Algemene beschrijving
Oorspronkelijk dubbel woonhuis met een beneden- en bovenwoning.
Ligging
Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.
Hoofdvorm
Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.
Bouwgeschiedenis
Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel - schoorsteenveger en metselaar - en G. Schouten - meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.
Gebouwd als onderdeel van een complex van vijf burgerwoningen, waarvoor in 1898 bouwvergunning werd verleend.
In 1906 wordt aan de achterzijde een schuur gebouwd. Het bouwwerk is inmiddels niet meer aanwezig.
In 1976 worden de beneden- en bovenwoning samengevoegd: op de verdieping wordt de schuifpui tussen voor- en achterkamer vervangen door een vaste wand, de keuken achter rechts wordt badkamer; op de begane grond vervalt de scheidingsmuur achter de ingangen, wordt de gang ingekort, vervallen de alkoven de twee schuifpuien aan beide kanten en wordt een doorgang tussen woonkamer en keuken gemaakt.
Woning nummer 11 bezat tot 1919 huisnummer 5 en daarna tot 1949 huisnummer 7.
Woning nummer 13 bezat tot 1919 huisnummer 5-rood en daarna tot 1949 huisnummer 7-rood.
Beschrijving exterieur per gevel
Voorgevel
De voorgevel bezit drie traveeën en wordt beëindigd door een geveltop.
Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen en een gepleisterde strook onder de vensters van de begane grond is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters.
De geveltop is voorzien van een gecementeerde geprononceerde gelijste dekplaat, die aan de onderzijde getrapt in het metselwerk klimt. De top wordt beëindigd met drie gemetselde treden, elk voorzien van een gecementeerde dekplaat. De middelste trede is aan de voorzijde overhoeks uitgemetseld als pilaster en wordt bekroond met een kunststenen piron.
De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de eerste verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde latei, waar bovenin het metselwerk een halfronde tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen. De vensteropeningen op dit niveau zijn voorzien van een gelijste gecementeerde lekdorpel.
Op de zolderverdieping is de vensteropening beëindigd met een tweesteens segmentboog, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.
De vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.
Op de zolder verdieping is de vensteropening voorzien van een houten kozijn met onder houten ongedeelde stolpramen en boven een houten klepraam. Alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing, waarbij de oorspronkelijke glas-in-loodvulling is verwijderd.
De entree is gesitueerd aan de rechterzijde. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terug liggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. De houten paneeldeuren zijn voorzien van een glaspaneel achter een ijzeren hekwerk.
Achtergevel
De achtergevel bezit drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop, beëindigd met het houten overstek van het dak.
Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen. De gevel bezit op de begane grond aan de rechterzijde een houten veranda, die aansluit op de uitgebouwde linkerzijde, waarin zich oorspronkelijk een deuropening bevindt. De deuropening is gereduceerd tot vensteropening met een vulling van plaatwerk in het ondergedeelte.
De veranda is aan de tuinzijde begrensd door vier ranke kolommen, die een over de volle breedte van de gevel doorlopende geprononceerde houten lijst dragen. Tussen de kolommen is de onderzijde in de buitenste velden gedicht met een leuning op oorspronkelijk gedraaide houten spijlen. Het veld onder de leuning is nu afgedicht met plaatmateriaal. Aan de bovenzijde zijn de kolommen in de buitenste velden verbonden met gekruiste schoren en in het midden middels een gebogen ligger.
De achterzijde van de veranda wordt gevormd door de achtergevel met daarin een brede deuropening met stolpdeuren en boven een ongedeeld bovenlicht. Bij een verbouwing zijn aan weerszijden van deze deuropening kleine vensteropeningen gemaakt.
Op de verdieping fungeert de veranda als beloopbaar balkon. De oorspronkelijke begrenzing van het balkon is vervangen door een ijzeren spijlenhekwerk.
De gevel bezit op de verdieping aan de rechter zijde een brede deuropening met een houten kozijn met stolpdeuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. De oorspronkelijke vensteropening aan de linker zijde is gewijzigd in een deuropening met gekoppeld aan de linker zijde een smal halfhoog venster. De deuropening is bij een latere verbouwing gereduceerd tot vensteropening met een vulling van plaatwerk in het ondergedeelte.
In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde draairamen.
Het merendeel van de beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.
Kap
De hoofdbouwmassa is voorzien van een zadeldak loodrecht op de straat, waarin aan de voorzijde het voorschild van de kap over de buurpanden doorloopt. De kap en de achterzijde van het voorschild zijn afgewerkt met bitumen.
Beschrijving interieur per bouwlaag
Voor een opname van het interieur is geen toestemming verleend.
Uit de bouwvergunning van 1976 valt op te maken dat de oorspronkelijke indeling sterk is gewijzigd op zowel de begane grond als de verdieping.
Beschrijving tuin
De tuin bezit geen monumentale waarden.
Waardering
Cultuurhistorische waarde
Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.
Architectonische waarde
Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.
Gaafheid
Het object is intern sterk gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden intern slechts in beperkte mate bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting behoudens de beglazing en de dakbedekking van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.
Situering
Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden een hoge ensemblewaarde.
Unieke waarde
Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.
Bijlage
-
9121769.pdf (opent in een nieuw venster)