Gemeentelijke monumenten

Aardappelmarkt 9

  • Naam: Opperdoezer
  • Datering: 1750-1775
  • Oorspronkelijke functie: Woon-kantoorpand
  • Bouwstijl: Neoclassicisme
  • Postcode: 3311BA

 

Algemene beschrijving

Woonhuis, kantoor en theater.

Ligging

Het pand is gelegen aan de Aardappelmarkt in een gesloten gevelwand, aan de linkerzijde grenzend aan een rijksmonument.

Hoofdvorm

Pand op rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan de bovenste in de kap.

Bouwgeschiedenis

Dordrecht is ontstaan in de twaalfde eeuw als ontginningsnederzetting in een uitgestrekt veenmoeras, precies daar waar de brede zeestromen overgaan in binnenwateren. De schippers moesten hier hun goederen overladen van zeeschepen in binnenschepen. In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven die in westelijke richting op de Merwe uitmondde. Tot in de 18e eeuw werd de huidige Aardappelmarkt 'bij Sint Joost' genoemd, naar de kapel die op de hoek stond. Vanaf de 18e eeuw komt de benaming Aardappelmarkt voor; tot ver in de 19e eeuw werden hier aardappels verhandeld.

Voor zover bekend wordt een bestaand pand in 1935 met ruim 1/3 van de lengte ingekort en van een nieuwe achtergevel met balkon voorzien. Het pand heeft vermoedelijk een oudere kern en is in de 19e eeuw voorzien van een nieuwe gevel. De woning wordt in 1935 opnieuw ingedeeld, hoewel op tekening te zien is, dat aan de voorzijde de kamers hun oorspronkelijke afmetingen houden. Zowel in de situatie voor als na 1935 was de gehele begane grond als kantoor ingericht.

In de jaren zestig is men begonnen met het geven van namen aan panden aan de Aardappelmarkt die verwijzen naar een bepaald ras aardappel.

Beschrijving exterieur per gevel

Voorgevel

De voorgevel telt drie bouwlagen en wordt beëindigd door een deels gepleisterde en deels houten kroonlijst. Op het fries is de naam van het pand "OPPERDOES" geschilderd. De gevel is over de hoogte van de begane grond boven een met hardstenen platen afgewerkte plint geheel gepleisterd met een horizontale voegverdeling. Hierboven is de gevel opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. De vensteropeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanenkam.

De entree bevindt zich aan de rechter zijde. In een segmentboogdeuropening bevindt zich een kozijn met een dubbele paneeldeur met een glaspaneel achter een gietijzeren rooster. Links van de entree bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

Op de verdieping bevinden zich drie vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Op de zolderverdieping bevinden zich drie vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam.

Kap

Het zadeldak met een wolfseind aan de voor- en achterzijde is gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen.

Beschrijving interieur

Geen opname, vermoeden van waardevolle elementen.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorisch belang als een representatief voorbeeld van een bedrijfsruimte in combinatie met een bovenwoning, beide vermoedelijk met een lange historie, op een locatie waar van oudsher bedrijven en woningen gevestigd waren.

Architectonische waarde

Het pand heeft architectuurhistorische waarde vanwege het ontwerp van de voorgevel in een sobere en harmonieuze neoclassicistische stijl, en vanwege het vermoeden van waardevolle interieurelementen. Het pand is van bouwhistorisch belang vanwege het vermoeden van een ouder casco.

Gaafheid

Het pand is van belang vanwege de herkenbaarheid en grote mate van gaafheid van het exterieur. De bouwkundige staat is goed.

Situering

Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de monumentale gevelreeks aan de Aardappelmarkt in beschermd stadsgezicht en door zijn ligging aan het water van de Nieuwe Haven en in de as van de Knolhaven. 

Publicaties

  • Angenetha Balm-Kok, Huize Opperdoezer: De bewoningsgeschiedenis van Aardappelmarkt 9 te Dordrecht, 2010.

Bijlage


Externe links


Aardappelmarkt 23-25

  • Naam: Eigenheimer
  • Datering: 1904
  • Oorspronkelijke functie: Woning met werkplaats
  • Bouwstijl: Traditionalisme
  • Postcode: 3311BA

 

Algemene beschrijving

Woon-/winkelpand.

Ligging

Het pand is gelegen aan de Aardappelmarkt in een gesloten gevelwand, met aan de rechterzijde een ongeveer gelijktijdig gerestaureerd pand.

Hoofdvorm

Pand met voorhuis en achterhuis op rechthoekig grondplan in drie bouwlagen met kap.

Bouwgeschiedenis

Dordrecht is ontstaan in de twaalfde eeuw als ontginningsnederzetting in een uitgestrekt veenmoeras, precies daar waar de brede zeestromen overgaan in binnenwateren. De schippers moesten hier hun goederen overladen van zeeschepen in binnenschepen. In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven die in westelijke richting op de Merwe uitmondde.

Tot in de 18e eeuw werd de huidige Aardappelmarkt "bij Sint Joost" genoemd, naar de kapel die op de hoek stond. Vanaf de 18e eeuw komt de benaming Aardappelmarkt voor; tot ver in de 19e eeuw werden hier aardappels verhandeld.

In 1904 wordt voor dit pand een vergunning verleend voor het maken van een nieuwe balklaag.

In 1905 wordt aan de achterzijde van het pand een bakkerijruimte aangebouwd. Bij deze verbouwing wordt de bakkersoven naar de nieuwe aanbouw in de tuin verplaatst. De voormalige bakkerij wordt herbestemd als huiskamer.

In 1941 worden de kappen van het voorhuis en het iets hogere achterhuis gewijzigd in een plat dak. Intern wordt de begane grond niet gewijzigd. Op de verdieping worden beide woningen samengevoegd tot één woning.

In 1942 wordt bij de bakkersoven een toilet gemaakt.

In 1945 wordt een raamkozijn in de bakkerij gemaakt.

In 1976 wordt naar het plan van architect T.P.C. van Halewijn het pand ingrijpend intern verbouwd en wordt het voorhuis verhoogd met een verdieping en een zolderverdieping met kap. Op de begane grond komt een entreeportaal met er achter een berging en aan de rechter zijde een studio. De trapopgang leidt naar een kleine overloop met een toilet op de eerste verdieping, die verder niet is ingedeeld met een woonkamer annex keuken. Op de tweede verdieping sluit de trap aan op een overloop met een badkamer. Aan de voor- en achterzijde bevinden zich een slaapkamer. De zolder is opgedeeld in een zolderruimte en een kamer aan de voorzijde. De voorgevel wordt 'gerestaureerd', de pui en de vensters met roedeverdeling zijn aanpassingen van deze verbouwing.

De naam van het pand "EIGENHEIMER" is op het fries geschilderd. In de jaren zestig is men begonnen met het geven van namen aan panden aan de Aardappelmarkt die verwijzen naar een bepaald ras aardappel.

Beschrijving exterieur per gevel

Voorgevel

Het ondergedeelte van de gevel is uitgevoerd als houten pui op een basis in hardsteen. Vier gecanneleerde kolommen op smalle hardstenen basementen dragen een geprofileerde puibalk. In het brede middengedeelte van de pui bevindt zich op een hardstenen borstwering een ongedeeld winkelraam met een segmentboogvormige bovenrand. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een deuropening met in het kozijn een paneeldeur en boven het kalf een bovenlicht met een segmentboogvormige bovenrand.

Boven de pui is de gevel opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk. De gevelopeningen zijn gesloten met een anderhalfsteens hanekam met een gebogen onderrand.

Op de eerste verdieping bevinden zich drie vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam. Op de tweede verdieping bevinden zich drie kleinere vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een tweeruits onder- en bovenraam. De gevel wordt beëindigd met een hoofdgestel, bestaande uit een architraaf en een vlakke fries, waarboven een geprononceerde kroonlijst/bakgoot.

Achtergevel voorhuis

De begane grond is afgedekt door een aanbouw. Hierboven is de gevel opgetrokken in geelbruine baksteen in kruisverband met platvol voegwerk.

Op de eerste verdieping bevindt zich links een vensteropening met een tweelicht met zesruits ramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een deuropening met een gemoderniseerde deur.

Op de tweede verdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een negenruits raam. De afgetopte topgevel gevel is beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

Achtergevel achterhuis

De gevel is compleet gecementeerd.

Op de begane grond en de eerste verdieping is de gevel grotendeels geopend en voorzien van een moderne pui.

Op de tweede verdieping bevinden zich drie vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam. De gevel is beëindigd met een houten boeiboord van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot.

Kap voorhuis

Het zadeldak is gedekt met gesmoorde verbeterd Hollandse pannen. De nok en kepers zijn afgewerkt met lood.

In het voordakvlak staat een dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde in het kozijn een schuifvenster met een tweeruits onder- en bovenraam.

Kap achterhuis

Het pand is voorzien van een recent piramidedak.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Als gevolg van meerdere interne verbouwingen resteren geen monumentale waarden.

Beschrijving tuin

De tuin omvat geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorisch belang als een voorbeeld van een pand met een lange historie waarin een bedrijfsruimte in combinatie met een bovenwoning aanwezig was, op een locatie waar van oudsher bedrijven en woningen gevestigd waren.

Architectonische waarde

Het pand is van architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van de restauratie opvattingen in de jaren '70 van de vorige eeuw die uitgingen van reconstructie of het pand weer terugbrengen in de stijl van een bepaalde periode. Hoewel compleet gemoderniseerd, heeft het pand een monumentale uitstraling.

Gaafheid

Het exterieur, zoals gerestaureerd in de jaren '70, is geheel gaaf. De bouwkundige staat is redelijk.

Situering

Het pand heeft een ensemblewaarde in relatie met het pand Aardappelmarkt 27. Beide panden zijn ongeveer in dezelfde tijd gerestaureerd door de Dordtse architect Th.P.C. van Halewijn. Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de monumentale gevelreeks aan de Aardappelmarkt in beschermd stadsgezicht en door zijn ligging in de as van de Varkenmarkt.

Publicaties

  • Angenetha Balm-Kok, De bewoningsgeschiedenis van Aardappelmarkt 23/25 van ouds genaamd 't Claverblad, 2017.

Bijlage


Aardappelmarkt 27

  • Naam: Bint
  • Datering: 1700-1800
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Traditionalisme
  • Postcode: 3311BA

 

Algemene beschrijving

Bedrijfsruimte en bovenwoning, nu woonhuis.

Ligging

Het pand is gelegen in een gesloten gevelwand aan de Aardappelmarkt, aan de linkerzijde grenzend aan een ongeveer gelijktijdig gerestaureerd pand.

Hoofdvorm

Pand op rechthoekig grondplan in drie bouwlagen, waarvan de bovenste in de kap.

Bouwgeschiedenis

Dordrecht is ontstaan in de twaalfde eeuw als ontginningsnederzetting in een uitgestrekt veenmoeras, precies daar waar de brede zeestromen overgaan in binnenwateren. De schippers moesten hier hun goederen overladen van zeeschepen in binnenschepen. In 1410 werd de Nieuwe Haven aangelegd; door het ophogen van een zandplaat in de rivier ontstond tussen zandplaat en rivier een haven die in westelijke richting op de Merwe uitmondde.

Tot in de 18e eeuw werd de huidige Aardappelmarkt "bij Sint Joost" genoemd, naar de kapel die op de hoek stond. Vanaf de 18e eeuw komt de benaming Aardappelmarkt voor; tot ver in de 19e eeuw werden hier aardappels verhandeld.

In 1896 wordt naar ontwerp van Jan Degens & Zn timmerlieden en aannemers te Dordrecht de onderpui van het bestaande pand gewijzigd. Naast de deur naar de bovenwoning wordt een pui met drie deuren gerealiseerd, die vermoedelijk toegang gaf tot een bedrijfsruimte op de begane grond.

