Rijksmonumenten

Catharijnepoort

  • Datering: 1652
  • Oorspronkelijke functie: Poort

 

Omschrijving

Catharijnepoort. Eenvoudige POORT-doorgang tussen gebosseerde pilasters met hoofdgestel. In de poortboog sluitsteen met masker. Het fries gedateerd: anno 1652. Geheel in natuursteen uitgevoerd. Sierlijk schilddak. De landzijde, in baksteen, is zeer eenvoudig uitgevoerd.

Fraai gebouw van algemeen belang wegens bijzondere oudheidkundige en kunsthistorische waarde.

Publicaties

  • C. Esseboom en H.A. van Duinen, Verhalen van Dordrecht 26: Dordrecht de Poort van Holland, Stadspoorten aan land- en waterzijde, 2013.
  • Johan Hendriks & Jan Koonings, Van der stede muere: beschrijving van de stadsmuur van Dordrecht, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2000.
  • Jan C. Schippers en Willemien H. Verhoeven, Dordrecht, wandelen en geologie, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.51 2014.
  • Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.

Externe links


Cornelis de Wittstraat 28-30

  • Datering: 1900-1901
  • Oorspronkelijke functie: Kerkgebouw
  • Bouwstijl: Rationalisme
  • Architect: Reus
  • Postcode: 3311GD

 

Inleiding

KERK met KOSTERSWONING voor de Remonstrantse Gemeente, in 1900-1901 gebouwd naar een ontwerp van de Dordtse architect H.A. Reus in een aan het Rationalisme verwante bouwstijl, met invloeden van de Art Nouveau in het bijzondere interieur. Het ontwerp voor de zaalkerk, in het kader van een besloten prijsvraag gemaakt, had als motto 'Eenheid in 't nodige, Vrijheid in 't onzekere, In alles de liefde'. De kerk werd gebouwd door de aannemer J. Kooyman Lz. op een perceel van de voormalige kleerblekerij 'de Verloren Zoon'. De kerk ligt iets schuin teruggerooid zodat een driehoekig voorplein is ontstaan.

In 1913 werden enige wijzigingen aangebracht en is naast de hoofdingang een extra deur geplaatst. De kerk staat in de negentiende-eeuwse schil van Dordrecht.

Omschrijving

De zaalkerk heeft een min of meer rechthoekige plattegrond en is boven de plint opgetrokken in rode baksteen, gemetseld in kruisverband. De kerk wordt afgesloten door een zadeldak met aangekapte dakkapellen, bedekt met rode kruispannen. De voorgevel (noord) heeft een risalerende middenpartij die uitloopt in een zich verjongende klokketoren met zadeldak. De dakschilden zijn bedekt met rode Bouletpannen. Aan de achterzijde bevindt zich de kosterswoning.

De kerk heeft rondboogvensters met rollagen en hardstenen onderdorpels en rechthoekige vensters met hardstenenen lateien, aanzetstenen en onderdorpels. Alle vensters hebben houten kozijnen. De middenrisaliet heeft een licht uitgemetselde ingangspartij met een tuitgevel. De dubbele toegangsdeuren met rondboogvormig bovenlicht zijn bereikbaar via twee hardstenen traptreden en hebben een gepleisterde omlijsting met deelzuiltjes met duiven in de kapitelen. In de booglijst staat in gouden letters het motto 'Eenheid in 't nodige, Vrijheid in 't onzekere, In alles de Liefde'. De deuren zijn voorzien van siersmeedwerk. De tuitgevel van de ingangspartij heeft een geblokte, gestucte gevelrand met in de top het Pax Christie symbool in goud.

Aan weerszijden van de entree een zijtravee met lessenaarsdak met rechts een rondboogvenster. Links een brede deur met drie staande zesruits deurlichten tussen een gestucte latei en een hardstenen drempel. Op de verdieping heeft de middenrisaliet een hoog drieruitsvenster met aan weerszijden een rondboogvenster geplaatst in een teruggemetseld gevelvlak. De zijgevels van de middenrisaliet zijn blind met langs de rand een getoogd boogfries waarin hardstenen blokken zijn verwerkt. Het schip heeft aan de voorzijde twee rechthoekige meerruitsvensters met glas-in-lood onder een gestucte latei, langs de dakrand een klimmend rondboogfries met hardstenen blokken. De vijf traveeën brede zijgevels hebben uitgemetselde steunberen en in teruggemetselde rondboogvormige gevelvlakken vier grote rondboogvensters met glas-in-lood. In de eerste travee is een klein rondboogvenster geplaatst. Tegen de achtergevel van de kerk staat de kosterswoning.

Het interieur en bankenplan zijn in originele staat. De kerkzaal heeft een ellipsvormig houten tongewelf met twee gietijzeren roosters. Het gewelf is door vier gordelbogen verdeeld in vijf traveen, die rusten op korbeelconstructies en geornamenteerde consoles. De houten preekstoel op natuurstenen voet, de orgelgalerij met gietijzeren zuiltjes en de rondlopende, hoge houten lambrizeringen zijn versierd met gesneden Art Nouveaumotieven. De koperen wandlampen en de twee rijke kroonluchters zijn eveneens vervaardigd in de stijl van de Art Nouveau. De achterwand heeft rond de kansel een muurschildering met symbolische voorstelling, die omstreeks 1910 is aangebracht.

