Objectomschrijving
Woonhuis, Oostenrijks blokhuis type E 80, gebouwd door de gemeente Dubbeldam onder leiding van de gemeentearchitect A.M. Dekker in 1953. Dergelijke panden zijn na de watersnood van 1953 in geheel Nederland geplaatst om te dienen als tijdelijke dan wel permanente herhuisvesting voor slachtoffers van de watersnoodramp. De ontwerpen waren simpel en door de houtskeletbouwmethode relatief snel op te bouwen. De benaming op de tekening behorend bij de bouwaanvraag "Oostenrijks blokhuis type E 80" geeft aan dat er meerdere versies ontworpen zijn. Aannemingsbedrijf gebr. M. en Th. Bruijn te Dordrecht nemen de bouw van het casco aan voor een bedrag van fl. 2.058. In het gemeentearchief bevinden zich vele rekeningen van onderaannemers uit de bouwtijd. Architect A.M. Dekker heeft de directie gevoerd.
Algemene omschrijving
Exterieur
De vrijstaande woning bezit een rechthoekige plattegrond en telt drie bouwlagen, waarvan één in de kap.
De wanden binnen en buiten zijn in het zogenaamde log-systeem opgetrokken, waarbij wanden worden gebouwd uit op elkaar gestapelde 16 centimeter dikke en ongeveer 25 centimeter hoge balken. De hoekverbinding geschiedt door de balken van beide elkaar snijdende wanden middels halfhoutse inkepingen kruislings met elkaar te koppelen. Daarbij ligt de onderkant van de balken van de ene wand op hoogte van het hart van de balken van de andere wand. De plattegrondindeling wordt mede bepaald door de maximale overspanning van vloerbalken en de beschikbare lengten wand'balken'.
Centraal in het pand staat de schoorsteen die door de nok steekt. De wand'balken' zijn afgewerkt in een donkere bruin-zwarte kleur, vermoedelijk met carboleum.
De voor(top-)gevel heeft op begane grond niveau rechts een dubbel raam met een enkelvoudige horizontale roede, dat met louvre-luiken kan worden gesloten. Rechts bevindt zich is de hoofdentree met een voordeur bekleed met diagonaal verwerkte delen. De entree kent een klein door houten consoles gedragen afdakje. Op verdiepingsniveau bevinden zich drie vensteropeningen gestopt met elk twee ramen met een enkelvoudige horizontale roede per raam. De geveltop is afgewerkt met een beschieting van vertikaal verwerkte houten delen. In de top bevindt zich een schuifvenster.
De linker zijgevel heeft twee kozijnen identiek aan het kozijn in de voorgevel, eveneens met louvre-luiken.
De achtergevel heeft op begane grond niveau twee symmetrisch in de gevel gesitueerde deuren eveneens geflankeerd met louvre-luiken. De deuren hebben een 6-ruits roede verdeling. Op de eerste verdieping bevinden zich ook twee symmetrisch geplaatste deuren met 6-ruits roede verdeling en louvre-luiken, die toegang geeft tot een houten uitkragend balkon.
De rechter zijgevel heeft een kozijn identiek aan het kozijn in de voorgevel echter zonder louvre-luiken. Bovendien is hier ter plaatse van de woonkamer een groter dubbel raam geplaatst.
De kap met de nok loodrecht op de voorgevel is gedekt met rode verbeterde oudhollandse pannen. Het dak bezit een fors overstek aan de voorzijde, afgewerkt met een ouden windveer en boeiboord. Het overstek aan de langszijden bezit een zinken mastgoot op beugels.
Interieur
Hier zijn geen monumentale onderdelen te verwachten.
Waardering
Het pand is, in samenhang met het buurpand Achterweg 4, van monumentaal belang vanwege de geschiedenis die leidde tot de bouw, het ontwerp en de constructiemethode die voor Dubbeldam uniek zijn en vanwege de ensemblewaarde.
Publicaties
- Gert van Engelen, Oostenrijkse watersnoodwoningen in Dubbeldam vielen niet toe aan slachtoffers van februariramp, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2014.
- Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
Bijlage
-
9121592.pdf (opent in een nieuw venster)