In januari 1967 wordt een vergunning verleend voor een ingrijpende restauratie en herindeling van het pand. Voor de verbouwing was de begane grond bereikbaar via een centrale deur in een pui met aan weerszijden een venster. Achter een voorruimte liep tegen de rechter bouwmuur een gang tot de deur in de achtergevel. Bij de verbouwing worden de voor- en achtergevel historiserend gerestaureerd en worden alle niveaus heringedeeld. Een nieuwe doorgaande spiltrap wordt tegen de rechter bouwmuur geplaatst.

In de jaren zestig is men begonnen met het geven van namen aan panden aan de Aardappelmarkt die verwijzen naar een bepaald ras aardappel.

Beschrijving exterieur per gevel

Voorgevel

De voorgevel telt drie bouwlagen en wordt beëindigd middels een eenvoudige houten kroonlijst. Op de fries is de naam van het pand "BINT" geschilderd.

De pui op de begane grond is bij de restauratie van 1967 gerealiseerd en wordt afgesloten door een houten lijst waar achter een puibalk. Onder de balk is de pui boven de geschilderde plint opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. De gevel bestaat op dit niveau vrijwel geheel uit een houten pui met centraal een deuropening met een houten deur met een dicht onderpaneel en een zesruit bovenpaneel. Boven het kalf bevindt zich een bovenlicht met een roedeverdeling in de vorm van twee cirkels. Aan weerszijden van de deuropening bevindt zich een vensteropening met een schuifvenster met een negenruits onder- en bovenraam.

De gevel is boven de puibalk opgetrokken in roodbruine baksteen in een onregelmatig kruisverband met gesneden voegwerk. Op de verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een negenruits onderraam en een zesruits bovenraam.

Op de zolderverdieping bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een zesruits onderraam en een drieruits bovenraam.

Achtergevel

De trap gevel is opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband met platvol voegwerk. Ankers markeren de ligging van de balklagen van de verdieping en de zolder en de gordingen en nok. De traptreden zijn afgewerkt met een hardstenen dekplaat.

Op de begane grond bevindt zich aan de linker zijde een deuropening met een houten deur met een dicht onderpaneel en een zesruit bovenpaneel. Boven het kalf bevindt zich een zesruits bovenlicht. Rechts daarvan bevinden zich twee vensteropeningen met een schuifvenster met een negenruits onder- en bovenraam.

Op de verdieping bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een schuifvenster met een negenruits onderraam en een zesruits bovenraam.

Op de zolderverdieping bevindt zich een vensteropening met in het kozijn een negenruits raam.

Kap

Het zadeldak met een klein wolfseind aan de voorzijde is gedekt met rode verbeterd hollandse pannen.

In het rechter dakvlak bevindt zich tegen de achterzijde van de voorgevel een kleine dakkapel met aan de voorzijde een zesruits raam.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Geen opname.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorisch belang als een voorbeeld van een pand met een lange historie waarin een bedrijfsruimte in combinatie met een bovenwoning aanwezig was, op een locatie waar van oudsher bedrijven en woningen gevestigd waren.

Architectonische waarde

Het pand is van architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van de restauratie opvattingen in de jaren '70 van de vorige eeuw die uitgingen van reconstructie of het pand weer terugbrengen in de stijl van een bepaalde periode. Hoewel compleet gemoderniseerd, heeft het pand een monumentale uitstraling. Het pand is van bouwhistorisch belang vanwege het vermoeden van een ouder casco.

Gaafheid

Het exterieur, zoals gerestaureerd in de jaren '70, is geheel gaaf.

De bouwkundige staat is goed.

Situering

Het pand heeft een ensemblewaarde in relatie met het pand Aardappelmarkt 23-25. Beide panden zijn ongeveer in dezelfde tijd gerestaureerd door de Dordtse architect Th.P.C. van Halewijn. Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de monumentale gevelreeks aan de Aardappelmarkt in beschermd stadsgezicht en door zijn ligging in de as van de Varkenmarkt.

Bijlage


Achterhakkers 74 en 75

  • Datering: 1900
  • Oorspronkelijke functie: Kantoorpand
  • Bouwstijl: Jugendstil
  • Postcode: 3311JA

 

Algemene beschrijving

Bedrijfscomplex.

Ligging

Het object is gelegen in de 19e eeuwse schil in een nagenoeg gesloten gevelwand.

Hoofdvorm

Complex met een kantoorgebouw annex pakhuis in twee bouwlagen met kap evenwijdig aan de straat, aan de achterzijde haaks hierop twee vleugels (bedrijfsruimte) in twee bouwlagen met kap aan weerszijden van een smalle binnenplaats. Het complex wordt aan de achterzijde afgesloten door een laagbouw in twee bouwlagen, waarvan één in de kap, evenwijdig aan het kantoorgebouw.

Bouwgeschiedenis

In het eerste kwart van de twintigste eeuw moet het kantoorgebouw annex pakhuis aan het Achterhakkers zijn gebouwd.

Beschrijving exterieur per gevel

Voorgevel

De gevel in twee, deels drie, bouwlagen is, boven de hoge met hardstenen platen beklede plint, opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een geknipte voeg. Speklagen in drie metselgangen rode strengperssteen zijn opgenomen ter hoogte van de onder- en bovendorpel van de vensters en een dito blokje ter hoogte van de wisseldorpel.

Het middengedeelte van de gevel is als risaliet iets vooruitgeschoven en als Vlaamse gevel hoger opgetrokken. Het risaliet is vanaf de eerste verdieping voorzien van een ondiep casement dat onder de dakrand is gesloten met een ijzeren latei op hardstenen kraagstenen. Het risaliet is beëindigd met een op houten klossen uitkragende houten dakrand tussen hoger opgetrokken muurdammen met een hardstenen bekroning op de hoeken. Sierankers zijn aangebracht ter hoogte van de zoldervloer.

Halverwege de eerste verdieping is aan de zijkanten van de gevel op een hardstenen kraagsteen een pilaster uitgebouwd, die boven de goot als muurdam met een hardstenen bekroning is opgetrokken. Onder de goot zijn de pilasters middels een steens segmentboogfries op hardstenen kraagstenen verbonden met het risaliet. De zijgedeelten van de gevel aan weerszijden van het risaliet worden beëindigd met een op houten klossen uitkragende houten bakgoot. Op de goot staat een ijzeren hekwerk van buisprofiel.

Op de begane grond zijn de gevelopeningen gesloten met een hardstenen latei op dito blokken in de dagkanten. In de vensteropeningen ligt een hardstenen lekdorpel. Boven de latei is in de gevel een steens segmentboog in rode strengperssteen opgenomen. Aan de linker zijde bevindt zich terugliggend in de gevel een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur. Voor de deur ligt een stoep van drie hardstenen treden.

Rechts hiervan bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met een breed middengedeelte en smalle zijgedeelten. Hierin bevinden zich ongedeelde ramen.

In de as van het pand bevindt zich een hoge doorgang, gesloten met een ijzeren latei op hardstenen kraagstenen. De doorgang is gesloten met een moderne roldeur.

Rechts hiervan bevindt zich een brede vensteropening met een drielicht met een breed middengedeelte en smalle zijgedeelten. Hierin bevinden zich ongedeelde onderramen en een vijftienruits (midden) respectievelijk zesruits (zijkanten) bovenraam.

Geheel rechts bevindt zich terugliggend in de gevel een deuropening met in het kozijn een gemoderniseerde deur en een tweelicht met ongedeelde ramen. Voor de deur ligt een stoep van drie hardstenen treden.

De vensteropeningen op de eerste verdieping zijn gesloten met een steens segmentboog in rode strengperssteen tussen hardstenen aanzetblokken. In de vensteropeningen ligt een lekdorpel van geglazuurde lekdorpelstenen. De zwik is uitgevoerd in metselwerk. Aan de linker zijde bevinden zich drie, van elkaar door een anderhalfsteens muurdam gescheiden, vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam. In de as van het pand bevindt zich een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een klein glaspaneel en erboven een tweelicht met zesruits ramen.

Aan de rechter zijde bevinden zich drie, van elkaar door een anderhalfsteens muurdam gescheiden, vensteropeningen met in het kozijn een gemoderniseerde invulling met een tweeruits onderraam en boven het kalf een ongedeeld bovenraam. In het risaliet bevindt zich op zolderniveau een deuropening met in het kozijn dubbele deuren met een klein glaspaneel. Aan de bovenzijde kraagt een ijzeren hijsbalk uit.

Aan de rechter zijde is de doorgang naar het achterterrein afgesloten met een smeedijzeren hekwerk.

Linker zijgevel (vleugel aan de straat)

De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. Ankers markeren de ligging van de balklagen.

De gevel is tot ongeveer het zolderniveau afgedekt door het buurpand.

Op zolderniveau bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam.

Linker zijgevel (vleugel aan de achterzijde)

De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot. De gevelopeningen zijn gesloten met een steens segmentboog. De zwik is gecementeerd. In de vensteropeningen ligt een rollaag als lekdorpel. Ankers markeren de ligging van de balklagen.

In de gevel bevinden zich op twee niveaus twaalf vensteropeningen met gemoderniseerde vensters met een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

Aan de rechter zijde bevindt zich een één-, deels tweelaags tussenlid met op de begane grond een deuropening met een vlakke deur. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde ramen.

Achtergevel

De gevel in twee bouwlagen is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot. De gevelopeningen zijn gesloten met een steens segmentboog. De zwik is gecementeerd. In de vensteropeningen ligt een rollaag als lekdorpel.

De gevel is voor een gedeelte afgedekt door de vleugel aan de achterzijde.

Links hiervan bevindt zich op de begane grond een vensteropening met in het tweelicht een ongedeeld onderraam en een negenruits bovenraam.

Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met in het tweelicht ongedeelde onder- en bovenramen.

Rechts van de vleugel bevindt zich op de begane grond een vensteropening met een gemoderniseerde invulling met een ongedeeld onderraam en erboven een tweelicht met ongedeelde ramen. Aan de rechter zijde bevindt zich een gecombineerde venster- en deuropening met een gemoderniseerde invulling.

Op de eerste verdieping bevindt zich een vergrote vensteropening onder een prefab latei met in het kozijn een ongedeeld onderraam en erboven een tweelicht met ongedeelde ramen. Rechts hiervan bevindt zich een vensteropening met een gemoderniseerde invulling.

Rechter zijgevel (vleugel aan de achterzijde)

De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. De gevel wordt beëindigd met een houten gootboei van de op het muurwerk gesitueerde bakgoot. De gevelopeningen zijn gesloten met een steens segmentboog. De zwik is gecementeerd. In de vensteropeningen ligt een rollaag als lekdorpel. Ankers markeren de ligging van de balklagen.

Aan de linker zijde bevindt zich een tweelaags tussenlid met op de verdieping een vensteropening met een gemoderniseerd venster met een ongedeeld raam onder en boven het kalf.

In de gevel bevinden zich op twee niveaus twaalf vensteropeningen met gemoderniseerde vensters met een ongedeeld raam onder en boven het kalf. Geheel links op de begane grond bevindt zich een deuropening met in het kozijn een deur en een ongedeeld bovenlicht.

Rechter zijgevel (vleugel aan de straat)

De gevel is opgetrokken in licht roodbruine baksteen in kruisverband met een platvolle voeg. Ankers markeren de ligging van de balklagen.

Op zolderniveau bevinden zich twee vensteropeningen met in het kozijn een ongedeeld raam.

Kap

Het zadeldak van de vleugel aan de straat, dat geklemd is tussen de hoger opgetrokken kopgevels, is gedekt met gesmoorde kruispannen. Aan de achterzijde sluit het dak aan op een plat dak en vervolgens op een zadeldak aan de achterzijde.In het voordakschild staat aan de linker zijde in de goot een brede dakkapel met een plat dak met aan de voorzijde in het tweelicht ongedeelde stolpramen. Aan de rechter zijde staat in het dakvlak een dakkapel, voorzien van een lessenaarsdak aangekapt op de hoofdkap. Aan de voorzijde bevinden zich in het tweelicht ongedeelde ramen.

