Bolwerk
-
Bolwerk 2
- Datering: 1916
- Oorspronkelijke functie: Woon-kantoorpand
- Bouwstijl: Rationalisme
- Architect: Stam
- Postcode: 3311TB
Algemene beschrijving
Voormalig rederijkantoor met directeurswoning, nu woonhuis.
Ligging
Het pand ligt aan de noordoostelijk zijde van het historisch centrum, waar de rivieren de Oude Maas, de Noord en de Beneden Merwede samenkomen, op de hoek van de Merwekade en het Bolwerk.
Hoofdvorm
Pand op onregelmatig rechthoekig grondplan met een aanbouw aan de achterzijde, in drie bouwlagen met kapverdieping.
Bouwgeschiedenis
Het Bolwerk ligt buiten de oudste 14e-eeuwse stadsmuur. Het gebied is pas rond 1450 bij de stad getrokken en opnieuw bemuurd, waarbij de oude stadsmuur geslecht is. Op deze plek lag tot ver in de 18e eeuw een in de rivier uitgebouwd bolwerk, dat met zijn kanonnen de toegang tot de Wijnhaven bewaakte. Het bolwerk beschermde de ingang van de Oude Haven. Rond 1616-1617 is het 't nieuw blaeuw bolwerck gebouwd. 'Blaeuw' verwees hierbij naar de kleur van de gebruikte hardsteen. Het pand Bolwerk 2/ Merwekade 102 staat aan de voorzijde op het oude bolwerk. Tijdens grondwerkzaamheden halverwege de 19e eeuw is de hardstenen bekleding van het bolwerk intact aangetroffen.
Na sloop van het bolwerk werd dit buitendijkse gebied tussen 1862 en 1865 opgehoogd tot een handelskade, (Merwekade), die dienst deed als aanlegplaats voor sleepboten, kolen-, vracht- en passagiersschepen. Langs de kade werden in de 19de eeuw huizen en bedrijfspanden gebouwd.
Gerrit van Brakel jr. was in het bezit van een grondstuk op de hoek van de Merwekade/Bolwerk waarop een pand van één verdieping hoog stond, dat verhuurd was aan Van Herwaarden, sleepagent en caféhouder. Na het overlijden van deze huurder kocht Dirk van Loon, een reder die voer met sleepboten op Antwerpen en Zeeland, in 1916 dit grondstuk met opbouw. Eveneens werd er van mevrouw Elisa Maria Franzen, weduwe van de heer Hendrikus Arnoldus Gelissen, een grondstuk gekocht.
Hij liet het bestaande pand nog datzelfde jaar geheel slopen en vervangen door het huidige pand. Bolwerk 2 toont grote verwantschap met het buurpand Bolwerk 4, dat werd gebouwd in 1908.
Na het faillissement van Van Loon als gevolg van de crisis van de jaren dertig in de vorige eeuw, kocht Friedrich Wilhelm Schless het pand in 1935 als woonhuis en rederijkantoor. De heer F.W. Schless was direct na de eerste wereldoorlog uit het Duitse Rijnland naar Dordrecht gekomen als vertegenwoordiger van de rederij Schless uit Duisburg/Ruhrort, die zich toelegde op de Rijnvaart. Zijn rederijkantoor was oorspronkelijk, sinds 1918, gevestigd op de hoek van het Melkpoortje en de Merwekade.
(Een gedeelte van het huidige pand van rederij Muller, het andere gedeelte van dit pand aan de Merwekade was in gebruik bij sleepagent Bruys met café).
De Rijnvaart was een apart specialisme, waarvoor sterke (stoom-)sleepboten nodig waren die stroomopwaarts tot Basel konden varen. Rederij Schless groeide in Nederland in de jaren '50 uit tot de grootste particuliere Rijnvaartrederij met dertig sleepboten, vijf vrachtschepen en drie bunkerstations. In deze jaren verhuisde het kantoor naar een nieuwer gebouw verderop aan de Merwekade, op de hoek van de Boomstraat, nabij de Boombrug, dat reeds langer in het bezit was van de rederij Schless, maar eerst verhuurd was als woning aan de heer A. Visser, eigenaar van een houthandel aan de overkant van de rivier in Zwijndrecht bij het Noordpark. Bolwerk 2 diende toen nog alleen als woonhuis voor de familie F.W. Schless. Het kantoor aan de Merwekade 34 (later 102) werd aanvankelijk verhuurd aan rentmeester Bakker en vanaf 1989 aan de partner van de heer M.C.M. Schless, de heer L.H.M. Stroekxs van den Broek, directeur van de Frans/Duitse financiële houdstermaatschappij Manufrance B.V. In 2005 werd het kantoor daadwerkelijk bij de woning getrokken.