Waardering

De kerk met kosterswoning is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de stedenbouwkundige waarde.

  • De kerk is van cultuurhistorisch belang als goed voorbeeld van een vroeg twintigste-eeuwse zaalkerk en als een in stilistisch opzicht bijzondere schakel in de ontwikkeling in de kerkbouw in Nederland, in de voor de bouwtijd kenmerkende bouwstijl van het Rationalisme met een rijk Art Nouveau-interieur.
  • De kerk is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteiten van het ontwerp, vanwege de bijzondere detaillering en de materiaaltoepassing, vanwege de samenhang tussen het exterieur en het in de stijl van de Art Nouveau uitgevoerde interieur, en als een bijzonder werk van het oeuvre van de Dordtse architect H.A. Reus.
  • De kerk is van stedenbouwkundig belang vanwege de bijzondere situering in de negentiende-eeuwse schil van Dordrecht.
  • De kerk is van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van in- en exterieur.

Publicaties

  • E.H. Cossee, De Remonstrantse Gemeente te Dordrecht, Kwartaal & Teken van Dordrecht nr.1 1978.
  • J.F. van Eck, Remonstrantse Gemeente Dordrecht 100 jaar, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 1997.
  • J.F. van Eck, Misvattingen rondom de prijsvraag voor de bouw van de Remonstrantse Kerk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2000.
  • Frits van Eck, Huis van steen en woord: de Remonstrantse Kerk te Dordrecht 1901-2001, 2001.
  • Albert van Engelenhoven, Dordtse huizen in bouwhistorisch perspectief aflevering 3: De Dordtse architect Hendrik Adrianus Reus (1872-1935), december 1998.
  • Olga Harmsen, De Remonstantse Kerk, Cornelis de Wittstraat 28, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.53 2014.
  • Fred van Lieburg, Heilige plaatsen in een Hollandse stad: Duizend jaar religieuze gebouwen op het Eiland van Dordrecht, Jaarboek Vereniging Oud-Dordrecht 2011.

Externe links


Damiatebrug

  • Datering: 1855
  • Oorspronkelijke functie: Brug
  • Architect: Itz

 

Omschrijving

In 1855 naar ontwerp van de toenmalige gemeentearchitect G.N. Itz aangelegde dubbele ijzeren OPHAALBRUG - vervaardigd door de Haagse gieterij Enthoven & Co. - ter vervanging van een houten voorganger nabij het Damiatebolwerk over de Wolwevershaven, en genaamd Damiatebrug.

De uit geklonken ijzeren profielen en andere toebehoren samengestelde brug heeft een houten wegdek en houten balkleuningen; op de met natuursteen beklede brughoofden zijn gietijzeren balusterleuningen, met naamplaat, aangebracht. Op de van voluten, vier- en zespasvormen voorziene hameipoorten rusten de smeedijzeren balansen waarvan de windverbanden bij de waterzijde in het midden in een versierde knop samenkomen.

Midden-19e-eeuwse dubbele gietijzeren ophaalbrug van belang uit civieltechnisch en bouwhistorisch oogpunt wegens type, vormgeving en materiaalgebruik, alsook uit oogpunt van markante silhouetwaarde.

Publicaties

  • Jan Willem Boezeman, Dordtse bruggen op de Rijksmonumentenlijst, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.50 2014.
  • Annet Meffert en Ruus Schook, G.N. Itz: Stadsbouwmeester van Dordrecht 1832-1867, 1985.

Externe links


De Vereniging 1-21

  • Naam: Hof de Vereniging
  • Datering: 1864-1917
  • Oorspronkelijke functie: Woningcomplex
  • Bouwstijl: Neoclassicisme
  • Architect: Veth
  • Postcode: 3311SB

 

Inleiding

Langgerekt blok met twee keer 21 ARBEIDERSWONINGEN onder één kap. De woningen vormden de eerste "hof" die door de 'Vereeniging tot Verbetering der Huisvesting van de Arbeidende Klasse' werd gerealiseerd. De woningen werden vanaf 1864 gebouwd op een voormalig lijnbaanterrein, naar ontwerp van de als huisarchitect aan de Vereeniging verbonden architect H.W. Veth. De woningen worden gekenmerkt door een uiterst sobere, aan het Neo-Classicisme verwante bouwstijl.

Aanvankelijk ging het om acht zogenaamde modelhuizen met bovenwoning, welk aantal in 1867, 1872 en 1875 werd uitgebreid tot 21. De frontwoning met winkel aan de Singel 46-48 is een toevoeging uit 1911 en is ontworpen door de architect Anthonie Ek.

