Tag

Buiten Walevest

  • Buiten Walevest 2
    • Datering: 1840
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Postcode: 3311AD

     

    Omschrijving

    Eenvoudig dwarshuis zonder verdieping, midden XIX.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.
    • Het monumentenschildje van Buiten Walevest 2, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.90 2024.

    Externe links


  • Buiten Walevest 3
    • Datering: 1869
    • Oorspronkelijke functie: Badhuis
    • Bouwstijl: Neoclassicisme
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Voormalig badhuis, nu in gebruik als atelier.

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest, aan één zijde grenzend aan het rijksmonument Buiten Walevest 4, een villa van architect H.W. Veth, en aan de linkerzijde gelegen naast een 19e eeuws rijksmonument.

    Hoofdvorm

    Pand op rechthoekig grondplan in twee bouwlagen en een zolderverdieping.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    Het voormalig badhuis is gebouwd op initiatief van de onderwijzer J.P. Goedhart. Met een door stoom aangedreven machine werd water uit de rivier gepompt voor de baden. Het badhuis voorziet in 'koude, warme en gezondheidsbaden.' Later zou Goedhart ook toestemming krijgen om een bad- en zweminrichting in de rivier aan te leggen.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De twee bouwlagen tellende gevel is boven een hardstenen plint opgetrokken in lichtrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een uitgemetselde boogfries in gele baksteen, waar boven een geprofileerde houten bakgoot als kroonlijst.

    De gevelopeningen in segmentboog zijn gesloten met een anderhalf steens hanekam, waarvan het middengedeelte tweesteens hoog is. In de vensteropeningen ligt een hardstenen lekdorpel.

    De entree is gesitueerd aan de rechter zijde. In de deuropening bevindt zich in het kozijn een paneeldeur en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht. Links hiervan bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een T-schuifvenster.

    Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen met in het kozijn een T-schuifvenster.

    Achtergevel

    De twee bouwlagen tellende gevel is boven de hardstenen plint opgetrokken in lichtrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde goot.

    De gevel is op de begane grond afgedekt door een latere aanbouw.Op de verdieping is de gevel in het midden gecementeerd. In het gecementeerde gedeelte bevindt zich een vensteropening met een ongedeeld raam.

    Aan de linker zijde bevindt zich een vensteropening met in het kozijn stolpramen en een ongedeeld bovenraam.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een T-schuifvenster.

    Linker zijgevel

    De twee bouwlagen tellende gevel is boven de hardstenen plint opgetrokken in lichtrode baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde goot.

    Kap

    Het afgeplatte schilddak is gedekt met gesmoorde verbeterde hollandse pannen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    Achter de entree ligt een hal met een terrazzovloer, betegelde wanden en een stucplafond. In de wand naar de kamer ernaast bevindt zich een loket. De kamer bezit een kachelnis en een stucplafond.

    Achterin de hal bevindt zich de trap naar de verdieping.

    Eerste verdieping

    Op de verdieping bevinden zich een voor- en achterkamer met overloop. De voorkamer bezit een houten vloer, een marmeren schouw en een beschilderd plafond.

    Zolder

    De zolderruimte is niet ingedeeld.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als uitzonderlijk voorbeeld van een 19e eeuws badhuis in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19e eeuw bedrijvigheid steeds meer plaats maakt voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang vanwege het ontwerp en de detaillering en de bijzondere interieur onderdelen die bewaard zijn gebleven, zoals een beschilderd plafond, vloeren en dakconstructie.

    Gaafheid

    Het pand is van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van zowel exterieur als interieur. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de monumentale gevelreeks aan de Buiten Walevest in beschermd stadsgezicht en door de bijzondere ligging aan de rivier.

    Unieke waarde

    Het pand heeft een hoge zeldzaamheidswaarde in typologisch opzicht.

    Opmerking

    Voorheen Buiten Walevest 3, tegenwoordig onderdeel van Buiten Walevest 4.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 4
    • Naam: Sterre der Zee
    • Datering: 1896
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Veth
    • Postcode: 3311AD

     

    Inleiding

    In 1896 gebouwd WOONHUIS van het type villa. Het met de voorgevel op de Oude Maas georiënteerde huis is gebouwd in een aan het Neo-Classicisme verwante Eclectische bouwstijl. Het huis is ontworpen door de Dordtse architect H.W. Veth, in opdracht van textielfabrikant J.P. Wijers. Na de Tweede Wereldoorlog werd de villa tot in de jaren zeventig ter beschikking gesteld aan het r.k. klooster Sterre der Zee. Tegenwoordig is er een bedrijf in gehuisvest.

    De villa heeft langs de weg een ERFAFSCHEIDING met een gemetselde borstwering en ijzeren hekwerk en staat in de historische binnenstad. In 1900 werd aan de rechter zijgevel een serre toegevoegd en in 1938 is de villa voorzien van een liftschacht naar ontwerp van architect Van Bilderbeek.

    De villa maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht van Dordrecht.

    Omschrijving

    De villa heeft een rechthoekige plattegrond en is boven een grijs gepleisterde plint opgetrokken in baksteen met gepleisterde gevels met schijnvoegen. Het pand heeft twee bouwlagen onder een plat dak met mastiek dekking. De villa heeft rechthoekige en getoogde vensters met houten schuiframen en gestucte omlijstingen met geprofileerde kroonlijst en kuif.

    De voorgevel is een symmetrische vijf-assige lijstgevel met hoeklisenen en een risalerende middenas met een voordeurportiek en een ondiep balkon. De middenas steekt boven de kroonlijst uit en eindigt in een gebogen fronton met een medaillon in reliëf. Op de begane grond zijn horizontale schijnvoegen aangebracht. Het getoogde portiek is omlijst met korintische pilasters en is bereikbaar via drie hardstenen treden. De paneeldeur heeft een getoogd bovenlicht met glas-in-lood. Aan weerszijden van de middenas zijn twee schuiframen geplaatst, waarvan de onderdorpels deel uitmaken van een cordonlijst. Ter hoogte van de verdiepingsvloer zit een brede band met krulmotieven. Het balkon heeft een opengewerkt, ijzeren hek tussen twee hogere pijlers met vazen en dubbele glasdeuren onder getoogd bovenlicht. Boven de deuren staat in ijzeren letters 'Sterre der Zee'. Aan weerszijden van het balkon bevinden zich twee rechthoekige vensters met schuiframen. Langs de gevelrand een tandlijst en een geprofileerde kroonlijst.

    Tegen de rechter zijgevel is in 1900 een vijfzijdige serre geplaatst met brede afgesnoten hoeken en een plat dak met balkonbalustrade. De staande serreramen zijn omlijst met glas-in-loodbanden en hebben glas-in-loodbovenlichten. De bovenrand van de serre is afgezet met een houten gekeperde sierlijst en een geprofileerde kroonlijst, waarboven een fragiel balkonhek van siersmeedwerk staat. Over de gehele hoogte van de gevel loopt een smal, rechthoekig risaliet met plat dak. Tegen de dakrand links ervan staat een reeks van vier kleine rechtgesloten vensters. De achtergevel heeft vijf vensterassen met in het midden dubbele glasdeuren, rechts een sierlijke houten erker met plat dak en links een samengesteld keukenraam. De erker heeft vier tweedelige ramen met bovenlichten die zijn geplaatst onder een segmentboog. De erker is afgezet met een bewerkt fries met gestileerde motieven. De verdieping heeft vijf getoogde vensters en de mezzanino vijf tweedelige, getoogde vensters. Een geprofileerde kroonlijst bekroont de gevel.

    Het interieur van de villa kent een traditionele indeling met een brede middengang waaraan links een driedelige kamer-en-suite grenst en rechts een kantoorkamer, het trappenhuis en een keuken. Het interieur op de begane grond en het trappenhuis zijn zeer gaaf en rijk en in Louis XIV stijl ingericht. De oorspronkelijke slaapkamers op de verdieping beschikken over beschilderde plafonds en marmeren schouwen met spiegels.

    Het portaal heeft een geslepen, glazen tochtdeur met zij- en bovenlichten en muurschilderingen met vogels- en plantenmotieven. Portaal en gang hebben marmeren vloeren en lambrizeringen. In de gang zijn de muren beschilderd met bijbelse taferelen.

