Tag

Achterhakkers

  • Achterhakkers 17 t/m 21
    • Naam: Dogcakes Fabriek
    • Datering: 1871
    • Oorspronkelijke functie: Fabriekspand
    • Bouwstijl: Neoclassicisme
    • Architect: Lebret
    • Inschrijving monumentenlijst: 2001
    • Postcode: 3311JA

     

    Inleiding

    Het brede, met de voorgevel evenwijdig aan de weg staande, op de Kalkhaven georiënteerde FABRIEKSGEBOUW is gebouwd als onderkomen van de Eerste Nederlandsche Dogcakes Fabriek. De fabriek is gebouwd in 1871 naar een ontwerp van de Dordtse architect J.H. Lebret, die het gebouw een aan het Neo-Classicisme verwant uiterlijk gaf.

    Het markante fabrieksgebouw heeft, nadat het de oorspronkelijke functie had verloren, in de jaren negentig van de twintigste eeuw een ingrijpende inwendige verbouwing ondergaan en biedt sindsdien onderdak aan een vijftal woningen. Het monumentale vooraanzicht van het voormalige fabrieksgebouw heeft na een restauratie de oorspronkelijke allure herkregen. Het inwendige en de achterzijde van het gebouw zijn sterk gewijzigd. Het gebouw is een belangrijk en beeldbepalend onderdeel van een gesloten gevelwand aan de Achterhakkers en maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht van Dordrecht.

    Omschrijving

    Het betreft een langgerekt, vanuit een vrijwel rechthoekige plattegrond opgetrokken en evenwijdig aan de weg staand fabrieksgebouw met een knik in de gevel. Het gebouw heeft drie bouwlagen onder een met pannen gedekt schilddak. De voorgevel is opgetrokken in schone baksteen. De gevel wordt verlevendigd door grijs en wit geschilderde accenten van gepleisterde baksteen en wordt beëindigd door een entablement met een geprofileerde en gekorniste kroonlijst met fronton. De vijftien assen brede, symmetrische voorgevel is samengesteld uit een negen-assige, door lisenen gemarkeerde middenpartij met aan weerszijden een drie-assige deel, die elkaars gespiegelde evenbeeld zijn. De lisenen die de brede, van gietijzeren rozetankers voorziene middenpartij flankeren, zijn voorzien van schijnvoegen ter plaatse van de begane grond en van casementen op de verdieping. Tussen begane grond en eerste verdieping wordt de middenpartij geleed door een geprofileerde cordonlijst. De middenpartij heeft een drie traveeën brede middenrisaliet die wordt bekroond door een driehoekig fronton met een rond oeil-de-boeuf in het tympaan en geprofileerde lijsten. De risaliet is op de begane grond voorzien van een met schijnvoegen verlevendigde pleisterlaag en een getoogd venster met geprofileerde wisseldorpel aan weerszijden van een rondboogvormig afgesloten poortdoorgang naar het achterterrein. Alle vensters op de parterre hebben hardstenen onderdorpels.

    Op de eerste verdieping boven de poortdoorgang bevindt zich een plaquette met de afbeelding van een windhond in reliëf. Het vrij kleine, getoogde venster met tweedelig raam aan weerszijden van het reliëf is identiek aan de drie vensters op de tweede verdieping. Alle vensters in de risaliet staan binnen een geprofileerde omlijsting. De drie traveeën aan weerszijden van de risaliet zijn per bouwlaag voorzien van dezelfde vensters als in de risaliet. Deze geveldelen zijn bovendien voorzien van een onder een getoogd bovenlicht staande pseudo vleugeldeur met stolpnaald. De paneeldeuren zijn voorzien van raamroosters. De gevels van de volumes lateraal van de lisenen worden van de brede middenpartij gescheiden door een gepleisterde liseen en hebben afwijkende gevelopeningen en staafankers (schieters) in plaats van schotelankers. Deze geveldelen bevatten op de begane grond een deur onder rondboogbovenlicht en twee rondboogvensters. De verdiepingen zijn voorzien van getoogde vensters.

    Aan de achterzijde is het voormalige fabrieksgebouw op diverse punten veranderd waardoor deze weinig oorspronkelijk meer is. De achtergevel is voorzien van een rondboogdoorgang, terwijl de overige gevelopeningen rechtgesloten zijn. Toegevoegd zijn de rechthoekige serres. Het rechter deel van de gevel is gepleisterd, de rest is van schone baksteen.

