtwerk.
Bijlage
-
9123686.pdf (opent in een nieuw venster)
-
Dubbeldamseweg Zuid 362
- Naam: De Eikenhof
- Datering: 1926
- Oorspronkelijke functie: Woonhuis
- Bouwstijl: Interbellum-architectuur
- Architect: de Weerdt
- Postcode: 3312KT
Algemene beschrijving
Vrijstaand woonhuis, genaamd de Eikenhof, in 1926 gebouwd aan de Dubbeldamseweg Zuid. De brug, gebouwd in 1949 ter vervanging van een oudere brug, valt ook onder de bescherming.
Historie gebied
De Dubbeldamseweg was na de inpoldering van de Oud-Dubbeldamse polder (1603) de grote verbindingsweg tussen Dordrecht en Dubbeldam. Langs deze weg ontstonden in de 17e eeuw diverse buitenplaatsen waarvan alleen Dordwijk nog bestaat. Tot ver in de 19e eeuw bestond de schaarse bebouwing langs de weg uit een aantal buitenhuizen met bijbehorende boerderijen, enkele woningen en molens. De Raamkil langs de Twintighoevenweg is nog aanwezig als herkenbaar overgebleven kreekrestant. De Raamkil en in het verlengde de Molenvliet waren oorspronkelijke onderdelen van het afwateringsstelsel van de polder op buitendijks gebied.
De aanleg van de spoorlijn naar Breda in 1872 was een forse ingreep in het landelijke gebied van Dubbeldam. De gemeente Dubbeldam werd hierbij gedwongen grond te ruilen met de stad Dordrecht, zodat een deel van de Dubbeldamseweg aan Dordrecht toekwam.
In 1903 volgde een nieuwe grenswijziging tot aan de Twintighoevenweg.
De oude Dubbeldamseweg is tegenwoordig verdeeld in de Dubbeldamseweg Noord en Zuid, de Dordwijklaan en Dubbelsteynlaan Oost en West. De Dubbeldamseweg Zuid loopt bij de achterzijde van het Centraal Station vanaf de Markettenweg tot aan de Randweg de N3.
Vanaf de Markettenweg zijn aan weerszijden van de Dubbeldamseweg Zuid twee vroeg 20e-eeuwse buurten: ten westen de Oranjebuurt, ten Oosten de Bloemenbuurt. Voorbij de spoorweg kwam in de jaren dertig de tuindorpachtige wijk het ‘Land van Valk’ tot stand. Aan de andere zijde van de weg bevond zich de buitenplaats Noordzicht. Het huis en de bijbehorende tuinen verdwenen in 1968 om plaats te maken voor nieuwbouw.
Tussen de Eemsteynstraat en Twintighoevenweg bestaat de bebouwing voornamelijk uit vrijstaande woningen en twee-onder-één kapwoningen uit de 19e en vroeg 20e eeuw, waarvan de nummers 231 (Huis de Vierpolders), 233 (voormalig café) en 362 (vrijstaande woning) het meest karakteristiek zijn.
Ligging
Het woonhuis staat aan de noordoostzijde van de Dubbeldamseweg Zuid, nabij de Twintighoevenweg. Het perceel wordt door een brug ontsloten. Het woonhuis staat op enige afstand van de openbare weg en grenst aan het perceel waar voorheen de hoeve het ‘Regthuis’ stond.
Hoofdvorm
Het woonhuis is gebouwd op een rechthoekige plattegrond van één bouwlaag met een zolder onder een hoog vierzijdig mansardedak. De woning beschikt over een kleine kelder onder de hal. Aan de achterzijde bevindt zich rechts een gemetselde aanbouw van één bouwlaag onder een plat dak met balkon (1937). De tweede aanbouw aan de achterzijde is van latere datum en valt niet onder de bescherming.
Bouwgeschiedenis
In 1926 vroeg A. Schaap een vergunning aan voor een ‘landhuis aan de Dubbeldamscheweg’. De familie Schaap bewoonde hiervoor een grote hoeve aan dezelfde weg en liet dit vermoedelijk bouwen als rentenierswoning. Het woonhuis werd gebouwd op een iets verhoogd terrein in een bouwstijl die kenmerkend is voor het interbellum. Typische elementen zijn onder andere de beschutte entree, de erkers, de overstekken en de gegroepeerde vensters.