    De kantoorruimte heeft rijk bewerkte eikenhouten lambrizeringen met ingebouwde banken, kasten en zware deuromlijstingen. Twee schouwen hebben betegelde nissen en rijk bewerkte houten boezems met op de mantel een hoge spiegel. In het houtwerk zijn koppen, guirlandes en zuiltjes vrijgemaakt. De glasdeuren zijn ook bewerkt. Tegen de plafonds is linnen gespannen, beschilderd met engeltjes en hemelse taferelen en omlijst met tand- en profiellijsten. De wanden zijn bekleed met gedrukte stoffen. In de erker eveneens muur- en plafondschilderingen met plantenmotieven, afgezet met eierlijsten. In de rijk gedecoreerde kamers-en-suite eveneens fijn beschilderde plafonds en beklede wanden. Schuifdeuren met roedenverdeling en met geprofileerde deuromlijstingen met gecanneleerde pilasters, sierbogen en reliëfpanelen met engeltjes. Twee marmeren schouwen met grote spiegels. Houten bordestrap met siersmeedijzeren balustrade en trappaal met een drakenkop. De wanden van het trappenhuis zijn gestuct en voorzien van schijn-rusticablokken, bovenin bevindt zich een daklicht met glas-in-lood.

    Tussen de rechter zijgevel en de linker zijgevel van het rechter buurpand staat een eveneens onder de bescherming vallende erfscheiding voor de tuin. Deze bestaat uit een uit smeed- en gietijzer vervaardigd hek met slanke hekbalusters, dat staat boven een borstwering van gepleisterde baksteen. Deze is een voortzetting van de plint van het huis.

    Waardering

    De laat negentiende-eeuwse villa met erfafscheiding is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische, de stedenbouwkundige en ensemblewaarde.

    • De villa is van cultuurhistorisch belang als een goed voorbeeld van een representatief, laat negentiende-eeuws woonhuis voor de gegoede burgerij in de oude binnenstad.
    • De villa is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp, vanwege de detaillering en de materiaaltoepassing, en vanwege de samenhang tussen het exterieur en het bijzondere interieur.
    • De villa heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de bijzondere situering aan de rivier en vanwege de relatie met de belendende panden aan de Buiten Walevest.
    • Het huis is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur en het interieur.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.
    • Elisabeth van Heiningen, Verhalen van Dordrecht 35: Architectuur in Dordrecht 1830-1950 - in het voetspoor van een zevental Dordtse bouwmeesters, 2018.
    • Fred van Lieburg, Heilige plaatsen in een Hollandse stad: Duizend jaar religieuze gebouwen op het Eiland van Dordrecht, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2011.
    • Werkgroep "Het Nieuwe Werck", Huibert Willem Veth 1833-1909: Architect te Dordrecht, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.28 2008.

    Externe links


  • Buiten Walevest 5-6
    • Naam: In Vino Veritas
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
    • Bouwstijl: Jugendstil
    • Architect: Tenenti
    • Postcode: 3311AD

     

    Inleiding

    WERK-WOONHUIS omstreeks 1900 gebouwd naar ontwerp uit 1899 van architect C.J.J. Tenenti jr. voor de wijnhandelaar M.E.R. de Bruijn. Het pand bestaat uit een woonhuis met kantoor, een wijnpakhuis met werkplaats en drie verhuurbare woningen en maakt onderdeel uit van de bebouwing aan de kade van de Oude Maas. Uitwendig is het pand uitgevoerd in een late eclectische stijl, met vroege Art Nouveau motieven. Het interieur van het woonhuis en het terras tussen woonhuis en pakhuis zijn gedecoreerd in Neo-Renaissancestijl.

    NB: De kleurstellingen in het interieur van het woonhuis zijn gewijzigd aan het einde van de twintigste eeuw.

    Omschrijving

    Het werk-woonhuis beslaat het hele perceel tussen Binnen Walevest en Buiten Walevest en bestaat uit drie achter elkaar gelegen volumes op een doorlopende bouwlaag met bedrijfsruimten. Het hoogste volume met woonhuis en kantoor heeft een representatieve voorgevel aan Buiten Walevest. Hierachter het pakhuis.

    Aan Binnen Walevest een volume met inrijpoorten naar werkplaats en pakhuis en op de verdieping oorspronkelijk drie woningen. Op het plat tussen woonhuis en pakhuis is een terras ingericht. Links grenst het pand aan een stadstuin, rechts sluit het tegen belendende bebouwing aan. De volumes zijn opgetrokken in baksteen, de kappen met pannen gedekt. Het diepe hoofdvolume telt boven de begane grond twee bouwlagen en een kapverdieping onder twee dwarsgeplaatste schilddaken.

    Het ondiepe en lagere wijnpakhuis heeft een schilddak met nok parallel aan de straat. Over het twee bouwlagen en een zolder tellende achtervolume een zadeldak met nok parallel aan de straat. De symmetrisch opgezette voorgevel heeft een hardsteen plint en is uitgevoerd in baksteen in combinatie met gepleisterde versieringen en siermetselwerk. Rode verblendsteen is onder andere toegepast boven de vensters, die met strekken en hanenkammen zijn afgesloten. De voorgevel heeft een lage benedenverdieping waarachter het kantoor, een hogere bel-etage waarachter de woonvertrekken en een wat lagere slaapverdieping.

    De gevel telt vier assen. De twee middenassen worden door een rechte gootlijst afgesloten. De boven de gootlijst doorgetrokken zijtraveeën zijn aan de bovenzijde versierd met rondboogfriezen en worden bekroond door opstaande dakstukken. Deze iets risalerende buitenste assen bevatten entreeportalen met hardsteen trappen, links toegang gevend tot het kantoor op de begane grond en rechts tot het op de verdiepingen gelegen woonhuis. Boven de entrees balkons op getrapte consoles, voorzien van balustrades bekroond met kruisbloemen.

    Tussen de twee verdiept liggende portalen bevindt zich de symmetrische vensterpartij van het kantoor, voorzien van een hoger opgetrokken centraal korfboogvenster met een getrapte stucomlijsting. Hierboven bevat het centrale gedeelte van de gevel twee driehoekige erkers waarop zich kleine balkons bevinden ter hoogte van de tweede verdieping. In de borstweringen van de erkers ter hoogte van de eerste verdieping florale Art Nouveau motieven. De balkondeuren met bovenlicht en smalle zijlichten zijn voorzien van omlijstingen met schouders. Het terras wordt aan de noordzijde door een lage verbindingsgang van keuken naar wijnpakhuis afgesloten en aan de zuidzijde door een muur met een driedelig getoogd venster.

    De gevels van pakhuis en tussenlid die in het zicht van het woonhuis liggen, zijn rijk afgewerkt met diverse stucwerkversieringen in Neo-Renaissance. De wat soberder achtergevel van het woonhuis heeft onder meer een serre (1910), met in de borstwering gele en rode verblendsteen en in de bovenlichten een decoratieve roedenverdeling. De toegang naar het wijnpakhuis wordt gevormd door een rondboogpoortje met een Neo-Renaissance omlijsting, onder meer voorzien van maskerons en het inschrift "In Vino Veritas" in het fries van het hoofdgestel.

    De sobere gevel aan Binnen Walevest telt twee bouwlagen waarboven zich een kap bevindt met in het voorschild drie dakkapellen. De gevel is onder de geprofileerde bakgoot versierd met een dubbele bloktandlijst en een muizentandlijst. De cordonlijst fungeert tevens als waterlijst voor de zes T-schuifvensters op de verdieping.

    Op de begane grond oorspronkelijk in het midden en aan weerszijden rondboog inrijpoorten naar de bedrijfsruimte op de begane grond en drie entreedeuren naar de bovenwoningen. Eén van deze deuren is verwijderd en de centrale deur vergroot tot de huidige recht afgesloten inrijpoort. Eenvoudig stucwerk boven deuren en ramen.

    In het interieur worden de woonvertrekken op de verdieping ontsloten door een L-vormige gang voorzien van een stucplafond en gestuukt lijstwerk op de wanden. Rechts het trappenhuis met houten trap. Aan de voorzijde over de hele breedte van het huis kamers-en-suite, waarvan de kamers aan elkaar spiegelbeeldig identiek zijn. De kamers-en-suite zijn afgewerkt in Neo-Renaissancestijl, met een houten wandbetimmering waarin onder meer de paneeldeuren zijn opgenomen die toegang geven tot de gang. Deze zijn voorzien van gedecoreerde kozijnen en bekroningen. In de lambrisering zijn liggende panelen opgenomen die oorspronkelijk gevuld waren met imitatie-goudleerbehang, dat thans nog (deels) achter de huidige wandbespanning aanwezig is.

    Tegen de zijmuren een schoorsteenpartij met schoorsteenmantel op zuiltjes, imitatie koperen reliëfs in het fries van de mantel, een betimmerde boezem waarin een spiegel is opgenomen en een geschilderd stilleven erboven. De kamers worden gescheiden door grote schuifdeuren met glas in een kleine roedenverdeling. Het deurkozijn is voorzien van zich verjongende en gecanneleerde zuilen met Ionische kapitelen. Beide kamers hebben vergelijkbare, gepolychromeerde, stucplafonds verdeeld in vakken door middel van lijsten en voorzien van kleine hoek- en middenornamenten. De kamers aan de achterzijde zijn uitgevoerd met stucplafonds.