In 1969 wordt de aanbouw aan de achterzijde gewijzigd met een garage op de begane grond en een terras op de derde verdieping.
In 1980 worden aan de voor- en rechter zijde in het dak op de kapverdieping een dakterras gemaakt.
In 2006 hebben de huidige eigenaren-bewoners, de heren M.C.M. Schless en L.H.M. Stroekxs van den Broek, het pand Bolwerk 2 / Merwekade 102 geschonken aan de Vereniging Hendrick de Keyser te Amsterdam.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel zijde Bolwerk
De gevel telt drie bouwlagen met een kapverdieping en is aan de linkerzijde voorzien van een puntgevel.
Boven de hoge met hardstenen platen beklede plint is de gevel opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. De gevelopeningen zijn voorzien van een zandstenen lekdorpel en worden gesloten door een zandstenen latei. Op de begane grond is de linker hoek afgeschuind tot het niveau van de eerste verdieping, waar geprofileerde zandstenen kraagstenen de overgang vormen naar de rechte hoek erboven.
Aan de linker zijde bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde onder- en bovenramen. Aan de rechter zijde bevindt zich terugliggend achter een met een zandstenen rondboog gesloten gevelopening de entree tot de bovenwoning. De entree is voorzien van Art Deco decoratie. Drie hardstenen treden leiden naar een portiek. De entreepui heeft kozijn met een paneeldeur met drie raampjes en een bovenlicht met glas-in-lood. De kozijnen zijn van buiten voorzien van in hout gevatte voorzetramen.
Op de eerste verdieping bevindt zich aan de linker zijde een gevelsteen met het opschrift ANNO 1916, binnen een omkadering van een koppenrollaag met natuurstenen hoekblokjes. Hiernaast bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde onder- en bovenramen. Aan de rechter zijde is de gevel voorzien van een gemetselde driezijdige erker gedragen door zware zandstenen consoles. In de zijkanten van de erker bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam. Aan de voorzijde bevindt zich een tweelicht met ongedeelde onder- en bovenramen. De erker is voorzien van een met zink gedekte aankapping tegen de gevel.
Op de tweede verdieping bevinden zich aan de linker en rechter zijde twee smalle door een steens muurdam gescheiden vensteropeningen met boven de lekdorpels een kozijn met een ongedeeld onder- en bovenraam.
Alle glasopeningen zijn later gevuld met los glas-in-lood. De kozijnen zijn buiten voorzien van een in hout gevatte voorzetbeglazing.
De topgevel heeft natuurstenen dekplaten vanaf de schouders tot in de top. In de gevel bevindt zich een kleine vensteropening met een ongedeeld raam. De linker hoek van de topgevel is verbijzonderd met een hoger opgetrokken schoorsteen.
Het rechter geveldeel wordt beëindigd door het op bewerkte houten klossen rustende overhangende goot waarin een balkon is gemaakt in 1980. Voor de toegang is een dakkapel vervangen door een pui met in het midden een glasdeur.
Voorgevel zijde Merwekade
De gevel telt drie bouwlagen met een kapverdieping en is aan de linkerzijde voorzien van een puntgevel.
Boven de hoge met hardstenen platen beklede plint is de gevel opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. De gevelopeningen zijn voorzien van een zandstenen lekdorpel en zijn gesloten met een zandstenen latei. Op de begane grond is de rechter hoek afgeschuind tot het niveau van de eerste verdieping, waar geprofileerde zandstenen kraagstenen de overgang vormen naar de rechte hoek erboven.
Aan de linker zijde is de gevel over twee bouwlagen uitgebouwd met een driezijdige erker. Hierin bevinden zich onder een over de volle breedte van de erker doorlopende latei aan elke zijde een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam.