    Het inwendige van het gebouw is door de functiewijziging ingrijpend gewijzigd en heeft niet meer de oorspronkelijke kenmerken en ruimteindeling, waardoor het voor de bescherming van ondergeschikt belang is, evenals de achterzijde van het gebouw.

    Waardering

    Het voormalige fabrieksgebouw van de Eerste Nederlandsche Dogcakes Fabriek is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.

    • De Dogcakes Fabriek heeft cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling en als een overblijfsel van de vroegere (industriële) bedrijvigheid aan de Kalkhaven.
    • Het fabrieksgebouw heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de situering en als een bijzonder, beeldbepalend onderdeel van een gesloten gevelwand in een gebied dat van groot belang was voor de stedenbouwkundige ontwikkeling van de stad.
    • Het gebouw heeft architectuurhistorische waarde als een goed voorbeeld van een typisch negentiende-eeuwse bouwstijl en vanwege de kwaliteiten van het ontwerp.
    • De Dogcakes Fabriek is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de redelijke gaafheid van het exterieur.  

    Opmerking

    Betreft de huisnummers Achterhakkers 17, 18, 19, 20 en 21.

    Publicaties

    • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.

    Externe links


  • Achterhakkers 71
    • Postcode: 3311JA

     

    Omschrijving

    Voor de objecten die als 'Beeldbepalend pand' zijn aangewezen is helaas geen redengevende omschrijving beschikbaar.


  • Achterhakkers 72
    • Naam: Hotel Dordrecht
    • Datering: 1898
    • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
    • Bouwstijl: Neo-Hollandse Renaissance
    • Inschrijving monumentenlijst: 2001
    • Postcode: 3311JA

     

    Inleiding

    WOONHUIS gebouwd in 1898 in de toen gangbare Neo-Hollandse Renaissance stijl.

    Het met de voorgevel op de Kalkhaven gerichte herenhuis is gebouwd in opdracht van de bekende Dordtse kunstschilder Frans Lebret, naar een ontwerp van een niet met naam bekende architect. Na het overlijden van de schilder kwam het pand in het bezit van zijn zoon, de olieslager Everard Hendrikus Lebret. Na diens dood in 1961 werd het pand overgenomen door de N.V. Electromotorenfabriek "Dordt", die tot 1970 het huis als kantoorpand gebruikte en diverse karakteristieke onderdelen uit het interieur verwijderde. Vervolgens kreeg het pand tot 1977 een functie als pension voor Spaanse gastarbeiders. Daarna werd het verbouwd en in 1978 als hotel in gebruik genomen onder de naam "Hotel Dordrecht".

    Omschrijving

    Vanuit een enigszins parallellogramvormige plattegrond opgetrokken voormalig woonhuis met twee bouwlagen onder een met asfaltplaatjes gedekt, afgeknot schilddak.

    Het pand heeft een symmetrische, vijf-assige en in schone baksteen opgetrokken voorgevel, die wordt verlevendigd door zandstenen speklagen en gevelaccenten en staat boven een hoge gepleisterde plint. Het huis heeft een ingangsrisaliet met de oorspronkelijke, rijk bewerkte vleugeldeur die is voorzien van deurramen met smeedijzeren decoraties. Boven de deur een reeks van vier met kleurrijk glas-in-lood ingevulde bovenlichten. De deur staat binnen een zandstenen omlijsting van met Hollandse Renaissance motieven versierde pilasters die een hoofdgestel en een driehoekig fronton dragen. De fraai bewerkte houten erker boven de entree rust op een onderstel van gedraaide schoren. De stijlen, de regels en de dorpels van de rechthoekige erker zijn voorzien van cannelures, diverse profielen en gesneden decoratiemotieven. De geprofileerde, uitkragende kroonlijst rust op een reeks van acht kleine consoles. De erker wordt afgedekt door een met zinken schubben gedekt schilddakje.

    Aan de bovenzijde kraagt de risaliet uit ter plaatse van de speklagen. De risaliet heeft een top in de vorm van een Vlaamse gevel voor een dwarskap. Deze is voorzien van kleine kwartronde vleugelstukken van zandsteen, waarop eveneens uit zandsteen vervaardigde hoekpilasters rusten. Hiertussen staat een rechtgesloten venster onder latei. De beëindiging van de risaliet is een trapgeveltje met zandstenen dekplaten en overhoekse toppilaster. Het trapgeveltje is door middel van een gebogen smeedijzeren stang met de nok van de dwarskap verbonden. Aan weerszijden van de risaliet bevat de gevel per bouwlaag twee rechtgesloten vensters die onder een ontlastingsboog met zandstenen sluit- en aanzetstenen staan.