    De smalle kamer grenzend aan de serre heeft een schoorsteenmantel versierd met briefpanelen, een gestuukte boezem met gecanneleerde pilasters en een spiegel waarboven een geschilderd stilleven. Het wijnpakhuis heeft een beschoten gordingenkap, gedragen door hangspanten. In het voormalige wijnmagazijn gemetselde en gepleisterde wijnschappen.

    Waardering

    Werk-woonhuis voor een wijnhandelaar, met pakhuis en huurwoningen van algemeen belang vanwege cultuurhistorische, architectuurhistorische en stedenbouwkundige waarde als bijzonder gaaf bewaard voorbeeld van een royaal opgezet bedrijfswoonhuis van omstreeks 1900, met een rijk uitgevoerd woonhuisinterieur. Het pand is typologisch van belang vanwege de opvallende, met de functie verbonden opbouw in drie volumes en heeft situeringswaarde als historisch-functioneel onderdeel van de monumentale gevelwand aan de kade van de Oude Maas.

    Opmerking

    Deze beschrijving betreft de panden Buiten Walevest 5-6 en Binnen Walevest 157, 159, 161, 163 en 165.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.
    • Jan Willem Boezeman, De Rijksmonumentenlijst: Buiten Walevest 5, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.41 2011.
    • Elisabeth van Heiningen, Verhalen van Dordrecht 35: Architectuur in Dordrecht 1830-1950 - in het voetspoor van een zevental Dordtse bouwmeesters, 2018.
    • Kees Sigmond, Carel Tenenti: schoorsteenveger of architect?, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.1 2013.
    • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.

    Externe links


  • Buiten Walevest 7-8
    • Datering: 1899
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Schotel
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Pand met oorspronkelijk een beneden- en bovenwoning, nu een ongedeeld woonhuis.

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest in een deels gesloten gevelwand, aan de linkerzijde grenzend aan een rijksmonument, en deel uitmakend van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (7 t/m 13).

    Hoofdvorm

    Pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    In mei 1899 wordt een tekening met een verdeling van kavels ter kennisgeving aan de gemeente voorgelegd. Het betreft de huidige percelen van Buiten Walevest 7 t/m 13. Op tekening is het gebied verdeeld in vijf percelen, uiteindelijk zijn de panden gebouwd op zes percelen.

    Voor dit pand is in 1899 een vergunning aangevraagd door J.C. Schotel, die zich meester metselaar en aannemer noemde. Vanaf omstreeks 1900 ontwikkelde hij in zowel de binnenstad als in de 19e eeuwse schil woningen en complexen van woningen. Dit pand had een plattegrond met een voor- en achterkamer, waar tussen de alkoof. Aan de achterkamer grensde een serre. Een trap leidde direct van de begane grond naar de achterzijde van de zolder. De woning op de verdieping had vrijwel dezelfde plattegrond met aan de achterzijde een balkon. De voorzijde van de zolder behoorde tot de bovenwoning.

    In 1925 wordt de alkoof vergroot naar achteren en wordt de serre in oppervlak verdubbeld. Op zolder wordt een slaapkamer afgescheiden.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De voorgevel heeft drie traveeën en wordt beëindigd door een lijst met een witgeschilderde architraaf en fries en een houten geprofileerde bakgoot op consoles. Boven een geschilderde stenen plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met gesneden voegen. Een witgeschilderde speklaag van twee metselgangen hoog onderbreekt het metselwerk ter hoogte van de wisseldorpel van de vensters op de verdieping. De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een op consoles uitkragende latei.

    Op de eerste verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een anderhalfsteens hanekam in hardrode stengperssteen met witgeschilderde aanzetstenen en sluitsteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een geprofileerde stenen lekdorpel.

    De vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. Op de begane grond zijn voorzetramen toegepast.

    De entree is gesitueerd aan de rechter zijde. Een binnen de gevellijn gesitueerde hardstenen stoepje van twee treden leidt naar de terug liggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. De houten paneeldeuren zijn voorzien van een glaspaneel achter een ijzeren hekwerk.

    Achtergevel

    Geen opname.

    Kap

    Het halve schilddak is gedekt met gesmoorde verbeterd hollandse pannen.

    In het dakvlak staat een dakkapel met een zadeldakje achter een fronton. Aan de voorzijde zijn in het kozijn ongedeelde stolpramen opgenomen.

    Beschrijving interieur

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19de eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang als onderdeel van het oeuvre van de Dordtse architect-aannemer J.C. Schotel (1860-1922).

    Gaafheid

    Het pand is gaaf in hoofdvorm en detaillering van het exterieur. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (7 t/m 13) in beschermd stadsgezicht. De panden hebben samen stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 9
    • Datering: 1899-1900
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis.

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest in een gesloten gevelwand en deel uitmakend van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (Buiten Walevest 7 t/m 13).

    Hoofdvorm

    Pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    In mei 1899 wordt een tekening met een verdeling van kavels ter kennisgeving aan de gemeente voorgelegd. Het betreft de huidige percelen van Buiten Walevest 7 t/m 13. Op tekening is het gebied verdeeld in vijf percelen, uiteindelijk zijn de panden gebouwd op zes percelen. Dit pand moet vrij kort daaropvolgend zijn gebouwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is boven een witgeschilderde plint opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. De gevel is aan de linker zijde hoger opgetrokken als topgevel. De gevel is beëindigd met het aan de onderzijde betimmerde overstek van de ingesnoerde kap, dat aan de bovenzijde is voorzien van siertimmerwerk. De gordingen onder het overstek zijn aan de onderzijde afgeschoord op het metselwerk. Aan de rechter zijde wordt de gevel beëindigd met een raamwerk onder een zware deklijst.

    De entree tot de woning ligt aan de rechter zijde. De deuropening is verbijzonderd met een witgeschilderd pilaster van ongelijkvormige stenen blokken, waarop een hoefijzerboog, bestaande uit tweemaal een rollaag van strekken in hardrode strengperssteen beëindigd met een witgeschilderde stenen lijst. In het kozijn bevindt zich een paneeldeur en een drielicht bovenlicht met ongedeelde vaste beglazing.

    Ter hoogte van de aanzet van de hoefijzerboog is in het metselwerk een witgeschilderde stenen speklaag opgenomen.

    Op de eerste verdieping ligt boven de entree een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met ongedeelde ramen. De vensteropening is gesloten met een anderhalf naar tweesteens oplopende hanekam tussen witte aanzetblokken die met 'oren' staan op een witgeschilderde stenen speklaag ter hoogte van de wisseldorpel. Aan de linker zijde bevindt zich op de begane grond boven een borstwering een brede gevelopening met daarin een drielicht met een breed middengedeelte. In de velden bevinden zich ongedeelde onder- en bovenramen. Aan de buitenzijde van het drielicht zijn ongedeelde voorzetramen geplaatst.

    Op de eerste verdieping bevindt zich boven het drielicht een houten erker op rechthoekig grondplan, die afgeschoord is op het drielicht. De erker bestaat aan de voorzijde uit vier houten kolommen, waar tussen een lage houten borstwering met siertimmerwerk. Hierboven bevindt zich in het brede middengedeelte een schuifvenster met ongedeelde ramen. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een ongedeeld raam, waarboven twee kleine ruiten en bovenin een ongedeeld raam. De smalle zijden van de erker zijn identiek hieraan uitgevoerd.

    De erker wordt beëindigd met een ingesnoerd met zink bedekt dakje, dat wordt ingesneden door een klein balkon op zolderniveau. Het balkon is begrensd met een houten balkonhek.

    In de gevel achter het balkon bevindt zich een deuropening

    Achtergevel

    De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam. Aan de linker zijde is de gevel over twee bouwlagen voorzien van een uitbouw met een plat dak. Rechts van de uitbouw bevindt zich in lijn daarmee een serre, die op de eerste verdieping fungeert als balkon. De gevels worden beëindigd door een houten boeiboord.

    In de uitbouw bevindt zich op de begane grond aan de linker zijde een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met ongedeelde ramen. Rechts hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met ongedeelde ramen.

    De gemoderniseerde pui van de serre bestaat uit een drielicht met in het brede middengedeelte dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een tweeruits bovenlicht. Aan weerszijden bevindt zich boven een lage borstwering, afgewerkt met een houten plaat, een ongedeeld onder- en bovenraam. Alle glasopeningen zijn voorzien van dubbele beglazing.