Direct rechts van de erker bevindt zich een met een zandstenen latei gesloten deuropening (entree tot het voormalig kantoor). Drie hardstenen treden, rechts geflankeerd door een hardstenen balustrade, leiden naar het kozijn met een deur bekleed met staand verwerkte delen. In de deur bevindt zich een klein rond raam. Boven de latei bevinden zich drie smalle door een halfsteens deelzuiltje gescheiden bovenlichten.
Geheel rechts bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam.
Boven de begane grond kraagt het rechter geveldeel uit op een doorgaande natuurstenen latei op zware consoles.
In de erker bevinden zich op de eerste verdieping aan elke zijde een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam. De borstwering onder de vensters is voorzien van siermetselwerk. De erker is op de tweede verdieping aan de zijkanten beëindigd met een houten boeiboord van het platte dak. In het midden bevindt zich een gemetselde borstwering.
Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde onder- en bovenramen.
Op de tweede verdieping bevinden zich aan de linker zijde drie smalle door een steens muurdam gescheiden vensteropening met in het midden een deuropening. In de vensteropeningen bevindt zich in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam. De deuropening is voorzien van een deur naar het balkon met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.
In het rechter geveldeel bevinden zich twee smalle door een steens muurdam gescheiden vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam.
Alle glasopeningen zijn voorzien van een losse (latere) glas-in-loodvulling. De kozijnen zijn van buiten voorzien van een in hout gevatte voorzetbeglazing.
De topgevel is voorzien van natuurstenen dekplaten vanaf de schouders tot in de top. In de gevel bevindt zich een kleine vensteropening met een ongedeeld raam.
Het rechter geveldeel wordt beëindigd met het op bewerkte houten klossen rustende dakgoot met daarin een balkon uit 1980. Voor de toegang is een dakkapel vervangen door een pui met in het midden een glasdeur. De rechter hoek van de gevel is verbijzonderd met een hoger opgetrokken schoorsteen.
Linker zijgevel (de aanbouw)
Het linker deel in twee bouwlagen (met de garage) is in 1969 toegevoegd. Het oorspronkelijke rechterdeel telt deels drie bouwlagen met gedeeltelijk een kap en wordt beëindigd met een houten boeiboord van het achterliggende platte dak.
Boven de hoge gepleisterde plint is de gevel opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. De gevelopeningen zijn gesloten met een rollaag.
Aan de linker (achter)zijde bevindt zich op de begane grond onder een betonnen latei een brede doorgang, gesloten met een kanteldeur. Rechts van de knik in de gevel bevindt zich een kleine aanbouw met een houten deur voor de gasmeter en watervoorziening.
Hierboven bevindt zich een kleine vensteropening met een ongedeeld raam voor het doorlaten van daglicht in de dienstgang op de begane grond.
Op de eerste verdieping bevindt zich links een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam met een latere glas-in-loodvulling en rechts een klein raampje ter verlichting van de huishoudtrap.
Op het dak van de tweede verdieping van deze aanbouw is een stookhok aanwezig met CV en boiler en een geplaveid terras.
Op de begane grond zijn alle ramen en deuren voorzien van stalen rolluiken (vroeger hout) en aan de achterzijde ook deels van spijlen.
Alle bovenramen van het gehele pand, behalve de deur aan het Bolwerk, zijn nog voorzien van de originele glas-in-lood-voorzetramen uit de bouwtijd. Dat geldt ook voor de gehele ramen in het trappenhuis bij eerste en tweede verdieping. Alle overige glas-in-lood-voorzetramen zijn later toegevoegd.
Achtergevel
De gevel telt drie en vier bouwlagen en wordt beëindigd met een houten boeiboord van het achterliggende platte dak. De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met iets terugliggend voegwerk. De gevelopeningen zijn gesloten met een rollaag.
De begane grond is afgedekt door de dichtzetting van de binnenplaats in 1969.
In de achterzijde van de bouwmassa aan het Bolwerk bevinden zich op de eerste en tweede verdieping een vensteropening met een ongedeeld onder- en bovenraam met een latere glas-in-loodvulling. Op de derde verdieping bevindt zich een vensteropening met T-schuifvenster met een glas-in-loodvulling en een deur naar het dakterras en stookhok van de aanbouw (boven de badkamer).