    De vensters op de begane grond staan onder een tudorboog. De boogtrommels zijn ingevuld met metselmozaïek. Tussen de bogen zijn decoratieve muurankers van smeedijzers geplaats. De verdiepingsvensters staan boven een doorlopende onderdorpel van hardsteen, die tevens als cordonlijst fungeert. De boogtrommels onder de segmentbogen zijn ingevuld met baksteenmozaïek in de vorm van vlechtwerk. De horizontale gevelbeëindigingen aan weerszijden van de Vlaamse gevel bestaan uit een zandstenen profiellijst en een fries van baksteenvlechtwerk onder een uitkragende geprofileerde gootlijst, die rust op een reeks van gesneden klampen. Uit de dakschilden aan weerszijden van de dwarskap steekt een kleine dakkapel met een met zinken schubben gedekt, uitkragend spitsje met pumeelbekroning.

    De rechter zijgevel is op de verdieping voorzien van speklagen en een samengesteld venster met glas-in-lood dat functioneert als traplicht en een gebrandschilderd glas met een stadsgezicht bevat.

    De achtergevel van het hoofdvolume is eveneens voorzien van speklagen en bevat op de verdieping een reeks van vijf rechtgesloten openslaande deuren onder segmentboogvormige ontlastingsbogen met aanzet- en sluitstenen. Boven deze gevelopeningen ligt een profielband. De geprofileerde gootlijst wordt onderbroken waar de deur in de middelste van drie dakkapellen verbonden is met een moderne brandtrap. De drie houten dakkapellen staat op de dakvoet en hebben een voorkant met gesneden vleugelstukken en een driehoekig fronton. De middelste bevat de later ingezette deur de andere twee zijn voorzien van T-ramen. De verdiepingsdeuren komen uit op het plat van een grote serre-achtige uitbouw van één bouwlaag onder een plat dak. Het rechthoekige rechter deel van de serre bevat een brede, samengestelde pui met openslaande deuren, een geprofileerd kalf, bewerkte stijlen en een brede kroonlijst met een golvende onderrand en een op vier gesneden klampen rustende geprofileerde kroonlijst. De pui staat tussen gemetselde penanten met speklagen. Links hiervan bevindt zich de onder een geprofileerde kalf en rehtgesloten bovenlicht staande achterdeur. Links van de deur staat een vijfzijdige, zich van de serre losmakende uitbouw met speklagen. De kroonlijst van de serre loopt over de achteringang door over de uitbouw, evenals het hekwerk met de ijzeren spijlen op de kroonlijst. De afgeschuinde hoeken bevatten een rechtgesloten venster. Hiertussen staat een openslaande deur onder bovenlicht. De hoeken van de uitbouw zijn geaccentueerd door rode hoeksteentjes. De linker zijgevel is evenals de andere gevels voorzien van speklagen.

    Het huis wordt aan de voorzijde aan weerszijden met de belendende panden verbonden door een poortdoorgang. Deze bestaan uit een deur van diagonale planken onder een zandstenen latei, een segmentboogvormige ontlastingsboog en een muurtje van schone baksteen met decoratieve steensverbanden onder een rollaag en zandstenen deklijst.

    Het inwendige van het pand is nog voor een deel in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Het ingangsportaaltje is voorzien van een marmeren vloer, lambrizeringen en trapje naar de bel étage, alsmede stucdecoraties aan het plafond en stuclijsten aan de wanden. De tochtdeur tussen het portaal en de gang staat tussen boven- en zijlichten, die zijn gevat in geprofileerde kozijnen. De geheel naar de achterzijde van het pand doorlopende pand heeft een vloer en lambrizeringen van marmer. De deuren naar de diverse vertrekken zijn in geprofileerde kozijnen staande paneeldeuren. Het gangplafond is eveneens versierd met profiellijsten en een stucreliëf. Een naar rechts dwars op de gang staande zijgang voert onder meer naar een toiletruimte met authentieke wandbetegeling. Een geprofileerde dwarsbalk onder het trapbordes rust op een pilasters met een vergulde leeuwenkop aan de console. De vloer van de zich aan het eind van de gang bevindende keuken is bedekt met tegels met inlegwerk in doorlopende patronen met onder meer klaverbladmotieven. De keukenwanden zijn eveneens bedekt met tegels. De keuken is verder voorzien van een schouw en een ingebouwde kast met glasdeuren onder een kroonlijst. Ook de vloer en de lambrizering van het achterportaal zijn bedekt met marmeren platen. De portaaldeur is voorzien van geëtst glas en staat tussen boven- en zijramen.

