Tag

Dubbeldam

Objecten met monumentenstatus in de wijk Dubbeldam.

  • Achterweg 2
    • Naam: Overkamp
    • Datering: 1741
    • Oorspronkelijke functie: Boerderij
    • Postcode: 3319AA

     

    Objectomschrijving

    Boerderij-complex, bestaande uit een tweebeukige vrijstaande woning, een koetshuis en een schuur. Het complex is genaamd "Overkamp". De oudste gedeelten, te weten de woning en het koetshuis, dateren vermoedelijk uit de achttiende eeuw (1741?). De schuur is in 1940 (herbouwd?).

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De tweebeukige woning bezit twee bouwlagen, waarvan één in de kap, op een rechthoekige plattegrond. De gevels zijn opgetrokken in bruingele baksteen (Dordtse steen) in kruisverband. Beide beuken zijn gedekt met een zadeldak waarvan de buitenste dakvlakken gedekt zijn met gesmoorde Oudhollandse pannen en de binnenste dakvlakken met rode identieke pannen. De zakgoot licht hoger dan de goten.

    Centraal in de voor(langs)gevel bevindt zich de entree onder een overstekende luifel. De paneel-voordeur (met spionnetje) wordt geflankeerd door smalle hoge vierruits vensters. Boven de luifel bevinden zich drie zesruits ramen. Links van de toegang bevindt zich een zesruits schuifvenster met luiken en rechts een negenruits schuifvenster eveneens met luiken. Geheel rechts bevindt zich een klein venster. De bakgoot is grotendeels op het muurwerk gelegen. Gesmede ankers markeren de ligging van de verdiepingbalklaag.

    De linker zijgevel bestaat uit twee tuitgevels met opgemetselde schouders en top, die zijn voorzien van een natuurstenen dekplaat. Het metselwerk is met vervlechtingen langs de top afgewerkt. Op begane grond niveau bevinden zich vier schuifvensters met luiken, waarvan de onderramen in vierruiten zijn verdeeld en de bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. Op de verdieping bezit de linker top een kozijn met middenstijl, waarin ongedeelde draairamen zijn opgenomen. Gesmede ankers markeren de ligging van de dakliggers.

    De achtergevel bezit een aantal verschillende schuifvensters met luiken. Centraal bevindt zich een door de gootlijn heen stekende dakkapel met een gedrukte timpaan. Gesmede ankers markeren de ligging van de verdiepingbalklaag. Gesmede ankers markeren de ligging van de verdiepingbalklaag.

    De rechter zijgevel bestaat uit twee topgevels met opgemetselde schouders en top, die zijn voorzien van een natuurstenen dekplaat. Het metselwerk is geheel gepleisterd. De linker top bezit op begane grond geheel links een achterdeur met rechts daarvan een zesruits schuifvenster met luiken. In elke top bevindt zich op de verdieping een kozijn met middenstijl, waarin ongedeelde draairamen zijn opgenomen. Gesmede ankers markeren de ligging van de dakliggers.

    Een gemetselde muur met penanten en poort tussen de rechter zijgevel van de woningen en de schuur scheidt het achterliggende erf van de openbare weg.

    De schuur bezit één bouwlaag onder het met verbeterde Oudhollandse pannen gedekt zadeldak met wolfseinden. De gevels zijn opgetrokken in geelbruine baksteen met een plint van rode baksteen in halfsteens verband. In de gevels bevinden zich meerdere grote en kleine deuropeningen met deuren van opgeklampte houten delen. De ramen zijn merendeels uit beton in meerruits model. In de gevel is een terracotta gevelsteen opgenomen met het jaartal 1940 boven een uit de vlammen herrijzende Nederlandse leeuw.

    Het koetshuis bezit één bouwlaag en is voorzien van een dubbele kap van twee achter elkaar geplaatste schilddaken, die zijn gedekt met rode en gesmoorde Oudhollandse pannen.

    De gevels zijn opgetrokken in geelbruine baksteen (Dordtse steen) in kruisverband.

    De voorgevel - een lijstgevel met hoger opgemetselde borstwering - is symmetrisch van opbouw met twee kozijnen met bovenlicht, waarin onder het kalf dubbele houten deuren en erboven een verdeling met dicht naast elkaar geplaatste verticale roeden. Op de verdieping bevindt zich in de as een door de gootlijn heen stekend hooiluik.

    In de overige gevels bevinden zich schuifvensters met meerruits boven- en onderramen.

    Interieur

    Het volledige complex is meermalen intern geheel gemoderniseerd; geen als monumentaal te duiden onderdelen aanwezig.

    Waardering

    Het complex is van monumentaal belang als eenheid met een agrarische oorsprong, vanwege de ouderdom en vanwege de architectuur en detaillering. De schuur valt buiten de bescherming.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
    • M.C. Dorst, Dordrecht Ondergronds 85: koetshuis hoeve Overkamp, Achterweg 2/2a - Een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, 2017.

    Bijlage


  • Achterweg 4
    • Naam: Oostenrijks blokhuis type E 80
    • Datering: 1953
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Postcode: 3319AA

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis, Oostenrijks blokhuis type E 80, gebouwd door de gemeente Dubbeldam onder leiding van de gemeentearchitect A.M. Dekker in 1953. Dergelijke panden zijn na de watersnood van 1953 in geheel Nederland geplaatst om te dienen als tijdelijke dan wel permanente herhuisvesting voor slachtoffers van de watersnoodramp. De ontwerpen waren simpel en door de houtskeletbouwmethode relatief snel op te bouwen. De benaming op de tekening behorend bij de bouwaanvraag "Oostenrijks blokhuis type E 80" geeft aan dat er meerdere versies ontworpen zijn. Aannemingsbedrijf gebr. M. en Th. Bruijn te Dordrecht nemen de bouw van het casco aan voor een bedrag van fl. 2.058. In het BWT-archief bevinden zich vele rekeningen van onderaannemers uit de bouwtijd. Architect A.M. Dekker heeft de directie gevoerd.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De vrijstaande woning bezit een rechthoekige plattegrond en telt drie bouwlagen, waarvan één in de kap. 

    De wanden binnen en buiten zijn in het zogenaamde log-systeem opgetrokken, waarbij wanden worden gebouwd uit op elkaar gestapelde 16 centimeter dikke en ongeveer 25 centimeter hoge balken. De hoekverbinding geschiedt door de balken van beide elkaar snijdende wanden middels halfhoutse inkepingen kruislings met elkaar te koppelen. Daarbij ligt de onderkant van de balken van de ene wand op hoogte van het hart van de balken van de andere wand. De plattegrondindeling wordt mede bepaald door de maximale overspanning van vloerbalken en de beschikbare lengten wand'balken'.

    Centraal in het pand staat de schoorsteen die door de nok steekt. De wand'balken' zijn afgewerkt in een donkere bruin-zwarte kleur, vermoedelijk met carboleum.

    De voor(top-)gevel heeft op begane grond niveau rechts een dubbel raam met een enkelvoudige horizontale roede, dat met louvre-luiken kan worden gesloten. Rechts bevindt zich is de hoofdentree met een voordeur bekleed met diagonaal verwerkte delen. De entree kent een klein door houten consoles gedragen afdakje. Op verdiepingsniveau bevinden zich drie vensteropeningen met elk twee ramen met een enkelvoudige horizontale roede per raam. De geveltop is afgewerkt met een beschieting van vertikaal verwerkte houten delen. In de top bevindt zich een schuifvenster.

    De linker zijgevel heeft twee kozijnen identiek aan het kozijn in de voorgevel, eveneens met louvre-luiken.

    De achtergevel heeft op begane grond niveau twee symmetrisch in de gevel gesitueerde deuren eveneens geflankeerd met louvre-luiken. De deuren hebben een 6-ruits roede verdeling. Op de eerste verdieping bevinden zich ook twee symmetrisch geplaatste deuren met 6-ruits roede verdeling en louvre-luiken, die toegang geeft tot een houten uitkragend balkon.

    De rechter zijgevel heeft een kozijn identiek aan het kozijn in de voorgevel echter zonder louvre-luiken. Bovendien is hier ter plaatse van de woonkamer een groter dubbel raam geplaatst.

    De kap met de nok loodrecht op de voorgevel is gedekt met rode verbeterde oudhollandse pannen. Het dak bezit een fors overstek aan de voorzijde, afgewerkt met een ouden windveer en boeiboord. Het overstek aan de langszijden bezit een zinken mastgoot op beugels.

    Interieur

    Hier zijn geen monumentale onderdelen te verwachten.

    Waardering

    Het pand is, in samenhang met het buurpand Achterweg 6, van monumentaal belang vanwege de geschiedenis die leidde tot de bouw, het ontwerp en de constructiemethode die voor Dubbeldam uniek zijn en vanwege de ensemblewaarde.

    Publicaties

    • Gert van Engelen, Oostenrijkse watersnoodwoningen in Dubbeldam vielen niet toe aan slachtoffers van februariramp, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2014.
    • Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.

    Bijlage


  • Achterweg 6
    • Naam: Oostenrijks blokhuis type E 80
    • Datering: 1953
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Postcode: 3319AA

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis, Oostenrijks blokhuis type E 80, gebouwd door de gemeente Dubbeldam onder leiding van de gemeentearchitect A.M. Dekker in 1953. Dergelijke panden zijn na de watersnood van 1953 in geheel Nederland geplaatst om te dienen als tijdelijke dan wel permanente herhuisvesting voor slachtoffers van de watersnoodramp. De ontwerpen waren simpel en door de houtskeletbouwmethode relatief snel op te bouwen. De benaming op de tekening behorend bij de bouwaanvraag "Oostenrijks blokhuis type E 80" geeft aan dat er meerdere versies ontworpen zijn. Aannemingsbedrijf gebr. M. en Th. Bruijn te Dordrecht nemen de bouw van het casco aan voor een bedrag van fl. 2.058. In het gemeentearchief bevinden zich vele rekeningen van onderaannemers uit de bouwtijd. Architect A.M. Dekker heeft de directie gevoerd.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De vrijstaande woning bezit een rechthoekige plattegrond en telt drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

    De wanden binnen en buiten zijn in het zogenaamde log-systeem opgetrokken, waarbij wanden worden gebouwd uit op elkaar gestapelde 16 centimeter dikke en ongeveer 25 centimeter hoge balken. De hoekverbinding geschiedt door de balken van beide elkaar snijdende wanden middels halfhoutse inkepingen kruislings met elkaar te koppelen. Daarbij ligt de onderkant van de balken van de ene wand op hoogte van het hart van de balken van de andere wand. De plattegrondindeling wordt mede bepaald door de maximale overspanning van vloerbalken en de beschikbare lengten wand'balken'.