    De pui wordt beëindigd met een boeiboord, waarboven een houten balkonhek met gietijzeren spijlen.

    In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een brede gevelopening, met daarin een drielicht met in het brede middengedeelte oorspronkelijk dubbele deuren, nu een deur met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld raam boven een borstwering, en een tweeruits bovenlicht. Aan weerszijden bevindt zich boven een lage gemetselde borstwering een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    Op zolderniveau bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met ongedeelde ramen.

    Kap

    Het pand is voorzien van een mansardekap met de nok loodrecht op de voorgevel, die aan de voorzijde is beëindigd met een steil dakschild. Aan de voorzijde bevindt zich in aansluiting op de topgevel een aan de voet ingesnoerd zadeldak, dat aansluit op het voordakschild.

    Alle dakvlakken zijn gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    (tijdens de opname werd het pand intern gerestaureerd)

    Begane grond

    Achter de entree ligt een portaal met in de overgang naar de gang annex trappenhuis een houten tochtpui met een paneeldeur met een meerruits glaspaneel. Het portaal bezit een stucplafond met een perklijst en een eenvoudig middenornament. Het portaal en de gang bezitten een marmeren vloer met een geelkleurige kantstrook. De trapopgang bezit een bewerkte trappaal, waarop de houten leuning op gedraaide houten spijlen aansluit.

    Naast de gang liggen een voor- en achterkamer, beide voorzien van een stucplafond met een perklijst met hoekornamenten en een middenornament. De kamers zijn van elkaar gescheiden door een kastenwand met houten lschuifdeuren.

    Eerste verdieping

    De trap sluit met een bovenkwart aan op een overloop tussen een voor- en een achterkamer. De vrije leuning op gedraaid houten spijlen loopt door naar de trap naar de zolderverdieping.

    Naast de gang bevonden zich oorspronkelijk een voor- en een achterkamer, die zijn samengevoegd. Alle ruimten zijn voorzien van een verlaagd plafond, waar boven de oorspronkelijke stucplafonds nog (deels?) aanwezig zijn.

    Zolder

    De trap sluit met een bovenkwart aan op een overloop tussen een voor- en een achterkamer. Naast de gang bevinden zich een voor- en een achterkamer. Alle ruimten zijn voorzien van een verlaagd plafond.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19de eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp en de detaillering en omdat het gaaf voorbeeld is van een in eclectische stijl gebouwde woning. De erker en de entree zijn opvallende elementen in het gevelontwerp. In het interieur zijn de originele geornamenteerde stucplafonds, paneeldeuren en trap nog aanwezig.

    Gaafheid

    Het pand is gaaf in hoofdvorm en detaillering van het exterieur en deels het interieur. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (7 t/m 13) in beschermd stadsgezicht. De panden hebben samen stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


    Externe links


  • Buiten Walevest 10
    • Datering: 1899-1900
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Schotel
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis.

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest in een gesloten gevelwand en deel uitmakend van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (Buiten Walevest 7 t/m 13), waarbij 10 t/m 13 een aparte eenheid vormen. Nummer 10 is spiegelbeeldig aan 13.

    Hoofdvorm

    Pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    In mei 1899 wordt een tekening met een verdeling van kavels ter kennisgeving aan de gemeente voorgelegd. Het betreft de huidige percelen van Buiten Walevest 7 t/m 13. Op tekening is het gebied verdeeld in vijf percelen, uiteindelijk zijn de panden gebouwd op zes percelen.

    In 1900 wordt een vergunning verleend voor de bouw van vier woningen (huidige Buiten Walevest 10, 11, 12 en 13). De ontwikkelaar en architect was J.C. Schotel, die zich meester metselaar en aannemer noemde.

    Vanaf omstreeks 1900 ontwikkelde hij in zowel de binnenstad als in de 19e eeuwse schil woningen en complexen van woningen. De plattegronden en de voor- en achtergevel van de nummers 10 en 11 zijn spiegelbeeldig aan de panden 12 en 13.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is boven een uitstekende met hardstenen platen beklede plint opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. In het linker geveldeel is in de plint een met een segmentboog gesloten ondiep casement opgenomen. Op de muur ter hoogte van de vensteropeningen van de eerste verdieping zijn de sporen te zien van de bevestiging van een uitkragend sierbalkon.

    Op de begane grond bevinden zich aan de linker zijde twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen witgeschilderde stenen aanzetblokken.

    De entree tot de woning ligt aan de rechter zijde. Voor de deuropening ligt een stoep van drie hardstenen treden. Binnen de deuropening, gesloten met een steens hanekam met een gebogen onderrand tussen de witte aanzetblokken, bevindt zich in het iets terugliggende kozijn een pui met centraal een paneeldeur met een drieruits raam. Boven het kalf bevindt zich een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling. Aan weerszijden van de deur bevindt zich onder het kalf een paneel met bovenin een klein ongedeeld raam.

    Op de eerste verdieping bevinden zich aan de linker zijde twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De vensteropeningen zijn gezamenlijk gesloten met een segmentboog tussen witgeschilderde stenen aanzetblokken.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam. Het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen aanzetblokken. De gevel wordt beëindigd met een op klossen uitkragende geprofileerde bakgoot. In de as van de vensteropeningen aan de linker zijde is de gevel als Vlaamse gevel hoger opgetrokken en beëindigd met een rechte lijst tussen hoger opgemetselde hoeken. In de Vlaamse gevel bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen aanzetblokken.

    Achtergevel

    Geen opname.

    Kap

    De hoofdbouwmassa is voorzien van een halve mansardekap gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen.

    In het dakvlak aan de voorzijde staat een kleine dakkapel met een spits en een met zink bedekt kapje, en voorzien van een ongedeeld raam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    Geen opname.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van laat 19de eeuwse woningbouw voor de middenklasse, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19de eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp en in het belang van het oeuvre van de Dordtse architect-aannemer J.C. Schotel (1860-1922).

    Gaafheid

    Het pand is gaaf in hoofdvorm en detaillering van het exterieur. Het balkon aan de voorgevel is verwijderd. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (7 t/m 13) in beschermd stadsgezicht en is een onderdeel van het complex 10 t/m 13. De panden hebben samen stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 11
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Schotel
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis.

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest in een gesloten gevelwand en deel uitmakend van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (Buiten Walevest 7 t/m 13), waarbij 10 t/m 13 een aparte eenheid vormen. Nummer 11 is spiegelbeeldig aan 12.

    Hoofdvorm

    Pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    In mei 1899 wordt een tekening met een verdeling van kavels ter kennisgeving aan de gemeente voorgelegd. Het betreft de huidige percelen van Buiten Walevest 7 t/m 13. Op tekening is het gebied verdeeld in vijf percelen, uiteindelijk zijn de panden gebouwd op zes percelen.

    In 1900 wordt een vergunning verleend voor de bouw van vier woningen (huidige Buiten Walevest 10, 11, 12 en 13). De ontwikkelaar en architect was J.C. Schotel, die zich meester metselaar en aannemer noemde. Vanaf omstreeks 1900 ontwikkelde hij in zowel de binnenstad als in de 19e eeuwse schil woningen en complexen van woningen. De plattegronden en de voor- en achtergevel van de nummers 10 en 11 zijn spiegelbeeldig aan de panden 12 en 13.

    In 1913 wordt in de voorgevel op de eerste verdieping het balkon aan de rechter zijde verwijderd en wordt de deuropening in de gevel verbouwd tot vensteropening. De twee vensteropeningen aan de linker zijde op dit niveau worden verwijderd en tegen de gevel wordt een driezijdige erker gemaakt, die uitkraagt op een schoorconstructie.

    Aan de achterzijde wordt de keuken verlengd met een bijkeuken met een plat dak en aansluitend wordt de bestaande berging verkleind herbouwd. Op de eerste verdieping wordt het balkon aan de achterzijde dichtgezet tot serre. De serre dient als basis voor een balkon op zolderniveau.

    In 1967 worden op de begane grond de oorspronkelijke voor- en achterkamer die (en-suite) verbonden waren middels een kastenwand met schuifdeuren samengevoegd tot kantoorruimte. De pui met dubbele deuren in de achtergevel wordt verwijderd en op een borstwering wordt een vensteropening met een vierlicht gemaakt. De keuken wordt herbestemd als archief en in de bijkeuken komt een aanrecht.

    In 1979 wordt de in 1967 gerealiseerde kantoorruimte gesplitst in een voorkamer en een grotere achterkamer. In de muur tussen de achterkamer en de gang worden twee brede doorgangen gemaakt. De archiefruimte wordt bij de gang getrokken en hier worden twee toiletten gemaakt.