De hof aan de Vereniging was de eerste hof van de half-kapitalistische, half-idealistische 'Vereeniging tot Verbetering der Huisvesting van de Arbeidende Klasse', die later ook onder meer de woningen van de nabijgelegen hof 'de Hallinqhof' bouwde. De hof kreeg de naam de Vereeniging in 1917, daarvóór was het bekend als de Viermolenshof.

Omschrijving

De arbeiderswoningen zijn ondergebracht in een langgerekt bouwvolume met beneden- en bovenwoningen onder een met pannen gedekt zadeldak, en een volume aan de kop uit 1911 onder schilddak. De benedenwoningen hebben de entree aan de noordzijde, de bovenwoningen in de zuidzijde. De beide door gepleisterde lisenen vertikaal gelede langsgevels zijn vrijwel identiek aan elkaar en zijn om de drie traveeën (een beneden- en een bovenwoning) en per bouwlaag voorzien van drie licht getoogde gevelopeningen. De langsgevels worden afgesloten door een kroonlijst met geprofileerde gootlijst. De begane grond bevat een onder een geprofileerd kalf en een getoogd, tweedelig bovenlicht staande paneeldeur (noordzijde) of deur met driedelig deurraam, die om en om links of rechts van de liseen staat en wordt vergezeld door een klein toiletvenster. De twee vensters zijn voorzien van zesruits schuiframen. De drie vensters op de verdieping zijn vergelijkbaar. De verdiepingsvensters in het linker deel van de noordgevel en het rechter deel van de zuidgevel zijn blind en om en om voorzien van een klein rechthoekig venster onder rollaag, respectievelijk een rond venster met stalen raam.

De oostelijke kopgevel is een eenvoudige puntgevel. Deze heeft een symmetrische indeling met zowel op de begane grond als op de verdieping drie licht getoogde blinde vensters. In de geveltop staat een rond eveneens blind venster. Uit beide dakschilden steken enkele rechthoekige houten dakkapellen. Op de nok staat een reeks opgemetselde schoorstenen. Aan de westzijde (Singel) van de hof is in 1911 een rechthoekig bouwdeel toegevoegd. Deze toevoeging is een vanuit een rechthoekige plattegrond, in bak- en verblendsteen opgetrokken blok, dat bestaat uit een winkel met een bovenwoning. Deze staat onder een met pannen gedekt schilddak met in elk van de drie dakschilden een dakkapel met een gewelfde, geprofileerde kroonlijst en ramen met roedenverdeling.

De gevels zijn voorzien van rechtgesloten (voorgevel) en licht getoogde (zijgevels) gevelopeningen en worden verlevendigd door details van grijze hardsteen en rode en oranje verblendsteen. De symmetrische frontgevel met hardstenen plint heeft in de verblendstenen winkelpui een centraal geplaatst etalagevenster en een deur aan weerszijden, waarvan de linker deur nog uit de bouwtijd dateert. De deuren en het etalagevenster staan onder bovenlichten met roedenverdeling en een puibalk, waarop een verblendstenen rollaag ligt. Het bredere middenvenster op de verdieping en een smaller venster aan weerszijden zijn evenals voorzien van een bovenraam met roedenverdeling en staan onder verblendstenen strekken met hoekstenen van grijze hardsteen. De gevel wordt ter hoogte van de bovenste puihoeken verlevendigd door een sierblok van kunssteen en heeft als gevelbeëindiging een fries van gele rechhthoekige kaders in de rode steen.

De vensters in de boven hardstenen plinten staande zijgevel bevatten zesruits schuiframen, alsmede enkele kleine vensters in de linker gevel en een samengesteld venster met middenstijl en twee T-ramen in de rechter gevel. De vensters zijn voorzien van gemetselde, halfronde onderdorpels van klinkersteen met betonnen hoekstenen. De lichter gekleurde zijgevels worden verlevendigd door "speklagen" van donkere steen en een gevelbeëindiging met een fries van gele kaders in een donkere band.

Waardering

De hof De Vereeniging is van algemeen belang, vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de stedenbouwkundige waarde.

  • De hof heeft cultuurhistorische waarde als een bijzonder en vrij vroeg voorbeeld van een ontwikkeling in de sociale woningbouw en als een goede vertegenwoordiger van een typologische ontwikkeling.
  • De hof heeft architectuurhistorische waarde vanwege de bijzondere uiterlijke kenmerken.
  • De hof heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere situering.
  • De hof is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de hoge mate van gaafheid van het exterieur.
  • De hof is tevens van belang vanwege de typologische zeldzaamheid.

Publicaties

  • Angenetha Balm, Huisvesting der arbeidende klasse aan Hallincqhof en Vereeniging, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.52 2014.
  • Mieke S. Jansen, De Vereniging en de geest van de tijd: arbeidershuisvesting in Dordrecht 1862-1902, Kwartaal & Teken van Dordrecht nr.1 1990.
  • Marcel Sluijter, Verhalen van Dordrecht 13: De Dordtse hofjes - Van middeleeuwse woonvorm tot modern alternatief, 2008.
  • Werkgroep "Het Nieuwe Werck", Huibert Willem Veth 1833-1909: Architect te Dordrecht, tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr.28 2008.