De achterzijde van de aanbouw op de eerste verdieping is uitgebouwd, hierin bevindt zich de bijkeuken. Aan de zijkant is nog een raam.
Kap
De achterzijde van het pand is voorzien van een plat dak, waarop aan de voor- en zijkanten een lessenaarsdak aansluit. De achterdakvlakken van de kap zijn gedekt met gesmoorde kruispannen.
Zowel in het dakvlak aan de zijde van het Bolwerk als aan de Merwekade bevond zich oorspronkelijk een dakkapel met een aankapping op de hoofdkap. Bij de verbouwing van 1980 is in het dak aan beide zijden een dakkapel vervangen door een balkon. Zie voorgevel Bolwerk en voorgevel Merwekade. Het dak is gedekt met leien.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Begane grond
De entree aan de Merwekade gaf via de vestibule, met randgeslepen glazen en in roeden verdeelde tochtdeur, toegang tot de rederij met rechts van de gang het privékantoor en links het bediendenkantoor voor vijf medewerkers. Aan de linkerzijde bevinden zich nog twee loketramen en een bel. De vestibule, gang en hal zijn voorzien van terrazzovloeren en betegelde lambrisering. De kamers hebben een houten lambrisering en beide een bijzondere betegelde schouw van de keramist Brouwer. De andere wandtegels zijn wellicht ook van hem. Achter het kantoor is een 'dienstgang' die de traphal van het woongedeelte verbindt met het kantoor en met de keukenaanbouw links achter.
Op alle verdiepingen bevindt zich een toilet in de verbindingsgang naar de aanbouw.
De bovenwoning heeft een eigen trappenhuis, dat met een hal en vestibule aansluit op de entree aan het Bolwerk. De hal en vestibule zijn gescheiden door een randgeslepen glazen wand met tochtdeur en roedenverdeling en een ovaal geslepen glasraam in die tochtdeur.
Aanbouw
De keukenaanbouw, die grenst aan de voormalige binnenplaats, bevat een waskeuken op de begane grond en een kookkeuken met bijkeuken op de eerste verdieping bij het woonhuis. Op de tweede verdieping is een badkamer. Via een diensttrap waren waskeuken en kookkeuken rechtstreeks voor leveranciers bereikbaar.
Eerste verdieping
De trapopgang is van de begane grond tot en met de derde verdieping voorzien van een geglazuurde groenblauwe tegels met geschilderde voegen en van ramen met een glas-in-loodvulling. De indeling van het bovenhuis correspondeert niet met die van het kantoor op de begane grond. De traphal beslaat zowel op de woonverdieping als op de slaapverdieping een kwart van de plattegrond. In het midden bevindt zich een lift die alle verdiepingen ontsluit.
Aan de voorzijde liggen door middel van een en suite verbonden, een woonkamer en salon. De en suite bestaat uit originele schuifdeuren met roeden en het oorspronkelijke hang- en sluitwerk. Het trappenhuis wordt geflankeerd door de keuken (in de uitbouw) en een 'speel- en naaikamer', die later werd gebruikt als eetkamer. De schouw in de salon is vanuit de hoek rechts (hoek Bolwerk-Merwekade) verplaatst naar linkerhoek van het vertrek. De wand- en plafondafwerking is hier op aangepast. De schoorsteen in op de oude plek gehandhaafd. In de huiskamer staat nog de originele elektrische kachel (art deco).
De woonvertrekken maken, met marmeren schouwen, bovenramen met een glas-in-loodvulling, paneeldeuren en gestuukte koofplafonds, een klassiekere indruk dan de kantoorinrichting op de begane grond.
Tweede verdieping
Rondom de hal bevinden zich drie slaapkamers en een badkamer met toilet in de aanbouw.
Zolder
Hier zijn een grote logeerkamer met gescheiden sanitaire ruimte (voormalige droogzolder), een dienstbodekamer, bergruimte, liftkamer en nog een open zolderruimte. Op dit niveau zijn ook nog een stookhok en drie dakterrassen.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is van cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een rederijkantoor gecombineerd met woning, gebouwd in het tweede decennium van de vorige eeuw in een gebied waar vanaf de 19e eeuw zowel bedrijfspanden als woningbouw gerealiseerd werden.