    Centraal in het pand staat de schoorsteen die door de nok steekt. De wand'balken' zijn afgewerkt in een donkere bruin-zwarte kleur, vermoedelijk met carboleum.

    De voor(top-)gevel heeft op begane grond niveau rechts een dubbel raam met een enkelvoudige horizontale roede, dat met louvre-luiken kan worden gesloten. Rechts bevindt zich is de hoofdentree met een voordeur bekleed met diagonaal verwerkte delen. De entree kent een klein door houten consoles gedragen afdakje. Op verdiepingsniveau bevinden zich drie vensteropeningen gestopt met elk twee ramen met een enkelvoudige horizontale roede per raam. De geveltop is afgewerkt met een beschieting van vertikaal verwerkte houten delen. In de top bevindt zich een schuifvenster.

    De linker zijgevel heeft twee kozijnen identiek aan het kozijn in de voorgevel, eveneens met louvre-luiken.

    De achtergevel heeft op begane grond niveau twee symmetrisch in de gevel gesitueerde deuren eveneens geflankeerd met louvre-luiken. De deuren hebben een 6-ruits roede verdeling. Op de eerste verdieping bevinden zich ook twee symmetrisch geplaatste deuren met 6-ruits roede verdeling en louvre-luiken, die toegang geeft tot een houten uitkragend balkon.

    De rechter zijgevel heeft een kozijn identiek aan het kozijn in de voorgevel echter zonder louvre-luiken. Bovendien is hier ter plaatse van de woonkamer een groter dubbel raam geplaatst.

    De kap met de nok loodrecht op de voorgevel is gedekt met rode verbeterde oudhollandse pannen. Het dak bezit een fors overstek aan de voorzijde, afgewerkt met een ouden windveer en boeiboord. Het overstek aan de langszijden bezit een zinken mastgoot op beugels.

    Interieur

    Hier zijn geen monumentale onderdelen te verwachten.

    Waardering

    Het pand is, in samenhang met het buurpand Achterweg 4, van monumentaal belang vanwege de geschiedenis die leidde tot de bouw, het ontwerp en de constructiemethode die voor Dubbeldam uniek zijn en vanwege de ensemblewaarde.

    Publicaties

    • Gert van Engelen, Oostenrijkse watersnoodwoningen in Dubbeldam vielen niet toe aan slachtoffers van februariramp, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2014.
    • Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 2
    • Datering: 1925
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis (linker deel van een tweekapper; zie Burgemeester Jaslaan 4) op rechthoekige plattegrond in drie bouwlagen waarvan twee in de kap, gebouwd in 1925 in traditionele landhuisstijl naar ontwerp van de Aannemingsmaatschappij Groeneveld te Dordrecht in opdracht van A. van Walraven.

    De aannemingsmaatschappij werd geleid door B. Groeneveld, die ook een steenfabriek in Dubbeldam bezat. Hij bezat veel grond in Dubbeldam, die hij als bouwpercelen verkocht, met daarop een door zijn bedrijf naar wens van de opdrachtgever gebouwde woning.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen in noords kettingverband. Een metselgang ter hoogte van de boven- en onderdorpel van de vensters op de begane grond en de bovendorpel van de bovenramen van de erker is als speklaag enige centimeters uitgemetseld over alle gevels. Het dak is samengesteld uit een schilddak met nok loodrecht op de straat en een haaks daarop aan de voorzijde in de zakgoot tussen beide panden gesitueerd zadeldak, alsmede een zadeldak in aansluiting op de geveltop aan de linker zijde. Alle dakvlakken zijn gedekt met rode verbeterde Oudhollandse pannen.

    De voorgevel is op de begane grond in de as uitgebouwd met een driezijdige erker. Op een bakstenen voetmuur is een driezijdig kozijn geplaatst, waarin ramen met een roedeverdeling zijn geplaatst. De erker is gedekt met een iets overstekend plat dak. Links hiervan bevindt zich een tweeruits raam. Dit raam en de onderramen van de erker zijn met luiken afsluitbaar. Op de verdieping bevindt zich een drielicht met drie zesruits ramen. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. In de met houten delen afgewerkte geveltop bevindt zich een klein vierkant raampje, dat overhoeks is geplaatst. De gevel wordt afgesloten door het overstek op houten consoles van het dak.

    In de linker zijgevel bevindt zich de entree in de vooruitgeschoven en als geveltop hoger opgetrokken risaliet. De gevels van het risaliet zijn onder de bovenste speklaag, die doorloopt vanaf de voorgevel, om de drie metselgangen voorzien van een uitgemetselde metselgang.

    Aan de voorzijde van het risaliet bevindt zich onder een rechte luifel de deuropening met houten deur met een twaalfruits glasraam. In de zijgevel bevindt zich rechts een klein dubbel venster en links een enkel raam. Aan de rechter zijde van de zijgevel bevindt zich een negenruits raam, dat afsluitbaar is met luiken. Aan de linker zijde bevindt zich een venster met een onder- en bovenraam, waarvan het onderraam met luiken afsluitbaar is. Op de verdieping bevinden zich drie kleine vensteropeningen, middels een steen breed penant van elkaar gescheiden, met tweeruits ramen. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht.

    Het erf wordt van de openbare weg gescheiden door een diepe sloot. Over deze sloot ligt een betonnen brug met gemetselde zijkanten.

    Interieur

    Vanwege vakantie van de bewoner is geen opname van het interieur gemaakt.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de gedetailleerde architectuur in landschapsstijl, die in samenhang met naburige panden een niet veel voorkomende eenheid vormt in Dubbeldam. Het pand is met name monumentaal vanwege het exterieur. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de middenklasse in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 4
    • Datering: 1925
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis (rechter deel van een tweekapper; zie Burgemeester Jaslaan 2) op rechthoekige plattegrond in drie bouwlagen waarvan twee in de kap, gebouwd in 1925 in traditionele landhuisstijl naar ontwerp van de Aannemingsmaatschappij Groeneveld te Dordrecht in opdracht van A. van Walraven.

    De aannemingsmaatschappij werd geleid door B. Groeneveld, die ook een steenfabriek in Dubbeldam bezat. Hij bezat veel grond in Dubbeldam, die hij als bouwpercelen verkocht, met daarop een door zijn bedrijf naar wens van de opdrachtgever gebouwde woning.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen in noords kettingverband. Een metselgang ter hoogte van de boven- en onderdorpel van de vensters op de begane grond en de bovendorpel van de bovenramen van de erker is als speklaag enige centimeters uitgemetseld over alle gevels. Het dak is samengesteld uit een schilddak met nok loodrecht op de straat en een haaks daarop aan de voorzijde in de zakgoot tussen beide panden gesitueerd zadeldak, alsmede een zadeldak in aansluiting op de geveltop aan de rechter zijde. Alle dakvlakken zijn gedekt met rode verbeterde Oudhollandse pannen.

    De voorgevel is op de begane grond in de as uitgebouwd met een driezijdige erker. Op een bakstenen voetmuur is een driezijdig kozijn geplaatst, waarin van ramen met een roedeverdeling zijn geplaatst. De erker is gedekt met een iets overstekend plat dak. Rechts hiervan bevindt zich een tweeruits venster. Dit venster en de onderramen van de erker zijn met luiken afsluitbaar. Op de verdieping bevindt zich een drielicht met drie zesruits ramen. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. In de met houten delen afgewerkte geveltop bevindt zich een klein vierkant raampje, dat overhoeks is geplaatst. De gevel wordt afgesloten door het overstek op houten consoles van het dak.

    In de rechter zijgevel bevindt zich de entree in de vooruitgeschoven en als geveltop hoger opgetrokken risaliet. De gevels van het risaliet zijn onder de bovenste speklaag, die doorloopt van de voorgevel, om de drie metselgangen voorzien van een uitgemetselde metselgang.

    Aan de voorzijde van het risaliet bevindt zich onder een rechte luifel de deuropening met houten deur met een twaalfruits glasraam. In de zijgevel bevindt zich links een klein dubbel raam en rechts een enkel raam. Aan de linker zijde van de zijgevel bevindt zich een negenruits raam, dat afsluitbaar is met luiken. Aan de rechter zijde bevindt zich een venster met een onder- en bovenraam, waarvan het onderraam met luiken afsluitbaar is. Op de verdieping bevinden zich drie kleine vensteropeningen, middels een steen breed penant van elkaar gescheiden, met tweeruits ramen. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. Aan de rechter zijde is de gevel bij een verbouwing hoger opgetrokken en voorzien van een dubbel raam.

    De achtergevel is aan de linker zijde van oorsprong voorzien van een uitbouw. In de kopgevel bevindt zich een drieruits raam afsluitbaar met luiken en in de top een klein tweeruits raam. In de langsgevel is een toegangsdeur opgenomen. In de rechter zijde van de achtergevel bevindt zich een pui met dubbele glasdeuren en bovenlichten met glas-in-loodvulling. Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen, die oorspronkelijk waren voorzien van zesruits ramen. In de huidige situatie zijn de ramen ongedeeld. Onder de ramen was oorspronkelijk een houten bloembak op klossen aangebracht. Nu resteren slechts de klossen. In de geveltop bevindt zich een klein vierkant raampje, dat overhoeks is ingemetseld. De gevel wordt afgesloten door het overstek op houten consoles van het dak.

    Het erf wordt van de openbare weg gescheiden door een diepe sloot. Over deze sloot ligt een betonnen brug.