    Op de verdieping wordt de serre bij de achterkamer getrokken.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is boven een uitstekende met hardstenen platen beklede plint opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. In het linker geveldeel is in de plint een met een segmentboog gesloten ondiep casement opgenomen.

    Op de begane grond bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen witgeschilderde aanzetblokken.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een op een witgeschilderde kraagsteen uitstekende driezijdige erker, die is voorzien van een driezijdige bekapping gedekt met leien. Boven een lage borstwering bevindt zich aan de voorzijde een kruiskozijn met ongedeelde onder- en bovenramen. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. In de zijgedeelten bevindt zich een schuifvenster met ongedeelde onder- en bovenramen. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    De gevel wordt beëindigd met een op klossen uitkragende geprofileerde bakgoot.

    De gevel is aan de rechter zijde samen met het rechter buurpand als risaliet iets vooruitgeschoven en hoger opgetrokken. De entree tot de woning ligt aan de rechter zijde. Voor de deuropening ligt een stoep van drie hardstenen treden. Binnen de deuropening, gesloten met een steens hanekam met een gebogen onderrand tussen witgeschilderde stenen aanzetblokken, bevindt zich in het iets terugliggende kozijn een pui met centraal een paneeldeur met een achtruits ovaal raam. Boven het kalf bevindt zich een ongedeeld bovenlicht. Aan weerszijden van de deur bevindt zich onder het kalf een paneel met bovenin een vierruits raam.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen aanzetblokken.

    Op de tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen aanzetblokken.

    Het rechter geveldeel bezit op zolderniveau aan weerszijden een uitgemetselde pilaster, die onder de gevelbeëindiging zijn gekoppeld met een anderhalfsteens segmentboog tussen aanzetblokken. De gevel is beëindigd met een op klossen uitkragende geprofileerde gootoverstek.

    Achtergevel

    Geen opname.

    Kap

    De aan de rechter zijde samen met het rechter buurpand hoger opgetrokken gevel wordt bekroond met een aan de voet ingesnoerde spitse kap, afgewerkt met leien. De hoofdbouwmassa is voorzien van een halve mansardekap gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen.

    Aan de voorzijde van het dak staat een kleine dakkapel met een plat dak, voorzien van een drielicht met ongedeelde ramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    Geen opname.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19de eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp en in het belang van het oeuvre van de Dordtse architect-aannemer J.C. Schotel (1860-1922).

    Gaafheid

    Het pand is gaaf in hoofdvorm en detaillering van het exterieur.

    De raampartij op de eerste verdieping is aan de voorzijde in 1913 vervangen door een erker. Het balkonhek is verwijderd, waarbij de deur vervangen is door een venster. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (7 t/m 13) in beschermd stadsgezicht en is een onderdeel van het complex 10 t/m 13. De panden hebben samen stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 12
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Schotel
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis.

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest in een gesloten gevelwand en deel uitmakend van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (Buiten Walevest 7 t/m 13), waarbij 10 t/m 13 een aparte eenheid vormen. Nummer 12 is spiegelbeeldig aan 11.

    Hoofdvorm

    Pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    In mei 1899 wordt een tekening met een verdeling van kavels ter kennisgeving aan de gemeente voorgelegd. Het betreft de huidige percelen van Buiten Walevest 7 t/m 13. Op tekening is het gebied verdeeld in vijf percelen, uiteindelijk zijn de panden gebouwd op zes percelen.

    In 1900 wordt vergunning verleend voor de bouw van vier woningen (huidige Buiten Walevest 10, 11, 12 en 13). De ontwikkelaar en architect was J.C. Schotel, een voormalige schoorsteenveger en metselaar, die vanaf omstreeks 1900 in zowel de binnenstad als de 19e eeuwse schil woningen en complexen van woningen ontwikkelde. De plattegronden en de voor- en achtergevel van de nummers 10 en 11 zijn spiegelbeeldig aan de panden 12 en 13.

    In juli 1920 wordt naar het plan van Antonie van Driel, aannemer en bouwkundige de woonkamer vergroot en de indeling van de verdieping gewijzigd. Bij de verbouwing worden de achterkamer en de serre samengevoegd en wordt een kleine serre op een spitsboogvormig grondplan toegevoegd. Op de verdieping wordt de overloop ter hoogte van het trappenhuis verbreed. De kleine voorkamer krijgt een hoekschouw aan de voorzijde. De kleine kamer aan de achterzijde wordt verlengd in lijn met de gevel van de keuken op de begane grond. Tussen de voor- en achterkamer komt een badkamer en een kast voor beide kamers. De achterslaapkamer wordt uitgebreid met het balkon en op de nieuwe serre wordt een klein balkon gemaakt.

    In december 1920 wordt achter de keuken een glasafdekking gemaakt en wordt de bestaande berging van brandstoffen in lijn met de keuken vernieuwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is boven een uitstekende met hardstenen platen beklede plint opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. De gevel is aan de linker zijde samen met het linker buurpand als risaliet iets vooruitgeschoven en hoger opgetrokken.

    De entree tot de woning ligt aan de linker zijde. Voor de deuropening ligt een stoep van drie hardstenen treden. Binnen de deuropening gesloten met een steens hanekam met een gebogen onderrand, tussen witgeschilderde stenen aanzetblokken. In het iets terugliggende kozijn bevindt zich een pui met centraal een paneeldeur met een klein raam met een glas-in-loodvulling achter een smeedijzeren rooster. Het ongedeelde bovenlicht is voorzien van een glas-in-loodvulling, waarvoor een smeedijzeren rooster, waarin een uitstekende lamp is opgenomen. Aan weerszijden van de deur bevinden zich onder en boven het kalf een smal ongedeeld raam met een glas-in-loodvulling achter een smeedijzeren rooster.

    Op de eerste verdieping ligt boven de entree een betonnen balkon, dat rust op zware gestapelde kraagstenen. Het balkon is begrensd door natuurstenen palen, waar tussen een smeedijzeren hekwerk. In de gevel bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en boven het kalf een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling. De deuropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen witte aanzetblokken.

    Op de tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen gecementeerde aanzetblokken.

    Het linker geveldeel bezit op zolderniveau aan weerszijden een uitgemetselde pilaster, die onder de gevelbeëindiging zijn gekoppeld met een anderhalfsteens segmentboog tussen witgeschilderde stenen aanzetblokken. De gevel is beëindigd met een op klossen uitkragende geprofileerd gootoverstek. Tussen de schoren bevinden zich drie vensteropeningen met een ongedeeld raam. In het rechter geveldeel is in de plint een met een segmentboog gesloten ondiep casement opgenomen.

    Op de begane grond bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen aanzetblokken. Aan de buitenzijde van het kozijn is een voorzetraam aangebracht.

    Op de eerste verdieping bevinden zich twee door een steens muurdam van elkaar gescheiden vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. De vensteropeningen zijn gezamenlijk gesloten met een van anderhalf tot ruim driesteens segmentboog tussen aanzetblokken. De gevel wordt beëindigd met een op klossen uitkragende geprofileerde bakgoot.

    Achtergevel

    Geen opname.

    Kap

    De aan de linker zijde samen met het linker buurpand hoger opgetrokken gevel wordt bekroond met een aan de voet ingesnoerde spitse kap, afgewerkt met leien. De hoofdbouwmassa is voorzien van een halve mansardekap gedekt met rode Tuiles-du-Nordpannen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    Geen opname.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19de eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp en in het belang van het oeuvre van de Dordtse architect-aannemer J.C. Schotel (1860-1922).

    Gaafheid

    Het pand is gaaf in hoofdvorm en detaillering van het exterieur. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (7 t/m 13) in beschermd stadsgezicht en is een onderdeel van het complex 10 t/m 13. De panden hebben samen stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 13
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Eclecticisme
    • Architect: Schotel
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis.

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest in een gesloten gevelwand en deel uitmakend van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (Buiten Walevest 7 t/m 13), waarbij 10 t/m 13 een aparte eenheid vormen. Nummer 13 is spiegelbeeldig aan 10.

    Hoofdvorm

    Pand op nagenoeg rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    In mei 1899 wordt een tekening met een verdeling van kavels ter kennisgeving aan de gemeente voorgelegd. Het betreft de huidige percelen van Buiten Walevest 7 t/m 13. Op tekening is het gebied verdeeld in vijf percelen, uiteindelijk zijn de panden gebouwd op zes percelen.

