Gemeentelijke monumenten

Adriaan van Bleijenburgstraat 19-21

  • Datering: 1898
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Oorspronkelijk dubbel woonhuis met een beneden- en bovenwoning.

Ligging

Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel - schoorsteenveger en metselaar - en G. Schouten - meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Gebouwd als onderdeel van een complex van vijf burgerwoningen, waarvoor in 1898 bouwvergunning werd verleend.

In 1977 wordt door H.E. Hupscher vergunning verkregen 'voor het gedeelte veranderen indeling'. De boven- en benedenwoning worden samenvoegen. De entree blijft ongewijzigd, bg gedeelte muur direct achter voordeuren vervalt, alkoof+twee schuifdeuren vervallen om een doorlopende woonkamer te maken. Tussen de woonkamer en de keuken komt een doorgang; op de eerste verdieping wordt de alkoof bij voorkamer getrokken en een badkamer wordt gemaakt in de voormalige keuken.

Woning nummer 19 bezat tot 1919 huisnummer 9 en daarna tot 1949 huisnummer 11.

Woning nummer 21 bezat tot 1919 huisnummer 9-rood en daarna tot 1949 huisnummer 11-rood.

Beschrijving exterieur per gevel

Het pand is in oorspronkelijke opzet spiegelbeeldig symmetrisch met het linkergedeelte van Adriaan van Bleijenburgstraat 3 / 5.

Voorgevel

De gevel bezit drie traveeën en wordt beëindigd door een kroonlijst.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen.

De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

De vensteropeningen zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

De entree is gesitueerd in de rechtertravee. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terugliggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. De houten deuren zijn voorzien van een glaspaneel achter een ijzeren rooster en bovenlichten met een glas-in-loodraam.

De rechtertravee is op de verdieping verbijzonderd met uitgemetselde pilasters in hardrode strengperssteen, die de basis vormen voor een gemetselde door de kroonlijst heen stekende Vlaamse gevel. Ter hoogte van de kroonlijst zijn de pilasters voorzien van een gecementeerd sierelement, dat de basis vormt voor de Vlaamse gevel.

De Vlaamse gevel bezit aan weerszijden van de vensteropening gemetselde pilasters, die een kroonlijst dragen. Op de kroonlijst bevindt zich een fronton met een halfronde beëindiging.

Achtergevel

De achtergevel bezit drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop, wordt beëindigd met het houten overstek van het dak.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen.

De gevel bezit op de begane grond aan de rechterzijde een houten veranda, die aansluit op de uitgebouwde linkerzijde, waarin zich een deuropening bevindt. De veranda is aan de tuinzijde begrensd door vier ranke kolommen, die een over de volle breedte van de gevel doorlopende geprononceerde houten lijst dragen. Tussen de kolommen is de onderzijde in de buitenste velden gedicht met een leuning op gedraaide houten spijlen. Aan de bovenzijde zijn de kolommen in de buitenste velden verbonden met gekruiste schoren en in het midden door een gebogen ligger.

De deuropening in de uitbouw is bij een verbouwing uitgebreid met een ongedeeld zijraam aan de linkerzijde. De deuropening is voorzien van een houten kozijn met daarin een gemoderniseerde houten deur met onder een bossingpaneel en boven een zesruits raam. Het bovenlicht is ongedeeld.

De achterzijde van de veranda wordt gevormd door de achtergevel. Van oorsprong bezat de gevel een brede deuropening met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven twee ramen en een ongedeeld bovenlicht. Deze deuropening is uitgebreid met aan weerszijden een smal raam.

De overgang naar de verdieping wordt gemarkeerd door een over de volle breedte van de gevel doorlopende vlakke houten lijst. Op de verdieping fungeert de veranda als beloopbaar balkon. De oorspronkelijke begrenzing is vervangen door een ijzeren spijlenhekwerk.

De gevel bezit op de verdieping aan de rechterzijde oorspronkelijk een brede deuropening met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven twee ramen en een ongedeeld bovenlicht.

Aan de linker zijde bevindt zich een vensteropening met een houten kozijn met een T-schuifvenster.

In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde draairamen.

Kap

De hoofdbouwmassa is voorzien van een zadeldak dat aan de voorzijde is voorzien van een schild dat doorloopt over de buurpanden aan de linkerzijde. De kap is gedekt met gesmoorde verbeterd hollandse pannen. De achterzijde van het voorschild is afgewerkt met zink.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Begane grond

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree naar de bovenwoning, bevond zich op de begane grond een gang, die vanuit de voordeur doorliep tot de trap naar de verdieping.

In het verlengde van de entree van de benedenwoning, bevond zich de gang, die vanuit een portaal achter de voordeur doorliep tot de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, in het gedeelte achter de voordeur en deels onder de trap naar het bovenhuis, bevonden zich kasten en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof en een achterkamer. De voor- en achterkamer bezaten elk een schouw. Aan de achterkamer grensde de veranda.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is gewijzigd toen in 1977 de boven- en benedenwoning bij elkaar werden getrokken en één portaal achter beide voordeuren werd gemaakt. De alkoof is verwijderd, waardoor op de begane grond een doorlopende kamer ontstond. Tussen de keuken en de achterkamer is een brede getoogde doorgang gemaakt. Het oorspronkelijke stucplafond van de voor- en achterkamer resteren. Het merendeel van de binnendeuren is vervangen.

Eerste verdieping

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevond zich op de verdieping de steektrap met bovenkwart vanuit de begane grond en daar boven de steektrap naar de zolder met een onderkwart. Naast de trap liep een gang, die doorliep van de voorkamer naar de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, aan achterzijde van de trapopgang, bevonden zich een kast en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof en een achterkamer. De voor- en achterkamer bezaten elk een schouw. Aan de achterkamer en keuken grensde een balkon.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is gewijzigd toen in 1977 de boven- en benedenwoning bij elkaar werden getrokken. De alkoof is bij de voorkamer getrokken. De oorspronkelijke stucplafonds resteren. Het merendeel van de binnendeuren is vervangen.

Zolder

Van oorsprong was de zolder overspannen door spanten met een kreupele stijl en een trekplaat op 2/3 van de hoogte. Over de spanten liggen gordingen en de nok. Van de muurplaat over de gordingen tot op de nok is een beschot van delen aangebracht.

In de zolderruimte waren één of meerdere kamers middels houten wanden afgescheiden.

De indeling is compleet gemoderniseerd.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het object is intern gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden intern slechts zeer ten dele bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden een hoge ensemblewaarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

Bijlage



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).