    Interieur

    Het interieur omvat vrijwel geen monumentale onderdelen. Noemenswaardig is de trapleuning naar de verdieping, met bewerkte trappaal en lambries, die over de wand op de verdieping is doorgezet. Verder resteren stucplafonds met midden- en hoekstukken en binnen (paneel)deuren.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de gedetailleerde architectuur in landschapsstijl, die in samenhang met naburige panden een niet veel voorkomende eenheid vormt in Dubbeldam. Het pand is met name monumentaal vanwege het exterieur. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de middenklasse in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 6
    • Datering: 1925
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis (linker deel van een tweekapper; zie Burgemeester Jaslaan 8) op rechthoekige plattegrond in drie bouwlagen waarvan twee in de kap, gebouwd in 1925 in traditionele landhuisstijl met verwijzing naar de Amsterdamseschool-stijl (brievenbus, siermetselwerk) naar ontwerp van de Aannemingsmaatschappij Groeneveld te Dordrecht.

    De aannemingsmaatschappij werd geleid door B. Groeneveld, die ook een steenfabriek in Dubbeldam bezat. Hij bezat veel grond in Dubbeldam, die hij als bouwpercelen verkocht, met daarop een door zijn bedrijf naar wens van de opdrachtgever gebouwde woning.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen in noords kettingverband. Een metselgang ter hoogte van de boven- en onderdorpel van de erker in de voorgevel is als speklaag enige centimeters uitgemetseld over alle gevels. Het dak is samengesteld uit een schilddak met nok loodrecht op de straat en een haaks daarop aan de voorzijde in de zakgoot tussen beide panden gesitueerd zadeldak, alsmede een zadeldak in aansluiting op de geveltop aan de linker zijde. Alle dakvlakken zijn gedekt met rode verbeterde hollandse pannen.

    De voorgevel is op de begane grond aan de rechter zijde uitgebouwd met een driezijdige erker. Op een bakstenen voetmuur is een driezijdig kozijn geplaatst, waarin van oorsprong ramen met een roedeverdeling waren geplaatst. De erker is gedekt met een iets overstekend plat dak. Rechts hiervan is de hoek met de zijgevel voorzien van een om de hoek doorgezet gekoppeld venster met oorspronkelijk aan beide zijden een vierruits raam. Dit venster kan met een luik worden afgesloten.

    Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen, middels een steen breed penant van elkaar gescheiden, die zijn voorzien van zesruits ramen. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. In de geveltop bevindt zich een klein vierkant raampje, dat overhoeks is ingemetseld. Siermetselwerk omkadert dit raampje. De gevel wordt afgesloten door het overstek op houten consoles van het dak.

    In de linker zijgevel bevindt zich de entree in een iets vooruitgeschoven en als geveltop hoger opgetrokken risaliet. Onder een rechte luifel bevindt zich de deuropening met houten deur met een raam met glas-in-loodvulling. Aan weerszijden hiervan, gescheiden van de deuropening door een steens penant, bevindt zich een klein drieruits raam. Op de verdieping bevinden zich drie kleine vensteropeningen, middels een steen breed penant van elkaar gescheiden, met ramen met glas-in-loodvulling. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. In de geveltop bevindt zich siermetselwerk.

    In het gevelvlak rechts van het risaliet is de hoek met de voorgevel voorzien van een om de hoek doorgezet gekoppeld venster met oorspronkelijk aan beide zijden een vierruits raam. Dit raam kan met een luik worden afgesloten. In de hoek naast het risaliet is een brievengleuf gespaard, omkaderd met siermetselwerk en oorspronkelijk voorzien van een ijzeren klep met het opschrift "brieven".

    Het gevelvlak links is uitgebouwd. Oorspronkelijk was hier een venster met een vierruits raam gesitueerd. Links naast de geveltop is een latere dakopbouw geplaatst.

    Tegen de rechter zijde van de achtergevel bevindt zich een latere uitbouw. In oorsprong bevonden zich rechts de keukendeur met een zesruits glasvlak. Links bevinden zich dubbele tuindeuren met elk een achtruits glasvlak. Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen met zesruits ramen. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. In de geveltop bevindt zich een klein vierkant raampje, dat overhoeks is ingemetseld. Siermetselwerk omkadert dit raampje. De gevel wordt afgesloten door het overstek op houten consoles van het dak.

    Het erf wordt van de openbare weg gescheiden door een diepe sloot. Over deze sloot ligt een betonnen brug.

    Interieur

    Het interieur omvat vrijwel geen monumentale onderdelen. Noemenswaardig zijn een marmeren schouw, de trapleuning naar de verdieping, met bewerkte trappalen (geïnspireerd door de Amsterdamseschool-stijl), waarvan de leuning als geprofileerde lijst over de wand is doorgezet en een houten latei / betimmerde toog tussen de voor- en zijkamer.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de gedetailleerde architectuur in landschapsstijl, die in samenhang met naburige panden een niet veel voorkomende eenheid vormt in Dubbeldam. Het pand is met name monumentaal vanwege het exterieur. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de middenklasse in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 8
    • Datering: 1925
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis (rechter deel van een tweekapper; zie Burgemeester Jaslaan 6) op rechthoekige plattegrond in drie bouwlagen waarvan twee in de kap, gebouwd in 1925 in traditionele landhuisstijl met verwijzing naar de Amsterdamseschool-stijl (brievenbus, siermetselwerk) naar ontwerp van de Aannemingsmaatschappij Groeneveld te Dordrecht in opdracht van M.G. Rietveld. Aan de achterzijde is in de 80er jaren een keukenaanbouw opgetrokken.

    De aannemingsmaatschappij werd geleid door B. Groeneveld, die ook een steenfabriek in Dubbeldam bezat. Hij bezat veel grond in Dubbeldam, die hij als bouwpercelen verkocht, met daarop een door zijn bedrijf naar wens van de opdrachtgever gebouwde woning.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen in noords kettingverband. Een metselgang ter hoogte van de boven- en onderdorpel van de erker in de voorgevel is als speklaag enige centimeters uitgemetseld over alle gevels. De huidige roedeverdeling van de vensters is een op de oorspronkelijke situatie gebaseerde kopie. Het dak is samengesteld uit een schilddak met nok loodrecht op de straat en een haaks daarop aan de voorzijde in de zakgoot tussen beide panden gesitueerd zadeldak, alsmede een zadeldak in aansluiting op de geveltop aan de rechter zijde. Alle dakvlakken zijn gedekt met rode verbeterde oudhollandse pannen.

    De voorgevel is op de begane grond aan de linker zijde uitgebouwd met een driezijdige erker. Op een bakstenen voetmuur is een driezijdig kozijn geplaatst, waarin van oorsprong ramen met een roedeverdeling waren geplaatst. De erker is gedekt met een iets overstekend plat dak. Rechts hiervan is de hoek met de zijgevel voorzien van een om de hoek doorgezet gekoppeld venster met oorspronkelijk aan beide zijden een vierruits raam. Dit raam kan met een luik worden afgesloten.

    Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen, middels een steen breed penant van elkaar gescheiden, die oorspronkelijk waren voorzien van zesruits ramen. In de huidige situatie zijn de ramen ongedeeld. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. In de geveltop bevindt zich een klein vierkant raampje, dat overhoeks is ingemetseld. Siermetselwerk omkadert dit raampje. De gevel wordt afgesloten door het overstek op houten consoles van het dak.

    In de rechter zijgevel bevindt zich de entree in een iets vooruitgeschoven en als geveltop hoger opgetrokken risaliet. Onder een rechte luifel bevindt zich de deuropening met houten deur met glasraam. Aan weerszijden hiervan, gescheiden van de deuropening door een steens penant, bevindt zich een klein venster. Op de verdieping bevinden zich drie kleine vensteropeningen, middels een steen breed penant van elkaar gescheiden, met tweeruits ramen. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. In de geveltop bevindt zich siermetselwerk.

    In het gevelvlak links van het risaliet is de hoek met de voorgevel voorzien van een om de hoek doorgezet gekoppeld venster met oorspronkelijk aan beide zijden een vierruits raam. Dit raam kan met een luik worden afgesloten. In de hoek naast het risaliet is een brievengleuf gespaard, omkaderd met siermetselwerk en voorzien van een ijzeren klep met het opschrift "brieven".

    Het gevelvlak rechts bezit een venster met oorspronkelijk een vierruits raam. Dit raam kon oorspronkelijk met een luik worden afgesloten. Zowel de roedeverdeling als het luik mankeren.

    De linker zijde van de achtergevel is voorzien van een latere uitbouw. De rechter zijde is met een eveneens latere erker uitgebouwd. In oorsprong bevonden zich links de keukendeur met een zesruits glasvlak en rechts dubbele tuindeuren met elk een achtruits glasvlak. Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen, die oorspronkelijk waren voorzien van zesruits ramen. In de huidige situatie zijn de ramen ongedeeld. Onder de ramen is een houten bloembak op klossen aangebracht. In de geveltop bevindt zich een klein vierkant raampje, dat overhoeks is ingemetseld. Siermetselwerk omkadert dit raampje. De gevel wordt afgesloten door het overstek op houten consoles van het dak.

    Het erf wordt van de openbare weg gescheiden door een diepe sloot. Over deze sloot ligt een betonnen brug.

    Interieur

    Het interieur omvat vrijwel geen monumentale onderdelen. Noemenswaardig is de hal met een terazzovloer met kantbies en de trapleuning naar de verdieping, met bewerkte trappalen (geïnspireerd door de Amsterdamseschool-stijl), waarvan de leuning als geprofileerde lijst over de wand is doorgezet.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de gedetailleerde architectuur in landhuissstijl, die in samenhang met naburige panden een niet veel voorkomende eenheid vormt in Dubbeldam. Het pand is met name monumentaal vanwege het exterieur. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de middenklasse in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 12
    • Datering: 1931
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis op asymmetrische T-vormige plattegrond in drie bouwlagen waarvan twee in de kap, gebouwd in 1931 in traditionele landhuisstijl naar ontwerp van Korteweg en Verwoerd Architecten te Breda in opdracht van dr. ir. Chr. Van Loon. In 1972 is een kleine interne verbouwing uitgevoerd.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in donker- (plint) respectievelijk licht- (opgaand werk) roodbruine baksteen in noords kettingverband. Het dak, bestaande uit een schilddak met nok evenwijdig aan de straat, een kleine steekkap aan de linker voorzijde en een haaks op de hoofdkap aan de achterzijde gesitueerd half schilddak, is gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen.