Architectonische waarde
Het pand is van architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een pand gebouwd in de stijl van het rationalisme, met het kenmerkende gebruik van natuursteen blokken als constructieve onderdelen en de verbijzondering van de hoeken.
Het pand is van architectuurhistorisch belang door het nagenoeg originele interieur, waarbij de begane grond zich kenmerkt door een strakkere vormgeving (Art Deco) met bijzondere betegelde schouwen, betegelde lambrisering en een origineel trappenhuis. De verdiepingen zijn iets klassieker uitgevoerd, met marmeren schouwen, paneeldeuren, geornamenteerde plafonds.
Gaafheid
Het pand is van belang door de gaafheid van zowel het exterieur als interieur. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het pand heeft ensemble waarde door zijn verwantschap met het buurpand Bolwerk 4. Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als hoekpand aan het Bolwerk en de Merwekade en door zijn unieke ligging aan de drie grote rivieren.
Unieke waarde
Het pand heeft in architectonisch opzicht een zeldzaamheidswaarde.
Publicaties
- Angenetha Balm-Kok, Wonen op 't Blaau Bolwerck, 2012.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.
Bijlage
-
9122427.pdf (opent in een nieuw venster)
Externe links
-
Bolwerk 4
- Datering: 1908
- Oorspronkelijke functie: Woon-bedrijfspand
- Bouwstijl: Rationalisme
- Architect: Waals
- Postcode: 3311TB
Algemene beschrijving
Bedrijfsruimte met 2 bovenwoningen, in 1909 gebouwd als Boomstraat 5 en 7.
Ligging
Het complex ligt in een bocht van een gesloten gevelwand aan de noordoostelijk zijde van het historisch centrum aan het Bolwerk en de Boomstraat.
Hoofdvorm
Pand op onregelmatig rechthoekig grondplan, in drie bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Het Bolwerk ligt buiten de oudste 14e-eeuwse stadsmuur. Het gebied is pas rond 1450 bij de stad getrokken en opnieuw bemuurd, waarbij de oude stadsmuur geslecht is. Op deze plek lag tot ver in de 18de eeuw een in de rivier uitgebouwd bolwerk, dat met zijn kanonnen de toegang tot de Wijnhaven bewaakte. Het bolwerk beschermde de ingang van de Oude Haven. Rond 1616-1617 is het 't nieuw blaeuw bolwerck gebouwd. 'Blaeuw' verwees hierbij naar de kleur van de gebruikte hardsteen.
In 1908 wordt een vergunning verleend voor de bouw van een magazijn, winkel en drie woningen (Bolwerk 4 én Boomstraat 15/17/19) naar het ontwerp van architect J.P. Waals. Voor de realisatie worden bestaande panden met een café, winkel en een bakkerij gesloopt. Het complex bestaat uit drie beuken. Het linkerdeel met twee beuken, Bolwerk 4, was bestemd voor de opdrachtgever H.A. Gelissen en werd ingedeeld als winkel met kantoor op de begane grond (nu garage), met woonruimte op de begane grond en alle verdiepingen. Het rechterdeel aan de Boomstraat werd ingedeeld als magazijn van 'Scheeps- en Machinekamerbehoeften' met twee verhuurbare bovenwoningen.
In 1920 wordt een vergunning aangevraagd voor het naar voren verplaatsen van de voordeur in het kantoor en het plaatsen van een tochtdeur.
Nadat de leden van de familie Gelissen zijn gestorven of verhuisd naar Amsterdam is het pand door de gemeente opgesplitst in Bolwerk 4, waar Slagerij Van de Ven zich vestigde en Boomstraat 15-17-19. De familie Van de Ven kreeg het pand aangeboden omdat hun pand, evenals alle andere panden aan de Wijnhavenzijde van de Boomstraat, werd gesloopt. Hier had overigens vroeger de familie Gelissen gewoond. Na de verhuizing werd de slagerij gedreven door Mart v.d. Ven en zijn vrouw Lenie v.d. Ven-Malschaert, ook slagersdochter.
In 1960 worden diverse onderdelen gewijzigd. De oorspronkelijke entree tot de woning, werd dichtgemetseld. De entree wordt verplaatst naar de middelste van de drie vensters aan de linker zijde. Het kantoor aan de rechter zijde wordt eveneens ingrijpend gewijzigd. De oorspronkelijk met een brede segmentboog overspannen gevelopening wordt geopend onder een rechte puibalk. Het kantoor wordt ingericht als slagerij, waarbij de gang bij de winkelruimte werd getrokken.