    In 1900 wordt een vergunning verleend voor de bouw van vier woningen (huidige Buiten Walevest 10, 11, 12 en 13). De ontwikkelaar en architect was J.C. Schotel, die zich meester metselaar en aannemer noemde. Vanaf omstreeks 1900 ontwikkelde hij in zowel de binnenstad als in de 19e eeuwse schil woningen en complexen van woningen. De plattegronden en de voor- en achtergevel van de nummers 10 en 11 zijn spiegelbeeldig aan de panden 12 en 13.

    Voor nummer 13 wordt in 1920 een vergunning verleend voor het wijzigen van het balkon aan de voorzijde tot een erker. Deze driezijdige erker heeft enige gelijkenis met de in 1913 gebouwde erker van nummer 11.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel is boven een uitstekende met hardstenen platen beklede plint opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. In het rechter geveldeel is in de plint een met een segmentboog gesloten ondiep casement opgenomen. Op de begane grond bevinden zich aan de rechter zijde twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam en met aan de buitenzijde voorzetramen. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen witgeschilderde stenen aanzetblokken.

    De entree tot de woning ligt aan de linker zijde. Voor de deuropening ligt een stoep van drie hardstenen treden. Binnen de deuropening, gesloten met een steens hanekam met een gebogen onderrand tussen witte aanzetblokken, bevinden zich in het iets terugliggende kozijn vernieuwde deuren met een bovenraam.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een in 1920 aangebrachte witgeschilderde houten driezijdige erker, ondersteund door een hardstenen console, en voorzien van een driezijdige bekapping. Boven een lage borstwering bevindt zich aan de voorzijde een kozijn met gedeeld onderraam en ongedeeld bovenraam. Aan de zijkanten bevinden zich kozijnen met een ongedeeld onder- en bovenraam.

    Aan de linker zijde op de eerste verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen witte aanzetblokken.

    De gevel wordt beëindigd met een op klossen uitkragende geprofileerde bakgoot. In de as van de vensteropeningen aan de rechter zijde is de gevel als Vlaamse gevel hoger opgetrokken en beëindigd met een rechte lijst tussen hoger opgemetselde hoeken. In de Vlaamse gevel bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De vensteropening is gesloten met een anderhalfsteens segmentboog tussen aanzetblokken.

    Achtergevel

    Geen opname.

    Kap

    De hoofdbouwmassa is voorzien van een halve mansardekap gedekt met gesmoorde Tuiles-du-Nordpannen.

    In het dakvlak aan de voorzijde staat een kleine dakkapel met een spits, voorzien van een ongedeeld raam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    Geen opname.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw, gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19de eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp en in het belang van het oeuvre van de Dordtse architect-aannemer J.C. Schotel (1860-1922).

    Gaafheid

    Het pand is gaaf in hoofdvorm en detaillering van het exterieur. Het balkon aan de voorgevel is in 1920 vervangen door een erker. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een rij gelijktijdig gebouwde woningen (7 t/m 13) in beschermd stadsgezicht en is een onderdeel van het complex 10 t/m 13. De panden hebben samen stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 15
    • Naam: Pontonnierskazerne
    • Datering: XVIII
    • Oorspronkelijke functie: Kazerne
    • Postcode: 3311AD

     

    Omschrijving

    Kazerne. Langwerpig GEBOUW bestaande uit rechthoekig bouwvolume gedekt door schilddak. Gevel aan de rivierzijde: elf vensterassen, schuiframen stijl XVIII. Gevel aan de Binnen Walevest: vensters met omlijstingen XIX; gepolychromeerde gevelsteen met wapen. Vensterroeden (XVIII).

    Tot het kazernecomplex behoren een HUIS met lijstgevel en schuiframen in stijl XVIII en een HUISJE van alleen begane grond met schuiframen en schilddak (ca. 1800 ?) aan de Buiten Walevest.

    Gebouwen van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.
    • Hans Blok, Dordtenaren op weg naar Moskou in 1812, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.48 2013.
    • Werkgroep "Het Nieuwe Werck", Vermiste Dordtenaren in het leger van Napoleon, bulletin Achter de Blauwpoort nr.7 2005.
    • Dordtse Puienprijs 2023: Categorie 'Herbestemming', tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2023.

    Externe links


  • Buiten Walevest 122-123
    • Datering: 1901
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis dat oorspronkelijk bestond uit een beneden- en bovenwoning, en als pand onderdeel van een gelijktijdig gebouwd woningcomplex bestaande uit zes panden met een beneden- en bovenwoning (Buiten Walevest 122 t/m 130).

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest, hoek Blauwpoortsplein in een gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Pand op een naar achteren toelopend grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    Op vijf november 1901 wordt een aanvraag gedaan voor de bouw van vijf panden op een perceel op de hoek van de Buiten Walevest met het Blauwpoortsplein. Het perceel heeft een afgeronde hoek, die door de gezamelijke voorgevel van de vijf panden wordt gevolgd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel heeft drie traveeën en wordt beëindigd door een fries en een wit geschilderde houten kroonlijst.

    Boven een grijs geschilderde plint is de gevel opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband. Witte speklagen van twee metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpel van de vensters. De speklaag ter hoogte van de onderdorpel is gecombineerd met een over de volle breedte van de gevel doorlopende waterslag. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten middels een anderhalfsteens segmentboog met een onderrand van afwisselend een kop en een strek in gele strengperssteen, en voorzien van witte aanzetstenen en een geornamenteerde sluitsteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een gelijste lekdorpel op consoles.

    De twee vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. Centraal op de verdieping bevindt zich een op gecementeerde consoles uitkragend houten balkon, begrenst door een houten hekwerk met gedraaide balusters. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    De ramen en deuren zijn vernieuwd en van dubbele beglazing voorzien.

    De entree is gesitueerd aan de linker zijde. Een binnen de gevellijn gesitueerde hardstenen stoepje van twee treden leidt naar de terug liggende gemoderniseerde houten pui, waarin centraal een paneeldeur met bovenlicht en aan weerszijden smalle ramen met een bovenraam zijn opgenomen. De ramen zijn voorzien van nieuwe glas-in-loodvulling.

    Achtergevel

    Geen opname.

    Kap

    Het pand bezit aan de voorzijde een dakschild gedekt met gesmoorde kruispannen, aansluitend op een plat dak.In het dakschild staat een dakkapel met plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich een kozijn met ongedeelde stolpramen. De voorzijde wordt beëindigd met een fronton.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19e eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand heeft als onderdeel van een complex van zes panden architectuurhistorische waarde omdat het een redelijk gaaf voorbeeld is van een in Neorenaissance stijl gebouwd woningcomplex.

    Gaafheid

    Het exterieur van het gehele complex is behoudens enkele wijzigingen in entrees en bovenramen gaaf. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een gelijktijdig gebouwd complex in beschermd stadsgezicht. Het gehele complex heeft stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier en als hoekafsluiting van de Buiten Walevest en het Blauwpoortsplein.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Wonen bij de Blauwpoort: De bewoningsgeschiedenis van de huizen Buiten Walevest 122-132, 2008.
    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 124-125-126
    • Datering: 1901
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Een woonhuis, oorspronkelijk 2 beneden- en bovenwoningen en als panden onderdeel van een gelijktijdig gebouwd woningcomplex bestaande uit zes panden met een beneden- en bovenwoning (Buiten Walevest 122 t/m 130).

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest, hoek Blauwpoortsplein in een gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Pand op een naar achteren toelopend grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagieof de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    Op vijf november 1901 wordt een aanvraag gedaan voor de bouw van vijf panden op een perceel op de hoek van de Buiten Walevest met het Blauwpoortsplein. Het perceel heeft een afgeronde hoek, die door de gezamelijke voorgevel van de vijf panden wordt gevolgd.

    Onbekend is wanneer de woning op de begane grond van nummer 125 en het pand aan de rechter zijde, nummer 126 zijn samengevoegd. Uit de verbouwingstekening van 1950 valt op te maken dat beide voorkamers middels een deur met elkaar zijn verbonden en dat de achterplaats is samengevoegd.

    In 1950 worden beide woningen op de begane grond compleet samengevoegd.

    In 2009, na deze opname, zijn de panden gerenoveerd en de van oorsprong vier woningen zijn verbouwd tot één woning.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel van 124-125 gaat na de tweede travee de hoek om. De gevels van 124-125 en 126 zijn vrijwel identiek: de beschrijving betreft de gevel per pand.

    De gevel heeft drie traveeën en wordt beëindigd door een fries en een wit geschilderde houten kroonlijst.

    Boven een hardstenen plint is de gevel opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband. Witte speklagen van twee metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpel van de vensters. De speklaag ter hoogte van de onderdorpel is gecombineerd met een over de volle breedte van de gevel doorlopende waterslag.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten middels een anderhalfsteens segmentboog met een onderrand van afwisselend een kop en een strek in gele strengperssteen, en voorzien van witte aanzetstenen en een geornamenteerde sluitsteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een geprofileerde lekdorpel op consoles.