In 1937, toen het woonhuis van eigenaar was gewisseld, werd aan de achterzijde een bestaande gemetselde loods aangepast ter uitbreiding van de woning en om plaats te maken voor een stenen terras.
In 1949 werd de bestaande loopbrug vervangen door een nieuwe brug, getekend door het architectenbureau Van Bilderbeek en Basters. Eveneens werd door het bureau een aanvraag ingediend voor het bouwen van een schuurtje achter het woonhuis.
Overige wijzigingen betreffen het maken van een nieuwe vensteropening aan de achterzijde (1966), de aanbouw op het terras aan de achterzijde en aanpassingen aan het interieur.
Sinds 2004 is het interieur zoveel mogelijk naar de oude situatie teruggebracht, waaronder de keuken die weer naar de originele locatie is verplaatst. De naam Eikenhof is later bedacht, refererend aan de grote eik in de voortuin en deze op de gevel geschilderd. De opstallen achter het woonhuis zijn onder andere ingericht als Bed and Breakfast.
Beschrijving exterieur
De gevels van het woonhuis zijn gemetseld en in de jaren zeventig wit gekeimd. De houten kozijnen zijn origineel, maar de ramen op de begane grond zijn enigszins aangepast en voorzien van dubbel glas. De roedeverdeling van de bovenramen is verdwenen. De kozijnen worden beëindigd door een baksteen onderdorpel en een rollaag. De kleurstelling van de kozijnen en ramen is niet origineel; voorheen waren de kozijnen licht van kleur met donkere ramen. Op zolderniveau zijn vrijwel alle ramen van de dakkapellen origineel en voorzien van een roedeverdeling.
De dakbedekking bestaat uit originele, rode Tuile du Nordpannen. Links op het dak is een hoge gemetselde schoorsteen aanwezig. Het dak wordt met een overstek beëindigd door een omtimmerde goot.
De voorgevel bestaat links uit een erker met een gemetselde borstwering, waarvan de hoeken getand zijn uitgevoerd. Het kozijn is verdeeld in onder- en bovenramen. Rechts bevindt zich de naar achtergelegen entree. Een rondboogvormige opening in de gevel ontsluit het overdekte voorportaal dat voorzien is van een bestrating in gebakken tegels.
De houten voordeur is vermoedelijk van latere datum. Onder het kozijn zijn hardstenen neuten en een hardstenen drempel aangebracht. De gevel boven de entree loopt door als Vlaamse gevel met een daklijst met overstek. Dit overstek is aan de binnenzijde voorzien van beplating van latere datum. In de top van deze gevel bevinden zich twee hoge vensters, voorzien van eenvoudig glas-in-lood. Onder de vensters bevindt zich een bloembak, rustend op houten klossen. Links in het dakvlak is een brede dakkapel onder een plat dak met overstek, verdeeld in drie ramen en met een houten gootlijst. Bovenin het dak zijn twee moderne dakramen aangebracht.
De rechterzijgevel bestaat links uit een opening in verbinding met het overdekte portaal met rechts daarvan een venster met boven- en onderraam. Het midden van de gevel is een Vlaamse gevel met drie hoge vensters, voorzien van glas-in-lood. In dezelfde lijn bevinden zich drie kleine vierkante vensters ter hoogte van de kelder. Rechts is een gekoppeld venster aanwezig. In het dakvlak bevinden zich aan weerszijden van de Vlaamse gevel dakkapellen. Geheel rechts is een modernere aanbouw aanwezig die als bijkeuken de woning ontsluit.
De achtergevel, deels uit het zicht vanwege de jongere aanbouw, heeft rechts een in 1937 aangepaste, gemetselde aanbouw met een pui van latere datum. Op het platte dak bevindt zich van oudsher een balkon, ontsloten door twee openslaande deuren van latere datum. In het hoogste dakvlak is in het midden een kleine dakkapel aanwezig.