Externe links


Doelstraat 21

  • Datering: XVII
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Postcode: 3311XD

 

Omschrijving

Pand aan de achterzijde van de Munt. HUIS (XVII) met goede onderpui en schuiframen (stijl XVIII).

Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.

Publicaties

  • Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.

Externe links


Doelstraat 23

  • Datering: XVII
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Postcode: 3311XD

 

Omschrijving

HUIS van alleen parterre (XVII) met Empire schuiframen en driezijdige erker met luiken. Zadeldak, links afgesloten door een puntgevel met vlechtingen.

Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.


Externe links


Dolhuisstraat 2 t/m 18

  • Datering: XVII
  • Oorspronkelijke functie: Pakhuis
  • Postcode: 3311VE

 

Omschrijving

Groot PAKHUIS (XVII) ter breedte van vijf vensterassen. Parterre en twee verdiepingen. Oude kozijnen en luiken. Schilddak.

Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.


Externe links


Dolhuisstraat 53

  • Datering: 18e-19e eeuw
  • Oorspronkelijke functie: Pakhuis
  • Postcode: 3311VE

 

Omschrijving

Breed PAKHUIS, 18e of begin 19e eeuw, met hoog schilddak. Twee getoogde poorten en in de eerste en tweede verdieping boogvensters.

Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.

Publicaties

  • Vereniging Oud-Dordrecht, Een steengoed verhaal: Dordtse gevelstenen spreken verder, Jaarboek 2019.

Externe links


Dolhuisstraat 55

  • Datering: 18e-19e eeuw
  • Oorspronkelijke functie: Pakhuis
  • Postcode: 3311VE

 

Omschrijving

PAKHUIS, 18e of begin 19e eeuw, met schilddak, ongeveer loodrecht op de straat. In de tweede verdieping vijf getoogde vensters.

Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.


Externe links


Dolhuisstraat 57

  • Naam: Dolhuis
  • Datering: 1463
  • Oorspronkelijke functie: Kloostergebouw
  • Bouwstijl: Gotiek
  • Postcode: 3311VE

 

Omschrijving

V.m. Dolhuis, oorspronkelijk Cellebroedersklooster. In oorsprong gotisch GEBOUW (1463) op de hoek van de Boogjes. Tot Dolhuis ingericht in 1671.

Aan de oostzijde nog steunberen. Twee topgevels, bekroond door segmentvormige frontons met voluten en voorzien van zij-afdekstukken, daterend van de verbouwing bij de inrichting tot Dolhuis. In de oostgevel twee getoogde poortjes.

Gebouw van algemeen belang wegens bijzondere oudheidkundige en kunsthistorische waarde.

Publicaties

  • M.C. Dorst, Dordrecht Ondergronds 74: Hoek Dolhuisstraat-Boogjes - Een archeologische waarneming tijdens het graven naar een riool, 2016.
  • Herman A. van Duinen en Cees Esseboom, Verhalen van Dordrecht 21: Het Dordtse Dolhuis, Van Cellebroedersklooster tot multifunctioneel monument, 2010.
  • J. ten Hoope, Het Dolhuis, Jaarverslag Vereniging Oud-Dordrecht 1973.
  • Peter Schotel, De geschiedenis van de Cellebroeders in Dordrecht 1442-1690, Kwartaal & Teken van Dordrecht nr.4 1982.

Externe links


Dolhuisstraat 66

  • Datering: 1700
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Renaissance
  • Postcode: 3311VE

 

Omschrijving

PAND met Dordts trapgeveltje (ca. 1700) ter breedte van een venster. Parterre en zolderverdieping.

Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.


Externe links


Dordwijklaan (Landgoed "Dordwijk")

  • Datering: 1630
  • Oorspronkelijke functie: Buitenplaats
  • Postcode: 3319AD

 

Omschrijving complex

HISTORISCHE BUITENPLAATS DORDWIJK (Dordrecht/Dubbeldam).

De historische buitenplaats Dordwijk is omstreeks 1630 gesticht in de Polder Oud-Dubbeldam - vermoedelijk ter plaatse van het kooikershuis van Gerrit Thonisz. - bij een knik van de polderdijk (als onderdeel van de Napoleonsweg Parijs-Amsterdam beplant en bestraat in 1808-11 en Straetwegh genoemd, later Dubbeldamse weg, thans Dordwijklaan) en het voormalige riviertje de Dubbel, die respectievelijk als dijkweg en vaart de kernen van Dordrecht en Dubbeldam met elkaar verbonden. De stichter was wellicht Cornelis van Beveren.

Na diverse verervingen werd de buitenplaats - die toen omstreeks 4 ha groot was en een dubbel herenhuis met achtzijdige toren, een boerenwoning, tuinmanswoning, schuur, tuin en boomgaard omvatte op een met iepen omplant, rechthoekig omgracht terrein, alsmede bouw- en weiland - in 1692 verkocht aan de brouwer Pieter Onderwater. Destijds werd de hofstede ook wel het Torensteedje genoemd.