Op de tweede verdieping wordt het balkon op de erker aan de linkerzijde verwijderd en de in de gevel aanwezige deuropening met twee kleine zijramen worden gewijzigd in een brede gevelopening met een drielicht. Het smalle venster rechts hiervan - identiek aan die op de eerste verdieping - wordt in verband dichtgemetseld. Aan de rechter zijde worden op de tweede verdieping de drie deuropeningen naar het balkon verkleind tot vensteropeningen. Intern wordt het kantoor in het rechter deel van het pand vergroot aan de linker zijde met de oorspronkelijke gang van de woning.
In 1978 wordt de in 1960 gerealiseerde winkelpui verwijderd en wordt in de rechthoekige gevelopening een vierdeurs stalen pui geplaatst ten behoeve van een garage. Deze is in gebruik bij de bewoners van Bolwerk 2.
In 2010-2011 worden de meeste gewijzigde onderdelen die in 1960 zijn aangebracht door Vereniging Hendrick de Keyser ongedaan gemaakt. Uitgangspunt bij deze restauratie is om terug te gaan naar de originele gevelindeling, plattegrond en afwerking van 1908. Uitzondering hierop is de segmentvorige winkelpui, deze behoudt zijn vormgeving van 1978, maar wordt wellicht later nog gereconstrueerd.
In 2007 schonken de heren M.C.M. Schless en L.H.M. Stroekxs van den Broek, bewoners en voormalige eigenaren van het pand Bolwerk 2 / Merwekade 102 het aankoopbedrag voor Bolwerk 4 aan de Vereniging Hendrick de Keyser te Amsterdam. In 2006 schonken zij reeds Bolwerk 2 / Merwekade 102.
Kort verslag van restauratie in jaarverslag van 2010 van Vereniging Hendrick de Keyser:
"In 2007 verwierf de Vereniging na een schenking het pand Bolwerk 4 te Dordrecht. In 2010 werd gestart met de restauratie, waarbij werd begonnen met het terugbrengen van de historische indeling op de begane grond. Al snel bleek dat het huis uit 1908 vol zat met verborgen onderdelen uit de bouwtijd. Zo bleek de originele voordeur tussen het metselwerk te zitten en onder de betonnen vloer lagen de restanten van de granito gangvloer. Bij verwijdering van de hardboardplaten waarmee het hele huis was afgetimmerd, kwamen panelen, kozijndetails, trapbaluster en originele kleuren te voorschijn. Later bleek dit het begin was van vele ontdekkingen. Zo kwamen ook de oude stucplafonds van het tochtportaal en van de suitekamer op de eerste verdieping in zicht, evenals sporen van de originele plavuizen van de historische keuken op begane grond.
Kleuronderzoek wees uit dat iedere ruimte haar eigen kleurstelling kende. De kleuren variëren van blauw met bruine bies tot groen met leverkleur en bruine bies. Opvallend is de getamponneerde afwerkinglaag welke zorgt voor een apart effect van de kleur en glans. Bladgoud werd aangetroffen op de binnenzijde van de deuren naar de suitekamer op de eerste verdieping. Het houtwerk in trappenhuis heeft een gestreken afwerking waarbij de biezen op de bg. een goudverf bewerking hebben. Door de aangetroffen sporen in de gevel werd besloten een aanvullende bouwaanvraag in te dienen om zo de gevel te kunnen reconstrueren. Met behulp van de originele bouwtekeningen is het balkon en bijbehorende raampartij boven de erker opnieuw aangebracht. Door het terugbrengen is de symmetrie in de geleding van de ramen en deuren en daardoor de harmonie van de gevel in haar oude glorie hersteld."
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De gevel telt aan de linker zijde vier bouwlagen en is voorzien van een topgevel. Aan de rechter zijde telt de gevel drie bouwlagen.
De gevel is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met knipvoegen. De gevelopeningen zijn voorzien van geschilderd natuursteen, waarbij de liggende delen uit hardsteen bestaan en overige elementen van zandsteen zijn. In het midden is de gevel licht geknikt. De gevel wordt grotendeels gedragen door een staal skelet die uit het zicht is weggewerkt met diverse natuurstenen ornamenten.