    De trap naar de verdieping is samengesteld uit twee steektrappen met een keerbordes. De trap is voorzien van een gesneden trappaal en heeft rechts een paneelambrizering onder de geprofileerde handlijst en links een trapbalustrade die bestaat uit gietijzeren trapspijlen waarop een geprofileerde handlijst is bevestigd. Het met glas-in-lood ingevulde traplicht heeft stijlen en regels met de oorspronkelijke profilering. Op de verdieping en de zolderverdieping is een deel profiellijsten staande paneeldeuren, stuclambrizeringen en fraaie stucplafonds en een doorloop met vergulde leeuwenkop aan een console. Een schuine wand op de grotendeels vernieuwde zolderverdieping is eveneens voorzien van stucwerk met reliëfversieringen.

    Waardering

    Het herenhuis is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.

    • Het herenhuis is van cultuurhistorisch belang als een goed voorbeeld van representatieve woonhuisarchitectuur voor de beter gesitueerden, en vanwege de aan het huis als opdrachtgever verbonden bekende schilder Lebret.
    • Het herenhuis heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de situering en als een bijzonder, beeldbepalend onderdeel van een gesloten gevelwand, in een gebied dat van groot belang was voor de ontwikkelingsgeschiedenis van de stad.
    • Het huis heeft architectuurhistorische waarde als een goed voorbeeld van een bouwstijl die karakteristiek is voor de bouwtijd, vanwege de bijzondere detaillering en vanwege de samenhang tussen het exterieur en delen van het interieur.
    • Het herenhuis is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur.  

    Publicaties

    • Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.
    • De Monumentenlijst: Achterhakkers 72, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.60 2016.

    Externe links


  • Achterhakkers 74 en 75
    • Datering: 1900
    • Oorspronkelijke functie: Kantoorpand
    • Bouwstijl: Jugendstil
    • Postcode: 3311JA

     

    Algemene beschrijving

    Bedrijfscomplex.

    Ligging

    Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand.

    Hoofdvorm

    Complex met een kantoorgebouw annex pakhuis in twee bouwlagen met kap evenwijdig aan de straat, aan de achterzijde haaks hierop twee vleugels (bedrijfsruimte) in twee bouwlagen met kap aan weerszijden van een smalle binnenplaats. Het complex wordt aan de achterzijde afgesloten door een laagbouw in twee bouwlagen, waarvan één in de kap, evenwijdig aan het kantoorgebouw.

    Bouwgeschiedenis

    In het eerste kwart van de twintigste eeuw moet het kantoorgebouw annex pakhuis aan het Achterhakkers zijn gebouwd.

    Beschrijving exterieur per gevel

    Voorgevel

    De gevel in twee, deels drie, bouwlagen is, boven de hoge met hardstenen platen beklede plint, opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een geknipte voeg. Speklagen in drie metselgangen rode strengperssteen zijn opgenomen ter hoogte van de onder- en bovendorpel van de vensters en een dito blokje ter hoogte van de wisseldorpel.

    Het middengedeelte van de gevel is als risaliet iets vooruitgeschoven en als Vlaamse gevel hoger opgetrokken. Het risaliet is vanaf de eerste verdieping voorzien van een ondiep casement dat onder de dakrand is gesloten met een ijzeren latei op hardstenen kraagstenen. Het risaliet is beëindigd met een op houten klossen uitkragende houten dakrand tussen hoger opgetrokken muurdammen met een hardstenen bekroning op de hoeken. Sierankers zijn aangebracht ter hoogte van de zoldervloer.

    Halverwege de eerste verdieping is aan de zijkanten van de gevel op een hardstenen kraagsteen een pilaster uitgebouwd, die boven de goot als muurdam met een hardstenen bekroning is opgetrokken. Onder de goot zijn de pilasters middels een steens segmentboogfries op hardstenen kraagstenen verbonden met het risaliet. De zijgedeelten van de gevel aan weerszijden van het risaliet worden beëindigd met een op houten klossen uitkragende houten bakgoot. Op de goot staat een ijzeren hekwerk van buisprofiel.

