Omschrijving onderdeel 1
HISTORISCHE PARKAANLEG. De parkaanleg in landschapsstijl is gecomponeerd rondom villa Dordwijk naar ontwerp van de tuin- en landschapsarchitect J.D. Zocher jr. en naderhand in drie fases uitgebreid naar ontwerp van C. Eggink, eveneens in landschapsstijl. De romantische parkaanleg van Zocher uit 1852 is aan drie zijden door een slingerende randvijver begrensd en aan de zijde van de dijkweg door de kavelsloot (deel van de oorspronkelijke omgrachting) met bijbehorende laanbeplanting en omhaging. In deze parkaanleg zijn het rechthoekige 17de-eeuwse kerngebied rondom de 'kasteelboerderij' geïntegreerd en vijf uitwaaierende zicht-assen vanuit villa Dordwijk gecreëerd. De eerste uitbreiding van Eggink (1854) heeft plaatsgevonden op een deel van de weilanden aan de oostzijde, de tweede uitbreiding (het Nieuwe Werk uit 1860) is uitgelegd aan de zuidzijde tussen de randvijver en de Achterweg. De derde uitbreiding van Eggink is rondom villa Sorghvliet aan de westzijde (1892) aangelegd tussen de huidige Randweg, Achterweg en vroegere randvijvers.
Zochers eerste rondwandeling, in landschapsstijl, is door middel van bruggen over de vroegere randvijvers met Egginks tweede rondwandeling verbonden en verloopt in curven via slingerende paden die de wandelaar op strategische plaatsen verrassende gezichten biedt op villa Dordwijk, oranjerie, prieel, hertenkamp en Vlotbrug. De wandeling en doorzichten worden omlijst door boomgroepen, boszones en half- open laanbeplanting; de gezichten op de open ruimten, zoals het hertenkamp en de weiden worden van perspectief voorzien door welbewust geplaatste solitairen en boomgroepen. Voorts is de zich in drieen vertakkende waterpartij, die zich in ruime slingers verbreedt en versmalt en voorzien is van subtiel bollende oeverprofielen in samenhang met het micro-relief van de overigens vrij vlakke parkbodem, een belangrijk motief in de parkaanleg. Dit motief voorziet de wandeling van ruimtelijke dynamiek. In oorsprong fungeerden de buitenste waterpartijen als randvijvers van Zochers parkaanleg; de centrale waterpartij verdeelt het park al slingerend in twee schiereilanden.
Vanaf de entree over de heul met hek bij de wegknik voert - via een frontaal beplantingseiland achter het Hercules-tuinbeeld - een slingerpad oostwaarts naar villa Dordwijk. Na passage van de Kettingbrug biedt het door een taxushaag begeleide pad de wandelaar een gezicht over een kleine lancetvormige parkweide met solitairen die vermoedelijk nog uit de tijd van Zocher stammen (waaronder een Sequoia semper virens, plataan en rode beuk); de open ruimte wordt visueel afgesloten door een groenblijvende donkere bossage (met coniferen), waarachter een direct gezicht op zij- en noordgevel van de villa volgt. Vanuit villa Dordwijk zijn de vijf zicht-assen als volgt: een in zuidoostelijke richting op een groep bomen in het weiland langs de Burg. Jaslaan; een op de hertenkamp met twee boomgroepen (rode beuken en paardekastanjes) en hertenverblijf; een op het begin van het bospad en een in bladvorm, kleur en grootte contrasterende boomgroep (linde, paardekastanjes, acacia's) van het dichte beplantingseiland; een over het water op de oranjerie met bijzondere bomen (zoals haagbeuk, rode paardekastanje, treurbeuk en moerascypres) en een op de Tentbrug langs de mammoetsboom.
Via de Bloemenbrug gaat de wandeling nu over naar Egginks eerste uitbreiding op het westelijk deel van het vroegere weilandgebied, voorzien van slingerpad en boszone (gemengd loof, waaronder eik en beuk), waaraan oostwaarts het resterende open weilandgebied grenst met vanouds enkele boomgroepen. In de noordhoek van dit min of meer rechthoekige weiland is in 1929 op een hiertoe aangebrachte verhoging een betonnen zwembad met bakstenen rollagen aangelegd en voorlangs aan de westzijde een meidoornhaag aangeplant, in afwijking van het oorspronkelijke vrije uitzicht. Ter hoogte van de westgevel van de villa vertakt de wandeling zich met een flauwe oostwaartse boog tot halverwege het hertenkamp, en leidt deels door boszones (met eik en beuk), deels langs half-open laanbeplanting al singerend tot het gebogen prieel aan de zuidzijde.