In het achterdakvlak staat een dakkapel met een plat dak met in het drielicht ongedeelde ramen.In de nok en op het platte dak staan gemetselde schoorstenen.

De mansardekap van de vleugel aan de achterzijde is gedekt met gesmoorde kruispannen.

Aan beide zijden staan in het onderste gedeelte van het dak twee dakkapellen, voorzien van een lessenaarsdak dat aansluit op het bovenste deel van de kap. Aan de voorzijde bevinden zich in het tweelicht ongedeelde ramen.

Beschrijving interieur per bouwlaag (vleugel aan de straat)

Begane grond, eerste verdieping

Als gevolg van interne verbouwingen is naast het casco alleen het trappenhuis van monumentale waarde.

Zolder

De ruimte is niet ingedeeld. De vloer bestaat uit houten delen.

De borstweringen en kopgevels zijn gestuukt.

De kapconstructie bestaat uit jukken, waarvan de jukdekbalk is afgeschoord op de kreupele stijlen. In het midden van de jukdekbalk staat een makelaar onder de nok. De spantbenen lopen van de jukdekbalk tot tegen de makelaar. Hierover liggen de gordingen en nok, waarop het dakbeschot is aangebracht.

De ijzeren hijsbalk rust op een portaal van profielstaal direct achter de gevel en is aan de achterzijde verbonden met de kapconstructie.

Beschrijving interieur per bouwlaag (vleugel aan de achterzijde)

Begane grond

De ruimte is niet ingedeeld. In de betonnen vloer zijn rails (smalspoor) opgenomen. De wanden zijn gestuukt.

De vloerconstructie van de eerste verdieping bestaat uit een enkelvoudige zware balklaag met in de as een ijzeren I-ligger als onderslagbalk, rustend op geklonken ijzeren kolommen.

Een houten trap leidt naar de verdieping.

Eerste verdieping

De ruimte is niet ingedeeld. De vloer bestaat uit houten delen. De wanden zijn gestuukt.

De vloerconstructie van de zolderverdieping bestaat uit een enkelvoudige minder zware balklaag met in de as een ijzeren I-ligger als onderslagbalk, rustend op geklonken ijzeren kolommen.

Een houten trap leidt naar de zolderverdieping.

Zolder

De ruimte is niet ingedeeld. De vloer bestaat uit houten delen. De borstweringen en kopgevels zijn gestuukt.

De kapconstructie bestaat uit jukken, waarvan de jukdekbalk is afgeschoord op de stijlen. In het midden staat een stijl, die doorloopt tot de nok. Boven de jukdekbalk lopen schoren naar het midden van de spantbenen. Hierover liggen de gordingen en nok, waarop het dakbeschot is aangebracht.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het object is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht en typologisch als kantoor annex pakhuis.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van met name het exterieur.

Gaafheid

Het object is grotendeels ongewijzigd, waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven. De bouwkundige staat is matig tot redelijk.

Situering

Het object is stedenbouwkundig van belang als beeldbepalend object in het straatbeeld.

Unieke waarde

In typologisch, architectonisch en bouwkundig opzicht bezit het complex zeldzaamheidswaarde.

Publicaties

  • Vereniging Oud-Dordrecht, Dordtse stenen kunnen nog meer vertellen: Eerste stenen in Binnenstad en 19de-eeuwse Schil, Jaarboek 2020.

Bijlage


Achterweg 2

  • Naam: Overkamp
  • Datering: 1741
  • Oorspronkelijke functie: Boerderij
  • Postcode: 3319AA

 

Objectomschrijving

Boerderij-complex, bestaande uit een tweebeukige vrijstaande woning, een koetshuis en een schuur. Het complex is genaamd "Overkamp". De oudste gedeelten, te weten de woning en het koetshuis, dateren vermoedelijk uit de achttiende eeuw (1741?). De schuur is in 1940 (herbouwd?).

Algemene omschrijving

Exterieur

De tweebeukige woning bezit twee bouwlagen, waarvan één in de kap, op een rechthoekige plattegrond. De gevels zijn opgetrokken in bruingele baksteen (Dordtse steen) in kruisverband. Beide beuken zijn gedekt met een zadeldak waarvan de buitenste dakvlakken gedekt zijn met gesmoorde Oudhollandse pannen en de binnenste dakvlakken met rode identieke pannen. De zakgoot licht hoger dan de goten.

Centraal in de voor(langs)gevel bevindt zich de entree onder een overstekende luifel. De paneel-voordeur (met spionnetje) wordt geflankeerd door smalle hoge vierruits vensters. Boven de luifel bevinden zich drie zesruits ramen. Links van de toegang bevindt zich een zesruits schuifvenster met luiken en rechts een negenruits schuifvenster eveneens met luiken. Geheel rechts bevindt zich een klein venster. De bakgoot is grotendeels op het muurwerk gelegen. Gesmede ankers markeren de ligging van de verdiepingbalklaag.

De linker zijgevel bestaat uit twee tuitgevels met opgemetselde schouders en top, die zijn voorzien van een natuurstenen dekplaat. Het metselwerk is met vervlechtingen langs de top afgewerkt. Op begane grond niveau bevinden zich vier schuifvensters met luiken, waarvan de onderramen in vierruiten zijn verdeeld en de bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling. Op de verdieping bezit de linker top een kozijn met middenstijl, waarin ongedeelde draairamen zijn opgenomen. Gesmede ankers markeren de ligging van de dakliggers.

De achtergevel bezit een aantal verschillende schuifvensters met luiken. Centraal bevindt zich een door de gootlijn heen stekende dakkapel met een gedrukte timpaan. Gesmede ankers markeren de ligging van de verdiepingbalklaag. Gesmede ankers markeren de ligging van de verdiepingbalklaag.

De rechter zijgevel bestaat uit twee topgevels met opgemetselde schouders en top, die zijn voorzien van een natuurstenen dekplaat. Het metselwerk is geheel gepleisterd. De linker top bezit op begane grond geheel links een achterdeur met rechts daarvan een zesruits schuifvenster met luiken. In elke top bevindt zich op de verdieping een kozijn met middenstijl, waarin ongedeelde draairamen zijn opgenomen. Gesmede ankers markeren de ligging van de dakliggers.

Een gemetselde muur met penanten en poort tussen de rechter zijgevel van de woningen en de schuur scheidt het achterliggende erf van de openbare weg.

De schuur bezit één bouwlaag onder het met verbeterde Oudhollandse pannen gedekt zadeldak met wolfseinden. De gevels zijn opgetrokken in geelbruine baksteen met een plint van rode baksteen in halfsteens verband. In de gevels bevinden zich meerdere grote en kleine deuropeningen met deuren van opgeklampte houten delen. De ramen zijn merendeels uit beton in meerruits model. In de gevel is een terracotta gevelsteen opgenomen met het jaartal 1940 boven een uit de vlammen herrijzende Nederlandse leeuw.

Het koetshuis bezit één bouwlaag en is voorzien van een dubbele kap van twee achter elkaar geplaatste schilddaken, die zijn gedekt met rode en gesmoorde Oudhollandse pannen.

De gevels zijn opgetrokken in geelbruine baksteen (Dordtse steen) in kruisverband.

De voorgevel - een lijstgevel met hoger opgemetselde borstwering - is symmetrisch van opbouw met twee kozijnen met bovenlicht, waarin onder het kalf dubbele houten deuren en erboven een verdeling met dicht naast elkaar geplaatste verticale roeden. Op de verdieping bevindt zich in de as een door de gootlijn heen stekend hooiluik.

In de overige gevels bevinden zich schuifvensters met meerruits boven- en onderramen.

Interieur

Het volledige complex is meermalen intern geheel gemoderniseerd; geen als monumentaal te duiden onderdelen aanwezig.

Waardering

Het complex is van monumentaal belang als eenheid met een agrarische oorsprong, vanwege de ouderdom en vanwege de architectuur en detaillering. De schuur valt buiten de bescherming.

Publicaties

  • Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.
  • A.P. van den Hoek. Boerderijen en hun bewoners in de Groote Waard. Deel 1 'Eiland van Dordrecht'. Heinenoord 2006.
  • M.C. Dorst, Dordrecht Ondergronds 85: koetshuis hoeve Overkamp, Achterweg 2/2a - Een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, 2017.

Bijlage


Achterweg 4

  • Naam: Oostenrijks blokhuis type E 80
  • Datering: 1953
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Postcode: 3319AA

 

Objectomschrijving

Woonhuis, Oostenrijks blokhuis type E 80, gebouwd door de gemeente Dubbeldam onder leiding van de gemeentearchitect A.M. Dekker in 1953. Dergelijke panden zijn na de watersnood van 1953 in geheel Nederland geplaatst om te dienen als tijdelijke dan wel permanente herhuisvesting voor slachtoffers van de watersnoodramp. De ontwerpen waren simpel en door de houtskeletbouwmethode relatief snel op te bouwen. De benaming op de tekening behorend bij de bouwaanvraag "Oostenrijks blokhuis type E 80" geeft aan dat er meerdere versies ontworpen zijn. Aannemingsbedrijf gebr. M. en Th. Bruijn te Dordrecht nemen de bouw van het casco aan voor een bedrag van fl. 2.058. In het BWT-archief bevinden zich vele rekeningen van onderaannemers uit de bouwtijd. Architect A.M. Dekker heeft de directie gevoerd.

Algemene omschrijving

Exterieur

De vrijstaande woning bezit een rechthoekige plattegrond en telt drie bouwlagen, waarvan één in de kap. 

De wanden binnen en buiten zijn in het zogenaamde log-systeem opgetrokken, waarbij wanden worden gebouwd uit op elkaar gestapelde 16 centimeter dikke en ongeveer 25 centimeter hoge balken. De hoekverbinding geschiedt door de balken van beide elkaar snijdende wanden middels halfhoutse inkepingen kruislings met elkaar te koppelen. Daarbij ligt de onderkant van de balken van de ene wand op hoogte van het hart van de balken van de andere wand. De plattegrondindeling wordt mede bepaald door de maximale overspanning van vloerbalken en de beschikbare lengten wand'balken'.

Centraal in het pand staat de schoorsteen die door de nok steekt. De wand'balken' zijn afgewerkt in een donkere bruin-zwarte kleur, vermoedelijk met carboleum.

De voor(top-)gevel heeft op begane grond niveau rechts een dubbel raam met een enkelvoudige horizontale roede, dat met louvre-luiken kan worden gesloten. Rechts bevindt zich is de hoofdentree met een voordeur bekleed met diagonaal verwerkte delen. De entree kent een klein door houten consoles gedragen afdakje. Op verdiepingsniveau bevinden zich drie vensteropeningen met elk twee ramen met een enkelvoudige horizontale roede per raam. De geveltop is afgewerkt met een beschieting van vertikaal verwerkte houten delen. In de top bevindt zich een schuifvenster.

De linker zijgevel heeft twee kozijnen identiek aan het kozijn in de voorgevel, eveneens met louvre-luiken.

De achtergevel heeft op begane grond niveau twee symmetrisch in de gevel gesitueerde deuren eveneens geflankeerd met louvre-luiken. De deuren hebben een 6-ruits roede verdeling. Op de eerste verdieping bevinden zich ook twee symmetrisch geplaatste deuren met 6-ruits roede verdeling en louvre-luiken, die toegang geeft tot een houten uitkragend balkon.

De rechter zijgevel heeft een kozijn identiek aan het kozijn in de voorgevel echter zonder louvre-luiken. Bovendien is hier ter plaatse van de woonkamer een groter dubbel raam geplaatst.