    Op de begane grond zijn de gevelopeningen gesloten met een hardstenen latei op dito blokken in de dagkanten. In de vensteropeningen ligt een hardstenen lekdorpel. Boven de latei is in de gevel een steens segmentboog in rode strengperssteen opgenomen. Aan de linker zijde bevindt zich terugliggend in de gevel een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur. Voor de deur ligt een stoep van drie hardstenen treden.

    Rechts hiervan bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met een breed middengedeelte en smalle zijgedeelten. Hierin bevinden zich ongedeelde ramen.

    In de as van het pand bevindt zich een hoge doorgang, gesloten met een ijzeren latei op hardstenen kraagstenen. De doorgang is gesloten met een moderne roldeur.

    Rechts hiervan bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met een breed middengedeelte en smalle zijgedeelten. Hierin bevinden zich ongedeelde onderramen en een vijftienruits (midden) respectievelijk zesruits (zijkanten) bovenraam.

    Geheel rechts bevindt zich terugliggend in de gevel een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur en een tweelicht met ongedeelde ramen. Voor de deur ligt een stoep van drie hardstenen treden.

    De vensteropeningen op de eerste verdieping zijn gesloten met een steens segmentboog in rode strengperssteen tussen hardstenen aanzetblokken. In de vensteropeningen ligt een lekdorpel van geglazuurde lekdorpelstenen. De zwik is uitgevoerd in metselwerk. Aan de linker zijde bevinden zich drie, van elkaar door een anderhalfsteens muurdam gescheiden, vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam. In de as van het pand bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een klein glaspaneel en erboven een tweelicht met zesruits ramen.

    Aan de rechter zijde bevinden zich drie, van elkaar door een anderhalfsteens muurdam gescheiden, vensteropeningen met in het kozijn een gemoderniseerde invulling met een tweeruits onderraam en boven het kalf een ongedeeld bovenraam. In het risaliet bevindt zich op zolderniveau een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een klein glaspaneel. Aan de bovenzijde kraagt een ijzeren hijsbalk uit.

    Aan de rechter zijde is de doorgang naar het achterterrein afgesloten met een smeedijzeren hekwerk.

    Linker zijgevel (vleugel aan de straat)

    De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. Ankers markeren de ligging van de balklagen.

    De gevel is tot ongeveer het zolderniveau afgedekt door het buurpand.

    Op zolderniveau bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam.

    Linker zijgevel (vleugel aan de achterzijde)

    De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot. De gevelopeningen zijn gesloten met een steens segmentboog. De zwik is gecementeerd. In de vensteropeningen ligt een rollaag als lekdorpel. Ankers markeren de ligging van de balklagen.

    In de gevel bevinden zich op twee niveaus twaalf vensteropeningen met gemoderniseerde vensters met een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    Aan de rechter zijde bevindt zich een één-, deels tweelaags tussenlid met op de begane grond een deuropening met een vlakke deur. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.

    Achtergevel

    De gevel in twee bouwlagen is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot. De gevelopeningen zijn gesloten met een steens segmentboog. De zwik is gecementeerd. In de vensteropeningen ligt een rollaag als lekdorpel.

    De gevel is voor een gedeelte afgedekt door de vleugel aan de achterzijde.

    Links hiervan bevindt zich op de begane grond een vensteropening met in het tweelicht een ongedeeld onderraam en een negenruits bovenraam.

    Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met in het tweelicht ongedeelde onder- en bovenramen.

    Rechts van de vleugel bevindt zich op de begane grond een vensteropening met een gemoderniseerde invulling met een ongedeeld onderraam en erboven een tweelicht met ongedeelde ramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een gecombineerde venster- en deuropening met een gemoderniseerde invulling.

    Op de eerste verdieping bevindt zich een vergrote vensteropening onder een prefab latei met in het kozijn een ongedeeld onderraam en erboven een tweelicht met ongedeelde ramen. Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met een gemoderniseerde invulling.

    Rechter zijgevel (vleugel aan de achterzijde)

    De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot. De gevelopeningen zijn gesloten met een steens segmentboog. De zwik is gecementeerd. In de vensteropeningen ligt een rollaag als lekdorpel. Ankers markeren de ligging van de balklagen.