Vanuit dit rustieke prieel heeft de wandelaar een romantisch gezicht over de slingerende waterpartij, monumentale beuken en hertenkamp met kastanje- en beukengroep op villa Dordwijk (welk gezicht thans deels is dichtgegroeid) en het vanouds dicht met gemengd loof- en naaldhout beplante eiland aan de westzijde, alsook op de open weide aan de oostzijde.
(Vervolg omschrijving parkaanleg) Het in landschapsstijl aangelegde hertenkamp is vanouds door de centrale waterloop in twee delen gesplitst en wordt omgeven door een ijzeren hekwerk uit de bouwtijd met horizontale regels, die bij toenemende hoogte op steeds grotere afstand van elkaar zijn geplaatst tussen de stijlen. De beide hertenkamp-delen zijn via een eenvoudige vlotbrug met elkaar verbonden. Het kleine, westelijke, deel - bestemd als verblijfsruimte voor de bok - is beplant met een linde. Het grote, oostelijke deel is vanouds beplant met wilde kastanjebomen en rode beuken, ter beschaduwing en voor de extra voedselvoorziening van de damherten. Voorts bevat de hertenweide een Gingko biloba, die in de weide een apart ruimtelijk effect sorteert. In de ZO-hoek bevindt zich een rustiek hertenverblijf.
In westelijke richting wordt de wandeling begrensd door een waterpartij en een boszone; thans heeft de wandelaar uitzicht op villa Sorghvliet. De aangrenzende parkaanleg bij Sorghvliet, die geheel is afgestemd op die van Dordwijk en die nabij de villa een Quercus Frainetto bevat, is ontworpen door J.W. Eggink (zoon van Christoffel Eggink).
Voor de grens tussen Sorghvliet en Dordwijk buigt de wandeling noordwaarts en voert in de richting van de oranjerie. Aan de oostzijde vertakt de wandeling zich via de Vlotbrug naar een aan de overzijde van het water gelegen bospartij (gemengd loof- en naaldhout). Zowel de Vlotbrug - benadrukt door een tulpeboom (Liriodendron tulpiferum) - als de oranjerie fungeren in de parkaanleg als belangrijke gezichtspunten. Ter markering van de oranjerie zijn een solitaire rode beuk (Fagus sylvatica 'Purpurea') en een treurbeuk geplant.
Vanaf de oranjerie voert het wandelpad in de richting van de Tentbrug, alwaar het pad zich vertakt; aan de westzijde bevinden zich de nutstuinen van de 'kasteelboerderij' met kas, tuinmuur, muurloods en schutting. De binnenplaats was met notebomen beplant. Even ten zuidwesten van de nutstuinen ligt de voormalige moestuin, in oorsprong met boomgaard, in landschappelijke trant aangelegd. Aan de overzijde van de Tentbrug voert het pad weer naar de entree van de buitenplaats.
De in 1892 gebouwde villa Sorghvliet kreeg een eigen, door entreehek gemarkeerde oprijlaan die vanaf de noord-hoek van Dordwijk met een ruime boog in zuidelijke richting naar het huis loopt, met een keerlus, en die aan de westzijde is voorzien van een enkele eikenrij en aan de oostzijde van een dubbele eikenrij als laanbeplanting, eindigend met een kastanjegroep; nabij het huis een solitaire rode beuk. Vanuit de villa bestaat er een lange zicht-as over de brug naar het Nieuwe Werk naar het hertenkamp.
Ten NW van villa Sorghvliet bevindt zich het rechthoekige perceel van de voormalige boomgaard, omgeven door een beukenhaag. Langs de kavelsloot bij de Achterweg is een wilgenlaan met beukenhaag geplant.
De parkaanleg van Dordwijk en Sorghvliet, hoewel in verschillende fasen gerealiseerd en door verschillende tuinarchitecten ontworpen, vormt compositorisch een geheel. Verder is een belangrijke karakteristiek dat de aanleg geheel naar binnen is gericht en vanouds door bomenrijen en boszones (met gemengd loof- en naaldhout, waaronder een rij knotplatanen, beuken, eiken en kastanjes) visueel en ruimtelijk wordt afgesloten van de - in oorsprong geheel open - omgeving.
De buitenplaats wordt in het NO begrensd door de Dordwijklaan (met inbegrip van de resterende laanbeplanting aan de noordoostzijde), aan de zuidoostzijde door de Burg. Jaslaan, aan de zuidwestzijde door de Achterweg en in het NW door het fietspad langs de regionale Rondweg 43. De bijbehorende laanbomen maken deel uit van de historische parkaanleg, met inbegrip van de kastanjes aan de overzijde van de Dordwijklaan.
Publicaties
- Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.
- C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.
Externe links