Op de begane grond bevindt zich in het midden de teruggebrachte entree tot de woning. Aan de linkerzijde hiervan bevindt zich, door een steens muurdam van elkaar gescheiden, drie vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld onder- en bovenraam. Aan de rechter zijde bevindt zich een in 1960 gerealiseerde gevelopening met een in 1978 geplaatste stalen pui met vier deuren.
Op de eerste verdieping is de gevel voorzien van een gemetselde driezijdige erker gedragen door vanuit de muurdammen tussen de vensters op de begane grond uitgemetselde zandstenen consoles. In de zijkanten van de erker bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onderraam en een zesruits bovenraam. Aan de voorzijde bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onderraam en een zesruits bovenraam. De erker op de tweede verdieping is voorzien van klein balkon bereikbaar vanuit de slaapkamer. Het balkon is afgebakend door twee muurdammen afgewerkt met een natuursteen blok. Tegen inwateren is links en rechts hiervan een zinken afdekking in een trapeziumvorm met loodslabben geplaatst.
Direct rechts van de erker bevindt zich een smalle vensteropening met in het kozijn een ongedeeld onderraam en een zesruits bovenraam. Rechts hiervan bevinden zich op de eerste en tweede verdieping smalle, hoge vensters met een ongedeeld raam, die zorgden voor licht in achtergelegen kasten.
Het rechter deel van de gevel is op dit niveau over de volle breedte uitgebouwd met een erker op een segmentboogvormig grondplan, ondersteund door een staalconstructie maar, versierd met natuurstenen consoles. In de erker bevinden drie vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld onderraam en een vijftienruits bovenraam.
De bovenramen op de eerste verdieping zijn voorzien van een groene beglazing.
Op de tweede verdieping bevindt zich aan de linkerzijde twee openslaande deuren welke toegang geven tot het balkon boven de erker. Boven deze openslaande stolpdeuren bevind zich een roederaam bestaande uit acht kleinere vensters. Links en rechts hiervan zijn twee vensters teruggebracht met vier roeden. Onder de opening bevindt zich een gevelsteen met de Nederlandse leeuw. Hierop zijn kleuren teruggevonden. De zijn gedocumenteerd, maar bij de restauratie in 2010 niet toegepast.
In het rechter geveldeel vormt de erker de basis voor een balkon met een fraai smeedijzeren hekwerk. In de gevel bevinden zich drie oorspronkelijke deuropeningen, die voorzien zijn van stolpdeuren met daarboven een tweelicht-bovenraam met vierruits ramen.
De topgevel is voorzien van natuurstenen dekplaten vanaf de schouders tot in de top. In de gevel bevindt zich een kleine vensteropening met een ongedeeld raam en er boven een klein rond ongedeeld venster.
Rechts hiervan is het torentje tot volwaardige verdieping (zolder + 2 kamers) in metselwerk hoger opgetrokken afgerond met natuurstenen bogen en daarop kantelen. Aan de voorzijde bevindt zich een klein rond balkonnetje met een gemetselde borstwering. In de gevel bevindt zich een rondboogdeuropening met een deur met een negenruits glaspaneel. Hierboven in de topgevel nog een ronde gevelopening.
Het rechter geveldeel wordt beëindigd met een op bewerkte houten klossen uitkragende geprofileerde bakgoot.
Achtergevel
Geen opname.
Kap
Het dak van het complex bestaat uit een rondom lopend schilddak, met plat. Aan de voorzijde is een topgevel toegevoegd, de scheiding met Bolwerk 2 wordt gevormd door de topgevel waar het platte dak op aansluit.
Het dak is aan de voorzijde voorzien van een afwerking met Noorse leien in een dubbele rijndekking, de achterzijde is afgewerkt met gesmoorde kruispannen.
Aan de voorzijde bevinden zich ter hoogte van de middenas van de rechterbeuk van Bolwerk 4 en ter hoogte van de middenas van Boomstraat 17 een dakkapel met een aankapping op de hoofdkap bestaande uit twee naar binnen draaiende roederamen met zesdeling, bijzonder hieraan is dat deze draaien aan de middenstijl. Aan weerszijden hiervan zijn kleine dakkapellen aangebracht met luikjes.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Kelder
Onder de trap naar de verdieping bevindt zich een ondiepe kelderruimte, waarvan de vloer en wanden zijn bekleed met geglazuurde plavuizen.