De familie Onderwater heeft Dordwijk in de loop van de 18de eeuw uitgebreid en verfraaid (ondermeer door de aanplant van eiken bij de ingang, en elders van paardekastanjes, acacia's en beuken). De schuur werd vergroot, het huis werd gemoderniseerd, waartegenover in 1773 een nieuwe stenen heul met houten toegangshek werd gebouwd en achter in de boomgaard bij de tuinmanswoning kwam een in Queen Anne-stijl gemeubileerde koepel (gesloopt omstreeks 1860).

In het begin van de 19de eeuw kwam de buitenplaats in bezit van de familie Stoop; in 1852 werd zij verkocht aan Pieter van de Wall (officier van justitie te Dordrecht), waarna Dordwijk belangrijk werd uitgebreid en een grote metamorfose onderging. Het herenhuis werd deels gesloopt en deels uitgebreid en verbouwd tot 'kasteelboerderij' met koetshuis, hooizolder en andere utilitaire bestemmingen ( o.a. mattenschuur, vorstvrije kelder). De Haarlemse tuinarchitect J.D. Zocher jr. leverde in 1852 het ontwerp voor een parkaanleg in landschapsstijl met slingerende waterpartijen als nieuwe omgrenzing. Na het overlijden van haar echtgenoot stelde Maria Jacoba van de Wall- Repelaer in 1854 Christoffel Eggink (voordien werkzaam op de buitenplaats Vredenburgh te Voorburg) aan als rentmeester/tuinman, die een belangrijk stempel op de buitenplaats zou drukken. Nog in hetzelfde jaar ontwierp Eggink, in aansluiting op het werk van Zocher, een plan tot uitbreiding en verfraaiing van het park in landschapsstijl. Ook ontwierp Eggink prielen, rustbanken, bruggen en andere tuin-objecten voor het park, waaronder een - inmiddels verdwenen - achtzijdig chinees eendenhok op een vlot. In 1856 kwamen ten zuiden van de oorspronkelijke tuinmanswoning (in 1860 gesloopt) een L-vormige villa (huize Dordwijk), op een enigszins verhoogd terrein, en een door een rank ijzeren hekwerk omgeven hertenkamp gereed, die sindsdien het visuele middelpunt van de parkaanleg vormen.

Na uitbreiding van de nutstuinvoorzieningen (vergroting broeikas, aanleg kersenboomgaard, nieuwe aanplant van de boomgaard en bouw in 1858 van een ananaskas) werd Dordwijk in 1860 zuidwaarts uitgebreid tot aan de Achterweg met het 'Nieuwe Werk', waarvan de parkaanleg in landschapsstijl eveneens door C. Eggink is ontworpen. Tevens ontwierp Eggink een nieuwe oranjerie, tuinmanswoning en heul met ijzeren toeganshek (ter plaatse van de heul uit 1773), die alle in 1861 gereed kwamen. De eclectische oranjerie, die de oude - naar de Dordtse buitenplaats Weizigt overgebrachte - oranjerie bij de vroegere tuinmanswoning verving, is in het hart van het vergrote park gesitueerd in de flauwe bocht van de slingerende, centrale waterpartij en heeft mede als onderkomen gediend van de verzameling oranjebomen die afkomstig was van de Haagse buitenplaats Sorghvliet van raadspensionaris Jacob Cats. De tuinmanswoning, waarbij ondermeer eikehouten kasten, binnenluiken en andere onderdelen van het vroegere herenhuis werden hergebruikt, werd evenwijdig aan het herenhuis opgetrokken, aan de zuidoostzijde van de oorspronkelijke buitenplaats-kern.

De met houten schutting en lange tuinmuur van ijsselsteen omheinde moestuin werd in 1862 voorzien van een groentekas (thans nog aanwezig); de ananaskas werd naderhand afgebroken. Tegen de tuinmuur zijn aan de buitenzijde lange, smalle opslagloodsen opgetrokken, grotendeels in hout; aan de tuinzijde bevatte de tuinmuur tot 1940 een druivenkas; verder waren tot 1940 nog twee broeikassen uit ca. 1900 aanwezig. Tegen de schuttingen werden vruchtbomen geleid, zoals moerbei-, perzik-, abrikoze- en perebomen; in het verlengde van de schuttingen hebben leivruchtbomen gestaan tot aan de oranjerie.

In 1880 vestigde jhr. P.J.J. Repelaer zich op de buitenplaats en werd de L-vormige villa Dordwijk (in oorsprong mogelijk door Zocher ontworpen) getransformeerd tot het huidige driebeukige gebouw in Chalet-stijl en in de nieuw aangebouwde oostvleugel ondermeer voorzien van bovendeur- en plafondschilderingen naar ontwerp van Johannes Stortenbeker , verwijzend naar Flora en het buitenleven; de centrale vleugel kreeg een marmeren hal met stucplafond, gecanneleerde pilasters, serre en trappenhuis. In dezelfde periode kwam achter de 'kasteelboerderij' nabij de muurloods het nieuwe koetshuis tot stand. Langs het aangrenzende rechte pad, deels op de gedempte 17de-eeuwse omgrachting, was verder een eenvoudige houten ijshut met rieten dak gebouwd, die in januari 1992 door een omvallende boom werd verwoest.