    De twee vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De bovenramen van de begane grond zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Centraal op de verdieping bevindt zich een op stenen consoles uitkragend houten balkon, begrenst door een houten hekwerk met gedraaide balusters. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    De entree van 124-125 is gesitueerd aan de linker zijde, de entree van 126 aan de rechterzijde. Een binnen de gevellijn gesitueerde hardstenen stoepje van twee treden leidt naar de terug liggende houten pui, waarin twee paneeldeuren met een klein raam en een bovenlicht zijn opgenomen

    Achtergevel

    Geen opname.

    Kap

    Het pand bezit aan de voorzijde een dakschild gedekt met gesmoorde kruispannen, aansluitend op een plat dak.

    In het dakschild staat een dakkapel met plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich een tweelicht met schuiframen met ongedeelde ramen. De voorzijde wordt beëindigd met een fronton.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19e eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw

    Architectonische waarde

    Het pand heeft als onderdeel van een complex van zes panden architectuurhistorische waarde omdat het een redelijk gaaf voorbeeld is van een in Neorenaissance stijl gebouwd woningcomplex.

    Gaafheid

    Het exterieur van het gehele complex is behoudens enkele wijzigingen in entrees en bovenramen gaaf. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een gelijktijdig gebouwd complex in beschermd stadsgezicht. Het gehele complex heeft stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier en als hoekafsluiting van de Buiten Walevest en het Blauwpoortsplein.  

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Wonen bij de Blauwpoort: De bewoningsgeschiedenis van de huizen Buiten Walevest 122-132, 2008.
    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 127
    • Datering: 1901
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis dat oorspronkelijk bestond uit een beneden- en bovenwoning, en als pand onderdeel van een gelijktijdig gebouwd woningcomplex bestaande uit zes panden met een beneden- en bovenwoning (Buiten Walevest 122 t/m 130).

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest, hoek Blauwpoortsplein in een gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Pand op een naar achteren toelopend grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    Op vijf november 1901 wordt een aanvraag gedaan voor de bouw van vijf panden op een perceel op de hoek van de Buiten Walevest met het Blauwpoortsplein. Het perceel heeft een afgeronde hoek, die door de gezamelijke voorgevel van de vijf panden wordt gevolgd.

    In 1925 wordt vergunning verleend voor het aanbrengen van "electrischegeleiding" en zetten van tegels in de keuken op de bovenwoning.

    In 1934 wordt het balkon aan de voorzijde tot erker omgebouwd.

    Onbekend is wanneer de beneden- en bovenwoning tot één woning zijn samengevoegd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel heeft drie traveeën en wordt beëindigd door een fries en een wit geschilderde houten kroonlijst.

    Boven een wit geschilderde plint is de gevel opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband. Witte speklagen van twee metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpel van de vensters. De speklaag ter hoogte van de onderdorpel is gecombineerd met een over de volle breedte van de gevel doorlopende waterslag. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten middels een anderhalfsteens segmentboog met een onderrand van afwisselend een kop en een strek in gele strengperssteen, en voorzien van witte aanzetstenen en een geornamenteerde sluitsteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een gelijste lekdorpel op consoles.

    De twee vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De bovenramen op de begane grond zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. Centraal op de verdieping bevindt zich een op gecementeerde consoles uitkragend houten erker, met boven een houten borstwering ongedeelde ramen en voorzien van een plat dak.

    De entree is gesitueerd aan de rechter zijde. Een binnen de gevellijn gesitueerde hardstenen stoepje van twee treden leidt naar de terug liggende houten pui, waarin centraal een paneeldeur met bovenlicht en aan weerszijden smalle ramen met een bovenraam zijn opgenomen. De glasopeningen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. De borstwering is voorzien van geglazuurde tegels.

    Achtergevel

    Geen opname.

    Kap

    Het pand bezit aan de voorzijde een dakschild gedekt met gesmoorde kruispannen, aansluitend op een plat dak.

    In het dakschild staat een dakkapel met plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich een kozijn met ongedeelde stolpramen. De oorspronkelijke bekroning aan de voorzijde (een fronton) is verwijderd.

    Beschrijving interieur

    Geen opname.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19e eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw

    Architectonische waarde

    Het pand heeft als onderdeel van een complex van zes panden architectuurhistorische waarde omdat het een redelijk gaaf voorbeeld is van een in Neorenaissance stijl gebouwd woningcomplex.

    Gaafheid

    Het exterieur van het gehele complex is behoudens enkele wijzigingen in entrees en bovenramen gaaf. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een gelijktijdig gebouwd complex in beschermd stadsgezicht. Het gehele complex heeft stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier en als hoekafsluiting van de Buiten Walevest en het Blauwpoortsplein.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Wonen bij de Blauwpoort: De bewoningsgeschiedenis van de huizen Buiten Walevest 122-132, 2008.
    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


    Externe links


  • Buiten Walevest 128
    • Datering: 1901
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Woonhuis dat oorspronkelijk bestond uit een beneden- en bovenwoning, en als pand onderdeel van een gelijktijdig gebouwd woningcomplex bestaande uit zes panden met een beneden- en bovenwoning (Buiten Walevest 122 t/m 130).

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest, hoek Blauwpoortsplein in een gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Pand op een naar achteren toelopend grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    Op vijf november 1901 wordt een aanvraag gedaan voor de bouw van vijf panden op een perceel op de hoek van de Buiten Walevest met het Blauwpoortsplein. Het perceel heeft een afgeronde hoek, die door de gezamelijke voorgevel van de vijf panden wordt gevolgd.

    In 1926 wordt vergunning verleend voor het plaatsen van een toilet.

    In 1967 worden de beneden- en bovenwonig samengevoegd tot één woning.

    In 1974 wordt het interieur nogmaals grondig gewijzigd. De begane grond wordt niet ingedeeld, op de vestibule en de traphal na. Op de verdieping wordt aan de achterzijde een open keuken gerealiseerd. De zolder wordt ingedeeld met een voor- en achterkamer en in het midden de trapopgang met overloop en een toilet en badkamer.

    In 1977 wordt het deurkozijn met dubbele deuren vervangen door de huidige entree.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel heeft drie traveeën en wordt beëindigd door een fries en een wit geschilderde houten kroonlijst.Boven een wit geschilderde plint is de gevel opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband. Witte speklagen van twee metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpel van de vensters. De speklaag ter hoogte van de onderdorpel is gecombineerd met een over de volle breedte van de gevel doorlopende waterslag.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten middels een anderhalfsteens segmentboog met een onderrand van afwisselend een kop en een strek in gele strengperssteen, en voorzien van witte aanzetstenen en een geornamenteerde sluitsteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een gelijste lekdorpel op consoles.

    De twee vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. Centraal op de verdieping bevindt zich een op gecementeerde consoles uitkragend houten balkon, begrenst door een houten hekwerk met gedraaide balusters. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling.

    De entree is gesitueerd aan de rechter zijde. Een binnen de gevellijn gesitueerde hardstenen stoepje van twee treden leidt naar de terug liggende houten pui, waarin centraal een paneeldeur met bovenlicht en aan weerszijden smalle ramen met een bovenraam zijn opgenomen. De glasopeningen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Achtergevel

    De gevel telt drie bouwlagen en is op de begane grond uitgebouwd. De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voeg.

    Op de begane grond bevindt zich een volledig gemoderniseerde pui.

    Op de verdieping geven twee deuropeningen met stolpdeuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht toegang tot het balkon dat op het dak van uitbouw is gerealiseerd.

    Op de zolderverdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam en rechts een kleine vensteropening met in het kozijn een ongedeeld raam.

    Kap

    Het pand bezit aan de voorzijde een dakschild gedekt met gesmoorde kruispannen, aansluitend op een plat dak.

    In het dakschild staat een compleet gemoderniseerde dakkapel met plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Beschrijving interieur

    Begane grond

    Na de verbouwingen van 1967 en 1974 zijn de begane grond, de verdieping en de zolder ingrijpend gewijzigd en heeft het interieur derhalve geen monumentale waarde.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19e eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand heeft als onderdeel van een complex van zes panden architectuurhistorische waarde omdat het een redelijk gaaf voorbeeld is van een in Neorenaissance stijl gebouwd woningcomplex.

    Gaafheid

    Het exterieur van het gehele complex is behoudens enkele wijzigingen in entrees en bovenramen gaaf. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een gelijktijdig gebouwd complex in beschermd stadsgezicht. Het gehele complex heeft stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier en als hoekafsluiting van de Buiten Walevest en het Blauwpoortsplein.