De kap met de nok loodrecht op de voorgevel is gedekt met rode verbeterde oudhollandse pannen. Het dak bezit een fors overstek aan de voorzijde, afgewerkt met een ouden windveer en boeiboord. Het overstek aan de langszijden bezit een zinken mastgoot op beugels.

Interieur

Hier zijn geen monumentale onderdelen te verwachten.

Waardering

Het pand is, in samenhang met het buurpand Achterweg 6, van monumentaal belang vanwege de geschiedenis die leidde tot de bouw, het ontwerp en de constructiemethode die voor Dubbeldam uniek zijn en vanwege de ensemblewaarde.

Publicaties

  • Gert van Engelen, Oostenrijkse watersnoodwoningen in Dubbeldam vielen niet toe aan slachtoffers van februariramp, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2014.
  • Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.

Bijlage


Achterweg 6

  • Naam: Oostenrijks blokhuis type E 80
  • Datering: 1953
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Postcode: 3319AA

 

Objectomschrijving

Woonhuis, Oostenrijks blokhuis type E 80, gebouwd door de gemeente Dubbeldam onder leiding van de gemeentearchitect A.M. Dekker in 1953. Dergelijke panden zijn na de watersnood van 1953 in geheel Nederland geplaatst om te dienen als tijdelijke dan wel permanente herhuisvesting voor slachtoffers van de watersnoodramp. De ontwerpen waren simpel en door de houtskeletbouwmethode relatief snel op te bouwen. De benaming op de tekening behorend bij de bouwaanvraag "Oostenrijks blokhuis type E 80" geeft aan dat er meerdere versies ontworpen zijn. Aannemingsbedrijf gebr. M. en Th. Bruijn te Dordrecht nemen de bouw van het casco aan voor een bedrag van fl. 2.058. In het gemeentearchief bevinden zich vele rekeningen van onderaannemers uit de bouwtijd. Architect A.M. Dekker heeft de directie gevoerd.

Algemene omschrijving

Exterieur

De vrijstaande woning bezit een rechthoekige plattegrond en telt drie bouwlagen, waarvan één in de kap.

De wanden binnen en buiten zijn in het zogenaamde log-systeem opgetrokken, waarbij wanden worden gebouwd uit op elkaar gestapelde 16 centimeter dikke en ongeveer 25 centimeter hoge balken. De hoekverbinding geschiedt door de balken van beide elkaar snijdende wanden middels halfhoutse inkepingen kruislings met elkaar te koppelen. Daarbij ligt de onderkant van de balken van de ene wand op hoogte van het hart van de balken van de andere wand. De plattegrondindeling wordt mede bepaald door de maximale overspanning van vloerbalken en de beschikbare lengten wand'balken'.

Centraal in het pand staat de schoorsteen die door de nok steekt. De wand'balken' zijn afgewerkt in een donkere bruin-zwarte kleur, vermoedelijk met carboleum.

De voor(top-)gevel heeft op begane grond niveau rechts een dubbel raam met een enkelvoudige horizontale roede, dat met louvre-luiken kan worden gesloten. Rechts bevindt zich is de hoofdentree met een voordeur bekleed met diagonaal verwerkte delen. De entree kent een klein door houten consoles gedragen afdakje. Op verdiepingsniveau bevinden zich drie vensteropeningen gestopt met elk twee ramen met een enkelvoudige horizontale roede per raam. De geveltop is afgewerkt met een beschieting van vertikaal verwerkte houten delen. In de top bevindt zich een schuifvenster.

De linker zijgevel heeft twee kozijnen identiek aan het kozijn in de voorgevel, eveneens met louvre-luiken.

De achtergevel heeft op begane grond niveau twee symmetrisch in de gevel gesitueerde deuren eveneens geflankeerd met louvre-luiken. De deuren hebben een 6-ruits roede verdeling. Op de eerste verdieping bevinden zich ook twee symmetrisch geplaatste deuren met 6-ruits roede verdeling en louvre-luiken, die toegang geeft tot een houten uitkragend balkon.

De rechter zijgevel heeft een kozijn identiek aan het kozijn in de voorgevel echter zonder louvre-luiken. Bovendien is hier ter plaatse van de woonkamer een groter dubbel raam geplaatst.

De kap met de nok loodrecht op de voorgevel is gedekt met rode verbeterde oudhollandse pannen. Het dak bezit een fors overstek aan de voorzijde, afgewerkt met een ouden windveer en boeiboord. Het overstek aan de langszijden bezit een zinken mastgoot op beugels.

Interieur

Hier zijn geen monumentale onderdelen te verwachten.

Waardering

Het pand is, in samenhang met het buurpand Achterweg 4, van monumentaal belang vanwege de geschiedenis die leidde tot de bouw, het ontwerp en de constructiemethode die voor Dubbeldam uniek zijn en vanwege de ensemblewaarde.

Publicaties

  • Gert van Engelen, Oostenrijkse watersnoodwoningen in Dubbeldam vielen niet toe aan slachtoffers van februariramp, tijdschrift Vereniging Oud-Dordrecht nr.3 2014.
  • Arno de Grauw, Van Blekersdijk tot Kromme Zandweg: De geschiedenis van de Blekersdijk, Dubbeldamseweg, Dordwijklaan, Dubbelsteynlaan West en Kromme Zandweg, 2023.

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 1

  • Datering: 1898
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Opmerking

Als hoekpand is Adriaan van Bleijenburgstraat 1 een onderdeel van het gemeentelijk monument Blekersdijk 59.

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 3

  • Datering: 1898
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Oorspronkelijk woonhuis (benedenwoning) in een pand met beneden- en bovenwoning.

Ligging

Pand is de kopwoning van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap, met aan de rechter zijde een iets minder ver doorlopende aanbouw in twee bouwlagen met plat dak.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen, was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel - schoorsteenveger en metselaar - en G. Schouten - meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Gebouwd als onderdeel van een complex van vijf burgerwoningen, waarvoor in 1898 bouwvergunning werd verleend. Aan de rechter zijde bevindt zich een aanbouw, die als wijziging op het oorspronkelijk bouwplan in hetzelfde jaar is gerealiseerd.

Geheel rechts op het schuin toelopende perceel bevindt zich een in 1964 gebouwde garage, waarvoor een loods werd afgebroken. Bij een verbouwing ten behoeve van een functiewijziging in het laatste kwart van de twintigste eeuw is het oorspronkelijke interieur volledig verwijderd.

Woning nummer 3 bezat tot 1919 huisnummer 1.

Beschrijving exterieur per gevel

(beschrijving exterieur betreft Adriaan van Bleijenburgstraat 3 en 5 gezamenlijk)

Het pand is voor wat betreft het linkergedeelte in oorspronkelijke opzet spiegelbeeldig symmetrisch met Adriaan van Bleijenburgstraat 19 / 21.

Voorgevel

De voorgevel bestaat uit twee gedeelten. Het linker deel - behorend tot het oorspronkelijke ontwerp - bezit drie traveeën en wordt beëindigd door een kroonlijst. Het rechter deel - de aanbouw - ligt een baksteen-kop naar voren geschoven, bezit een vensteras en wordt beëindigd door een identieke kroonlijst.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen.

De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

De vensteropeningen op de begane grond in het linker geveldeel zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waar boven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

In het rechter geveldeel zijn de vensteropeningen op beide niveaus gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waar boven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

De vensteropeningen zijn in het linker geveldeel voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De beide vensteropeningen in het rechter geveldeel zijn voorzien van een drielicht met een houten kozijn met onder houten ongedeelde houten draairamen en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen. Bovenin bevinden zich ongedeelde bovenramen. Blijkens de bouwtekening zou het middelste bovenraam een driedeling gehad moeten hebben op beide niveaus.

Op de begane grond zijn de stolpramen vervangen door vast glas en het middelste bovenraam door een ongedeeld klepraam.

De entree is gesitueerd in het linker geveldeel in de linker travee. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terugliggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. De houten deuren zijn voorzien van een glaspaneel en bovenlichten met een glas-in-loodraam.

De linker travee is op de verdieping verbijzonderd met uitgemetselde pilasters in hardrode strengperssteen, die de basis vormen voor een gemetselde door de kroonlijst heen stekende vlaamse gevel. Ter hoogte van de kroonlijst zijn de pilasters voorzien van een gecementeerd sierelement, dat de basis vormt voor de vlaamse gevel.

Blijkens de bouwtekening bezat deze aan weerszijden van de vensteropening een gemetselde pilaster, die een kroonlijst droegen. Op de kroonlijst bevond zich een fronton met een halfronde beëindiging, bekroond met een vaas, en aan weerszijden geflankeerd door een piron. In de huidige situatie zijn de kroonlijst met bekroning vervangen door een met dakleer beklede rand.

Achtergevel

De achtergevel bestaat uit twee gedeelten. Het linkerdeel - de aanbouw - bezit twee bouwlagen beëindigd met een houten boeiboord. Het rechterdeel - behorend tot het oorspronkelijke ontwerp - bezit drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop, wordt beëindigd met het houten overstek van het dak.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen.

Het linker deel bezit op de begane grond een venster- en een deuropening en op de verdieping een vensteropening. De deuropening is voorzien van een houten kozijn met daarin een houten deur met onder een bossingpaneel en boven een tweeruits raam. Het bovenlicht is ongedeeld. De beide vensteropeningen bezitten een houten kozijn met een houten T-schuifvenster.

Het rechter deel bezat oorspronkelijk op de begane grond aan de linker zijde een houten veranda, die aansloot op de uitgebouwde rechter zijde, waarin zich een deuropening bevindt. De veranda is bij de woning getrokken en dichtgezet in metselwerk in hardrode waalformaat baksteen in halfsteens verband, waarin een pui met twee vaste ramen. De deuropening is voorzien van een houten kozijn met daarin een houten deur met onder een bossingpaneel en boven een raam. Het bovenlicht is ongedeeld.

De overgang naar de verdieping wordt gemarkeerd door een over de volle breedte van de gevel doorlopende geprononceerde houten lijst, waar boven een gevelbrede veranda. Deze is opgebouwd uit drie kolommen, die de aankapping op de gevel dragen. De zijkanten zijn gesloten met een houten beschot van liggende delen. De voorzijde wordt begrensd door een balustrade met een gelijste leuning op gedraaide houten spijlen.

De achterwand van de veranda - de gevel - bezit aan de linker zijde een brede deuropening met een houten pui met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven twee ramen en een ongedeeld bovenlicht. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een houten kozijn met een houten T-schuifvenster.

In de geveltop bevindt zich een vensteropening met ongedeelde draairamen.

Rechter zijgevel

De zijgevel van zowel de aanbouw als de hoofdbouwmassa zijn gesloten. Slechts in de zijgevel van de dichtgezette veranda bevindt zich een venster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

Kap

De hoofdbouwmassa is voorzien van een zadeldak dat aan de voorzijde is voorzien van een schild dat doorloopt over de buurpanden aan de linker zijde. De kap is gedekt met gesmoorde verbeterd hollandse pannen. De achterzijde van het voorschild is afgewerkt met zink.

De aanbouw is voorzien van een plat dak.

Beschrijving interieur per bouwlaag

(beschrijving interieur betreft alleen Adriaan van Bleijenburgstraat 3)

Begane grond

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevond zich de gang, die vanuit een portaal achter de voordeur doorliep tot de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, in het gedeelte achter de voordeur en deels onder de trap naar het bovenhuis, bevonden zich kasten en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de kamer en suite, met een voor- en een achterkamer met elk een schouw, gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten. Aan de achterkamer grensde de veranda.

In de aanbouw bevonden zich twee kamers met elk een schouw.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

Bij een verbouwing ten behoeve van een functiewijziging in het laatste kwart van de twintigste eeuw is de oorspronkelijke opzet gewijzigd en het interieur vrijwel volledig verwijderd.