    De voorzijde wordt gedomineerd door de vooruitgeschoven bouwmassa van de garage met daarop een balkon achter de hoger opgetrokken gevelwanden. De voorzijde van de garage bezit dubbele deuren binnen een kozijn, waarvan de bovenregel een rondboog beschrijft. Rechts naast de garage bevindt zich de entree, bereikbaar middels drie gemetselde treden en een van plavuizen voorzien plat. De entree bestaat uit een onder een houten luifel een halve steen uitgemetseld gevelvlak met daarin een kozijn met paneeldeur en aan weerszijde smalle hoge ramen met glas-in-loodvulling. De luifel wordt aan de rechter zijde gedragen door een houten klos, die 'gedragen' wordt door een uitgemetselde koppenrij in het gevelvlak. In de koppenrij is een hardstenen brievengleuf opgenomen. Boven de luifel is het gevelvlak geheel geopend en voorzien van een stalen 18-ruits raam met glas-in-loodvulling. Rechts van de entree bevindt zich op beide verdiepingen een brede vensteropening met vier gekoppelde zesruits stalen ramen. De onderste vensteropening is van schijnluiken voorzien. Het gevelgedeelte boven de garage is enigszins vooruit gemetseld. In het gevelvlak is een stalen pui opgenomen met halfhoge ramen aan weerszijden van dubbele glasdeuren.

    In het dakvlak staat een kleine dakkapel.

    Het linker deel van de linker zijgevel bezit diverse vensteropeningen met stalen meerruits ramen onder het diep doorlopende dakvlak van het achterste schilddak. Het middelste gedeelte is over twee verdiepingen opgetrokken en wordt begrensd door het overstek van de korte zijde van het voorste schilddak. In dit gedeelte zijn op de begane grond meerdere stalen ramen gesitueerd. In de aansluiting tussen beide daken s een met hout beklede uitbouw gesitueerd. Hierin is een dubbel zesruits raam opgenomen. Het voorste deel van de zijgevel omvat de garage en is geheel blind uitgevoerd.

    De achtergevel bestaat uit twee gedeelten. Links de achterzijde van de bouwmassa aan de straatzijde, met op de begane grond dubbele meerruits stalen tuindeuren. Op de verdieping is een dubbel zesruits raam opgenomen. Het rechter gedeelte wordt gevormd door de achterzijde van de achterste bouwmassa. Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een pui met dubbele meerruits stalen tuindeuren gekoppeld rechts met drie zesruits ramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een stalen zesruits raam en een houten secundaire glasdeur. Op de verdieping bevinden zich links een pui met dubbele meerruits stalen tuindeuren gekoppeld links met twee zesruits ramen en rechts een dubbel zesruits raam. Voor de pui bevindt zich een uitkragend houten balkon. In het dakvlak staat een kleine dakkapel.

    De rechter zijgevel bestaat uit twee gedeelten. Links de korte zijde van de bouwmassa aan de straatzijde, met op de begane grond een driezijdige erker-uitbouw met in elke zijde een achtruits stalen raam. Het rechter gedeelte wordt gevormd door de rechter zijde van de achterste bouwmassa. Op de begane grond bevindt zich aan de rechter zijde een dubbel zesruits raam. In het dakvlak staat een lage brede dakkapel.

    Tegen de rechter- en achterzijde grenst een van plavuizen voorzien terras, dat begrensd wordt door een lage keermuur in baksteen.

    De tuinaanleg neigt naar een Engelse landschapsstijl met gevarieerde borders, heesters en hoog opgaande oudere bomen.

    Het erf wordt van de openbare weg gescheiden door een diepe sloot. Over deze sloot ligt een betonnen brug met ter plaatse van de brughoofden betonnen schijven, waar tussen het ijzeren brughek is bevestigd. Het brughek is samengesteld uit een frame van buisprofiel, dat deels is omgezet over de betonnen schijven, waar de openingen binnen het frame zijn voorzien van plaatstalen vlakken.

    Interieur

    Het interieur omvat vrijwel geen monumentale onderdelen. Noemenswaardig is de leuning van de trap naar de bovenste verdieping, met de houten leuning rustend op een massieve balustrade.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de rijk uitgevoerde en zeer gedetailleerde architectuur in traditionele landhuissstijl, die in samenhang met naburige panden een niet veel voorkomende eenheid vormt in Dubbeldam. Het pand is met name monumentaal vanwege het exterieur in samenhang met de tuinaanleg en de brug. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de welgestelde burgerij in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Publicaties

    • M.C. Dorst, Dordrecht Ondergronds 15: Burgermeester Jaslaan 12 - Een archeologische begeleiding, 2011.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 16
    • Datering: 1926
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis op nagenoeg rechthoekige plattegrond in drie bouwlagen waarvan twee in de kap, gebouwd in 1926 in traditionele landhuisstijl naar ontwerp van NV. Aannemingsmaatschappij Groeneveld in opdracht van K.F. Creutzberg.

    De aannemingsmaatschappij werd geleid door B. Groeneveld, die ook een steenfabriek in Dubbeldam bezat. Hij bezat veel grond in Dubbeldam, die hij als bouwpercelen verkocht, met daarop een door zijn bedrijf naar wens van de opdrachtgever gebouwde woning.

    In 1931 wordt een kamer aan de achterzijde toegevoegd. In 1978 worden intern enige doorbraken gemaakt.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in licht-roodbruine baksteen in noords kettingverband. Het dak, bestaande uit twee achter elkaar gelegen schilddaken met nok loodrecht op de straat, die enigszins ten opzichte van elkaar zijn verschoven en in elkaar grijpen, zijn gedekt met riet. De aanbouw uit 1931 is voorzien van een plat dak.

    De voorgevel bezit op de begane grond een breed venster met twee ongedeelde onderramen en vier bovenramen, die met horizontale roeden in drie ruiten zijn verdeeld. De onderramen bezitten luiken, die echter niet breed genoeg zijn om de opening geheel te sluiten. Op de verdieping bevindt zich hier een drielichtvenster met elk een achtruits raam. Het drielicht steekt door de dakrand en is gedekt door de ter plaatse iets opgelichte rietdekking. Onder het drielicht bevindt zich een houten bloembak op consoles.

    Het rechter deel van de linker zijgevel is geheel gesloten. Vanaf halverwege de gevel is deze naar voren uitgebouwd. De hoek van het vooruitgeschoven geveldeel is verbijzonderd met een kolom, waarvan het kapiteel (in de vorm van geprofileerde houten klossen) het bovenste geveldeel draagt. Dit geveldeel is bekleed met gepotdekselde houten delen. De hoek is hier verfraaid met een ronde houten staaf met bewerkte onder- en bovenzijde. Direct onder de dakrand bevindt zich een om de hoek doorgezet kozijn met gekoppelde ramen, die met horizontale roeden in drie ruiten zijn verdeeld. Onder de ramen bevond zich oorspronkelijk een bloembak op consoles, waarvan nu slechts de consoles resteren. In het gevelvlak onder de beschieting bevindt zich een laag breed kozijn met drie ramen, waarvan de oorspronkelijke horizontale roedeverdeling is verwijderd. In het dakvlak staan twee dakkapellen, waarvan een in de hoek tussen de aansluiting van beide kappen. De dakkapellen bezitten ramen met horizontale roeden die de ramen in drie ruiten verdelen. De dakkapellen zijn ingedekt in de rietdekking.

    Achter de kolom op de hoek van het vooruitspringend geveldeel is de entree gesitueerd, iets terugliggend onder de houten beschieting van de verdieping. De voordeur met verticale geprofileerde delen bezit twee kleine ruitjes, van elkaar gescheiden door een houten figuratief element.

    Naast de deur bevindt zich een gevelsteen in rood gekleurde kunststeen met de inscriptie "ME POSUIT U.W. CREUTZBERG Jr. NON MAIAE A.D. MCMXXVI" (mij heeft geplaatst U.W. Creutzberg Jr. negen mei 1926).

    In het achterste deel van de gevel bevindt zich op de begane grond een venster met een ongedeeld onderraam en drie bovenramen, die met horizontale roeden in drie ruiten zijn verdeeld. De onderramen bezitten luiken, die echter niet breed genoeg zijn om de opening geheel te sluiten. Oorspronkelijk bevond zich op de hoek de keukendeur, die bij de aanbouw verplaatst is naar de achterzijde hiervan.

    In de latere keuken-uitbouw bevinden zich twee vensteropeningen.

    De achtergevel is tot vrijwel aan de dakrand afgedekt door de latere aanbouwen. Op de verdieping bevindt zich een vierlicht met elk een achtruits raam. Het vierlicht steekt door de dakrand en is gedekt door de ter plaatse iets opgelichte rietdekking. In het dakvlak staat een dakkapel voorzien van ramen met horizontale roeden die de ramen in drie ruiten verdelen. De dakkapel is ingedekt in de rietdekking.

    De latere uitbouw van de keuken bezit een deuropening met houten deur met een klein raampje.De uitgebouwde tuinkamer bezit in de achtergevel een pui met tuindeuren. In de afgeschuinde hoek is een kozijn met een onder- en bovenraam met glas-in-loodvulling opgenomen.

    De rechter zijgevel is voor wat betreft het achterste deel vooruitgeschoven. Hierin bevindt zich op de begane grond een breed venster met een ongedeeld onderraam en drie bovenramen, die zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. De onderramen bezitten luiken, die echter niet breed genoeg zijn om de opening geheel te sluiten. In de zijgevel van de latere uitbouw bevindt zich een identiek venster.

    Op de verdieping bevindt zich een balkon, afgeschermd met een houten hekwerk. Het balkon is betreedbaar middels een deur met achtruits raam, opgenomen in een pui met aan weerszijden van de deur een achtruits venster. De pui steekt door de dakrand en is gedekt door de ter plaatse iets opgelichte rietdekking.

    In het linker deel van de gevel bevindt zich direct naast de sprong een kozijn met vijf gekoppelde drieruits ramen met horizontale roeden. Hierboven is het gevelvlak bekleed met een beschieting van gepotdekselde delen, waarin een vijftienruits venster is opgenomen. Hierboven in het dakvlak staat naast een hoog opgemetselde schoorsteen een dakkapel voorzien van een drielicht met achtruits ramen. De dakkapel is ingedekt in de rietdekking.