(Vervolg complexomschrijving) In 1892 werd de buitenplaats in westelijke richting uitgebreid, alwaar naar ontwerp van de Amsterdamse architect J.F. Klinkhamer villa Sorghvliet werd gebouwd in een schilderachtige, eclectisch- renaissancistische trant, bij wijze van winterverblijf. De in 1899 vergrote villa is gesitueerd nabij de buitenbocht van de westelijke waterpartij en toegankelijk via een lange, licht gebogen oprijlaan, die begint bij de kruising van de huidige Dordwijklaan en Randweg en met een keerlus eindigt voor het a-symmetrisch opgezette huis.

In 1929 werd aan de ZO-zijde, aan de buitenrand van Egginks eerste uitbreiding, een betonnen zwembad aangelegd, dat tot 1967 als zodanig heeft gefunctioneerd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de 'kasteelboerderij' tengevolge van oorlogshandelingen door brand getroffen in mei 1940 en werd villa Dordwijk door Duitse bezetters bewoond, die achter in de villatuin een munitiedepot en schuilkelder lieten aanleggen. De kasteelboerderij werd in 1941-42 naar ontwerp van de Dordtse architect B. van Bilderbeek herbouwd, met medewerking van de architecten M.O. Beek te Leeuwarden en C.J. Wierda te Heerenveen. De deels gespaard gebleven achtzijdige toren werd hersteld en voor het overige werd alleen de hoofdvorm gehandhaafd; het woongedeelte aan de voorzijde werd in sobere historiserende trant uitgevoerd en het L-vormige bedrijfsgedeelte in traditionele trant, met gebruik van moderne bouwmaterialen; ook werd het gebouw rondom bestraat. Tevens werd Dordwijk als landgoed beschermd krachtens de Natuurschoonwet.

Tot 1955 was de oorspronkelijke boomgaard (thans grasland) beplant met oud- Hollandse hoogstamrassen.

In 1976 werd de volledige buitenplaats door de familie Repelaer via de gemeente aan het rijk verkocht en kwam het landgoed in beheer bij Staatsbosbeheer. Sinds 1986 is door de stichting Beeldentuin Dordwijk een deel van het terrein rondom villa Sorghvliet ingericht als Beeldentuin. De villa werd in januari 1995 door brand getroffen, waardoor de oorspronkelijke kap grotendeels verloren ging, terwijl de bouwmuren nog grotendeels bewaard zijn gebleven.

Van de oorspronkelijke 17de-eeuwse aanleg, waarschijnlijk in formele trant, is door de bovengeschetste latere ontwikkelingen weinig meer bewaard gebleven dan de (deels gereconstrueerde) achtzijdige toren van de 'kasteelboerderij' en een deel van de omringende rechtlijnige structuur. Daarentegen is de 19de-eeuwse parkaanleg in landschapsstijl naar ontwerp van Zocher en Eggink, met bijbehorende beplanting, rondwandelingen en waterpartijen nagenoeg compleet aanwezig, met inbegrip van het nog steeds functionerende hertenkamp. Het oorspronkelijk visuele contrast van de door besloten boomsingels van het omringende open weidenlandschap afgeschermde buitenplaats, is aan de NW-zijde door de latere aanleg van de provinciale weg op een hoog dijklichaam verloren gegaan; aan de ZW- en NO-zijde sluiten moderne dagrecreatieparken op het thans nog aan drie zijden van boomsingels voorziene terrein van Dordwijk aan (Overkamp en Dubbelmondepark) en aan de ZO-zijde bevindt zich aan de overzijde de eenzijdige lintbebouwing langs de Burgemeester Jaslaan. Aan de overzijde van de Dordwijklaan (voorheen Dubbeldamseweg) resteert nog ten dele de laanbeplanting van kastanjebomen; de overige laanbomen zijn in de tweede Wereldoorlog (1941) gerooid. De omgrenzing van de historische buitenplaats staat op de bij deze registeromschrijving behorende kaart aangegeven en wordt in de omschrijving van onderdeel 1 van dit complex nader gespecificeerd.

De historische buitenplaats Dordwijk bestaat uit een aantal samenstellende onderdelen die afzonderlijk worden beschreven.

N.B. de munitiebergplaats en schuilkelder in de tuin van villa Dordwijk vallen niet onder de bescherming. Evenmin maken de ontwateringsgreppels in de weide van de hertenkamp, noch het gemaal uit 1955 nabij de noordhoek van het terrein deel uit van de historische parkaanleg.