Bijgebouwen beschrijving exterieur per gevel

De garage aan de rechter zijde behoort niet tot het beschermde gedeelte.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het object is weliswaar aangepast aan functie en gebruik, hetgeen met name voor het interieur een aantasting van de cultuurhistorische en architectonische waarden betekent. In het exterieur is de aantasting van een meer ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden een hoge ensemblewaarde.

De ligging aan het uiteinde van het complex vormt een extra ondersteunende waarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch- en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 5

  • Datering: 1898
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Oorspronkelijk woonhuis (bovenwoning) in een pand met beneden- en bovenwoning.

Ligging

Pand is de kopwoning van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap, met aan de rechter zijde een iets minder ver doorlopende aanbouw in twee bouwlagen met plat dak.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen, was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel – schoorsteenveger en metselaar – en G. Schouten – meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Gebouwd als onderdeel van een complex van vijf burgerwoningen, waarvoor in 1898 bouwvergunning werd verleend. Aan de rechterzijde bevindt zich een aanbouw, die als wijziging op het oorspronkelijk bouwplan in hetzelfde jaar is gerealiseerd.

Woning nummer 5 bezat tot 1919 huisnummer 1-rood en daarna tot 1949 huisnummer 3-rood.

Beschrijving exterieur per gevel

(beschrijving exterieur betreft Adriaan van Bleijenburgstraat 3 en 5 gezamenlijk)

Het pand is voor wat betreft het linkergedeelte in oorspronkelijke opzet spiegelbeeldig symmetrisch met Adriaan van Bleijenburgstraat 19 / 21.

Voorgevel

De voorgevel bestaat uit twee gedeelten. Het linkerdeel – behorend tot het oorspronkelijke ontwerp - bezit drie traveeën en wordt beëindigd door een kroonlijst. Het rechterdeel – de aanbouw – ligt een baksteenkop naar voren geschoven, bezit een vensteras en wordt beëindigd door een identieke kroonlijst.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen.

De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

De vensteropeningen op de begane grond in het linker geveldeel zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waar boven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

In het rechter geveldeel zijn de vensteropeningen op beide niveaus gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waar boven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

De vensteropeningen zijn in het linker geveldeel voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De beide vensteropeningen in het rechter geveldeel zijn voorzien van een drielicht met een houten kozijn met onder houten ongedeelde houten draairamen en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen. Bovenin bevinden zich ongedeelde bovenramen. Blijkens de bouwtekening zou het middelste bovenraam een driedeling gehad moeten hebben op beide niveaus.

Op de begane grond zijn de stolpramen vervangen door vast glas en het middelste bovenraam door een ongedeeld klepraam.

De entree is gesitueerd in het linker geveldeel in de linkertravee. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terugliggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. De houten deuren zijn voorzien van een glaspaneel en de bovenlichten met een glas-in-loodraam.

De linker travee is op de verdieping verbijzonderd met uitgemetselde pilasters in hardrode strengperssteen, die de basis vormen voor een gemetselde door de kroonlijst heen stekende vlaamse gevel. Ter hoogte van de kroonlijst zijn de pilasters voorzien van een gecementeerd sierelement, dat de basis vormt voor de vlaamse gevel.

Blijkens de bouwtekening bezat deze aan weerszijden van de vensteropening een gemetselde pilaster, die een kroonlijst droegen. Op de kroonlijst bevond zich een fronton met een halfronde beëindiging, bekroond met een vaas, en aan weerszijden geflankeerd door een piron.

In de huidige situatie zijn de kroonlijst met bekroning vervangen door een met dakleer beklede rand.

Achtergevel

De achtergevel bestaat uit twee gedeelten. Het linker deel – de aanbouw – bezit twee bouwlagen beëindigd met een houten boeiboord. Het rechter deel – behorend tot het oorspronkelijke ontwerp – bezit drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop, wordt beëindigd met het houten overstek van het dak.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband.

De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen.

Het linker deel bezit op de begane grond een venster- en een deuropening en op de verdieping een vensteropening. De deuropening is voorzien van een houten kozijn met daarin een houten deur met onder een bossingpaneel en boven een tweeruits raam. Het bovenlicht is ongedeeld. De beide vensteropeningen bezitten een houten kozijn met een houten T-schuifvenster.

Het rechter deel bezat oorspronkelijk op de begane grond aan de linker zijde een houten veranda, die aansloot op de uitgebouwde rechter zijde, waarin zich een deuropening bevindt. De veranda is bij de woning getrokken en dichtgezet in metselwerk in hardrode waalformaat baksteen in halfsteens verband, waarin een pui met twee vaste ramen. De deuropening is voorzien van een houten kozijn met daarin een houten deur met onder een bossingpaneel en boven een raam. Het bovenlicht is ongedeeld.

De overgang naar de verdieping wordt gemarkeerd door een over de volle breedte van de gevel doorlopende geprononceerde houten lijst, waar boven een gevelbrede veranda. Deze is opgebouwd uit drie kolommen, die de aankapping op de gevel dragen. De zijkanten zijn gesloten met een houten beschot van liggende delen. De voorzijde wordt begrensd door een balustrade met een gelijste leuning op gedraaide houten spijlen.

De achterwand van de veranda – de gevel – bezit aan de linker zijde een brede deuropening met een houten pui met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven twee ramen en een ongedeeld bovenlicht. Aan de rechter zijde bevindt zich een vensteropening met een houten kozijn met een houten T-schuifvenster.

In de geveltop bevindt zich een vensteropening met ongedeelde draairamen.

Zijgevels

De rechter zijgevel van zowel de aanbouw als de hoofdbouwmassa zijn gesloten. Slechts in de zijgevel van de dichtgezette veranda bevindt zich een venster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

Kap

De hoofdbouwmassa is voorzien van een zadeldak dat aan de voorzijde is voorzien van een schild dat doorloopt over de buurpanden aan de linker zijde. De kap is gedekt met gesmoorde verbeterd hollandse pannen. De achterzijde van het voorschild is afgewerkt met zink.

De aanbouw is voorzien van een plat dak.

Beschrijving interieur per bouwlaag

(beschrijving interieur betreft alleen Adriaan van Bleijenburgstraat 5)

Begane grond

Van oorsprong is de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevindt zich op de begane grond een gang, die vanuit de voordeur doorloopt tot de trap naar de verdieping.

De ruimten bezitten een houten vloer.

De wanden zijn voorzien van een geschilderde lambris in pleister, waarin met een kwast ronde motieven zijn aangebracht. Het plafond is voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst.

De oorspronkelijke opzet is ongewijzigd behouden gebleven.

Eerste verdieping

Van oorsprong is de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevindt zich op de verdieping de steektrap met bovenkwart vanuit de begane grond en daar boven de steektrap naar de zolder met een onderkwart. Naast de trap loopt een gang, die doorloopt van de voorkamer naar de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, aan de achterzijde van de trapopgang, bevinden zich een kast en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevindt zich de kamer en suite, met een voor- en een achterkamer met elk een schouw, gescheiden door schuifdeuren met aan weerszijden kasten.

Aan de achterkamer en keuken grenst de veranda.

In de aanbouw bevinden zich twee kamers met elk een schouw.

De ruimten bezitten een houten vloer.

Alle kamers zijn voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezit een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren zijn voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is vrijwel ongewijzigd behouden gebleven.

Zolder

Van oorsprong is de zolder overspannen door spanten met een kreupele stijl en een trekplaat op 2/3 van de hoogte. Over de spanten liggen gordingen en de nok. Van de muurplaat over de gordingen tot op de nok is een beschot van delen aangebracht.

In de zolderruimte zijn meerdere kamers middels houten wanden afgescheiden.

De oorspronkelijke opzet is ongewijzigd behouden gebleven.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het object is intern vrijwel niet gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden gaaf bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting van vrij ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden een hoge ensemblewaarde.

De ligging aan het uiteinde van het complex vormt een extra ondersteunende waarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 7-9

  • Datering: 1898
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Oorspronkelijk dubbel woonhuis met een beneden- en bovenwoning.

Ligging

Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel - schoorsteenveger en metselaar - en G. Schouten - meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Gebouwd als onderdeel van een complex van vijf burgerwoningen, waarvoor in 1898 bouwvergunning werd verleend.

In 1911 wordt door Z. van Schelt 'voor het bouwen van een kamer' een vergunning aangevraagd. Blijkens de bouwtekening wordt achter een uitbouw tegen de keuken een éénlaags bouwwerk opgetrokken dat als extra kamer gaat fungeren.

In 1919 wordt door J.C. Kokkeel 'voor het vereenigen van beneden met bovenwoning tot een woning' vergunning aangevraagd. De wijzigingen betreffen het maken van een portaal achter beide voordeuren en het daartoe weghalen van de scheidsmuur tussen beide oorspronkelijke halletjes achter de voordeuren. Verder was de bedoeling dat de alkoof op de begane grond vervangen zou worden door schuifdeuren, waardoor kamers en-suite zouden ontstaan. Blijkens een aantekening van de controleambtenaar op de tekening, die aangeeft dat behoudens de alkoof op de begane grond de samenvoeging van de beneden- en bovenwoning is gerealiseerd, is deze wijziging vermoedelijk pas later uitgevoerd.

In 1930 wordt door J.C. Kokkeel de in 1919 gerealiseerde splitsing ongedaan gemaakt als hij vergunning aanvraagt 'voor het in vroegere toestand terug te brengen van een woning tot beneden en bovenwoning'. Tevens wordt het raam in de achterkamer beneden vervangen, wordt een ijzeren dakraam, luchtkozijnen in de alkoven en een dakvenster op de overloop geplaatst.

In 1941 door mw. H.M. Vermaas-Bolier vergunning aangevraagd voor 'het veranderen van benedenwoning, vergrooten deurkozijn achterkamer, plaatsen lichtkozijntje keuken, te maken portaal'. In de achtergevel wordt de deur naar de veranda verbreed en wordt tussen de keuken en de kamer uit 1911 een (nieuw) portaal gemaakt.

Woning nummer 7 bezat tot 1919 huisnummer 3 en daarna tot 1949 huisnummer 5.

Woning nummer 9 bezat tot 1919 huisnummer 3-rood en daarna tot 1949 huisnummer 5-rood.

Beschrijving exterieur per gevel

Het pand is in oorspronkelijke opzet spiegelbeeldig symmetrisch met Adriaan van Bleijenburgstraat 15 / 17.

Voorgevel

De voorgevel bezit drie traveeën (op verdieping twee) en wordt beëindigd door een kroonlijst.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen.

De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waar boven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

De vensteropeningen op de begane grond zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Op de verdieping is de linker vensteropening voorzien van een drielicht met een houten kozijn met onder houten ongedeelde draairamen en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen. Bovenin bevinden zich ongedeelde bovenramen. De rechter vensteropening is gelijk aan die op de begane grond.

Alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing, waarbij de oorspronkelijke glas-in-loodvulling van de bovenramen in de dubbele beglazing is opgenomen.

De entree is gesitueerd in de rechter travee. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terugliggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. De houten paneeldeuren zijn voorzien van een klein glaspaneel en de bovenlichten met een glas-in-loodraam.

Aan de linkerzijde staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel. De dakkapel bezit aan weerszijden van de vensteropening gemetselde pilasters, die een gecementeerde kroonlijst dragen. Op de kroonlijst bevindt zich een gecementeerd driehoekig fronton, bekroond met een piron. Aan de dakkapel zijn gecementeerde klauwstukken aangebracht.

Achtergevel

De achtergevel heeft drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop, beëindigd met het houten overstek van het dak.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen.

De gevel bezit op de begane grond aan de rechter zijde een houten veranda, die aansluit op de uitgebouwde linker zijde, waarin zich een deuropening bevindt. De veranda is aan de tuinzijde begrensd door vier ranke kolommen, die een over de volle breedte van de gevel doorlopende geprononceerde houten lijst dragen. Tussen de kolommen is de onderzijde in de buitenste velden gedicht met een leuning op gedraaide houten spijlen. Aan de bovenzijde zijn de kolommen in de buitenste velden verbonden met gekruiste schoren en in het midden middels een gebogen ligger.