    Geheel links bevindt zich een pui met een enkele glasdeur en op de verdieping een tweelicht met elk een achtruits raam. Het tweelicht steekt door de dakrand en is gedekt door de ter plaatse iets opgelichte rietdekking.

    Aan de achterzijde en tegen het voorste deel van de rechter zijgevel bevinden zich terrassen, die zijn begrensd met gemetselde muurtjes en zijn betegeld met rode plavuizen.

    De tuinaanleg neigt naar een Engelse landschapsstijl met gevarieerde borders, heesters en hoog opgaande oudere bomen. Het erf wordt van de openbare weg gescheiden door een diepe sloot. Over deze sloot ligt een houten brug.

    Interieur

    Ondanks de verbouwingen omvat het interieur vele monumentale onderdelen. Noemenswaardig is de trapopgang naar de verdieping en zolder, met fraai bewerkte trappalen en een leuning op geprofileerde spijlen. Tot aan de verdieping wordt de trap aan de muurzijde begeleid met een klimmende paneel-lambri. De meeste paneel-binnendeuren zijn nog aanwezig inclusief de belegstukken en bekroning met een vlakke kroonlijst. Verder resteren vlakke stucplafonds met middenmotief.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de rijk uitgevoerde en zeer gedetailleerde architectuur in landhuisstijl, die in samenhang met naburige panden een niet veel voorkomende eenheid vormt in Dubbeldam. Het pand is met name monumentaal vanwege zowel het ex- als interieur, mede in samenhang met de tuinaanleg. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de welgestelde burgerij in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 18
    • Datering: 1926
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis (linker deel van een tweekapper; zie Burgemeester Jaslaan 20) op veelhoekige plattegrond in twee bouwlagen waarvan één in de kap, gebouwd in 1926 in traditionele landhuisstijl met verwijzing naar de Amsterdamseschool-stijl (kapvorm met steil met pannen gedekt ondergedeelte, horizontale roedeverdeling, siermetselwerk) in opdracht van de heer H.W. van der Kloet.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De plattegrond van het pand is vanwege de ligging op een driehoekig perceel enigszins complex. In hoofdvorm beschrijft de plattegrond een rechthoek, die aan de achterzijde trapsgewijs tweemaal versmalt. Aan de linker zijde is een over twee bouwlagen opgetrokken bouwmassa aangebouwd, waarvan de voor- en achtergevel bestaat uit twee gedeelten, die onder 45 graden op elkaar staan. Hierdoor sluiten voor en achtergevel in een punt onder een hoek van 90 graden op elkaar aan.

    De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. Een rollaag suggereert de bovenrand van de in dezelfde baksteen gemetselde echter donker gevoegde plint. Bij de niet haakse hoeken in de gevel zijn de bakstenen om en om doorgemetseld. Het dak is samengesteld uit een schilddak met nok evenwijdig aan de straat, dat doorloopt in het buurpand. Aan de voorzijde is het dakvlak geknikt ter hoogte van de goot van de linker uitbouw en vrijwel loodrecht naar beneden doorgezet tot net boven de vensters van de begane grond. Haaks op de hoofdkap is aan de linkerzijde een schilddak aan de hoofdkap verbonden. Alle dakvlakken zijn gedekt met rode Tuiles-du-Nordpannen.

    De gevels van de aanbouw links zijn allen identiek uitgevoerd. In elk van de gevelvlakken, uitgezonderd de achterzijde, bevindt zich op de begane grond een vensteropening met oorspronkelijk een draaibaar onderraam en een drielicht bovenraam met een gekleurde geometrische glas-in-loodvulling. De draairamen aan de voorzijde zijn omstreeks 1975 verwijderd.

    Op de verdieping zijn boven een doorgaande geprofileerde lijst vensteropeningen gespaard met aan de voor- en achterzijde ongedeelde ramen en in beide schuine gevelvlakken een breed raam met horizontale roeden.Onder de lijst is het gevelvlak tussen het doorgaande metselwerk van de hoeken voorzien van een beschieting van horizontale brede delen, die afwisselend wit en groen zijn geschilderd.

    In het rechter deel van de voorgevel bevindt zich een drielicht, dat in 1975 naar onderen is verlengd. Het drielicht bezit bovenramen met een figuratieve gekleurde glas-in-loodvulling. In het dakvlak boven het drielicht staat een dakkapel met drie zesruits ramen.

    In de zijgevel van de hoofdbouwmassa is de entree gesitueerd. De houten paneeldeur bezit een raampje met glas-in-loodvulling. Het bovenlicht is voorzien van een gekleurde geometrische glas-in-loodvulling.

    In de achtergevel van de hoofdbouwmassa bevindt zich op de begane grond een keukendeur met een achtruits raam in een pui met bovenramen en een halfhoog zijraam. Op de verdieping bevindt zich hier een vensteropening met zesruits stolpramen. Onder de vensteropening is een houten bloembak op consoles aangebracht.

    Interieur

    Het interieur omvat enige monumentale onderdelen. Noemenswaardig zijn enige oorspronkelijke binnendeuren met opgelegde geprononceerde lijsten, de trapleuning naar de verdieping, met bewerkte trappalen en een restant van een stucplafond.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de gedetailleerde architectuur in traditionele stijl. Het pand is met name monumentaal vanwege het exterieur. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de middenklasse in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 20
    • Datering: 1926
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis (rechter deel van een tweekapper; zie Burgemeester Jaslaan 18) op rechthoekige plattegrond in drie bouwlagen waarvan twee in de kap, gebouwd in 1926 in traditionele landhuisstijl met verwijzing naar de Amsterdamseschool-stijl (horizontale roedeverdeling, siermetselwerk) in opdracht van de heer H.W. van der Kloet.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. Een rollaag suggereert de bovenrand van de in dezelfde baksteen gemetselde echter donker gevoegde plint. Het dak is samengesteld uit twee haaks in elkaar gestoken kappen met mansardevor, waarvan het gedeelte evenwijdig aan de straat doorloopt op het buurpand. Aan de zijkanten is het dakvlak vrijwel loodrecht naar beneden doorgezet tot net boven de vensters van de begane grond. De kap bezit bij de geveltoppen voor en achter een overstek met een houten boeiboord en windveer. Alle dakvlakken zijn gedekt met rode Tuiles-du-Nordpannen.

    Tegen de voor(top-)gevel is aan de linker zijde een driezijdige erker uitgebouwd. Op een borstwering in baksteen is een houten driezijdig kozijn geplaatst, met aan elke zijde een ongedeeld onderraam en een van een figuratieve gekleurde glas-in-loodvulling voorzien bovenraam. Rechts naast de erker bevindt zich de entree. In een pui met bovenramen en halfhoge zijramen is een houten deur met opgelegd lijstwerk opgenomen. De ramen zijn voorzien van een gekleurde geometrische glas-in-loodvulling.

    De erker vormt de basis voor een klein balkon op de verdieping. Van oorsprong bestond het balkonhek uit gepotdekselde delen op een houten frame. Bij de verbouwing van 1957 is dit vervangen door een ijzeren hekwerk. Het balkon is betreedbaar middels dubbele deuren met een ongedeeld raam. Aan weerszijden van de deuren bevinden zich smalle vensters. Geheel rechts bevindt zich een ongedeeld raam, dat oorspronkelijk van een zesruits roedeverdeling was voorzien. In de geveltop bevindt zich een klein zesruits raam.

    De rechter zijgevel was oorspronkelijk op twee kleine raampjes na gesloten. Bij de verbouwing van 1957 is aan de achterzijde een dubbel raam toegevoegd. In het dakvlak staat een dakkapel met twee zesruits ramen.

    De achter(top-)gevel bezat oorspronkelijk aan de linker zijde een keukendeur in een pui met bovenramen en een halfhoog zijraam. Bij de verbouwing in 1957 is aan deze zijde een schuurtje aangebouwd, waardoor de pui inpandig is komen te staan. Aan de rechter zijde bevindt zich een pui met bovenramen en halfhoge zijramen, waarin dubbele tuindeuren zijn opgenomen. Op de verdieping bevindt zich links een deur met zesruits raam, waar zich oorspronkelijk alleen een zesruits raam bevond. Rechts hiervan een drielicht met zesruits ramen. In de geveltop bevindt zich een klein zesruits venster.

    Interieur

    Het interieur is bij de verbouwing niet noemenswaardig aangetast. Van de bouwtijd dateert nog het overgrote deel van de indeling en de interieurelementen. Achter de entree is een vestibule gesitueerd, die middels een pui met tochtdeur is gescheiden van de hal. De gehele tochtdeur is voorzien van een gekleurde geometrische glas-in-loodvulling. Links naast de hal met trap naar de verdieping liggen een voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden middels schuifdeuren met glas-in-loodvulling. Beide vertrekken bezitten een marmeren schouw met koperen haard. De voor- en achterkamer op de verdieping bezitten tevens een schouw (één marmer en één betegeld) met koperen kachels.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de gedetailleerde architectuur in traditionele stijl. Het pand is monumentaal vanwege het ex- en het interieur. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de middenklasse in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Bijlage


  • Burgemeester Jaslaan 48
    • Datering: 1926
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Landschapsstijl
    • Architect: van Eck
    • Postcode: 3319AC

     

    Objectomschrijving

    Woonhuis op rechthoekige plattegrond in twee bouwlagen waarvan één in de kap, gebouwd in 1926 in traditionele landhuisstijl naar ontwerp van architect Jan C. van Eck in opdracht van C. van Eck (mogelijk dezelfde persoon).

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen in noords kettingverband. Een rollaag van koppen ter hoogte van de onderdorpel van de vensteropeningen suggereert een plint. De huidige roedeverdeling van de vensters op de verdieping komt overeen met de oorspronkelijke verdeling, is echter in de spouw van de beglazing aangebracht. Het dak is samengesteld uit een schilddak met daarop aankappend een zadeldak naar de voorgeveltop, beide in mansardevorm. Alle dakvlakken zijn gedekt met rode Tuiles-du-Nordpannen. Het dak kraagt fors uit boven met een houten bakgoot op bewerkte klossen, waardoor het dak vrij nadrukkelijk het aanzicht van het pand bepaald.