De historische buitenplaats Dordwijk is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang vanwege:

  • de zeldzame combinatie van drie woonkernen uit verschillende perioden, waarbij de oorspronkelijke 17de-eeuwse aanleg nog hoofdzakelijk herkenbaar is aan de - deels gereconstrueerde - 'kasteelboerderij' en de omringende rechthoekige structuur, de midden-19de-eeuwse landschappelijke aanleg rondom villa Dordwijk thans het meest beeldbepalend is en de soberder laat-19de-eeuwse uitbreiding rondom villa Sorghvliet beeldondersteunend is;
  • de 19de-eeuwse parkaanleg in landschapsstijl, die met bijbehorende beplanting, rondwandelingen, waterpartijen, hertenkamp en gebouwde onderdelen vrijwel compleet bewaard gebleven is en die een belangrijk voorbeeld vormt van het late werk van Zocher en diens invloed op andere tuinarchitecten;
  • de in vijf zicht-assen gesitueerde villa Dordwijk, die zowel uit- als inwendig een goed voorbeeld is van de rijk gedetailleerde eclectische, op het 'buiten wonen' georienteerde bouwstijl uit het derde kwart van de 19de eeuw en zeldzaam in haar driebeukige opzet;
  • de markant aan de centrale waterpartij gesitueerde oranjerie, die met haar grotendeels glazen voor- en zijgevels, gedeeltelijk glazen kap, en ijzerconstructie een vroeg voorbeeld is van de eclectische, technisch vernieuwende bouwstijl uit het derde kwart van de 19de eeuw;
  • de later toegevoegde villa Sorghvliet als voorbeeld van de laat-19de-eeuwse eclectisch-renaissancistische bouwstijl.

Onderdelen

Dit complex omvat de volgende onderdelen:

1. HISTORISCHE PARKAANLEG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497171.

2. VILLA DORDWIJK, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497172.

3. ORANJERIE, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497173.

4. VILLA SORGHVLIET, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497174.

5. KASTEELBOERDERIJ, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497175.

6. TUINMANSWONING, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497176.

7. KOETSHUIS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497177.

8. WAGENSCHUUR, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497178.

9. TUINMUUR MET MUURLOODS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497179.

10. KAS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497180.

11. BOOGBRUG MET TOEGANGSHEK NAAR DORDWIJK, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497181.

12. TOEGANGSHEK NAAR SORGHVLIET, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497182.

13. KETTINGBRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497183.

14. TENTBRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497184.

15. BLOEMENBRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497185.

16. VLOTBRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497186.

17. BRUG NAAR HET NIEUWE WERK, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497187.

18. PRIEEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497189.

19. HERTENVERBLIJF, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497190.

20. TUINBEELD, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497191.

21. TUINVAAS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497192.

22. IJZEREN PRIEEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 497193.

Publicaties

  • Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
  • Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.
  • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
  • C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.

Externe links


Dordwijklaan 2 en 2a

  • Naam: Villa Dordwijk
  • Datering: 1852
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Chaletstijl
  • Postcode: 3319AD

 

Omschrijving onderdeel 2

Villa "Dordwijk". Gepleisterd PAND in chaletstijl, gebouwd 1852-54, bestaande uit drie evenwijdige vleugels, elk met verdieping onder zadeldak met overstek en met opengewerkte topstukken aan de windveren. De middelste vleugel is hoger dan de beide flankerende. Opengewerkte houten veranda's en balconhekken. Vensters en tuindeuren voorzien van de oorspronkelijke roedenindeling.

Inwendig in de door een orde architectuur gedecoreerde middenzaal beneden een schouw voorzien van zuilen en pilasters van de Ionische orde en gesneden paneel met klok, waarboven een wapenschild en een spiegel met lofwerk langs de randen; pilasters, bovendeurschilderingen en plafondschildering met bloemmotieven; in hal plafond met stucwerk en pilasters.

Gebouw van algemeen belang wegens oudheidkundige en kunsthistorische waarde en wegens centrale ligging in historische parkaanleg.

Publicaties

  • Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.
  • C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.

Externe links


Dordwijklaan 4 en 4a

  • Datering: 1861
  • Oorspronkelijke functie: Tuinmanswoning
  • Bouwstijl: Traditionalisme
  • Architect: Eggink
  • Postcode: 3319AD

 

Omschrijving onderdeel 6

TUINMANSWONING. In oorsprong gebouwd in 1861, naar ontwerp van C. Eggink, met een bouwlaag in ambachtelijk-traditionele bouwtrant als dwarspand, doch aan de zuidwestzijde aan het eind van de 19de eeuw met een verdieping verhoogd onder pannen zadeldak tussen trapgevels (a-symmetrisch aan de noordoostzijde). Het lage noordelijke deel (met kelder) heeft een pannen zadeldak tegen een puntgevel. Het in ijsselsteen opgetrokken pand bevat aan drie zijden vier- en zesruitsvensters, deels met schuifvensters en deels met stolpramen en deels nog met luiken, alsmede sierankers. Hierbij heeft het noordelijk deel een zesruitsschuifvenster in de noordwestgevel, een deur met bovenlicht links en een lagere deur met bovenlicht rechts; het hogere deel telt drie venster-assen in de NW-gevel en heeft in het midden een dakkapel met trapgevel.