De deuropening in de uitbouw is voorzien van een houten kozijn met daarin een houten deur met onder een bossingpaneel en boven een raam. Het bovenlicht is ongedeeld.

De achterzijde van de veranda wordt gevormd door de achtergevel. Blijkens de verbouwingstekening van 1941 bezat de gevel van oorsprong een brede deuropening, vermoedelijk met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven twee ramen en een ongedeeld bovenlicht.

In 1941 wordt deze deuropening verbreed tot een pui met centraal dubbele deuren en aan weerszijden smalle ramen en geheel voorzien van bovenlichten. In de huidige situatie bestaat de hoofdverdeling van deze pui nog steeds, maar is de vulling gemoderniseerd.

Op de verdieping fungeert de veranda als beloopbaar balkon. De oorspronkelijke begrenzing aan de linker zijkant resteert in de vorm van een houten beschot van liggende delen. De overige zijden worden begrensd door een ijzeren spijlenhekwerk.

De gevel bezat op de verdieping aan de rechter zijde oorspronkelijk een brede deuropening, die is gewijzigd in een vensteropening met ongedeelde stolpramen en een ongedeeld bovenlicht. Aan de linker zijde bevond zich oorspronkelijk een vensteropening, die is gewijzigd in een deuropening met een houten kozijn met een deur met glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht.

In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde draairamen.

Alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

Kap

De hoofdbouwmassa is voorzien van een zadeldak dat aan de voorzijde is voorzien van een schild dat doorloopt over de buurpanden aan de beide zijden. De kap is gedekt met grijze betonpannen en het voorschild met gesmoorde verbeterd hollandse pannen. De achterzijde van het voorschild is afgewerkt met zink.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Kelder

In de smalle beuk van het pand is een kleine kelder opgenomen. De oorspronkelijke opzet is zwaar aangetast bij recent uitgevoerd funderingherstel.

Begane grond

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree naar de bovenwoning, bevond zich op de begane grond een gang, die vanuit de voordeur doorliep tot de trap naar de verdieping.

In het verlengde van de entree van de benedenwoning, bevond zich de gang, die vanuit een portaal achter de voordeur doorliep tot de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, in het gedeelte achter de voordeur en deels onder de trap naar het bovenhuis, bevonden zich kasten en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof en een achterkamer. De voor- en achterkamer bezaten elk een schouw. Aan de achterkamer grensde de veranda.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is enigszins gewijzigd toen in 1919 de boven- en benedenwoning bij elkaar werden getrokken en één portaal achter beide voordeuren werd gemaakt. In of na 1919 is de alkoof vervangen door schuifdeuren, waardoor een situatie van kamers en suite is ontstaan.

Het oorspronkelijke stucplafond van de alkoof resteert. Het merendeel van de binnendeuren is vervangen.

Eerste verdieping

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevond zich op de verdieping de steektrap met bovenkwart vanuit de begane grond en daar boven de steektrap naar de zolder met een onderkwart. Naast de trap liep een gang, die doorliep van de voorkamer naar de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, aan achterzijde van de trapopgang, bevonden zich een kast en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof en een achterkamer. De voor- en achterkamer bezaten elk een schouw. Aan de achterkamer en keuken grensde een balkon.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is enigszins gewijzigd toen in 1919 de boven- en benedenwoning bij elkaar werden getrokken. In of na 1919 is de alkoof vervangen door schuifdeuren, waardoor een situatie van kamers en suite is ontstaan. Het oorspronkelijke stucplafond van de alkoof resteert. Het merendeel van de binnendeuren is vervangen.

Zolder

Van oorsprong was de zolder overspannen door spanten met een kreupele stijl en een trekplaat op 2/3 van de hoogte. Over de spanten liggen gordingen en de nok. Van de muurplaat over de gordingen tot op de nok is een beschot van delen aangebracht.

In de zolderruimte waren één of meerdere kamers middels houten wanden afgescheiden.

De indeling is compleet gemoderniseerd.

Bijgebouwen beschrijving exterieur per gevel

Voorgevel

De voorgevel (gericht naar de woning) is inpandig en gestukadoord. In de muur een deuropening met moderne deur.

Linker zijgevel

De gevel is opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband en wordt beëindigd met een houten boeiboord. De onderrand is voorzien van een wit geschilderde plint.

In de gevel bevindt zich een vensteropening met een houten kozijn met een houten T-schuifvenster.

Achtergevel

De gevel is opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband en wordt beëindigd met een houten boeiboord. Het metselwerk is volledig wit geschilderde.

In de gevel bevindt zich een later toegevoegde vensteropening met een houten kozijn met een houten ongedeeld raam.

Kap

Het bijgebouw is voorzien van een plat dak.

Bijgebouwen beschrijving interieur per bouwlaag

Begane grond

Het interieur is volledig gemoderniseerd.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuur-historische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het object is intern gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden intern slechts ten dele bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting behoudens de beglazing van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden een hoge ensemblewaarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch- en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 11-13

  • Datering: 1898
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Oorspronkelijk dubbel woonhuis met een beneden- en bovenwoning.

Ligging

Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel - schoorsteenveger en metselaar - en G. Schouten - meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Gebouwd als onderdeel van een complex van vijf burgerwoningen, waarvoor in 1898 bouwvergunning werd verleend.

In 1906 wordt aan de achterzijde een schuur gebouwd. Het bouwwerk is inmiddels niet meer aanwezig.

In 1976 worden de beneden- en bovenwoning samengevoegd: op de verdieping wordt de schuifpui tussen voor- en achterkamer vervangen door een vaste wand, de keuken achter rechts wordt badkamer; op de begane grond vervalt de scheidingsmuur achter de ingangen, wordt de gang ingekort, vervallen de alkoven de twee schuifpuien aan beide kanten en wordt een doorgang tussen woonkamer en keuken gemaakt.

Woning nummer 11 bezat tot 1919 huisnummer 5 en daarna tot 1949 huisnummer 7.

Woning nummer 13 bezat tot 1919 huisnummer 5-rood en daarna tot 1949 huisnummer 7-rood.

Beschrijving exterieur per gevel

Voorgevel

De voorgevel bezit drie traveeën en wordt beëindigd door een geveltop.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen en een gepleisterde strook onder de vensters van de begane grond is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters.

De geveltop is voorzien van een gecementeerde geprononceerde gelijste dekplaat, die aan de onderzijde getrapt in het metselwerk klimt. De top wordt beëindigd met drie gemetselde treden, elk voorzien van een gecementeerde dekplaat. De middelste trede is aan de voorzijde overhoeks uitgemetseld als pilaster en wordt bekroond met een kunststenen piron.

De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de eerste verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde latei, waar bovenin het metselwerk een halfronde tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen. De vensteropeningen op dit niveau zijn voorzien van een gelijste gecementeerde lekdorpel.

Op de zolderverdieping is de vensteropening beëindigd met een tweesteens segmentboog, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

De vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

Op de zolder verdieping is de vensteropening voorzien van een houten kozijn met onder houten ongedeelde stolpramen en boven een houten klepraam. Alle beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing, waarbij de oorspronkelijke glas-in-loodvulling is verwijderd.

De entree is gesitueerd aan de rechterzijde. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terug liggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. De houten paneeldeuren zijn voorzien van een glaspaneel achter een ijzeren hekwerk.

Achtergevel

De achtergevel bezit drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop, beëindigd met het houten overstek van het dak.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen. De gevel bezit op de begane grond aan de rechterzijde een houten veranda, die aansluit op de uitgebouwde linkerzijde, waarin zich oorspronkelijk een deuropening bevindt. De deuropening is gereduceerd tot vensteropening met een vulling van plaatwerk in het ondergedeelte.

De veranda is aan de tuinzijde begrensd door vier ranke kolommen, die een over de volle breedte van de gevel doorlopende geprononceerde houten lijst dragen. Tussen de kolommen is de onderzijde in de buitenste velden gedicht met een leuning op oorspronkelijk gedraaide houten spijlen. Het veld onder de leuning is nu afgedicht met plaatmateriaal. Aan de bovenzijde zijn de kolommen in de buitenste velden verbonden met gekruiste schoren en in het midden middels een gebogen ligger.

De achterzijde van de veranda wordt gevormd door de achtergevel met daarin een brede deuropening met stolpdeuren en boven een ongedeeld bovenlicht. Bij een verbouwing zijn aan weerszijden van deze deuropening kleine vensteropeningen gemaakt.

Op de verdieping fungeert de veranda als beloopbaar balkon. De oorspronkelijke begrenzing van het balkon is vervangen door een ijzeren spijlenhekwerk.

De gevel bezit op de verdieping aan de rechter zijde een brede deuropening met een houten kozijn met stolpdeuren met een glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. De oorspronkelijke vensteropening aan de linker zijde is gewijzigd in een deuropening met gekoppeld aan de linker zijde een smal halfhoog venster. De deuropening is bij een latere verbouwing gereduceerd tot vensteropening met een vulling van plaatwerk in het ondergedeelte.

In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde draairamen.

Het merendeel van de beglazing is gewijzigd in dubbele beglazing.

Kap

De hoofdbouwmassa is voorzien van een zadeldak loodrecht op de straat, waarin aan de voorzijde het voorschild van de kap over de buurpanden doorloopt. De kap en de achterzijde van het voorschild zijn afgewerkt met bitumen.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Voor een opname van het interieur is geen toestemming verleend.

Uit de bouwvergunning van 1976 valt op te maken dat de oorspronkelijke indeling sterk is gewijzigd op zowel de begane grond als de verdieping.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het object is intern sterk gewijzigd waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden intern slechts in beperkte mate bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting behoudens de beglazing en de dakbedekking van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden een hoge ensemblewaarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.  

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 15-17

  • Datering: 1898
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Oorspronkelijk dubbel woonhuis met een beneden- en bovenwoning.

Ligging

Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel - schoorsteenveger en metselaar - en G. Schouten - meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Gebouwd als onderdeel van een complex van vijf burgerwoningen, waarvoor in 1898 bouwvergunning werd verleend.

In 1960 worden de beneden- en bovenwoning bij elkaar gevoegd; er komt een pui met één voordeur, de scheidingsmuur en de alkoof vervallen, in de voorgevel op de verdieping wordt het raam rechts nieuw ingedeeld, er komt een nieuwe trapopgang naar de zolder, een nieuwe indeling van de zolder, nieuw dakraam voor, binnen wordt de betengeling weggenomen en er komen nieuwe trappen.

Woning nummer 15 bezat tot 1919 huisnummer 7 en daarna tot 1949 huisnummer 9.

Woning nummer 17 bezat tot 1919 huisnummer 7-rood en daarna tot 1949 huisnummer 9-rood.

Beschrijving exterieur per gevel

Het pand is in oorspronkelijke opzet spiegelbeeldig symmetrisch met Adriaan van Bleijenburgstraat 7 / 9.

Voorgevel

De voorgevel bezit drie traveeën en wordt beëindigd door een kroonlijst.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen.

De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waar boven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

De vensteropeningen op de begane grond zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. Op de verdieping is de rechter vensteropening voorzien van een drielicht met een houten kozijn met onder houten ongedeelde draairamen en in het bredere middengedeelte ongedeelde houten stolpramen. Bovenin bevinden zich ongedeelde bovenramen. De linker vensteropening is gelijk aan die op de begane grond.

De entree is gesitueerd in de linker travee. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terugliggende houten pui, waarin oorspronkelijk twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. In 1960 is deze pui vervangen voor een pui met centraal een deur met twee glaspanelen en aan weerszijden vast glas en drie ongedeelde bovenlichten.

Op de scheiding met het rechter buurpand bevindt zich een zinken hemelwaterafvoer met een bewerkte vergaarbak.