    De voorgevel is aan de rechter zijde vooruit gebouwd en opgetrokken als 'mansarde'top. Op de begane grond is een brede vensteropening gespaard met een ongedeeld onderraam en boven het zware kalf drie tweeruits bovenramen, die zijn voorzien van een gekleurde geometrische glas-in-loodvulling. Schijnluiken zijn van oorspong aan weerszijden van het onderraam aangebracht. De verdieping bezit een even brede en hoge vensteropening met drie van elkaar door een vaste stijl gescheiden achtruits ramen. Onder de ramen is een houten bloembak op consoles aangebracht.

    In het terugliggende deel van de gevel links is de entree gesitueerd onder een kleine houten luifel. De entree bestaat uit een houten deur met opgelegd paneel, met boven een vierkant raampje een tweeruits raam met horizontale roede, voorzien van een gekleurde geometrische glas-in-loodvulling. Het vierruits raam links naast de deur is van een identieke glas-in-loodvulling voorzien. Boven de entree staat in het dakvlak een hoge dakkapel met een achtruits raam.

    De rechter zijgevel is geheel gesloten uitgevoerd. Slechts een dakkapel, gelijk aan die aan de voorzijde, is in het dakvlak geplaatst.

    De achtergevel bezit links dubbele tuindeuren met per deur een achtruits glasvlak en een drieruits bovenraam. Rechts bevindt zich een enkele deur, gelijk aan de voorgaande. De verdieping is voorzien van een brede dakkapel met daarin dubbele glasdeuren en aan weerszijden een achtruits raam. De deuren geven toegang tot een in de goot gebouwd balkon. Dit balkon met houten vloer is voorzien van een balustrade van houten regels en stijlen.

    De linker zijgevel bezit nabij de achtergevel en vensteropening met een verhoogd liggende onderdorpel (in verband met het aanrecht), voorzien van een ongedeeld onderraam en boven het zware kalf twee drieruits bovenramen. Luiken zijn van oorspong aan weerszijden van het onderraam aangebracht. In de plint is een klein kelderlicht opgenomen.

    De zijgevel van de uitgebouwde geveltop bezit een rechthoekig venster met glas-in-loodvulling.

    Interieur

    Het interieur omvat vrijwel geen monumentale onderdelen. Noemenswaardig zijn de oorspronkelijke paneeldeuren.

    Waardering

    Het woonhuis is van monumentaal belang vanwege de gedetailleerde architectuur in landhuisstijl. Het pand is met name monumentaal vanwege het exterieur. Het pand is van belang in het straatbeeld, mede als voorbeeld van de bouwkunst zoals deze door de middenklasse in de 30-er jaren werd opgetrokken.

    Bijlage


  • Damstraat 2
    • Datering: 1910
    • Oorspronkelijke functie: Woon-winkelpand
    • Architect: Groeneveld
    • Postcode: 3319BD

    Objectomschrijving

    Voormalige bakkerij annex winkel-woonhuis, gebouwd in 1910 naar een ontwerp van B. Groeneveld voor de coöperatieve verbruiksvereniging 'Ons Belang'.

    In 1942 wordt aan de achterzijde een kleine uitbouw gemaakt, ter vergroting van de bakkerij. In 1971 is het pand intern vrijwel geheel verbouwd, waarbij aan de voorzijde tevens een uitbouw aan de winkel werd opgetrokken. Intern is hierdoor de oorspronkelijke situatie nagenoeg is verdwenen.

    Voorheen was het adres Hoofdstraat 2 te Dubbeldam.

    In 1913 is vrijstaand van het hoofdgebouw een wagenschuur met paardenstal gebouwd. De verder in oorsprong houten stal bezat aan de zijde van de Hoofdstraat een buitenmuur van steen, aangezien dit bij de vergunningverlening als voorwaarde werd opgenomen. De schuur heeft nu als adressering Damstraat 4.

    Algemene omschrijving

    Exterieur

    Op de hoek van de huidige Damstraat en Dubbelsteynlaan West gelegen pand bezit een L-vormige plattegrond in twee bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Het pand is voorzien van een zadeldak op L-vormig grondvlak, met op de hoek een doorstekend lager gedeelte met wolfseind. In de zijgevel bevindt zich een hoger opgetrokken geveltop met een zadeldak, dat insteekt in de hoofdkap. De dakvlakken zijn gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen. De gevels zijn opgetrokken in baksteen in kruisverband en zijn geschilderd.

    De voorgevel is voor wat betreft het linker gedeelte geheel verbouwd. In het dakvlak staat nog de oorspronkelijke dakkapel, waarvan het lessenaarsdak hoog insteekt in de hoofdkap. In de vooruitgeschoven geveltop aan de rechter zijde bevindt zich onder een ijzeren latei een dubbel kozijn met ongedeelde onderramen en 24-ruits bovenramen. Boven de pui bevindt zich een met een rollaag omkaderd verdiept vlak, waar oorspronkelijk het opschrift "coöperatieve verbruiksvereniging Ons Belang" stond vermeld. Hierboven bevinden zich twee kleine vensteropeningen met schuiframen met een ongedeeld onderraam en een zesruits bovenraam.

    De zijgevel aan de Damstraat bezit links onder een ijzeren latei een dubbel kozijn met ongedeelde onderramen en 24-ruits bovenramen en een dicht paneel. In de oorspronkelijke situatie waren de huidige onder- en bovenramen gesitueerd aan weerszijden van een deuropening met bovenlicht.

    Rechts van de pui bevond zich eveneens een deuropening, waarvan het bovenlicht resteert.

    Hiernaast bevindt zich in de as van de hoger opgetrokken geveltop een vensteropening met schuifraam met een ongedeeld onder- en bovenraam. In de oorspronkelijke situatie bezat het bovenraam een 15-ruits verdeling en was het onderraam met luiken afsluitbaar. In de geveltop bevinden zich twee oorspronkelijke kleine vensteropeningen met een schuifraam met ongedeeld onderraam en een zesruits bovenraam.

    Het rechter deel van de gevel bezit een deuropening met bovenlicht en twee vensteropeningen. In de oorspronkelijke situatie (waarschijnlijk tot 1913) bevonden zich hier dubbele staldeuren, een klein venster en een deuropening.

    In het midden van het dakvlak aan weerszijden van de geveltop staat een oorspronkelijke dakkapel, waarvan het lessenaarsdak hoog insteekt in de hoofdkap. De ramen van de dakkapellen kende oorspronkelijk een 8-ruits verdeling.

    Interieur

    Gezien de vele verbouwingen sinds de bouwtijd zijn geen oorspronkelijke monumentale onderdelen meer aanwezig.

    Waardering

    Het pand is van monumentale waarde vanwege de functie in relatie tot de ontwikkeling van Dubbeldam en vanwege het, ondanks vele verbouwingen, relatief vrij ongeschonden bewaard gebleven exterieur.

    Bijlage


  • Dordwijklaan (Landgoed "Dordwijk")
    • Datering: 1630
    • Oorspronkelijke functie: Buitenplaats
    • Postcode: 3319AD

     

    Omschrijving complex

    HISTORISCHE BUITENPLAATS DORDWIJK (Dordrecht/Dubbeldam).

    De historische buitenplaats Dordwijk is omstreeks 1630 gesticht in de Polder Oud-Dubbeldam - vermoedelijk ter plaatse van het kooikershuis van Gerrit Thonisz. - bij een knik van de polderdijk (als onderdeel van de Napoleonsweg Parijs-Amsterdam beplant en bestraat in 1808-11 en Straetwegh genoemd, later Dubbeldamse weg, thans Dordwijklaan) en het voormalige riviertje de Dubbel, die respectievelijk als dijkweg en vaart de kernen van Dordrecht en Dubbeldam met elkaar verbonden. De stichter was wellicht Cornelis van Beveren.

    Na diverse verervingen werd de buitenplaats - die toen omstreeks 4 ha groot was en een dubbel herenhuis met achtzijdige toren, een boerenwoning, tuinmanswoning, schuur, tuin en boomgaard omvatte op een met iepen omplant, rechthoekig omgracht terrein, alsmede bouw- en weiland - in 1692 verkocht aan de brouwer Pieter Onderwater. Destijds werd de hofstede ook wel het Torensteedje genoemd.

    De familie Onderwater heeft Dordwijk in de loop van de 18de eeuw uitgebreid en verfraaid (ondermeer door de aanplant van eiken bij de ingang, en elders van paardekastanjes, acacia's en beuken). De schuur werd vergroot, het huis werd gemoderniseerd, waartegenover in 1773 een nieuwe stenen heul met houten toegangshek werd gebouwd en achter in de boomgaard bij de tuinmanswoning kwam een in Queen Anne-stijl gemeubileerde koepel (gesloopt omstreeks 1860).

    In het begin van de 19de eeuw kwam de buitenplaats in bezit van de familie Stoop; in 1852 werd zij verkocht aan Pieter van de Wall (officier van justitie te Dordrecht), waarna Dordwijk belangrijk werd uitgebreid en een grote metamorfose onderging. Het herenhuis werd deels gesloopt en deels uitgebreid en verbouwd tot 'kasteelboerderij' met koetshuis, hooizolder en andere utilitaire bestemmingen ( o.a. mattenschuur, vorstvrije kelder). De Haarlemse tuinarchitect J.D. Zocher jr. leverde in 1852 het ontwerp voor een parkaanleg in landschapsstijl met slingerende waterpartijen als nieuwe omgrenzing. Na het overlijden van haar echtgenoot stelde Maria Jacoba van de Wall- Repelaer in 1854 Christoffel Eggink (voordien werkzaam op de buitenplaats Vredenburgh te Voorburg) aan als rentmeester/tuinman, die een belangrijk stempel op de buitenplaats zou drukken. Nog in hetzelfde jaar ontwierp Eggink, in aansluiting op het werk van Zocher, een plan tot uitbreiding en verfraaiing van het park in landschapsstijl. Ook ontwierp Eggink prielen, rustbanken, bruggen en andere tuin-objecten voor het park, waaronder een - inmiddels verdwenen - achtzijdig chinees eendenhok op een vlot. In 1856 kwamen ten zuiden van de oorspronkelijke tuinmanswoning (in 1860 gesloopt) een L-vormige villa (huize Dordwijk), op een enigszins verhoogd terrein, en een door een rank ijzeren hekwerk omgeven hertenkamp gereed, die sindsdien het visuele middelpunt van de parkaanleg vormen.