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Wonen bij de Blauwpoort: De bewoningsgeschiedenis van de huizen Buiten Walevest 122-132, 2008.
    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.

    Bijlage


  • Buiten Walevest 129-130
    • Datering: 1902
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neorenaissance
    • Postcode: 3311AD

     

    Algemene beschrijving

    Een beneden- en bovenwoning, en als pand onderdeel van een gelijktijdig gebouwd woningcomplex bestaande uit zes panden met een beneden- en bovenwoning (Buiten Walevest 122 t/m 130).

    Ligging

    Gesitueerd aan de Buiten Walevest, hoek Blauwpoortsplein in een gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Pand op een naar achteren toelopend grondplan in twee bouwlagen met kap.

    Bouwgeschiedenis

    In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven. Het nieuwe gebied wordt het Nieuwe Werck genoemd. Deze naam raakte in onbruik nadat tegen de oostkant in de 17e eeuw de Wolwevershaven werd gegraven. Vanaf die tijd is het Nieuwe Werck samen met de Wolwevershaven geen schiereiland meer, maar een eiland.

    Voor de houthandel was de aanleg van de Nieuwe Haven een uitkomst. Al voor 1500 was hier sprake van handel in hout. Vanaf 1576 begon de stad met de verkoop van kavels grond aan particulieren. Men begon aan de westzijde, bij de Blauwpoort en het duurde tot 1620 tot het Vlak bereikt was en het hele gebied was verkaveld. De eerste bewoners en gebruikers vestigden zich in de Hoge Nieuwstraat en op de Nieuwe Haven.

    Nadat de stadsmuur op de Walevest in 1699 werd afgebroken kwam aan de rivierzijdegrond beschikbaar die geschikt was voor kooplieden die met hun handel van de scheepvaart afhankelijk waren. Deze grond werd de Nieuwe Plantagie of de Nieuwe Uytlegginge genoemd en kreeg later de naam Buiten Walevest. De Buiten Walevest heeft tegenwoordig voornamelijk een woonbestemming.

    Op vijf november 1901 wordt een aanvraag gedaan voor de bouw van vijf panden op een perceel op de hoek van de Buiten Walevest met het Blauwpoortsplein. Het perceel heeft een afgeronde hoek, die door de gezamelijke voorgevel van de vijf panden wordt gevolgd.

    Juni 1902 wordt vergunning verleend voor de nieuwbouw van een dubbel woonhuis. Het ontwerp van de gevel is identiek aan die van de vijf panden.

    In 1919 wordt aan de achterzijde een serre aangebouwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel heeft drie traveeën en wordt beëindigd door een fries en een wit geschilderde houten kroonlijst. Boven een wit geschilderde plint is de gevel opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband. Witte speklagen van twee metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpel van de vensters. De speklaag ter hoogte van de onderdorpel is gecombineerd met een over de volle breedte van de gevel doorlopende waterslag.

    De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten middels een anderhalfsteens segmentboog met een onderrand van afwisselend een kop en een strek in gele strengperssteen, en voorzien van witte aanzetstenen en een geornamenteerde sluitsteen. De vensteropeningen zijn voorzien van een gelijste lekdorpel op consoles.

    De twee vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Het bovenraam is voorzien van een glas-in-loodvulling. Centraal op de verdieping bevindt zich een op gecementeerde consoles uitkragend houten balkon, begrenst door een houten hekwerk met gedraaide balusters. In de gevel grenzend aan het balkon bevindt zich een deuropening met dubbele deuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

    De entree is gesitueerd aan de rechter zijde. Een binnen de gevellijn gesitueerde hardstenen stoepje van twee treden leidt naar de terug liggende houten pui, waarin twee gemoderniseerde paneeldeuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht met een glas-in-loodvulling zijn opgenomen.

    Achtergevel

    De gevel telt twee bouwlagen en is op de begane grond uitgebouwd aan de linker zijde met een portaal (restant van de oorspronkelijke uitbouw zoals op de bouwtekening staat aangegeven?) en aan de rechter zijde met de serre van 1919. De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met platvolle voeg.

    Op de begane grond bevindt zich in de uitbouw een deuropening met een deur met een drieruits glaspaneel met een horizontale roedeverdeling. De serre bezit een pui met centraal dubbele deuren met een zesruits glaspaneel en twee tweeruits bovenlichten. Aan weerszijden hiervan bevindt zich op een lage gemetselde borstwering een zesruits raam en een tweeruits bovenlicht. De bovenlichten zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Op de verdieping bevindt zich links een segmentboog-vensteropening met in het houten kozijn een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Aan de rechter zijde bevindt zich een segmentboogdeuropening met stolpdeuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

    Kap

    Het pand bezit aan de voor- en achterzijde een dakschild gedekt met gesmoorde kruispannen, aansluitend op een plat dak.

    In het dakschild aan de voorzijde staat een dakkapel met plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich tussen gecementeerde klauwstukken een tweelicht met schuiframen met ongedeelde ramen. De voorzijde wordt beëindigd met een fronton.

    In het dakschild aan de achterzijde staan twee dakkapellen met plat dak. Aan de voorzijde bevindt zich een ongedeeld raam.

    Beschrijving interieur per bouwlaag

    Begane grond

    De woning is opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree naar de bovenwoning, bevindt zich op de begane grond een gang, die vanuit de voordeur doorloopt tot de trap naar de verdieping. In het verlengde van de entree van de benedenwoning, bevindt zich de gang, die doorloopt tot de keuken tegen de achtergevel. Naast de gang, in het gedeelte achter de voordeur en deels onder de trap naar het bovenhuis, bevinden zich het toilet en een kast.

    In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voor- en een achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. Aan de achterzijde is in 1919 een serre toegevoegd, naast een reeds bestaande kleine uitbouw achter de keuken.

    De gang en de keuken bezitten een marmeren vloer en een stucplafond. In de keuken bevindt zich een kooknis. De voor- en achterkamer bezitten houten vloeren, een schouw en geornamenteerde stucplafonds. De binnen(paneel)deuren resteren.

    Eerste verdieping

    De woning is opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevind zich op de verdieping de steektrap met bovenkwart vanuit de begane grond en daar boven de steektrap naar de zolder met een onderkwart. Naast de trap loopt een gang van de voorkamer naar de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, aan achterzijde van de trapopgang, bevindt zich het toilet en een kast. In de brede beuk van voor tot achter bevinden zich de voor- en een achterkamer, van elkaar gescheiden door een kastenwand met schuifdeuren. Aan de achterzijde bevindt zich een balkon.

    De ruimten bezitten een houten vloer en een geornamenteerd stucplafond. In de keuken bevindt zich een granito aanrecht en een kooknis. De voor- en achterkamer bezitten een schouw. De binnen(paneel)deuren (deels gehout) resteren.

    Zolder

    Van oorsprong was de zolder overspannen door spanten met een kreupele stijl. Over de spanten liggen gordingen. Van de muurplaat over de gordingen is een beschot van delen aangebracht.

    In de zolderruimte zijn met houten wanden aan de voor- en achterzijde twee kamers afgescheiden. Het middengedeelte fungeert als zolder.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van woningbouw gerealiseerd rond 1900, in een stadsdeel van Dordrecht waar vanaf de 19e eeuw bedrijvigheid plaats ging maken voor woningbouw.

    Architectonische waarde

    Het pand heeft als onderdeel van een complex van zes panden architectuurhistorische waarde omdat het een redelijk gaaf voorbeeld is van een in Neorenaissance stijl gebouwd woningcomplex.

    Gaafheid

    Het exterieur van het gehele complex is behoudens enkele wijzigingen in entrees en bovenramen gaaf. Zowel het exterieur als het interieur van nummer 129-130 zijn bijna geheel in originele staat. De bouwkundige staat is goed.

    Situering

    Het pand heeft ensemblewaarde als onderdeel van een gelijktijdig gebouwd complex in beschermd stadsgezicht. Het gehele complex heeft stedenbouwkundige waarde door de bijzondere ligging aan de rivier en als hoekafsluiting van de Buiten Walevest en het Blauwpoortsplein.  

    Publicaties

    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Wonen bij de Blauwpoort: De bewoningsgeschiedenis van de huizen Buiten Walevest 122-132, 2008.
    • Angenetha Balm-Kok en Jan Willem Boezeman, Het Nieuwe Werck (deel 1): Historisch huizenonderzoek Veersteiger, Blauwpoortsplein, Buiten- en Binnen Walevest, 2023.
    • Jan Willem Boezeman, Buiten Walevest 129-130: een huis met verrassingen, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.45 2012.

    Bijlage


    Externe links



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).