Begane grond
De vestibule en gang zijn afgewerkt met een stucplafond met randlijst en een granitovloer bestaande uit een rode bies, wit zwarte mozaïek tegeltjes en een licht middenstuk. Bij het binnengaan wordt eerst een stap omlaag gegaan wat het niveau is van het straatniveau uit 1908. Vervolgens gaat men door een tochtdeur met geslepen glas en vast bovenlicht. Links in de gang is een paneeldeur welke toegang geeft tot de eetkamer. In deze eetkamer bevindt zich een kast met doorgeefluik, deze staat in verbinding met de achterliggende keuken. De keuken heeft op de vloer zogeheten rode en gele ragouttegels in dambordvorm. Naast de keuken bevindt zich het toilet met daarachter een kleine binnenplaats.
Eerste verdieping
Originele details zoals kasten en suite en schouwen zijn verdwenen. Paneeldeuren en plafonds zijn tijdens de restauratie van 2011 teruggebracht. Bij het opgaan van de trap vanuit de gang is de baluster een fraai onderdeel van de doorlopende wenteltrap. De gang heeft diverse toegangen tot onder andere een keuken uit de jaren 60-70 met tegelwerk. Een kamer en suite met gereconstrueerd stucplafonds bestaande uit doorlopend lijstwerk en een middenornament waarbij de een gedraaid is ten opzichte van de ander.
In de linkerkamer is in het lijstwerk te zien waar de locatie schouw is geweest.
Naast de kamer en suite bevind zich een voorraad kast met daar weer naast het toilet.
Tweede verdieping
De oorspronkelijke indeling is gehandhaafd. Paneeldeuren hersteld. In de rechter voorkamer is het plafond vernieuwd in 2011 door wijziging in de gevel. Het oude plafond het geen historische waarde en had een gelijkwaardige uitstraling. Op de deuren van de inbouwkasten is gekozen om opnieuw behang aan te brengen, hierbij is een keuze gemaakt welke past bij 1908 en de daarbij behorende kleurafwerking van al het houtwerk. De rechter voorkamer heeft eenzelfde inbouwkast met behang. Achter deze slaapkamer bevind zich een nieuw ingedeelde badkamer met bad toilet en wasbak.
Zolder
Vloerdelen en kapconstructie in het zicht.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een onderdeel van een 'nieuwbouwcomplex' met woningen en bedrijfsruimte gebouwd in het eerste decennium van de vorige eeuw in een gebied waar vanaf de 19e eeuw zowel bedrijfspanden als woningbouw gerealiseerd werden.
Architectonische waarde
Het pand is samen met het gelijktijdig gebouwde pand Boomstraat 15/17/19 van architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een pand gebouwd in de stijl van het rationalisme, met het kenmerkende gebruik van natuursteen voor constructieve onderdelen en de verbijzondering van bouwdelen, zoals het trappenhuis.
Het pand heeft bouwhistorische waarde door de vermoedelijke aanwezigheid van oudere bouwmuren (de scheidingsmuur van Bolwerk 4 en Boomstraat 15, 17, 19).
Gaafheid
Het pand is van belang vanwege de gaafheid van de vorm en het (gedeeltelijk gereconstrueerde) oorspronkelijke exterieur. De bouwkundige staat is goed.
Situering
Het pand heeft ensemblewaarde in relatie met Boomstraat 15, 17 en 19 door de gelijktijdige bouw van dit complex. Het pand heeft ensemblewaarde in relatie met Bolwerk 2 door de architectonische verwantschap. Het complex heeft stedenbouwkundige waarde door de ligging in een beeldbepalende gevelreeks in beschermd stadsgezicht en door de ligging in de as van de Taankade.
Publicaties
- Angenetha Balm-Kok, Wonen op 't Blaau Bolwerck, 2012.
- Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.
- De verdwenen huizen van Johannes Rutten: Boomstraat 4, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.73 2020.
Bijlage
-
9122429.pdf (opent in een nieuw venster)
Externe links