    Na uitbreiding van de nutstuinvoorzieningen (vergroting broeikas, aanleg kersenboomgaard, nieuwe aanplant van de boomgaard en bouw in 1858 van een ananaskas) werd Dordwijk in 1860 zuidwaarts uitgebreid tot aan de Achterweg met het 'Nieuwe Werk', waarvan de parkaanleg in landschapsstijl eveneens door C. Eggink is ontworpen. Tevens ontwierp Eggink een nieuwe oranjerie, tuinmanswoning en heul met ijzeren toeganshek (ter plaatse van de heul uit 1773), die alle in 1861 gereed kwamen. De eclectische oranjerie, die de oude - naar de Dordtse buitenplaats Weizigt overgebrachte - oranjerie bij de vroegere tuinmanswoning verving, is in het hart van het vergrote park gesitueerd in de flauwe bocht van de slingerende, centrale waterpartij en heeft mede als onderkomen gediend van de verzameling oranjebomen die afkomstig was van de Haagse buitenplaats Sorghvliet van raadspensionaris Jacob Cats. De tuinmanswoning, waarbij ondermeer eikehouten kasten, binnenluiken en andere onderdelen van het vroegere herenhuis werden hergebruikt, werd evenwijdig aan het herenhuis opgetrokken, aan de zuidoostzijde van de oorspronkelijke buitenplaats-kern.

    De met houten schutting en lange tuinmuur van ijsselsteen omheinde moestuin werd in 1862 voorzien van een groentekas (thans nog aanwezig); de ananaskas werd naderhand afgebroken. Tegen de tuinmuur zijn aan de buitenzijde lange, smalle opslagloodsen opgetrokken, grotendeels in hout; aan de tuinzijde bevatte de tuinmuur tot 1940 een druivenkas; verder waren tot 1940 nog twee broeikassen uit ca. 1900 aanwezig. Tegen de schuttingen werden vruchtbomen geleid, zoals moerbei-, perzik-, abrikoze- en perebomen; in het verlengde van de schuttingen hebben leivruchtbomen gestaan tot aan de oranjerie.

    In 1880 vestigde jhr. P.J.J. Repelaer zich op de buitenplaats en werd de L-vormige villa Dordwijk (in oorsprong mogelijk door Zocher ontworpen) getransformeerd tot het huidige driebeukige gebouw in Chalet-stijl en in de nieuw aangebouwde oostvleugel ondermeer voorzien van bovendeur- en plafondschilderingen naar ontwerp van Johannes Stortenbeker , verwijzend naar Flora en het buitenleven; de centrale vleugel kreeg een marmeren hal met stucplafond, gecanneleerde pilasters, serre en trappenhuis. In dezelfde periode kwam achter de 'kasteelboerderij' nabij de muurloods het nieuwe koetshuis tot stand. Langs het aangrenzende rechte pad, deels op de gedempte 17de-eeuwse omgrachting, was verder een eenvoudige houten ijshut met rieten dak gebouwd, die in januari 1992 door een omvallende boom werd verwoest.

    (Vervolg complexomschrijving) In 1892 werd de buitenplaats in westelijke richting uitgebreid, alwaar naar ontwerp van de Amsterdamse architect J.F. Klinkhamer villa Sorghvliet werd gebouwd in een schilderachtige, eclectisch- renaissancistische trant, bij wijze van winterverblijf. De in 1899 vergrote villa is gesitueerd nabij de buitenbocht van de westelijke waterpartij en toegankelijk via een lange, licht gebogen oprijlaan, die begint bij de kruising van de huidige Dordwijklaan en Randweg en met een keerlus eindigt voor het a-symmetrisch opgezette huis.

    In 1929 werd aan de ZO-zijde, aan de buitenrand van Egginks eerste uitbreiding, een betonnen zwembad aangelegd, dat tot 1967 als zodanig heeft gefunctioneerd.

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de 'kasteelboerderij' tengevolge van oorlogshandelingen door brand getroffen in mei 1940 en werd villa Dordwijk door Duitse bezetters bewoond, die achter in de villatuin een munitiedepot en schuilkelder lieten aanleggen. De kasteelboerderij werd in 1941-42 naar ontwerp van de Dordtse architect B. van Bilderbeek herbouwd, met medewerking van de architecten M.O. Beek te Leeuwarden en C.J. Wierda te Heerenveen. De deels gespaard gebleven achtzijdige toren werd hersteld en voor het overige werd alleen de hoofdvorm gehandhaafd; het woongedeelte aan de voorzijde werd in sobere historiserende trant uitgevoerd en het L-vormige bedrijfsgedeelte in traditionele trant, met gebruik van moderne bouwmaterialen; ook werd het gebouw rondom bestraat. Tevens werd Dordwijk als landgoed beschermd krachtens de Natuurschoonwet.

    Tot 1955 was de oorspronkelijke boomgaard (thans grasland) beplant met oud- Hollandse hoogstamrassen.

    In 1976 werd de volledige buitenplaats door de familie Repelaer via de gemeente aan het rijk verkocht en kwam het landgoed in beheer bij Staatsbosbeheer. Sinds 1986 is door de stichting Beeldentuin Dordwijk een deel van het terrein rondom villa Sorghvliet ingericht als Beeldentuin. De villa werd in januari 1995 door brand getroffen, waardoor de oorspronkelijke kap grotendeels verloren ging, terwijl de bouwmuren nog grotendeels bewaard zijn gebleven.

    Van de oorspronkelijke 17de-eeuwse aanleg, waarschijnlijk in formele trant, is door de bovengeschetste latere ontwikkelingen weinig meer bewaard gebleven dan de (deels gereconstrueerde) achtzijdige toren van de 'kasteelboerderij' en een deel van de omringende rechtlijnige structuur. Daarentegen is de 19de-eeuwse parkaanleg in landschapsstijl naar ontwerp van Zocher en Eggink, met bijbehorende beplanting, rondwandelingen en waterpartijen nagenoeg compleet aanwezig, met inbegrip van het nog steeds functionerende hertenkamp. Het oorspronkelijk visuele contrast van de door besloten boomsingels van het omringende open weidenlandschap afgeschermde buitenplaats, is aan de NW-zijde door de latere aanleg van de provinciale weg op een hoog dijklichaam verloren gegaan; aan de ZW- en NO-zijde sluiten moderne dagrecreatieparken op het thans nog aan drie zijden van boomsingels voorziene terrein van Dordwijk aan (Overkamp en Dubbelmondepark) en aan de ZO-zijde bevindt zich aan de overzijde de eenzijdige lintbebouwing langs de Burgemeester Jaslaan. Aan de overzijde van de Dordwijklaan (voorheen Dubbeldamseweg) resteert nog ten dele de laanbeplanting van kastanjebomen; de overige laanbomen zijn in de tweede Wereldoorlog (1941) gerooid. De omgrenzing van de historische buitenplaats staat op de bij deze registeromschrijving behorende kaart aangegeven en wordt in de omschrijving van onderdeel 1 van dit complex nader gespecificeerd.

    De historische buitenplaats Dordwijk bestaat uit een aantal samenstellende onderdelen die afzonderlijk worden beschreven.

    N.B. de munitiebergplaats en schuilkelder in de tuin van villa Dordwijk vallen niet onder de bescherming. Evenmin maken de ontwateringsgreppels in de weide van de hertenkamp, noch het gemaal uit 1955 nabij de noordhoek van het terrein deel uit van de historische parkaanleg.

    De historische buitenplaats Dordwijk is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang vanwege:

    • de zeldzame combinatie van drie woonkernen uit verschillende perioden, waarbij de oorspronkelijke 17de-eeuwse aanleg nog hoofdzakelijk herkenbaar is aan de - deels gereconstrueerde - 'kasteelboerderij' en de omringende rechthoekige structuur, de midden-19de-eeuwse landschappelijke aanleg rondom villa Dordwijk thans het meest beeldbepalend is en de soberder laat-19de-eeuwse uitbreiding rondom villa Sorghvliet beeldondersteunend is;
    • de 19de-eeuwse parkaanleg in landschapsstijl, die met bijbehorende beplanting, rondwandelingen, waterpartijen, hertenkamp en gebouwde onderdelen vrijwel compleet bewaard gebleven is en die een belangrijk voorbeeld vormt van het late werk van Zocher en diens invloed op andere tuinarchitecten;
    • de in vijf zicht-assen gesitueerde villa Dordwijk, die zowel uit- als inwendig een goed voorbeeld is van de rijk gedetailleerde eclectische, op het 'buiten wonen' georienteerde bouwstijl uit het derde kwart van de 19de eeuw en zeldzaam in haar driebeukige opzet;
    • de markant aan de centrale waterpartij gesitueerde oranjerie, die met haar grotendeels glazen voor- en zijgevels, gedeeltelijk glazen kap, en ijzerconstructie een vroeg voorbeeld is van de eclectische, technisch vernieuwende bouwstijl uit het derde kwart van de 19de eeuw;
    • de later toegevoegde villa Sorghvliet als voorbeeld van de laat-19de-eeuwse eclectisch-renaissancistische bouwstijl.

    Onderdelen

    Dit complex omvat de volgende onderdelen:

    1. HISTORISCHE PARKAANLEG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497171.

    2. VILLA DORDWIJK, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497172.

    3. ORANJERIE, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497173.

    4. VILLA SORGHVLIET, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497174.

    5. KASTEELBOERDERIJ, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497175.

    6. TUINMANSWONING, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497176.

    7. KOETSHUIS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497177.

    8. WAGENSCHUUR, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497178.

    9. TUINMUUR MET MUURLOODS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497179.

    10. KAS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497180.

    11. BOOGBRUG MET TOEGANGSHEK NAAR DORDWIJK, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497181.

    12. TOEGANGSHEK NAAR SORGHVLIET, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497182.

    13. KETTINGBRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497183.

    14. TENTBRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497184.

    15. BLOEMENBRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497185.

    16. VLOTBRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497186.

    17. BRUG NAAR HET NIEUWE WERK, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497187.

    18. PRIEEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497189.

    19. HERTENVERBLIJF, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497190.

    20. TUINBEELD, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497191.

    21. TUINVAAS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497192.

    22. IJZEREN PRIEEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497193.

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
    • Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.
    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
    • C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.