Aan de rechter zijde staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel. De dakkapel bezit aan weerszijden van de vensteropening gemetselde pilasters, die een gecementeerde kroonlijst dragen. Op de kroonlijst bevindt zich een gecementeerd driehoekig fronton, oorspronkelijk bekroond met een piron, die nu is verdwenen. Aan de dakkapel zijn gecementeerde klauwstukken aangebracht.

Achtergevel

De achtergevel bezit drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop, wordt beëindigd met het houten overstek van het dak.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen.

De gevel bezit op de begane grond aan de linker zijde een houten veranda, die aansluit op de uitgebouwde rechter zijde, waarin zich een deuropening bevindt. De veranda is aan de tuinzijde begrensd door vier ranke kolommen, die een over de volle breedte van de gevel doorlopende oorspronkelijk geprononceerde, nu vlakke houten lijst dragen. Tussen de kolommen was de onderzijde in de buitenste velden oorspronkelijk gedicht met een leuning op gedraaide houten spijlen. Deze is nu verdwenen. Aan de bovenzijde waren de kolommen in de buitenste velden verbonden met gekruiste schoren en in het midden door een gebogen ligger. De laatste is niet meer aanwezig.

De deuropening in de uitbouw is voorzien van een houten kozijn met daarin een houten deur met onder een bossingpaneel en boven twee ramen. Het bovenlicht is ongedeeld.

De achterzijde van de veranda wordt gevormd door de achtergevel. Blijkens de verbouwingstekening van 1941 bezat de gevel van oorsprong een brede deuropening met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven twee ramen en een ongedeeld bovenlicht.

Op de verdieping fungeert de veranda als beloopbaar balkon. De oorspronkelijke begrenzing is verwijderd en wordt nu gevormd door een hekwerk van houten staanders en liggers.

De gevel bezit op de verdieping aan de linker zijde een brede deuropening met stolpdeuren met een ongedeeld glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht. Aan de rechter zijde bevond zich oorspronkelijk een vensteropening, die is gewijzigd in een deuropening met een houten kozijn met een deur met glaspaneel en een ongedeeld bovenlicht en daaraan gekoppeld een halfhoog venster met een ongedeeld raam.

Op de scheiding met het linker buurpand bevindt zich een zinken hemelwaterafvoer met een bewerkte vergaarbak.

In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met tweeruits draairamen.

Kap

De hoofdbouwmassa is voorzien van een zadeldak dat aan de voorzijde is voorzien van een schild dat doorloopt over de buurpanden aan de beide zijden. De kap en het voorschild zijn gedekt met gesmoorde verbeterd Hollandse pannen. De achterzijde van het voorschild is afgewerkt met kunststof platen.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Kelder

In de smalle beuk van het pand is een kleine kelder opgenomen. De oorspronkelijke opzet is zwaar aangetast bij recent uitgevoerd funderingherstel.

Begane grond

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree naar de bovenwoning, bevond zich op de begane grond een gang, die vanuit de voordeur doorliep tot de trap naar de verdieping.

In het verlengde van de entree van de benedenwoning, bevond zich de gang, die vanuit een portaal achter de voordeur doorliep tot de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, in het gedeelte achter de voordeur en deels onder de trap naar het bovenhuis, bevonden zich kasten en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof en een achterkamer. De voor- en achterkamer bezaten elk een schouw. Aan de achterkamer grensde de veranda.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is sterk gewijzigd toen in 1960 de boven- en benedenwoning bij elkaar werden getrokken. Van de oorspronkelijke indeling resteert vrijwel niet meer. Enkele binnen(paneel)deuren en de schouw in de voormalige achterkamer resteren.

Eerste verdieping

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevond zich op de verdieping de steektrap met bovenkwart vanuit de begane grond en daar boven de steektrap naar de zolder met een onderkwart. Naast de trap liep een gang, die doorliep van de voorkamer naar de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, aan de achterzijde van de trapopgang, bevonden zich een kast en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof en een achterkamer. De voor- en achterkamer bezaten elk een schouw. Aan de achterkamer en keuken grensde een balkon.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is sterk gewijzigd toen in 1960 de boven- en benedenwoning bij elkaar werden getrokken. Van de oorspronkelijke indeling resteert vrijwel niet meer. Enkele binnen(paneel)deuren resteren.

Zolder

Van oorsprong was de zolder overspannen door spanten met een kreupele stijl en een trekplaat op 2/3 van de hoogte. Over de spanten liggen gordingen en de nok. Van de muurplaat over de gordingen tot op de nok is een beschot van delen aangebracht.

In de zolderruimte waren één of meerdere kamers middels houten wanden afgescheiden.

De indeling is compleet gemoderniseerd.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het object is intern sterk gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden intern niet bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden een hoge ensemblewaarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 19-21

  • Datering: 1898
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Oorspronkelijk dubbel woonhuis met een beneden- en bovenwoning.

Ligging

Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel - schoorsteenveger en metselaar - en G. Schouten - meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Gebouwd als onderdeel van een complex van vijf burgerwoningen, waarvoor in 1898 bouwvergunning werd verleend.

In 1977 wordt door H.E. Hupscher vergunning verkregen 'voor het gedeelte veranderen indeling'. De boven- en benedenwoning worden samenvoegen. De entree blijft ongewijzigd, bg gedeelte muur direct achter voordeuren vervalt, alkoof+twee schuifdeuren vervallen om een doorlopende woonkamer te maken. Tussen de woonkamer en de keuken komt een doorgang; op de eerste verdieping wordt de alkoof bij voorkamer getrokken en een badkamer wordt gemaakt in de voormalige keuken.

Woning nummer 19 bezat tot 1919 huisnummer 9 en daarna tot 1949 huisnummer 11.

Woning nummer 21 bezat tot 1919 huisnummer 9-rood en daarna tot 1949 huisnummer 11-rood.

Beschrijving exterieur per gevel

Het pand is in oorspronkelijke opzet spiegelbeeldig symmetrisch met het linkergedeelte van Adriaan van Bleijenburgstraat 3 / 5.

Voorgevel

De gevel bezit drie traveeën en wordt beëindigd door een kroonlijst.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen.

De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waarboven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

De vensteropeningen zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam.

De entree is gesitueerd in de rechtertravee. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terugliggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen. De houten deuren zijn voorzien van een glaspaneel achter een ijzeren rooster en bovenlichten met een glas-in-loodraam.

De rechtertravee is op de verdieping verbijzonderd met uitgemetselde pilasters in hardrode strengperssteen, die de basis vormen voor een gemetselde door de kroonlijst heen stekende Vlaamse gevel. Ter hoogte van de kroonlijst zijn de pilasters voorzien van een gecementeerd sierelement, dat de basis vormt voor de Vlaamse gevel.

De Vlaamse gevel bezit aan weerszijden van de vensteropening gemetselde pilasters, die een kroonlijst dragen. Op de kroonlijst bevindt zich een fronton met een halfronde beëindiging.

Achtergevel

De achtergevel bezit drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop, wordt beëindigd met het houten overstek van het dak.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen.

De gevel bezit op de begane grond aan de rechterzijde een houten veranda, die aansluit op de uitgebouwde linkerzijde, waarin zich een deuropening bevindt. De veranda is aan de tuinzijde begrensd door vier ranke kolommen, die een over de volle breedte van de gevel doorlopende geprononceerde houten lijst dragen. Tussen de kolommen is de onderzijde in de buitenste velden gedicht met een leuning op gedraaide houten spijlen. Aan de bovenzijde zijn de kolommen in de buitenste velden verbonden met gekruiste schoren en in het midden door een gebogen ligger.

De deuropening in de uitbouw is bij een verbouwing uitgebreid met een ongedeeld zijraam aan de linkerzijde. De deuropening is voorzien van een houten kozijn met daarin een gemoderniseerde houten deur met onder een bossingpaneel en boven een zesruits raam. Het bovenlicht is ongedeeld.

De achterzijde van de veranda wordt gevormd door de achtergevel. Van oorsprong bezat de gevel een brede deuropening met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven twee ramen en een ongedeeld bovenlicht. Deze deuropening is uitgebreid met aan weerszijden een smal raam.

De overgang naar de verdieping wordt gemarkeerd door een over de volle breedte van de gevel doorlopende vlakke houten lijst. Op de verdieping fungeert de veranda als beloopbaar balkon. De oorspronkelijke begrenzing is vervangen door een ijzeren spijlenhekwerk.

De gevel bezit op de verdieping aan de rechterzijde oorspronkelijk een brede deuropening met stolpdeuren met onder een bossingpaneel en boven twee ramen en een ongedeeld bovenlicht.

Aan de linker zijde bevindt zich een vensteropening met een houten kozijn met een T-schuifvenster.

In de geveltop bevindt zich een vensteropening met een tweelicht met ongedeelde draairamen.

Kap

De hoofdbouwmassa is voorzien van een zadeldak dat aan de voorzijde is voorzien van een schild dat doorloopt over de buurpanden aan de linkerzijde. De kap is gedekt met gesmoorde verbeterd hollandse pannen. De achterzijde van het voorschild is afgewerkt met zink.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Begane grond

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree naar de bovenwoning, bevond zich op de begane grond een gang, die vanuit de voordeur doorliep tot de trap naar de verdieping.

In het verlengde van de entree van de benedenwoning, bevond zich de gang, die vanuit een portaal achter de voordeur doorliep tot de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, in het gedeelte achter de voordeur en deels onder de trap naar het bovenhuis, bevonden zich kasten en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof en een achterkamer. De voor- en achterkamer bezaten elk een schouw. Aan de achterkamer grensde de veranda.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is gewijzigd toen in 1977 de boven- en benedenwoning bij elkaar werden getrokken en één portaal achter beide voordeuren werd gemaakt. De alkoof is verwijderd, waardoor op de begane grond een doorlopende kamer ontstond. Tussen de keuken en de achterkamer is een brede getoogde doorgang gemaakt. Het oorspronkelijke stucplafond van de voor- en achterkamer resteren. Het merendeel van de binnendeuren is vervangen.

Eerste verdieping

Van oorsprong was de woning opgedeeld in een brede en een smalle beuk. In de smalle beuk, gesitueerd in het verlengde van de entree, bevond zich op de verdieping de steektrap met bovenkwart vanuit de begane grond en daar boven de steektrap naar de zolder met een onderkwart. Naast de trap liep een gang, die doorliep van de voorkamer naar de keuken aan de achterzijde. Naast de gang, aan achterzijde van de trapopgang, bevonden zich een kast en het toilet.

In de brede beuk van voor tot achter bevond zich de voorkamer, een tussenkamer of alkoof en een achterkamer. De voor- en achterkamer bezaten elk een schouw. Aan de achterkamer en keuken grensde een balkon.

De ruimten bezaten een houten vloer.

Alle kamers waren voorzien van een stucplafond met middenornament en een perklijst met hoekornamenten. Het toilet bezat een betegeling tot halve hoogte, begrensd door een randtegel met een doorlopend motief.

De binnendeuren waren voorzien van een onder- en bovenpaneel of een glas-in-loodvulling.

De oorspronkelijke opzet is gewijzigd toen in 1977 de boven- en benedenwoning bij elkaar werden getrokken. De alkoof is bij de voorkamer getrokken. De oorspronkelijke stucplafonds resteren. Het merendeel van de binnendeuren is vervangen.

Zolder

Van oorsprong was de zolder overspannen door spanten met een kreupele stijl en een trekplaat op 2/3 van de hoogte. Over de spanten liggen gordingen en de nok. Van de muurplaat over de gordingen tot op de nok is een beschot van delen aangebracht.

In de zolderruimte waren één of meerdere kamers middels houten wanden afgescheiden.

De indeling is compleet gemoderniseerd.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het object is intern gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden intern slechts zeer ten dele bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden een hoge ensemblewaarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van vijf panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 23-25

  • Datering: 1904
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Tussenpand in straatwand, samengevoegde boven- en benedenwoning.