De linkerzijgevel heeft links een erker, identiek aan die van de voorgevel. Geheel rechts bevindt zich een venster. Op zolderniveau zijn er drie dakkappellen; twee met een enkel
raam en geheel links een brede dakkapel met drie ramen zoals aan de voorzijde.Beschrijving interieur
De hoofdentree aan de voorzijde ontsluit via een voorportaal de hal met rechts, achter een kamer, een royale bordestrap. De tochtdeur is origineel, evenals de vloerafwerking van marmeren platen en de lambrisering in roodbruin marmer die zonder marmer, maar wel in een roodbruine kleur, is doorgezet langs de trap. De houten trap heeft gestoken trappalen met houten balusters en stijlen. De hal komt uit in de keuken aan de achterzijde. De linkerzijde van de woning bestaat uit een voor- en achterkamer, gescheiden door originele kasten en-suite met schuifdeuren voorzien van eenvoudig, helder glas-in-lood. In de voorkamer is een roodbruin marmeren schouw aanwezig. De stucplafonds zijn vernieuwd, evenals de vloerafwerking. De muur tussen de keuken en de achterkamer is verwijderd.
Op de kapverdieping ontsluit de overloop de twee kamers aan de voorzijde en de twee kamers aan de achterzijde. Achter de ramen van de dakkapellen zijn originele houten
achterramen aanwezig. Op deze verdieping zijn alle paneeldeuren bewaard gebleven.Beschrijving tuin, erf, perceel
De vrijstaande woning staat op een groot perceel van ca. 100 meter diep. Aan de voorzijde wordt het perceel gescheiden van de openbare weg door een sloot. De brug bestaat uit een betonnen brugdek met gemetselde muurtjes en een stalen reling. In de voortuin staan twee grote, oude bomen: links een eik en rechts van de brug een beuk.
Achter de woning staan diverse opstallen, waaronder het schuurtje uit 1949. Achterin op het perceel staat een schuur uit 1973. De bijgebouwen hebben geen monumentale waarde.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het vrijstaande woonhuis met brug heeft cultuurhistorische waarde als rentenierswoning in 1929 gebouwd aan de Dubbeldamseweg in opdracht van een familie die van oudsher in Dubbeldam gevestigd was. De karakteristieke ontsluiting middels een brug herinnert aan de periode dat alle percelen aan deze weg door een sloot gescheiden werden van de openbare ruimte.
Architectonische waarde
Het woonhuis heeft architectonische waarde door de kwaliteit van het ontwerp. Dit komt tot uiting in de gevels waarin eenheid in diversiteit is ontstaan door de zorgvuldige toepassing van dakkapellen, Vlaamse gevels, repeterende vensters en erkers.
Karakteristiek is de hoofdentree in het beschutte portaal. Van bijzondere waarde is onder andere de dakvorm met de dakbedekking van Tuile du Nord pannen en de daarin toegepaste dakkapellen met ramen in roeden verdeeld, evenals de hoge vensters voorzien van glas-in-lood. Het interieur is van belang door de grotendeels originele structuur. Van bijzondere waarde zijn de hal met marmeren lambrisering, het royale trappenhuis en de achterzetramen op de zolderverdieping
Situering
Het woonhuis heeft ensemblewaarde in relatie tot het perceel, waarin de sloot, de twee monumentale bomen aan de voorzijde en de brug van belang zijn voor het beeldbepalende karakter. Het woonhuis heeft eveneens ensemblewaarde in relatie tot de 19e-eeuwse en vroeg 20e-eeuwse bebouwing aan de Dubbeldamseweg Zuid.
Het ensemble van woonhuis en perceel heeft stedenbouwkundige waarde als eerste bebouwde perceel aan deze zijde van de weg vanaf Dubbelman.
Gaafheid
Het woonhuis en de brug zijn van belang door de gaafheid. Gevelindeling, dak, kozijnen en ramen zijn grotendeels gaaf, waarbij het wit keimen en het veranderen van de kleurstelling van het houtwerk de grootste wijzigingen zijn geweest. Het interieur is grotendeels in originele staat met uitzondering van de doorbraak naar de keuken en de stucplafonds. Van belang zijn onder andere de marmeren schouw, de kasten en-suite, de marmeren lambrisering, de trap en de paneeldeuren.
Publicaties
- Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
- A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 ‘Eiland van Dordrecht’. Heinenoord 2006.
Bijlage
-
9123688.pdf (opent in een nieuw venster)