N.B. De latere aanbouw aan de zuidoostzijde valt niet onder de bescherming.

Publicaties

  • C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.

Externe links


Dordwijklaan 6

  • Naam: Kasteelboerderij
  • Datering: XVII-A
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Postcode: 3319AD

 

Omschrijving onderdeel 5

KASTEELBOERDERIJ (XVII A) bestaande uit twee evenwijdige vleugels tussen puntgevels met zijvleugel en in de hoek tussen de zijvleugel en hoofdgebouw achthoekige toren van geel en rood metselwerk met helm en bekronende windwijzer.

Moderne SCHUUR achter het huis.

Verwoest 1940, herbouwd 1941.

In mooi park gelegen.

Fraai gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.

Publicaties

  • Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.
  • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
  • C. van Rossum, De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren: Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), 2017.

Externe links


Dordwijklaan 8

  • Naam: Villa Sorghvliet
  • Datering: 1891
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Architect: Klinkhamer
  • Postcode: 3319AD

 

Omschrijving onderdeel 4

Naar ontwerp van J.F. Klinkhamer in 1891-92 op onregelmatige plattegrond in gemengde stijl - met elementen van neo-Renaissance en Chaletstijl - gebouwde villa, genaamd Sorghvliet; in dezelfde trant uitgebreid in 1899 naar ontwerp van Klinkhamer en B.J. Ouendag.

De villa is met in- en uitspringende bouwvolumes opgetrokken in oranjerode baksteen op hardstenen plint, afgewisseld door siermetselwerk en banden van geel gekleurde en bruin geglazuurde baksteen, met kelder, twee bouwlagen en in oorsprong met kapverdieping onder een samenstel van overstekende zadel- en schilddaken, deels met wolfseinden, sierlijke pirons, van wolfsdaken voorziene dakkapellen en goten met tandlijsten.

De a-symmetrisch ingedeelde villa bevat verder overwegend T- en H-vensters met drieruitsverdeling in de bovenlichten waarboven kleurige segmentbogen. De verdiepte entree met hardstenen stoep en overhuivende wolfskap, gesteund door een balustervormige kolom, bevindt zich aan de noordzijde, oostelijk van de toren-achtig uitgewerkte middenrisaliet, waaraan aan de andere zijde een korte dwarsvleugel onder schilddak grenst met rondboogvenster met sierhek en op de eerste verdieping een recht afgesloten vensterpartij met lambrequins. Het middenrisaliet bevat op de bel-etage gekoppelde rondboogvensters met sierhekken en profiellijsten, op de eerste verdieping gekoppelde vensters met gebeeldhouwde florale boogvullingen van hardsteen in de rondboognissen en in de uitkragende kapverdieping recht afgesloten vensters tussen gecanneleerde pilasters; de van gesneden houtwerk voorziene topgevel werd in oorsprong gedekt door een wolfsdak; in het risaliet tussen de rondboogvensters een stichtingssteen met naam van de villa en het bouwjaar.

De driezijdige erkerpartijen aan de zuid- en westzijde bevatten in oorsprong een soortgelijke kapverdieping, waarbij de zuiderker op de eerste verdieping een balkon heeft met houten balustrade. De westgevel is verder bij de uitbreiding van 1899 voorzien van een korte dwarsvleugel onder wolfsdak, waarbij op de eerste verdieping een balkon is aangebracht met gemetselde balustrade en een smallere schoorsteen in Engelse trant.

De zuidgevel bevat verder nog een in 'Stick Style' uitgevoerde serre, in oorsprong een open veranda.

De oostgevel heeft een uitbouw met puntgevel, met in oorsprong in de top houtwerk met muizetandrand en gesneden schoorbalken en makelaar. Het hierop aansluitende bouwvolume wordt bij de puntgevel bekroond door een sierlijk in Engelse trant gemetselde schoorsteen.

Aan de noordzijde is voor de dienstvleugel een lage schuur onder lessenaarsdak uitgebouwd, in oorsprong met tweemaal geknikt voetinghek ter afscheiding van een eenvoudig plaatsje.

Inwendig resteert nog ten dele de oorspronkelijke neorenaissancistische interieuraankleding met in oorsprong ondermeer een marmeren vloer in de van stucwerk en geschilderde spreuken voorziene hal, parketvloeren, haardpartijen met marmeren schouwen en cassettenplafonds in de hoofdvertrekken op de bel-etage, alsook geprofileerde paneeldeuren en binnenluiken; in het hoofdtrappenhuis resteert nog ten dele de trap met gesneden balusters; in de noordvleugel - met uitgebouwde keuken waarboven de voormalige strijkkamer - de afzonderlijke diensttrap naar de vroegere dienstbodenzolder (bij de brand verdwenen).

Publicaties

  • Rob Haan, Van Bontderbaen tot Dordwijk, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2017.

Externe links



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).