    Aan de linker zijde bevindt zich een tweelaags tussenlid met op de verdieping een vensteropening met een gemoderniseerd venster met een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

    In de gevel bevinden zich op twee niveaus twaalf vensteropeningen met gemoderniseerde vensters met een ongedeeld raam onder en boven het kalf. Geheel links op de begane grond bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur en een ongedeeld bovenlicht.

    Rechter zijgevel (vleugel aan de straat)

    De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. Ankers markeren de ligging van de balklagen.

    Op zolderniveau bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam.

    Kap

    Het zadeldak van de vleugel aan de straat, dat geklemd is tussen de hoger opgetrokken kopgevels, is gedekt met gesmoorde kruispannen. Aan de achterzijde sluit het dak aan op een plat dak en vervolgens op een zadeldak aan de achterzijde.In het voordakschild staat aan de linker zijde in de goot een brede dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde in het tweelicht ongedeelde stolpramen. Aan de rechter zijde staat in het dakvlak een dakkapel, voorzien van een lessenaarsdak aangekapt op de hoofdkap. Aan de voorzijde bevinden zich in het tweelicht ongedeelde ramen.

    In het achterdakvlak staat een dakkapel met een plat dak met in het drielicht ongedeelde ramen.In de nok en op het platte dak staan gemetselde schoorstenen.

    De mansardekap van de vleugel aan de achterzijde is gedekt met gesmoorde kruispannen.

    Aan beide zijden staan in het onderste gedeelte van het dak twee dakkapellen, voorzien van een lessenaarsdak dat aansluit op het bovenste deel van de kap. Aan de voorzijde bevinden zich in het tweelicht ongedeelde ramen.

    Beschrijving interieur per bouwlaag (vleugel aan de straat)

    Begane grond, eerste verdieping

    Als gevolg van interne verbouwingen is naast het casco alleen het trappenhuis van monumentale waarde.

    Zolder

    De ruimte is niet ingedeeld. De vloer bestaat uit houten delen.

    De borstweringen en kopgevels zijn gestuukt.

    De kapconstructie bestaat uit jukken, waarvan de jukdekbalk is afgeschoord op de kreupele stijlen. In het midden van de jukdekbalk staat een makelaar onder de nok. De spantbenen lopen van de jukdekbalk tot tegen de makelaar. Hierover liggen de gordingen en nok, waarop het dakbeschot is aangebracht.

    De ijzeren hijsbalk rust op een portaal van profielstaal direct achter de gevel en is aan de achterzijde verbonden met de kapconstructie.

    Beschrijving interieur per bouwlaag (vleugel aan de achterzijde)

    Begane grond

    De ruimte is niet ingedeeld. In de betonnen vloer zijn rails (smalspoor) opgenomen. De wanden zijn gestuukt.

    De vloerconstructie van de eerste verdieping bestaat uit een enkelvoudige zware balklaag met in de as een ijzeren I-ligger als onderslagbalk, rustend op geklonken ijzeren kolommen.

    Een houten trap leidt naar de verdieping.

    Eerste verdieping

    De ruimte is niet ingedeeld. De vloer bestaat uit houten delen. De wanden zijn gestuukt.

    De vloerconstructie van de zolderverdieping bestaat uit een enkelvoudige minder zware balklaag met in de as een ijzeren I-ligger als onderslagbalk, rustend op geklonken ijzeren kolommen.

    Een houten trap leidt naar de zolderverdieping.

    Zolder

    De ruimte is niet ingedeeld. De vloer bestaat uit houten delen. De borstweringen en kopgevels zijn gestuukt.

    De kapconstructie bestaat uit jukken, waarvan de jukdekbalk is afgeschoord op de stijlen. In het midden staat een stijl, die doorloopt tot de nok. Boven de jukdekbalk lopen schoren naar het midden van de spantbenen. Hierover liggen de gordingen en nok, waarop het dakbeschot is aangebracht.

    Beschrijving tuin

    De tuin bezit geen monumentale waarden.

    Waardering

    Cultuurhistorische waarde

    Het object is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht en typologisch als kantoor annex pakhuis.

    Architectonische waarde

    Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van met name het exterieur.

    Gaafheid

    Het object is grotendeels ongewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is matig tot redelijk.

    Situering

    Het object is stedenbouwkundig van belang als beeldbepalend object in het straatbeeld.

    Unieke waarde

    In typologisch, architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het complex zeldzaamheidswaarde.

    Publicaties

    • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.

    Bijlage



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).