Ligging

Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de hoekbebouwing met de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen was tot 1898 onderdeel van het landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel – schoorsteenveger en metselaar – en G. Schouten – meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de aanleg en bebouwing van de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Op 21 juni 1904 wordt het ontwerp voor twee woonhuizen (Adriaan van Bleyenburgstraat 23/25 en 27/29) vergund. Dit plan wordt gewijzigd, er worden uiteindelijk drie woningen gerealiseerd, waarbij tussen de beide panden een derde pand wordt geplaatst.

In 1919 wordt op aanvraag van J.H. Kenniphaas een schoorsteen geplaatst op het uitbouwtje aan de achterzijde.

In 1935 wordt het bovenhuis (nummer 25), aangepast als aan NV Levensverzekering Maatschappij Arnhem, vergunning wordt verleend “voor het inbreken en aanmetselen van lichtkozijnen in de achtergevel, het plaatsen van dakvensters, het verbeteren van het privaat op zolder en het aanbrengen van een dakvenster voor ventilatie in privaat, het inbreken door een lichtkozijn in de alkoof”.

In 1941 verkrijgt F.C. Koch vergunning “voor het gedeeltelijk veranderen van de achtergevel, aanbrengen dakvenster, verhoging afdak”. Deze wijzigingen hebben betrekking op de achtergevel van het woonhuis op de begane grond.

In 2006 vindt funderingsherstel plaats en een grootscheepse (interne) verbouwing.

Woning nummer 23 bezat tot 1919 huisnummer 11 en daarna tot 1949 huisnummer 13.

Woning nummer 25 bezat tot 1919 huisnummer 11 en daarna tot 1949 huisnummer 13- rood.

Beschrijving exterieur per gevel

(het pand is in oorsprong het spiegelbeeld van Adriaan van Bleijenburgstraat 31/33)

Voorgevel

De gevel heeft drie traveeën en wordt beëindigd door een kroonlijst.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen.

De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waar boven in het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

Alle ramen en kozijnen op de begane grond en verdieping zijn vernieuwd in hout. De B- indeling is gehandhaafd. De beglazing is vervangen door dubbele beglazing.

De entree is gesitueerd in de linker travee. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terugliggende houten pui met nieuwe houten deur en aan weerszijden een glaspaneel. De bovenlichten van de oorspronkelijk twee deuren zijn nog in tact.

Aan de rechterzijde staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel. De dakkapel bezit aan weerszijden van de vensteropening gemetselde pilasters, die een gecementeerde kroonlijst dragen. Op de kroonlijst bevindt zich een gecementeerd driehoekig fronton, bekroond met een piron. Aan de dakkapel zijn gecementeerde klauwstukken aangebracht.

Links naast de dakkapel staat in het dakvlak een kleinere dakkapel met plat dak. Aan de voorzijde bevinden zich hier ongedeelde stolpramen. Deze dakkapel dateert uit 1935.

Achtergevel

De achtergevel bestaat uit drie bouwlagen met een mansarde beëindiging met houten daklijst.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam.

Op de begane grond is links een volledig vernieuwde houten veranda en rechts, in de iets uitgebouwde keuken, een deur met bovenlicht. De veranda is aan de tuinzijde begrensd door vier ranke kolommen, die een houten lijst dragen. Tussen de kolommen is de onderzijde in de buitenste velden gedicht met een leuning op gedraaide houten spijlen. Aan de bovenzijde zijn de kolommen in de buitenste velden verbonden met gekruiste schoren en in het midden met een gebogen ligger.

De vroegere aanbouw rechts is gesloopt tot op de lijn van de veranda.

De achterzijde van de veranda wordt gevormd door de achtergevel met een houten pui met dubbele deuren met zijramen en bovenlichten boven de deuren en ramen. Deze houten deuren en ramen zijn in 2006 volledig vernieuwd.

De overgang naar de verdieping werd gemarkeerd door een over de volle breedte van de gevel doorlopende vlakke houten lijst. Op de verdieping en de ondiepe uitbouw van de keuken is een balkon dat rust op de veranda.

Op de verdieping is een dubbele deur en een raam. Kozijnen en ramen zijn vernieuwd.

In de geveltop zijn in 1935 drie vensteropeningen gemaakt. De kozijnen en ramen zijn vernieuwd.

Kap

De mansardekap is aan de voorzijde voorzien van een schild. In de zijdakvlakken zijn dakkapellen aangebracht. Het dak is bedekt met betonnen sneldekkers.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Begane grond

Het interieur is volledig gemoderniseerd.

De indeling op de begane grond is volledig gewijzigd, evenals de trap naar de eerste verdieping. Links is een hal met tegenover de entree het toilet. Rechts is een deur naar een L-vormige ruimte, met achter het toilet de keuken met een open verbinding naar de woonkamer.

Eerste verdieping

Ook de eerste verdieping is gemoderniseerd en de hoofdindeling is gedeeltelijk gewijzigd. In de kamer rechts voor is nog een oorspronkelijke zwartmarmeren schouw aanwezig in art deco stijl met groengeaderd middenornament. In deze kamer is ook nog de wand aanwezig met het en suite kozijn naar de alkoofruimte. De deuren zijn nieuw.

Aan de achterzijde is over de gehele breedte van het pand een badkamer gemaakt.

De trap, hoofdbaluster en ijzeren trapleuning naar de zolder zijn nog origineel.

Zolder

De kapconstructie is nog in tact, het dak is wel geïsoleerd. De zolder is opnieuw ingedeeld.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse werd gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst.

De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het object is intern gewijzigd waardoor de cultuurhistorische en architectonische waarden intern slechts ten dele bewaard zijn gebleven. In het exterieur is de aantasting van ondergeschikt belang. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.

Bijlage


Adriaan van Bleijenburgstraat 27-29

  • Datering: 1904
  • Oorspronkelijke functie: Woonhuis
  • Bouwstijl: Neorenaissance
  • Postcode: 3311LA

 

Algemene beschrijving

Oorspronkelijk dubbel woonhuis met een beneden- en bovenwoning.

Ligging

Pand is onderdeel van een straatwand, lopend vanaf de Cornelis van Beverenstraat tot de achterzijde van de bebouwing aan de Blekersdijk.

Hoofdvorm

Rechthoekig grondplan in twee bouwlagen met kap.

Bouwgeschiedenis

Het gebied waar de Adriaan van Bleijenburgstraat is gelegen was tot 1898 onderdeel van een landgoed Villa Maria. Het landgoed bestond uit een villa (hoek Singel / Johan de Wittstraat) met tuinen, broeikassen en landerijen. Op 3 mei 1898 gaat de gemeenteraad van Dordrecht akkoord met een plan van bebouwing van J.C. Schotel - schoorsteenveger en metselaar - en G. Schouten - meester timmerman, die het landgoed in eigendom hadden verworven. Het plan omvatte de Adriaan van Bleijenburgstraat, de Wilhelminastraat, de Cornelis van Beverenstraat en het aangrenzende gedeelte van de Blekersdijk. Het wegenplan wordt nog in hetzelfde jaar gerealiseerd en de kavels worden uitgegeven. Bij besluit van 26 juni 1900 wordt de straatnaam officieel vastgesteld.

Op 21 juni 1904 wordt het ontwerp voor twee woonhuizen (Adriaan van Bleyenburgstraat 23/25 en 27/29) vergund. Dit plan wordt nog gewijzigd, omdat men uiteindelijk drie woningen realiseert, waarbij tussen de beide panden uit het ontwerp van 1904 een derde pand plaatst en het ontwerp voor nummer 27/29 spiegelt en realiseert als nummer 31/33.

Woning nummer 27 bezat tot 1919 huisnummer 13 en daarna tot 1949 huisnummer 15.

Woning nummer 29 bezat tot 1919 huisnummer 13 en daarna tot 1949 huisnummer 15-rood.

Beschrijving exterieur per gevel

Voorgevel

De gevel is drie traveeën breed en wordt beëindigd door een kroonlijst.

Boven een plint met een bekleding van hardstenen platen is de gevel opgetrokken in licht bruinrode baksteen in kruisverband. Gecementeerde speklagen van drie metselgangen hoog onderbreken het metselwerk ter hoogte van de onder- en bovendorpel, de wisseldorpel en halverwege het onderraam van de vensters. De borstwering op de verdieping wordt afgesloten met een doorlopende geprononceerde waterslaglijst, die tevens fungeert als lekdorpel bij de vensteropeningen.

De kroonlijst is opgebouwd uit een gecementeerd fries met dito consoles, die de uitkragende gelijste houten bakgoot dragen.

De vensteropeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een sluiting in de vorm van een steens korfboog in hardrode strengperssteen, waarin gecementeerde blokjes en een sluitsteen zijn opgenomen. Boven de rechte kozijnen is de zwik afgewerkt met polychrome tegels met een geometrisch patroon. Op de verdieping zijn de vensteropeningen gesloten middels een gecementeerde gelijste latei, waar bovenin het metselwerk een tweesteens ontlastingsboog is opgenomen, uitgevoerd in hardrode strengperssteen met gecementeerde blokjes en een sluitsteen.

De vensteropeningen op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van een houten kozijn met een houten schuifvenster met een ongedeeld onder- en bovenraam. De bovenramen zijn voorzien van een glas-in-loodvulling.

Alle ramen zijn voorzien van dubbel glas.

De entree is gesitueerd in de linker travee. Een binnen de gevellijn gesitueerd hardstenen stoepje leidt naar de terugliggende houten pui, waarin twee deuren met bovenlicht zijn opgenomen.

In de as staat boven de kroonlijst in de lijn van de gevel een gemetselde dakkapel. De dakkapel bezit aan weerszijden van de vensteropening gemetselde pilasters, die een gecementeerde kroonlijst dragen. Op de kroonlijst bevond zich, gelijk aan de buurpanden, oorspronkelijk mogelijk een gecementeerd fronton.

Achtergevel

(de achtergevel is niet beschouwd aangezien er geen toegang voor een opname werd verleend; de beschrijving is gebaseerd op waarnemingen van verderaf en archiefgegevens)

De achtergevel bestaat uit drie bouwlagen, waarvan de derde in de geveltop wordt beëindigd met het houten overstek van het dak.

Boven een gecementeerde plint is de gevel opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. De vensteropeningen zijn aan de bovenzijde gesloten met een anderhalfsteens hanekam in hardrode strengperssteen.

In de geveltop bevinden zich twee vensteropeningen met een kozijn met een T-schuifvenster.

Kap

Het pand heeft een mansardekap die aan de voorzijde is voorzien van een schild. De kap is gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterd Hollandse pannen.

Beschrijving interieur per bouwlaag

Het interieur is niet beschouwd aangezien er geen toegang voor een opname is verleend.

Beschrijving tuin

De tuin bezit geen monumentale waarden.

Waardering

Cultuurhistorische waarde

Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in de negentiende-eeuwse schil woningbouw voor de middenklasse is gerealiseerd.

Architectonische waarde

Het pand is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De voor de bouwtijd typerende bouwstijl is kenmerkend voor de architectonische opzet van het object.

Gaafheid

Het exterieur is redelijk gaaf bewaard gebleven en waarschijnlijk zijn ook in het interieur nog waardevolle onderdelen aanwezig. De bouwkundige staat is redelijk tot goed.

Situering

Het object heeft als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden een hoge ensemblewaarde.

Unieke waarde

Als onderdeel van een in één bouwfase gerealiseerd complex van drie panden, dat redelijk gaaf bewaard is gebleven, bezit het object in architectonisch en bouwkundig opzicht een zeldzaamheidswaarde.  

Bijlage



Woont u in Dordrecht in een gemeentelijk- of rijksmonument en wilt u zelf ook een monumentenschildje op uw pand? Bestel hier een schildje (met of zonder QR code).