    Externe links


  • Dordwijklaan 2 en 2a
    • Naam: Villa Dordwijk
    • Datering: 1852
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Chaletstijl
    • Postcode: 3319AD

     

    Omschrijving onderdeel 2

    Villa "Dordwijk". Gepleisterd PAND in chaletstijl, gebouwd 1852-54, bestaande uit drie evenwijdige vleugels, elk met verdieping onder zadeldak met overstek en met opengewerkte topstukken aan de windveren. De middelste vleugel is hoger dan de beide flankerende. Opengewerkte houten veranda's en balconhekken. Vensters en tuindeuren voorzien van de oorspronkelijke roedenindeling.

    Inwendig in de door een orde architectuur gedecoreerde middenzaal beneden een schouw voorzien van zuilen en pilasters van de Ionische orde en gesneden paneel met klok, waarboven een wapenschild en een spiegel met lofwerk langs de randen; pilasters, bovendeurschilderingen en plafondschildering met bloemmotieven; in hal plafond met stucwerk en pilasters.

    Gebouw van algemeen belang wegens oudheidkundige en kunsthistorische waarde en wegens centrale ligging in historische parkaanleg.

    Publicaties

    • Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.
    • C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.

    Externe links


  • Dordwijklaan 4 en 4a
    • Datering: 1861
    • Oorspronkelijke functie: Tuinmanswoning
    • Bouwstijl: Traditionalisme
    • Architect: Eggink
    • Postcode: 3319AD

     

    Omschrijving onderdeel 6

    TUINMANSWONING. In oorsprong gebouwd in 1861, naar ontwerp van C. Eggink, met een bouwlaag in ambachtelijk-traditionele bouwtrant als dwarspand, doch aan de zuidwestzijde aan het eind van de 19de eeuw met een verdieping verhoogd onder pannen zadeldak tussen trapgevels (a-symmetrisch aan de noordoostzijde). Het lage noordelijke deel (met kelder) heeft een pannen zadeldak tegen een puntgevel. Het in ijsselsteen opgetrokken pand bevat aan drie zijden vier- en zesruitsvensters, deels met schuifvensters en deels met stolpramen en deels nog met luiken, alsmede sierankers. Hierbij heeft het noordelijk deel een zesruitsschuifvenster in de noordwestgevel, een deur met bovenlicht links en een lagere deur met bovenlicht rechts; het hogere deel telt drie venster-assen in de NW-gevel en heeft in het midden een dakkapel met trapgevel.

    N.B. De latere aanbouw aan de zuidoostzijde valt niet onder de bescherming.

    Publicaties

    • C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.

    Externe links


  • Dordwijklaan 6
    • Naam: Kasteelboerderij
    • Datering: XVII-A
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Postcode: 3319AD

     

    Omschrijving onderdeel 5

    KASTEELBOERDERIJ (XVII A) bestaande uit twee evenwijdige vleugels tussen puntgevels met zijvleugel en in de hoek tussen de zijvleugel en hoofdgebouw achthoekige toren van geel en rood metselwerk met helm en bekronende windwijzer.

    Moderne SCHUUR achter het huis.

    Verwoest 1940, herbouwd 1941.

    In mooi park gelegen.

    Fraai gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.

    Publicaties

    • Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.
    • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
    • C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.

    Externe links


  • Dordwijklaan 8
    • Naam: Villa Sorghvliet
    • Datering: 1891
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Architect: Klinkhamer
    • Postcode: 3319AD

     

    Omschrijving onderdeel 4

    Naar ontwerp van J.F. Klinkhamer in 1891-92 op onregelmatige plattegrond in gemengde stijl - met elementen van neo-Renaissance en Chaletstijl - gebouwde villa, genaamd Sorghvliet; in dezelfde trant uitgebreid in 1899 naar ontwerp van Klinkhamer en B.J. Ouendag.

    De villa is met in- en uitspringende bouwvolumes opgetrokken in oranjerode baksteen op hardstenen plint, afgewisseld door siermetselwerk en banden van geel gekleurde en bruin geglazuurde baksteen, met kelder, twee bouwlagen en in oorsprong met kapverdieping onder een samenstel van overstekende zadel- en schilddaken, deels met wolfseinden, sierlijke pirons, van wolfsdaken voorziene dakkapellen en goten met tandlijsten.

    De a-symmetrisch ingedeelde villa bevat verder overwegend T- en H-vensters met drieruitsverdeling in de bovenlichten waarboven kleurige segmentbogen. De verdiepte entree met hardstenen stoep en overhuivende wolfskap, gesteund door een balustervormige kolom, bevindt zich aan de noordzijde, oostelijk van de toren-achtig uitgewerkte middenrisaliet, waaraan aan de andere zijde een korte dwarsvleugel onder schilddak grenst met rondboogvenster met sierhek en op de eerste verdieping een recht afgesloten vensterpartij met lambrequins. Het middenrisaliet bevat op de bel-etage gekoppelde rondboogvensters met sierhekken en profiellijsten, op de eerste verdieping gekoppelde vensters met gebeeldhouwde florale boogvullingen van hardsteen in de rondboognissen en in de uitkragende kapverdieping recht afgesloten vensters tussen gecanneleerde pilasters; de van gesneden houtwerk voorziene topgevel werd in oorsprong gedekt door een wolfsdak; in het risaliet tussen de rondboogvensters een stichtingssteen met naam van de villa en het bouwjaar.

    De driezijdige erkerpartijen aan de zuid- en westzijde bevatten in oorsprong een soortgelijke kapverdieping, waarbij de zuiderker op de eerste verdieping een balkon heeft met houten balustrade. De westgevel is verder bij de uitbreiding van 1899 voorzien van een korte dwarsvleugel onder wolfsdak, waarbij op de eerste verdieping een balkon is aangebracht met gemetselde balustrade en een smallere schoorsteen in Engelse trant.

    De zuidgevel bevat verder nog een in 'Stick Style' uitgevoerde serre, in oorsprong een open veranda.

    De oostgevel heeft een uitbouw met puntgevel, met in oorsprong in de top houtwerk met muizetandrand en gesneden schoorbalken en makelaar. Het hierop aansluitende bouwvolume wordt bij de puntgevel bekroond door een sierlijk in Engelse trant gemetselde schoorsteen.

    Aan de noordzijde is voor de dienstvleugel een lage schuur onder lessenaarsdak uitgebouwd, in oorsprong met tweemaal geknikt voetinghek ter afscheiding van een eenvoudig plaatsje.

    Inwendig resteert nog ten dele de oorspronkelijke neorenaissancistische interieuraankleding met in oorsprong ondermeer een marmeren vloer in de van stucwerk en geschilderde spreuken voorziene hal, parketvloeren, haardpartijen met marmeren schouwen en cassettenplafonds in de hoofdvertrekken op de bel-etage, alsook geprofileerde paneeldeuren en binnenluiken; in het hoofdtrappenhuis resteert nog ten dele de trap met gesneden balusters; in de noordvleugel - met uitgebouwde keuken waarboven de voormalige strijkkamer - de afzonderlijke diensttrap naar de vroegere dienstbodenzolder (bij de brand verdwenen).

    Publicaties

    • Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.

    Externe links


  • Dordwijklaan 10
    • Datering: XIX-B
    • Oorspronkelijke functie: Schuur
    • Postcode: 3319AD

     

    Omschrijving onderdeel 8

    WAGENSCHUUR. Op rechthoekige grondslag in baksteen (met muurankers) opgetrokken schuur met een bouwlaag en kapverdieping onder dwars pannen zadeldak, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw en gesitueerd ten ZW van de 'kasteelboerderij' ter plaatse van de hiertoe gedempte omgrachting van het 17de-eeuwse 'Torensteedje'.

    De voorgevel bevat een stel getoogde dubbele strokendeuren onder gepleisterde korfboog met sluitsteen en twee halfronde stalvensters met wielvormige onderverdeling te weerszijden. De rechterzijgevel bevat een halfrond afgesloten zij-ingang (thans dichtgemaakt) en een rechthoekig hooiluik. De linkerzijgevel heeft een (thans onderaan dichtgemaakt) zesruitsschuifvenster in de top. De achtergevel is blind. Inwendig bevat de wagenberging een klinkerbestrating, de - boven de inrijdeuren aan planken opgehangen - balklaag, een steektrap (rechts) en een houten kapconstructie.

    N.B. Het moderne afdak aan de achterzijde valt buiten de bescherming.


    Externe links


  • Dordwijklaan 12
    • Datering: XIX-B
    • Oorspronkelijke functie: Koetshuis
    • Postcode: 3319AD

     

    Omschrijving onderdeel 7

    Op L- vormige grondslag met twee bouwvolumes in baksteen (met muurankers) opgetrokken KOETSHUIS, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw en gesitueerd ten ZW van de 'kasteelboerderij', deels ter plaatse van de hiertoe gedempte omgrachting van het 17de-eeuwse 'Torensteedje'. Beide bouwvolumes bevatten een bouwlaag en kapverdieping onder zadeldak tussen puntgevels en halfronde ijzeren stalvensters met wielvormige onderverdeling; inwendig een klinkerbestrating, balklagen en houten kapconstructie. Het grotere noordoostelijke bouwvolume (met werkplaats, stal en hooizolder) bevat in de lange NO-gevel links een stel getoogde strokendeuren met korfboog en sluitsteen en drie stalvensters aan weerszijden en in het midden een keldervenster met luik. De kopgevel aan NW-zijde bevat links een getoogde zijdeur, drie stalvensters terzijde en in het midden een gedeeld hooiluik. De kopgevel aan ZO-zijde bevat links een T-venster met drieruits-bovenlicht en rechts een stalvenster en in de top een negenruitsschuifvenster.

    Het kleinere zuidwestelijke bouwvolume bevat in de lange ZW-gevel drie stalvensters, in de kopgevel aan ZO-zijde links een stel recht afgesloten inrijdeuren en rechts een stalvenster en in de top een twaalfruitsschuifvenster; de kopgvel aan NW-zijde is blind.

    N.B. De aanbouw aan ZW-zijde is van bescherming uitgesloten.


    Externe links


Pagina 1 van 5


Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).